Historische Kroniek van de beide Baarles in de 13e eeuw


Baarle in de 13e eeuw



1203  Dirk VII graaf van Holland verklaart af te zien van zijn
aanspraken op Breda.
1223 In een verdrag van mei 1223 verklaren de hertog van
Brabant en Godfried van Schoten dat castrum en villa van Breda
een allodium van de hertog zijn en dat Godfrieds vader
(Hendrik van Schoten) deze van de hertog in leen hield.
1231 In een acte van 1231 verklaart Hilsondis van Borne, 7e
abdis van Thoor, dat zij den hertog van Lotrijk tot haren
advocaat aanstelt en hare kloostergemeente de goederen, welke
zij op de grenzen van het Land van Breda heeft liggen, o.a. te
Baarle, te Gilze enz. aan niemand vreemds zal in pacht of te
bedrijven geven, maar zelf, in persoon of door eigene
afgezonderen zal doen bedrijven.
1231 In de dertiende eeuw, rond 1231, is er in Castelré sprake
van een watermolen. Deze staat dan naar alle
waarschijnlijkheid bij Baarlebrug.
1237  In een acte gedateerd 4 maart 1237 wordt Castelré
genoemd als deel van de parochie Minderhout.
1243  In een acte uit het jaar 1243 zegt Hilsondis van Borne,
7e abdis van Thoor dat zij door den nood gepraamd, ingevolge
van gemelde belofte (uit 1231), eene jaarlijksche rent van 5
mark Keulsche munt verkoopt op hare hoef te Baarle (ad curtim
de Baarle) aan heer Godfried van Breda, welke rente ging uit
haar hoeve en onderdanen te Baarle en Gilze.
1251  De oudste vermelding van Zondereigen treffen we aan in de 
archieven van de voormalige Sint Michielsabdij te Antwerpen. In 
een oorkonde van 1251 wordt de grens van Merksplas vastgelegd: 
tot de grensrechters horen o.a. mannen uit Merksplas, Wortel en 
'Sondereijghen'.
1261 De Abdis van Thorn draagt het patronaatsrecht der
Baarlese parochie over aan het Kapittel der Abdij. Deze
verandering van patronaatsrecht vindt plaats op 10 juni 1261
en wordt op 2 augustus 1261 door Hendrik van Gelder, bisschop
van Luik, goedgekeurd.
1262 Op 13 oktober 1262 bepaalt Hendrik van Gelder, bisschop
van Luik, dat voortaan al de grote tienden van geheel de
parochie Baarle, inbegrepen Meerle, aan de pastorie worden
ontnomen; en wel om de armoede van het convent van Thorn en
verder omdat de pastoor maar zelden in de parochie dienst
doet. Verder bepaalt hij dat de kleine tienden van geheel de
parochie, inbegrepen Meerle, aan de pastoor zullen blijven.
1285  In een oorkonde van 1285 (St. Michielsabdij, Antwerpen) 
wordt de grens tussen Merksplas en Zondereigen nauwkeuriger 
beschreven. De huidige Noordermark wordt hierin als grens 
aangegeven.
1299 In 1299 wordt bij overeenkomst tussen de Abdis Guda en
pastoor Renerus overeengekomen dat de inkomsten van de
stichtingsgoederen der kerk voortaan vervangen zullen worden
door de grote tienden van het 'Kerckelant'. Deze regeling
wordt in 1301 goedgekeurd door Adolph van Waldech, bisschop
van Luik. In deze overeenkomst hoort Meerle blijkbaar niet
meer onder de kerk van Baarle, omdat men spreekt van 'Meerle
een vroegere appendix van de kerk van Baerle'. In 1262 was dit
nog wel het geval.

Over Ons | Site Map | |

Latest update: 8.4.2006