gisteren dag 137 zondag 26 oogst 2001 morgen

Sevilla en Leuven

’s Ochtends gewassen, de jeugdherberg hier heeft – gelukkig voor mij – een was- en droogautomaat, en beide functioneren prima. Dan een wandeling naar het centrum en bezoek aan de kathedraal, waar ik eerst nog de mis meevier. ’s Zondags is dit bezoek overigens gratis. Mooi meegenomen.

Dit kerkgebouw, één van de grootste ter wereld, herbergt een enorme schat. Wat in de vele, ruime sacristieën en andere nevenruimten staat tentoongesteld, is niet min: de mooiste pronkstukken uit alle periodes van de kunstgeschiedenis, vanaf de late middeleeuwen. Bijna komisch hoe priesters ook vroeger hun ganse outfit in één bepaalde stijl lieten ontwerpen en vervaardigen: koorkap, kazuifel, stool en het kelkkleedje. Onwillekeurig denk ik terug aan onze vroegere pastoor te Waanrode: de man was nog van de oude garde. Als intellectueel voelde hij zich niet echt begrepen in ons dorpje, waar slechts weinigen enige scholing hadden genoten. Ook de outfit van die ouwe dorpsherder was “assorti”: smaak had hij; niemand die dat betwistte!

Onder de schilderijen enkele doeken van monumenten als Goya, maar ook onze eigen Jacob Jordaens.

Dan de Giralda, absolute tegenpool van de Florentijnse campanile die ik op 5 juni mocht beklimmen: 413 of 414 treden, weinig bezoekers, want iedereen wou persé Bruneleschi’s koepel bestijgen. De campanile, werk van één man, Giotto, staat er een beetje verweesd bij, daar in Firenze.

De Giralda daarentegen is hét symbool van Sevilla, torent hoog boven het kerkgebouw en het stadscentrum uit, en steekt tjokvol bezoekers: geen vierhonderd treden hier, maar hellinkjes. Je zou zowaar naar boven kunnen fietsen. Deze monumentale toren domineert dus het hele stadscentrum en werd niet in één keer gebouwd. Eigenlijk is hij het enige overblijfsel van de oude Moorse moskee. Na de verdrijving van de muzelmannen werd de moskee gekerstend. Vrij spoedig begon de bouw van de huidige, gotische mastodont, waarbij het Moorse bouwwerk geleidelijk werd gesloopt. Alleen de minaret bleef gespaard en werd met een klokkenkamer en een mooi uitgewerkte spits verhoogd, zodat we hem vandaag kennen als de Giralda.

Ooit heb ik me laten wijsmaken dat de architect van de toren van de Leuvense universiteitsbibliotheek zich liet inspireren door Sevilla’s kerktoren. Het Leuvense gebouw is een geschenk van de Amerikanen, na de Eerste Wereldoorlog, ter vervanging van de vroegere bibliotheek die door de Duitsers in brand werd gestoken. De gelijkenis tussen beide torens is treffend, en mogelijk werd me dus helemaal niets wijsgemaakt.

Aan de voet van de Giralda ontmoet ik An, Mieke, Raul en Tony, allevier uit Gent. We ontmoetten mekaar eergisteren al in de heuvels rond Jimena de la Frontera: zij met de auto. Hun Belgisch kenteken bewoog me ertoe hen even te doen stilhouden; ik was net aan een kleine adempauze toe. Ze kennen Spanje goed, want Raul is afkomstig uit de streek. Een paar jaar terug fietsten ze trouwens eveneens naar Compostela. Via An zal ik hun dus een kaartje vanuit de bedevaartsstad sturen.

Ik maak ook kennis met drie Portugezen, werkelijk zeer goede ambassadeurs van hun land: Omar, Luis en Jorge. Zo zie je maar: alleen is misschien maar alleen, maar het is (bijna) nooit eenzaam. En dat gevoel ken ik al van vijf jaar geleden. Dat moet ik de thuisblijvers even laten voelen; nog gauw een mailtje vooraleer naar bed te gaan.

Home Top Gisteren Morgen Zelfde datum 1996