27 februari 2015
Judoka Sofie de Saedelaere werd vandaag uitgeroepen tot Sportfiguur van het
Jaar.
Het is al de tweede keer dat de gemeentelijke Sportraad haar deze titel geeft.
In 2007 kreeg ze die als 2de in het Belgisch kampioenschap.
De nieuwe trofee kwam er door haar uitslagen op internationale tornooien.
Er is een grote kans dat ze volgend jaar mee kan naar de Olympische Spelen in
Brazilië.
Een gesprek over verleden, heden en toekomst.
Eerst: proficiat met deze nieuwe uitverkiezing. Had je het verwacht?
Nee, zeker niet. Ik had de titel in 2007 al eens gekregen en dacht dat het maar
één keer kon.
Misschien had het vorige jaren wat 'normaler' overgekomen omdat ik van 2011 tot
2013 toch Belgisch kampioen werd bij de -78kg.
Maar vorig jaar was er toch wel de echte internationale doorbraak. (3de in de
European Cup in Rome en op de African Open in Casablanca).
En dat is toch nog wel meer waard.
Het had nog beter gekund, maar dan kwam er de operatie aan de knie, die me toch
enkele maanden van de mat hield.
Hoe ben je eigenlijk aan judo begonnen?
Toen ik 9 was en eigenlijk op aanraden van het CLB, omdat ik overgewicht had.
Ze raadden me aan om aan sport te doen. Het werd judo omdat mijn ouders en ook
mijn tante ook aan judo deden.
Dus ben je eigenlijk een voorbeeld voor kinderen met overgewicht?
Ik vermoed dat judo daarvoor nog niet genoeg gekend is als sport. Maar ja, ik
wil zeker meehelpen om die kinderen aan te zetten om aan sport te doen.
Wat waren je verwachtingen toen je aan judo begon?
Niet veel eigenlijk. De klik kwam er toen ik op mijn 14de een eerste keer een
Belgische titel won.
Winnen, een mooie ippon geven me sindsdien echt een bijzonder gevoel, alsof je
in de wolken bent.
En dat zet me aan om verder te doen.
Je wordt dit jaar 27. Tot wanneer wil je doorgaan?
Nog drie jaar heb ik me voorgenomen. Maar ik zie dan wel waar ik sta.
Veel zal afhangen van het komende anderhalf jaar, of ik me kan plaatsen voor de
Olympische Spelen in Brazilië.
Vertel!
Door deel te nemen aan de internationale wedstrijden kan ik opklimmen in de
ranking.
Bij elke wedstrijd kan ik punten halen. Het aantal hangt af van het soort
wedstrijd, een Grand Prix, Grand Slam of World Cup.
Extra punten zijn te verdienen bij een Europees of Wereldkampioenschap.
De vijf beste uitslagen worden in juni volgend jaar samengeteld en dan zal
blijken of ik mee mag naar Brazilië.
Er zijn ook nog wild cards mogelijk, maar die gaan meestal naar Afrikaanse
judokas of naar uit Oceanië (Australië, Nieuw-Zeeland) om zo alle continenten te
vertegenwoordigen.
Ja, juni is maar twee maanden voor de Spelen beginnen.
Het wordt dus een druk jaar?
Zeker. Bovendien moeten we ons schema aanpassen omdat het Europees
Kampioenschap, gepland in april, door financiële problemen niet kan doorgaan.
Het schema moet zorgen voor een kalender die overbelasting en zo kwetsuren
vermijdt.
Die planning gebeurt met de trainer, Robert Krawczyk, een Pool.
Maar het was dit jaar al druk, met stages in Japan en is Spa en al wedstrijden
in Sofia (waar ze 5de werd, nkb) en in Duitsland.
Dinsdag vertrek ik naar Chili om me tijd te geven om me aan te passen aan de
zomer ginder, 35°!, voor ik er in het weekend van 15 maart een wedstrijd doe.
En de week nadien sta ik in Uruguay op de mat.
Ja, het wordt druk. Maar ik wil er alles geven om er te geraken.
En als het niet zou lukken, dan toch kunnen zeggen dat ik er alles voor heb
gedaan.
Hoe lukt dat financieel?
De reis en het verblijf wordt door de judobond betaald, maar ik heb natuurlijk
ook nog zelf kosten.
Ik ben deeltijds thuisverpleger (Sofie is vroedvrouw van opleiding, nkb), maar
ben te weinig thuis om dat veel te kunnen doen.
De vorige jaren heb ik wel voltijds gewerkt en dat vormt nu mijn reserve voor
het komende anderhalf jaar.
Dan zien we waar we staan.
Kan ik naar Brazilië en haal ik daar een goede uitslag, dan hoop ik als
topsporter verder te kunnen.
Lukt dat niet, dan zal ik wel weer voltijds moeten gaan werken, zeker.
Heb je eigenlijk een groot voorbeeld?
Als ik toch iemand moet noemen, dan Robert Van De Walle.
We spraken elkaar vorige week in Dortmund.
Die man heeft echt een visie op judo en is inspirerend.
Voor Ulla Werbroeck en Gella Vandecaveye heb ik respect, maar dat is spijtig
genoeg niet wederkerig.
Zij vinden dat het nu gemakkelijker is dan in hun tijd.
Ze vergeten bijvoorbeeld dat ze toen maar één tegenstander uit de Sovjetunie
konden tegenkomen.
Nu, na het opsplitsen ervan, zijn er heel wat sterke tegenstanders uit die
regio.
Ulla had een speciale worp waarmee ze heel wat overwinningen behaalde. Heb
jij die ook?
Er is wel een worp waarmee ik al heel wat punten won, maar ik ben toch wel
veelzijdiger en kan met meerdere worpen uitpakken.
Train je nog in Berlare?
Wanneer ik thuis ben, probeer ik toch wel naar de trainingen in de club (Kumiushi,
nkb) te gaan.
Ik train er dan de kleuters
De jongens staan dan aan te dringen om eens tegen hen te kampen.
En ja, ik heb dan al verloren. Jongens zijn wel krachtiger.
Voor de eigen trainingen moet ik tegen Nederlands en Franse meisjes op de mat.
Bedankt voor het gesprek.
Veel succes en hopelijk zien we je op de Spelen!