Het zijn belangrijke verkiezingen. Daarom wil
nkb informatief
naast informatie regelmatig ook een redactionele bijdrage leveren. Niet om
aan te zetten om voor één bepaalde partij te kiezen, maar om wat bedenkingen
mee te geven, om het debat aan te wakkeren.
27 mei - 18 mei - 4 mei - 21
april
27 mei 2014
En nu komt het moeilijkste...
Eerst iets over de plaatselijke kandidaten en partijen. Karel De Gucht
(Open Vld) kon als lijstduwer toch een zitje veroveren voor het Europees
Parlement, waar in 1979 zijn politieke carrière begon. Maar hij gaf al voor
de verkiezingen aan de zetel niet te willen opnemen. Katja Gabriëls (Open
Vld) heeft zich getoond en zo aangegeven dat ze een hoge plaats bij de
effectieven zeker waard was geweest. Met meer dan 9800 stemmen, het zesde
meeste van alle kandidaten op haar lijst, zal ze - mocht er een van de
werkelijk gekozenen een plaats openlaten - haar zitje niet zomaar gekregen
hebben. Hilde Van Doorsselaere (N-VA) haalt ook meer dan 4500 stemmen, maar
plaatselijk werden wellicht toch vooral kopstemmen gegeven. Inge Moens (sp.a)
kon meer dan 3300 kiezers lokken met haar eigenwijze campagne, maar gaf al
aan toch op meer dan 150 stemmen uit de eigen gemeente te hebben gerekend.
Kelly Uyttendaele (VB), tenslotte, deelde in de algemene teloorgang van haar
partij.
Over het resultaat van de partijen in deze gemeente kan worden gezegd dat
N-VA, met ook hier boven de 30%, zich moet afvragen hoe deze partij dit
potentieel aan kiezers kan aanspreken. Open Vld is met resp. 26 (Vl) en 28
(kamer, door het Gabriëls-effect?) % hield goed stand tegen de N-VA-tsunami
en steeg ruim boven wat deze partij in het kanton en in de provincie haalde.
CD&V, sp.a en VB halen hier minder steun dan elders. CD&V was nog het
gelukkigst omdat de afdeling geen eigen kandidaat op de lijst had staan.
Twee dagen na de verkiezingsdag zijn de regeringsonderhandelingen echt
begonnen. Bart De Wever (N-VA) zag vanmorgen de meeste Vlaamse
partijvoorzitters en deze middag benoemde de koning hem tot informateur die
moet nagaan wat de mogelijkheden zijn voor de vorming van een federale
regering. Dinsdag moet hij daarover een eerste verslag uitbrengen. Het
minste wat men kan zeggen is dat het geen gemakkelijke opdrachten worden.
Het ziet er naar uit dat de andere partijen rekenen op een uitschuiver om
dan zonder N-VA verder te kunnen doen zonder de Vlaamse opinie voor het
hoofd te stoten. Al zal het ook dan moeilijk zijn om de perceptie weg te
krijgen dat de 30% van de PS voor hen blijkbaar zwaarder wegen dan de 30%
van N-VA.
"Je hebt nog niets gezegd over inhoud!". Ja, dat klopt. Omdat er buiten
wat aanduidingen over mogelijke links-rechtstegenstellingen het vooral over
details ging, die in een zoektocht naar mogelijke compromissen weinig impact
zullen hebben. En omdat toch weer eens bleek dat de meeste discussie als
oorsprong had: "als er besparingen moeten komen, dan niet bij mij, niet in
mijn sector". En dan hebben rationele argumenten weinig zin. Het is nu
alleen maar te hopen dat er compromissen worden gevonden die er werkelijk
toe doen en dat wil zeggen: de maatregelen nemen die echt nodig zijn om onze
welvaart te verzekeren zonder hierbij de zwaksten te treffen, en dat die met
de nodige eerlijkheid worden uitgelegd om er zo voor te zorgen dat we er
allemaal - ieder volgens de eigen mogelijkheden - onze bijdrage toe leveren.
18 mei 2014
De onverwachte wending?
"Herinnert het overlijden van oud-premier Jean-Luc Dehaene aan de tijd
toen politici nog bereid waren om compromissen te sluiten?" Zo gaven enkele
commentatoren aan dat het plotse heengaan van de CD&V-politicus zijn partij
in deze laatste week nog kon helpen om de kloof met gedoodverfde winnaar
N-VA te verkleinen. Om het cynisch te zeggen: neemt Dehaene nu wraak voor de
wijze waarop hij zelf in 1999 door een onverwachte wending - de
dioxinecrisis - de verkiezingen verloor?
Puur inhoudelijk lijkt er wel een groot verschil, maar een die wellicht
nog meer invloed zou kunnen hebben. Waar een deel van de kiezers in 1999
wellicht hun kiesbeslissing baseerden op een verkeerd reageren door de
regering op het aspect van voedselbescherming, wordt nu in de weegschaal
geworpen of die veronderstelde winnaar wel tot een akkoord kan komen met
andere partijen. Met als ondertoon dat, indien niet, het land in een zware
crisis komt. En dat lijkt toch wel zwaarder te wegen dan wat in 1999 op het
spel stond.
Maar de vraag was niet echt nieuw. De andere partijen proberen al sinds
2010 de N-VA af te schilderen als een partij die geen compromissen wil
sluiten. Blijkbaar volstaat dit niet om de peilingen in een andere richting
te duwen. Dat N-VA in de Vlaamse regering zit en - misschien met nog meer
invloed - dat CD&V mee in de Antwerpse bestuursmeerderheid stapte maakten
dat argument minder geloofwaardig.
Belangrijker is de vraag welk sociaal model de kiezer na de verkiezingen
wil uitgewerkt of verdedigd zien, en dit zowel op Vlaams, federaal of
Europees niveau. Tenminste voor zover men goed weet wat waar mogelijk is. En
dat laatste is door de complexiteit van onze instellingen, door de niet
altijd volledige overdracht van bevoegdheden naar elk van deze
bestuursniveaus niet echt duidelijk. Het samenvallen van de drie
verkiezingen heeft daar niet echt bij geholpen.
Daarom waren de belangrijkste in de overvloed van verkiezingsprogramma's
en bijdragen in geschreven media wellicht die bijdragen die naar de
ideologische drijfveren van de verschillende partijen peilden. Zo was er 'Reyers
Politiek', spijtig genoeg uitgezonden op onmogelijke uren maar de
afleveringen zijn nog te
herbekijken. Omdat het toch bijna niet mogelijk is om de verschillende
voorstellen uit de partijprogramma's concreet te vergelijken, geven deze
'ideologische' uitzendingen de kans om af te wegen welke richting de
verschillende partijen in een mogelijke coalitie zullen verdedigen. De keuze
van de kiezer - en die kan verschillend zijn voor elk niveau - kan dan
aangeven wat bij de onderhandelingen het meeste invloed zou moeten krijgen.
Met naar schatting zo'n 30% niet besliste kiezers kan er nog veel
gebeuren. Wat zal bepalen wat die grote groep uiteindelijk zal doen? De
informatie die ze via media, folders en debatten krijgen? De persoonlijke
band met al de kandidaten, ook met die (plaatselijke) kandidaten die op
voorhand geen kans maken om gekozen te worden, en die - de ene wat meer dan
de andere - uitleggen waarom ze kandidaat zijn, wat de gevolgen voor de
gemeente zijn van het kiezen voor hun partij? Of dan toch nog ergens een
'onverwachte wending'?
Op de avond van 25 mei zal duidelijk zijn wat de theoretische en
praktische mogelijkheden zijn om een meerderheid te vormen, of de
meerderheid anders kan voor de Vlaamse en de federale regering (indien men
ook daar een vertegenwoordiging van een Vlaamse meerderheid wil)? Vanaf 26
mei zal dan moeten blijken hoever partijen voldoende hetzelfde denken om
samen te werken. Sommigen voorspellen al dat - op federaal vlak -
herverkiezingen onvermijdelijk worden...
Op Europees vlak moeten het Europese Parlement (EP) en de
regeringsleiders een akkoord vinden over wie de Europese Commissie zal
leiden. Wordt het de kandidaat van de grootste partij, diegene die er in
slaagt om een meerderheid in het EP achter zich te krijgen (wat Verhofstadt
nog een kans zou geven) of dan toch iemand anders die door een meerderheid
van de regeringsleiders naar voor wordt geschoven? Of zorgt een zo grote
overwinning van anti-Europese partijen voor een patstelling die tot het
begin van het einde van het Europese project kan leiden? De gevolgen van die
nog 'onverwachte wending' zouden weleens nog groter kunnen zijn dan welke
uitslag voor de Vlaamse en het federale verkiezingen ...
4 mei 2014
Duidelijk waarover het gaat?
Is het op drie weken voor de verkiezingsdag al wat duidelijker waarover
het eigenlijk gaat? Is het over links tegen rechts? Over het afbreken van
'ons sociaal model' of over de bescherming ervan? Of dan toch over het al
dan niet splitsen van dit land? Anders gezegd: bieden de partijen duidelijke
antwoorden op de uitdagingen voor Vlaanderen, België en Europa op korte én
op langere termijn?
Ter verdediging: dat is niet gemakkelijk uit te leggen. Onze
maatschappij, de wereld, zit zo ingewikkeld in elkaar dat het zelfs niet
eenvoudig is om die uitdagingen eenvoudig uit te leggen zonder in populisme
te vervallen. Laat staan de oplossingen. "Is die wereld dan niet te
ingewikkeld gemaakt?", zou een eerste terechte vraag kunnen zijn. Maar kan
het anders? Ja, als we terug zouden gaan naar kleine stadsstaten, waar
eventueel zelfs een volledige burgerparticipatie te organiseren is. Maar de
geschiedenis leert dat die kleine staten moeilijk overleven (alleen al door
problemen met voedselbevoorrading) en dat de 'leiders' al snel de behoefte
voelen om sterker te worden. We zijn nu geëvolueerd naar een wereld waarin
het normaal is dat we voeding en grondstoffen van 'overal' kunnen gebruiken.
Het is normaal dat dit onder bepaalde regels gebeurt. Maar dat is met zoveel
'spelers', met zoveel belangen niet gemakkelijk. Nooit.
Waarom wordt dan zo weinig echt gesproken over die uitdagingen, over de
keuzes die eventueel mogelijk zijn en over hun gevolgen? Wil men de
uitdagingen niet duidelijker voorstellen omdat men geen oplossingen heeft?
Of heeft men er baat bij om verder te kabbelen over een veelheid aan
details, waardoor men het 'echte bos' niet meer ziet? Is de angst om
bestaande, voorbijgestreefde instellingen en gebruiken (en dus ook de
huidige jobs) te verliezen groter dan het vertrouwen in alternatieven, die
dan wel degelijk moeten worden bestudeerd? Want anders blijft het inderdaad
bij populistisch gepraat en dat geldt voor alle politieke partijen). En daar
is uiteindelijk niemand mee gebaat.
En intussen vergroot nu echt die kloof tussen politiek en burger. Het
grote aantal mensen die nog niet weten waar ze voor gaan stemmen zegt
genoeg. Behalve de echte partijadepten lijken er echt weinigen de keuze al
te hebben gemaakt. "Omdat we politici niet meer geloven." "Omdat politici
vooral naar hun eigen postjes kijken." "Omdat ze toch niet luisteren." Het
zijn maar enkele van de argumenten die men dagelijks hoort.
Het is een gevaarlijke evolutie. Omdat het de kern van onze maatschappij
raakt. Beslissingen nemen is nu eenmaal nodig om een - eenvoudige of
ingewikkelde - maatschappij goed te organiseren, om de mensen dat te kunnen
bieden wat nodig is om een menswaardig leven te kunnen leiden, om de kansen
te krijgen om dat leven nog beter te maken, om er voor te zorgen dat er geen
misbruiken zijn. Indien de mensen niet meer geloven in de instellingen die
de maatschappij organiseren, dan dreigt chaos. Het is de taak van de
mensen die zich in politiek willen engageren - en gelukkig zijn er zo - om
dat vertrouwen in de instellingen te herstellen, om die instellingen te
veranderen indien dat nodig is.
Het is dan ook normaal dat burgers aan die would-be politici kunnen
vragen waar zij voor staan, welke oplossingen zij vooropstellen.
nkb informatief
vroeg dat aan de vier - vrouwelijke! - plaatselijke campagnevoerende
kandidaten (zie hierboven). Natuurlijk zijn zij, op een na, niet echt
geplaatst om gekozen te worden. Maar dan nog is het hun verantwoordelijkheid
om te proberen de mensen in hun directe omgeving uit te leggen waarom zij
kandidaat zijn, waarom zij achter hun partijprogramma staan. Anders blijft
'kandidaat zijn' vooral iets om stemmen voor anderen te winnen, en
'gekozen worden' vooral afhankelijk van het aantal affiches dat men kan
omhoog hangen of het aantal brieven dat men kan (laten) schrijven. En daar
gaat het toch echt niet om.
21 april 2014
De strijd kan nu echt beginnen
Voor de officiële kieslijsten voor de regionale en nationale verkiezingen
is het nog wachten tot 1 mei, maar eigenlijk liggen die nu wel al vast. Of
het zou moeten zijn dat er hier of daar nog onregelmatigheden zouden zijn
gebeurd bij de indiening of over de gegevens van de kiezers. Voor de
Europese verkiezingen is de officiële lijst sinds 15 april beschikbaar. Die
strijd om de plaatsen is dus al voorbij.
Over de programma's van de verschillende partijen is intussen ook al wat
inkt gevloeid. Daarbij toch twee opmerkingen.
Een: er is veel gerekend, maar niet op een manier die het voor de kiezers
echt duidelijker maakt. En bovendien gelden die berekeningen enkel indien de
partij die ze maakte alleen aan de macht zou komen. Dat is in ons kiesbestel
dus onmogelijk. Er moet hier altijd rekening worden gehouden met de invloed
van andere partijen die mee in de Vlaamse of federale regering zitten. Die
zullen in het regeerakkoord ook wel enkele van hun agendapunten willen zien,
met bijhorende kosten en baten. Of anders gezegd: het is onmogelijk voor een
regering is gevormd te berekenen wat de financiële impact zal zijn van de
voorstellen die men wil uitvoeren. En bovendien: hoe kan men vooraf
inschatten wat de gevolgen zijn van internationale maatregelen en
gebeurtenissen?
Twee: zoals te vrezen was, door het samengaan van drie verkiezingen wordt
het moeilijk om genoeg aandacht te besteden aan de afzonderlijke programma's
voor de drie niveaus. Het Europese programma is daarom dikwijls te beperken
tot 'voor of tegen meer Europa' en hangt uiteindelijk af van wat de fracties
op Europees vlak vooropstellen. Waarom was het niet mogelijk dat die
fracties een Europees programma opstelden dat ze dan in elke lidstaat konden
verdedigen? En voor het Vlaamse en federale niveau - voor de kiezer die al
de moeite wil doen om het onderscheid te maken - is men er zeker nog niet in
geslaagd om duidelijk aan te geven wat men met die verschillende regeringen
echt wil/kan doen. Omdat men het eigenlijk zelf niet weet?
Een en ander heeft er voor gezorgd dat er ondanks allerlei pogingen om
debatten te organiseren, nog weinig animo is voor deze 'moeder van alle
verkiezingen' die 'het beleid voor de komende vijf jaar zal vastleggen'. En
wellicht niet onterecht. Er heerst een negatieve perceptie rond politiek en
politici. "Politici hebben schrik van de verkiezingen", stellen
commentatoren vast. Terecht? Op zijn zachtst gezegd: er is weinig gedaan om
die perceptie te verbeteren. Zij blijken niet in staat om duidelijke
oplossingen voor te stellen voor de huidige problemen of voor diegene die
zich aandienen. Is het door onkunde, door gebrek aan leiderschap of toch
omdat vele politici liever de problemen vooruitschuiven naar 'hun opvolgers'
en dus ook naar de volgende generaties van burgers. En dan hebben we het nog
niet over de al dan niet terechte berichten over allerlei vormen van
'misbruik'.
Maar de fout ligt niet alleen bij de politici. Zoals reeds dikwijls in de
redactionele bijdragen gesteld:
hoeveel moeite doet de burger om te begrijpen dat beleid voeren niet zo
eenvoudig is, dat keuzen maken ook afhangt van het het vinden van
meerderheden, met partijen (maar ook met kiezers) die fundamenteel
verschillend denken, dat het algemeen belang dienen ook vraagt naar het
opzijzetten van het eigen belang. Zie de vele procedures die vertraging
oplopen door klachten van burgers en de manifestaties die niet meer mogen
plaatsvinden omdat 'buren' bezwaar indienen. Dit is zeker niet allemaal
omdat burgers bezorgd waren over het algemeen belang.
Eigenlijk wordt het meer dan tijd dat er een groot debat komt over wat
politiek, wat politici eigenlijk zouden moeten doen. Over hoe onze
instellingen zich aan een gewijzigde maatschappij zouden moeten aanpassen.
En over hoe burgers kunnen worden aangezet om zich meer te bekommeren om
politiek en wat politici doen. Dit kan al op plaatselijk vlak gebeuren.
Daarom een oproep: wie wil meehelpen om eens een denkavond te organiseren
over 1) wat politiek in deze eeuw zou moeten doen 2) hoe de 'samenwerking'
tussen politici en burgers kan verbeteren en 3) op welke manier de burger
meer kan worden betrokken.
Maar intussen zijn er dus al de verkiezingen van 25 mei, volgens de oude
formule. De strijd om de stem van de kiezer zal nu wellicht in alle
hevigheid losbarsten. Gebeurt dat met rationele boodschappen, of overwegen
de emotionele? Zal de kiezer zich laten leiden door wie 'het meest wordt
gezien' of door de meest geloofwaardige argumenten? Hoe gaat die kiezer zich
informeren? Welke rol spelen sociale media? Voor de observatoren onder ons
worden het zeker boeiende tijden.
Maar vooral: het resultaat van de verkiezingen wordt inderdaad heel
belangrijk. Geeft de kiezer - voor zover dat mogelijk is met de voorgestelde
partijprogramma's - duidelijk aan welke richting men
Vlaanderen/België/Europa wil zien uitgaan? Of zal er nood zijn aan coalities
van heel tegenstrijdige basisopinies? In het eerste geval moet er achteraf
niet worden gezegd dat men niet wist wat men vroeg. Bij de tweede optie
kunnen de te onderhandelen compromissen vermijden dat te 'extreme'
beslissingen worden genomen. Het is nu aan de kiezer om te beslissen welke
van de twee opties een oplossing bieden, Vlaanderen, België en Europa
voorbereiden op wat ons nog te wachten staat.
Reacties zijn mogelijk via de facebookgroepen
'inwoners Donkgemeenten overleggen met elkaar', 'Donkgemeenten
en de federale verkiezingen van 2014', 'Donkgemeenten
en de verkiezingen voor het Vlaamse Parlement' en
'Donkgemeenten en de 'Europese verkiezingen'.