Aardappelen aanaarden
Als het loof zo’n tien tot vijftien centimer lang is kan je de aardappelplanten aanaarden. Dit betekent dat je aarde aan de voet van de plant brengt. Zo voorkom je dat de aardappelknollen nadat ze dikker worden boven de grond uitkomen en dan groen worden door het licht. Bij vroege aardappelen kan aanaarden een remedie zijn tegen late lentenachtvorst. Het aanaarden bevordert de ondergrondse stengelontwikkeling.
Aanaarden kan je doen met de hak. Dan haal je de aarde tussen de rijen weg en leg je die tegen de aardappelplanten. Als achteraf de toppen van de plant nog net boven de grond uitkomen is dit voldoende (tenzij nachtvorst verwacht wordt, dan stop je ze helemaal onder)
Aanaarden kan ook met een aanaarder.
Om het werken met een aanaarder minder lastig te maken kan het nodig zijn de grond tussen de rijen los te maken met een spitvork. Zo kan je de aanaarder makkelijker door de grond halen.
En dit is het resultaat na een eerste keer aanaarden, geultjes tussen de rijen, aarden wallen waar de planten bovenop lijken te staan en geen onkruid meer te bespeuren. Binnen de twee weken wordt er een tweede maal aangeaard.
Wat vooraf ging : Aardappelen, het pootgoed aankopen, voorkiemen en poten , zoals je in dat artikel kan lezen werd in iedere rij een ander ras geplant, daardoor zie je duidelijk verschil tussen de rijen, de twee buitenste rijen zijn immers vroege variëiteiten, de binnenste rijen zijn halfvroege soorten en zijn nog niet zo sterk ontwikkeld.