U kan klikken op de onderwerpen bovenaan of links
van elke bladzijde, Wil je inschrijven op de (wekelijkse) nieuwsbrief, dan volstaat een mailtje. |
|
Op deze pagina staat informatie over het werk van pater De Visscher in Kongo. De informatie komt van een interview en van de brieven die hij regelmatig stuurt. 'Missie'-monoloog - eerste lerarenwoning klaar - interview 8 september 2013 Ereburger van Berlare De gemeenteraad besliste eind augustus om de pater tot ereburger van de gemeente te benoemen. Pas in juni was het reglement aanvaard dat de toekenning van deze eretitel (zonder verdere vergoeding) mogelijk maakte. De - laatste? - missionaris is dan ook de eerste om deze titel te krijgen. Vandaag stond al een viering gepland voor zijn 75ste verjaardag en omdat hij 50 jaar pater en missionaris is. Na de misviering kreeg hij in het gemeentehuis ook de eretitel.
27 februari 2012 Berlaars bezoek in Mwembe Pater De Visscher stuurde vorige week een brief naar Berlare, met tegelijk wensen voor een gelukkig en gezond 2012 en voor 'een boeiende tocht naar Pasen'. Hij vertelt er verder over het bezoek van Frank Sacré met zoon Bert aan zijn missiepost. Frank, oud-leraar in houtbewerking, hielp er bij enkele werken en leidde enkele jonge schrijnwerkers verder op. Bert maakte een beeldverslag (zie YouTube, ongeveer 40 minuten) over het leven in Mwembe. De pater heeft het ook over zijn terugreis na zijn vakantie in Berlare. Eerst ging het naar Ethiopië waar hij enkele Finadoprojecten bezocht, maar vooral de Ethiopische Orthodoxe Kerk van binnen uit leerde kennen: "Een levende hedendaagse Kerk tot eigen kultuur geworden van een landelijke eenvoudige bevolking.Ik heb er zeer intense geestelijke ervaringen beleefd en put er veel inspiratie uit". Terug in Mwembe hervatte hij zijn taak: via de paden en de rivieren de dorpen bezoeken. De weg die met Belgische hulp in 2010 werd afgewerkt is de enige die met de wagen berijdbaar is en waarmee hij naar 18 dorpen kan. Hij gaat er om 'de mensen in hun kristen zijn te bevestigen en samen te zoeken hoe de armoede te bestrijden en de levensomstandigheden te verbeteren en om die plannen te verwezenlijken'. Dat gaat langzaam door het gebrek aan middelen en door het ritme van de mensen ginder. In Mwembe zelf helpt hij nog bij het handwerk. Men bouwt er nog verder aan de woningen voor het schoolpersoneel en aan een hospitaal. Intussen breidt ook de boerderij van medebroeder Gerard Delbeke verder uit: er staan al 25 runderen waarvan slechts zes door het eigen financieringsproject: de inwoners van het dorp werken steeds meer mee. De middelbare school wordt geleid door twee Congolese oblaten: Roland Gishiyo en Steve.
9 oktober 2011 "Het stuk beschrijft ook de gruwel van de oorlogen in het grensgebied met Rwanda, en dat heb ik gelukkig niet meegemaakt. Maar veel van de andere gebeurtenissen herken ik wel", zei pater De Visscher na de voorstelling van 'Missie' van David Van Reybrouck, gisteren in Stroming. Het stuk gaat immers ook over de vele vragen die missionarissen zich wellicht eens stellen over het nut van hun werk, de eenzaamheid, de afstand met de familie. De bijna twee uur durende monoloog heeft wellicht ook bij de vele aanwezigen een blijvende indruk nagelaten. Het stuk ging in 2007 in première in de KVS. Bart Vanden Broeck speelt het sindsdien in de grotere zalen in Vlaanderen en Wallonië, maar ook in Nederland, Frankrijk en Duitsland. Marcel Thijs (°1945), een Limburger die bij verschillende amateurgezelschappen speelde, kreeg de toelating om het in kleinere zalen te spelen. En dat deed hij intussen al zo'n 50 keer. Op 5 november doet hij het nog eens in de streek, in Hamme. Zijn motivatie om die toch lange tekst te leren en te brengen: zijn broer André, die ook missionaris is in de streek waarover het stuk vooral gaat. "Daardoor heb ik die streek bezocht en voor een stuk ondervonden wat het betekent daar te leven, met welke moeilijkheden missionarissen e maken hebben", vertelde hij achteraf aan deze website. Van Reybrouck baseerde zich voor zijn bekroonde boek 'Congo' en voor 'Missie' op vele gesprekken met missionarissen en Congolezen. Voor de monoloog bracht hij de verhalen van verschillende mensen samen. Marcel Thijs wijzigde wat, veranderde ondermeer de naam van de pater die zijn verhaal doet van Grégoir Vannest in André Vannest (naar zijn broer). Die heeft het over de problemen in Congo, 'dat nood heeft aan een structuur', waar de mensen 'veel tijd hebben', over het bijgeloof dat voor een sterfgeval altijd iemand verantwoordelijk is en dan ook moet worden gestraft, over de vele oorlogen 'vooral omwille van de cobalt voor de gsms en de andere waardevolle ertsen'. Maar ook over de veerkracht van de mensen ginder. De auteur, een atheïst, gaat niet voorbij aan het geloof van de missionarissen, "eerst materiële hulp en dan over het geloof beginnen', aan hun twijfels na het zien van de grote ellende. Hij houdt echter ook 'de ontwikkelde landen' een spiegel voor, waar mensen door kleine dingen ongelukkig zijn, steeds op zoek zijn naar 'het geluk'. "Als men niet meer gelooft in het geluk na dit leven wil men in de luttele jaartjes hier alle geluk vinden, en dat zorgt voor stress en ongeluk", is zijn besluit. Hij gaat ook vragen over celibaat niet uit de weg. "Zelf geloof ik dat ik me meer ten dienste kan stellen omdat ik geen andere verplichtingen heb, maar men moet de keuze laten. De mensen in Rome zouden beter, zelfs maar een maand, hier eens komen werken. Dan zouden ze het wel beseffen". Ondanks al die problemen houdt 'pater Vannest' zich aan de keuze die hij op zijn 17de maakte, "een keuze die we wel steeds opnieuw moeten maken". Na het eerste applaus vroeg Marcel Thijs om een applaus te geven voor de mensen waarover het eigenlijk gaat, zoals pater De Visscher. David Van Reybrouck was uitgenodigd en zou vooraf door het gemeentebestuur, met burgemeester en Europees commissaris Karel De Gucht, worden gehuldigd. Door omstandigheden kwam de auteur pas juist voor het begin van de voorstelling aan. "Ik vind het zeker indrukwekkend hoe Marcel dit stuk brengt. Je kan echt niet zien dat hij een 'amateurspeler' is", gaf hij toe. Hij verduidelijkte dat hij in het stuk en het boek inderdaad ook gebruik had gemaakt van de gesprekken met pater De Visscher. Karel De Gucht, die ook de 'professionele' versie in de KVS heeft gezien, noemde het ook een prachtige vertoning en benadrukte zijn respect voor het werk dat missionarissen doen: "Ik heb intussen al met verschillende missionarissen gesproken en gezien wat ze verwezenlijken." De mensen van het Pater De Visschercomité waren zeer tevreden over de opkomst. Zij hopen dat dit zal leiden tot nog meer steun, vooral dan in de vorm van een vaste maandelijkse bijdrage. Deze vorm geeft de pater de mogelijkheid om lange termijn-acties op te zetten. Pater De Visscher vertrekt op 16 oktober terug naar Afrika. Hij begeleidt eerst de mensen van Finado die in Ethiopië enkele van hun projecten willen tonen. Binnen twee jaar komt hij terug. Hij zal dan ook zijn 50 jaar als missionaris vieren. augustus - oktober 2011 Pater De Visscher is van 14 augustus tot 15 oktober in het land. In die periode staan onder meer volgende activiteiten op het programma:
11 maart 2011 Voor maart stond de bouw van het eerste van vier eenvoudige woonhuizen voor het personeel van de middelbare school en van het ziekenhuis op het programma. Met het eerste wil men nagaan hoe het materiaal bijeen en ter plaatse te krijgen. Met de bouw van dit eerste kan de pater ook voldoen aan de eis van de GROS, de Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking van Berlare. Die wil de subsidie die in 2010 werd gegeven, voor 2011 vernieuwen als kan worden aangetoond dat de werken vooruitgaan en hoe het geld is besteed. In april neemt hij in Kinshasa deel aan de raad van de Oblatenprovincie van Congo. Na zijn terugkeer trekt hij met twee catechisten naar christenen die in afgelegen dorpen wonen. Zijn beschrijving. "We vertrekken vanuit het dorp van die catechisten. Onze dokter brengt er mij naartoe met zijn moto. Na ons werk in dat eerste dorp vertrekken we samen langs een kleine wegel in het oerwoud en doorheen moerassen tot het volgende dorp. De eerste keer hebben we zeven uren gestapt. Dan zijn er enkele dorpen langs de rivier die we met de prauw bereiken en dan 3 dorpen langs de weg die weer berijdbaar gemaakt zou kunnen worden. Het zijn de verst afgelegen en moeilijkst bereikbare dorpen. Wij gaan er naartoe om bij de gelegenheid van Pasen Christus te brengen naar onze christenen en naar wie er voor openstaan en om in elk dorp met de belangstellenden te zien en te bespreken wat er kan gedaan worden om deze mensen uit hun isolement en uit hun armoede te helpen. Ze zijn afgesloten en uitgesloten van mogelijkheden tot vooruitgang, verandering en verbetering van de levensvoorwaarden. Bovendien zijn ze ellendig verdeeld door talrijke sekten, maar ze zijn vooral zeer, zeer arm." De missionaris dankt in de brief al wie hem bij zijn acties steunt. Hij noemt ook de vastenvoettocht die pastoor Paul Redant (die voor pastoor Van Steen hier priester was) in april in Buggenhout opnieuw opzet en waarvoor een deel van de opbrengst naar de werken in Kongo gaat. Intussen raakte ook bekend dat de pater op 15 augustus terug naar Berlare komt. De dag voor zijn vertrek naar Kongo, op 8 oktober, is een monoloog gepland in Stroming. Acteur Marcel Thijs brengt er dan de monoloog 'Missie', geschreven door David Van Reybrouck op basis van interviews met missiepaters, waaronder ook De Visscher. Van Reybrouck, die onlangs nog de AKO Literatuurprijs kreeg voor zijn boek over Kongo, zal daarbij aanwezig zijn. 2 september 2009 Pater Leo De Visscher (71), sinds 1963 missionaris in Kongo, tracht in een nieuwe missiepost de gewone Congolees kansen te bieden om een degelijk bestaan op te bouwen. “Kongo is een prachtig land met de mogelijkheden om de mensen goed te laten leven. Om redenen waarop ik niet verder wil ingaan, lukt dat niet echt. Laat ik het zo zeggen: in de brousse, waar nog missieposten zijn, daar gaat het redelijk goed. Zolang de jonge mensen niet naar de stad trekken.” De pater kent de problemen van het land waar hij al meer dan 45 jaar woont en werkt, en waar hij zich deel van voelt. Hij geeft de moed niet op. Sinds januari in een nieuwe post in Mwembe (West Kasaï) wil hij ook daar bouwen aan betere infrastructuur voor onderwijs en medische verzorging. “Als kind wou ik al missionaris worden. Daarom werd ik pater bij de Oblaten in Gijzegem. Willem Vermandere, enkele jaren jonger dan ik, was er ook maar verkoos om via de kunst zijn boodschap mee te geven. En hij doet dat goed.” Pas gewijd vertrok hij in september 1963 naar Kongo. “Na een dag reizen kwam de cultuurschok al. Maar ik stond er open voor en paste me vlug aan hun mentaliteit en manier van leven en denken aan. Ik heb intussen veel van hen gekregen en opgestoken: hun kalmte, de bereidheid om tot oplossingen te komen, kunnen luisteren. Nee, vijandigheid tegenover een lid van de vroegere kolonisator was er niet, enkel bij diegenen die politieke macht probeerden te verwerven. De bevolking wist al wat revolutie en opstanden voor hen betekende: moeten vluchten naar de brousse, kinderen zien gedood worden.” Hij werkte 23 jaar in de provincie West Kasaï, en zorgde 13 jaar mee voor de voorbereiding van Congolezen tot Oblaat. De voorbije negen jaar stond hij in voor de gevangenen in Kikwit. “Meer een kelder van honger, ziekte en verdriet. Ik zorgde voor eten, kleren en medische verzorging. Ik zorg er nog voor de fondsen tot mijn opvolgers dat kunnen. De staat zegt er geen middelen voor te hebben.” Sinds januari is hij terug in West Kasaï, als priester en nog veel meer voor 36 dorpjes. “Uit mijn eerste opdracht, de boodschap van Christus brengen, vind ik de gedrevenheid om de mensen te begeleiden om zelf aan hun ontwikkeling te bouwen. Dat is geen zieltjeswinnerij en niemand wordt uitgesloten.” Hij verkreeg al dat met Belgische ontwikkelingshulp een weg wordt heraangelegd om het gebied te ontsluiten, wat voor meer werk en handel zorgt. Toen nog buitenlandminister De Gucht hielp daarbij. Met wat hij vanuit Berlare en elders krijgt wil hij een medisch centrum en de school saneren, en huizen bouwen voor leraren en medisch personeel. “In die streek hebben de mensen het redelijk goed. Er is voldoende eten door landbouw, visvangst en jacht. Maar ook de andere levensnoodzakelijke noden moeten vervuld om de mensen daar te houden. Dat is beter dan te verhuizen naar de steden, waar velen toch geen werk vinden, maar wel alles moeten kopen.” Mieren In Berlare is een fonds opgericht. Dat zoekt minstens 350 mensen die maandelijks 3 euro willen schenken. “Hiermee halen we voldoende samen om bij te dragen bij een micro-integratieproject. Ons motto is: als we als mieren samenwerken, dan kunnen we zelfs een olifant verplaatsen”, legt de pater uit. Met andere inkomsten, zoals uit het spaghetti- en pannenkoekenfestijn, nu zondag in de parochiezaal vanaf 12 uur, kunnen andere kleinere zaken worden verwezenlijkt. Voor informatie hierover kan men terecht bij pastoor Van Steen. |
links naar sites van verenigingen over: (ook socio-cult.verenigingen)
vergelijk met beleidsplan 07-12
Meer
themanieuws
Al eens naar
adressen
uit buurgemeenten of van interessante, leerrijke En tips van de lezers.
Om eens te vergelijken ...
Deze site steunt het Roemeense dorpje Vîrtop, maar heeft ook oog voor andere acties voor ergens in de wereld.
|
Deze pagina is het
laatst gewijzigd (of door ons geopend) op
29/08/13.
|