Tuinbonen worden traditioneel in het vroege voorjaar in open lucht geteeld.
Zaaien
Voor de vroegste teelten wordt voorgezaaid onder koud glas.
Tuinboon kiemt vanaf 5 graden en kan lichte vorst verdragen. Vanaf eind januari kan u voorzaaien in potjes, op een zaaibed in de koude bak, of in een verplaatsbare kist of bloembak met minimum 10 cm grond in. Druk de bonen een of twee centimeter in de grond en breng er drie centimeter grond op. Er mag inderdaad diep gezaaid worden, ook bij ter plaatse zaaien.
Afharden
Voorgezaaide tuinboon moet op een koele (10-12°C)en lichtrijke plaats geteeld worden om korte, gedrongen planten te bekomen. Vooraleer uit te planten moet er afgehard worden. Dit betekent enkele dagen bij goede weersomstandigheden overdag buiten zetten (of de koude bak openen). En wanneer de weersomstandigheden het toelaten ook eens ‘s nachts buiten laten staan. Na een tiental dagen kunnen de planten dan op het plantbed worden uitgezet.
Uitplanten
Als de plantjes zo’n 10 centimeter hoog zijn wordt er in maart (van zodra de grond bewerkbaar is) uitgeplant. Naast het klassieke éénrijensysteem (70 x10) kunt u ook uitplanten op dubbele rijen met een tussenafstand van 20 en een zaaiafstand van 20. Tussen de dubbele rijen zit 60-70.
Bekijk hier het teeltschema van tuinboon
Grondsoort
Tuinboon doet het goed op veel verschillende grondsoorten. Ook armere gronden zijn geschikt. Zware, maar goed gedraineerde, gronden geven de grootste oogst, lichte gronden zijn meer geschikt voor de vroege teelten. (Dit is voor veel teelten zo)
Meer bemesting
Tuinboon mag, in tegenstelling tot andere peulgewassen, toch wat bemest worden. Geef tien liter compost per m² of strooi 40 g/m² samengestelde meststof (samenstelling ongeveer 12+12+18). De ideale pH voor tuinbonen is hoog en schommelt tussen 7-7,5, deze waarden zijn dan ook niet altijd haalbaar. Tijdig bekalken is voor tuinboon wel aan te raden.
Tip
Bekijk de fotoreportage over tuinboon zaaien en planten.
Bekijk de videoreportage over tuinbonen planten