Historische Kroniek van de beide Baarles in de 10e - 12e eeuw


Baarle in de 10e, 11e en 12e eeuw



992  De naam van Baarle, toen nog als Barle geschreven, komt
voor het eerst in de geschreven geschiedenis voor en wel in de
beruchte schenkingsakte van de Abdij van Thorn gedateerd 1
juni 992. Hoewel deze acte als vals wordt gemerkt door vele
historici, wordt door diezelfde historici aangenomen dat de
feiten vermeld in deze acte als echt mogen worden beschouwd.
Daarmee ligt tevens het feit vast dat vele gronden te
Baarle door Hilsondis (of Hereswint) vrouwe van Strijen en
haar man graaf Ansfried van Strijen worden geschonken aan de
kerk te Thorn en dat we uit kunnen gaan van het feit dat
Baarle sedert 992 bestaat en dus in 1992 zijn 1000-jarig
bestaan kan vieren.
992 Benedicta de dochter van Hilsondis en graaf Ansfried wordt
de eerste abdis van Thorn. Deze abdij is alleen toegankelijk
voor adellijke dames.
995 Vrouwe Hilsondis van Strijen overlijdt terwijl zij
onderweg is van Gilze naar Thorn. Haar man graaf Ansfried
wordt op voorspraak van keizer Otto III door de bisschop van
Luik tot bisschop van Utrecht benoemd. Hij zal bisschop zijn
van 995 tot 1005.
1010 Ansfried oud-bisschop van Utrecht sterft op 3 mei 1010 in
het klooster op de Hohorst bij Amersfoort. Dit klooster werd
door Ansfried in 1006 gesticht. Na zijn dood gaat het
markgraafschap Antwerpen over op Godfried van Verdun, hertog
van Neder-Lotharingen.
1106  De Duitse keizer Hendrik V verleent Godfried I, graaf
van Leuven, de titel van hertog van Neder-Lotharingen. Door
deze bevordering wordt Brabant uitgebreid met het uitgestrekte
markgraafschap Antwerpen waarvan de hertog van
Neder-Lotharingen aan het hoofd staat. Hierdoor wordt Baerle
opgenomen in het hertogdom Brabant.
1129 In een oorkonde wordt Baarle voor de tweede maal genoemd:
'Barle in Taxandria'.
1153  Bernardus van Clairvaux sterft op 20 augustus 1153 te
Clairvaux. Reeds in 1174 wordt hij Heilig verklaard. Vanaf die
tijd wordt de H. Bernardus vooral in Vlaanderen vereerd. Later
komt ook de verering van de H. Bernardus te Ulicoten op gang.
1190  Rond 1190 ontstaat er tussen hertog Hendrik I van
Brabant en graaf Dirk VII van Holland een twist om het Land
van Breda. Dit gebied is door Godfried van Schoten van zijn
voorouders ge‰rfd als heer van Breda. Godfried beschouwt het
Land van Breda als een allodium (dit is een vrij eigendom).
Toch berust de soevereiniteit bij de hertog van Brabant. Deze
wenst die soevereiniteit zwart op wit gesteld zien om Dirk VII
van Holland te kunnen aftroeven. Dit zal uiteindelijk
plaatsvinden in 1198. In de overeenkomst van 1198 wordt
bepaald dat de hertog van Brabant het Land van Breda in
eigendom houdt en het gebied in leen geeft aan Godfried van
Schoten. Om de bittere pil voor Godfried te vergulden worden
vele woeste gronden rondom het Land van Breda toegevoegd aan
het Land van Breda en die worden ook weer in leen afgestaan.
1198 Hertog Hendrik I van Brabant leent Godfried van Schoten
een aantal gronden in het Land van Breda, waartoe ook een
aantal gronden behoren die nu Baarle-Nassau vormen. De gronden
die hij in Baarle reeds aan zijn eigen leenmannen heeft
geleend, blijven buiten deze overeenkomst. Hier ligt dan ook
de basis voor de splitsing van Baarle in het latere
Baarle-Hertog en Baarle-Nassau.

Over Ons | Site Map | |

Latest update: 8.4.2006