John en Stef willen de wereld zien
Op 2 oktober beginnen John Van Langenhove (34) en Stéphanie
(Stef) Peeters (30), sinds twee jaar inwoners van Overmere, aan hun grote avontuur: een
reis van 14 maanden die hen in 19 landen in drie continenten zal brengen. Een
avontuur dat hen nu al meer dan een jaar in de ban houdt want zoiets begin je
het beste niet onvoorbereid. Om ook anderen van hun ervaringen te laten
meegenieten werkten ze bovendien een website uit én hopen ze een bijdrage te
kunnen leveren aan een hulpproject voor de Kayapo-indianen uit Brazilië, waar
Rob Vanaudenhove met, toen nog, minister Dua naar toe trok.
Vooral John, een geboren en getogen Zelenaar, heeft het
reizen al langer in het bloed. Tot zijn grote spijt kon hij bij het leger niet
bij de marine, wat hij later compenseerde met enkele trektochten onder meer in
Azië. Stef, afkomstig uit het Mechelse, kreeg het eigenlijk maar goed te pakken
na een reis in oktober 2002 naar Azië, met John. Daar groeide ook het idee om
aan een echte wereldreis te beginnen. Het was dat of in 2003 doorgaan met de
bouwplannen. “En toen werden de mogelijkheden van tijdskrediet bekendgemaakt.
Dat gaf uiteindelijk de doorslag. Het gaf ons wat financiële ruimte en ook de
zekerheid dat we onze job niet zouden verliezen”, zegt John. “En bouwen
kunnen we later nog, een dergelijke reis komt er meestal niet meer van als het
huis moet afbetaald”, voegt Stef er aan toe. De beide werkgevers – John
werkt bij Bayer en Stef bij Esprit – bleken helemaal geen bezwaar te hebben en
de collega’s volgen de voorbereiding heel enthousiast .
De beslissing was genomen, de voorbereiding kon beginnen.
Eerste grote vraag: de reisroute. Enkele bekende plaatsen eens in het echt zien,
natuur en cultuur uit andere continenten ontdekken, ervaren hoe andere mensen
leven, dat werden de uitgangspunten. Vooral op aanraden van de naaste familie
werden enkele gevaarlijke gebieden vermeden. Hun reis start in China en leidt
dan via Australië naar Latijns-Amerika, in totaal meer dan 62.000km. “Het
valt op bij vele van de wereldreizigers dat Afrika wordt gemeden. Er gebeurt
daar altijd van alles. Noord-Amerika laten we links liggen omdat het er zo duur
is.”
Dan: de financiën. Het tijdskrediet geeft niet alleen de
mogelijkheid om langere tijd je werk te onderbreken, je krijgt er ook gedurende
die periode een financiële tegemoetkoming voor. Dat bedrag wil het duo
gebruiken voor de dagelijkse kosten. “We zullen het met €35 per dag moeten
doen. Waar het met minder kan, sparen we voor de duurdere landen”, legt Stef
uit. De andere kosten, zoals de vliegtuigreizen, en wat voor wat rustpunten om
te duiken of een andere plaatselijke rondreis, legden ze samen door de verkoop
van hun moto’s, nochtans een passie, een wagen en met het vakantiegeld dat ze
nog te goed hebben. John: “We hebben onze vakanties opgespaard, en zelfs alle
mogelijke dagen gewerkt om zo meer dagen aan de reis te kunnen besteden.” Dat
meer werken betekende onder meer enkele maanden zeven dagen op zeven ! Tegelijk
sparen ze op kosten door het huurhuis en verschillende verzekeringen te kunnen
opzeggen. “En er was ook wat sponsoring: kortingen bij aankopen onder
meer.”, dankt Stef. Toch wordt het hele avontuur op zo'n € 25.000 geraamd.
"Dat is niet niks, maar als je alles rekent wat je anders op een jaar
uitgeeft, en daar een vakantiereis aan toevoegt, kom je wellicht ook wel in die
buurt", relativeert Stef.
En dan begon het zoeken naar informatie, over landen,
mogelijke problemen, de goedkoopste vliegtuigtickets, te veel om op te noemen.
Maar ook een heel aantal praktische zaken vroegen om een oplossing. Te beginnen
met de huiskat. Daarvoor gaf een vriend zich als kandidaat op om hem tijdelijk
in huis te halen. En visa. Spoedig bleek dat China, en dan vooral Tibet een
probleem zou kunnen zijn. Er zat uiteindelijk niets anders op dan met een
georganiseerde reis mee te gaan. “Maar na dat eerste deel, trekken we zelf ons
plan. Ook al om zo te trachten meer kontakt met de plaatselijke bevolking te
krijgen. Eigenlijk zouden we nog het liefste bij gezinnen verblijven”, zegt
Stef. Waar ze onmiddellijk aan toe voegt, om mama tevreden te houden:
“Natuurlijk zullen we goed opletten waar we gaan en gevaarlijke omgevingen
vermijden. Er is ons gezegd dat we moeten proberen niet op te vallen.”
Tijdschriften, het internet maar ook ervaringen van
anderen hielpen enorm. Uiteraard is niet alles van hier uit te voorzien, maar
onze avonturiers zijn er redelijk gerust in: ze zijn op veel voorbereid. Wat
ondermeer het muskietennet, allerlei medicamenten en spuiten in de rugzak
aantonen. En om zich aan het eten aan te passen willen beiden teruggrijpen naar
vroegere meer vegetarische gewoonten. Maar vinden ze een geschikt voertuig om in Australië rond te toeren ?
En hoe zit het met de busverbindingen in enkele andere landen ?
In contact blijven met de thuisbasis. Dat vormde vooral dan
voor de familie, een groot probleem. John stelde daarop voor een website op te
starten waarop ze regelmatig verslagen zouden kunnen zetten. Die website,
opgezet met de hulp van een collega van John, is intussen uitgegroeid tot een
werkelijke schat aan informatie, zowel voor wie zelf zo een reis wil organiseren
als voor iedereen die iets te weten wil komen over de landen die John en Stef
willen aandoen. Bezienswaardigheden, de godsdiensten, eetgewoonten, praktische
informatie, het staat er allemaal op. En verbindingen naar andere sites van
mensen die de reis al achter de rug hebben, er aan bezig zijn of voorbereiden.
Het is niet onterecht dat de website al verschillende prijzen en hoge
waarderingscijfers kreeg.
Tijdens de reis zelf wordt de site het voornaamste
verbindingsmiddel met de thuisbasis. Je zal er kunnen volgen waar ze zijn en wat
ze al hebben beleefd. En, hoe de wedstrijd verloopt. Het is nu wel wat afwachten
of ze overal de nodige internetverbindingen hebben.
Al vrij spoedig nadat de reisbeslissing was genomen,
groeide de wens om de reis te koppelen aan een goed doel. Nuttig, realiseerbaar
en zekerheid dat het bijeengebrachte geld volledig terecht zou komen waren de
uitgangspunten. Een collega van John bleek de broer te zijn van Gustaaf
Verswijver, een antropoloog die al sinds 1974 gebruiken van de Braziliaanse
Kayapo-indianen onderzoekt en er de vriend en tolk is van chief Raino, bekend
van het bezoek van Vanaudenhove en Dua en van zijn tegenbezoek aan Vlaanderen
vorig jaar. Verswijver vertrok onlangs opnieuw voor een verblijf van vijf jaar
in het Amazonegebied. Na een gesprek met Gustaaf was het project gekozen. Met d
opbrengst, die allemaal op een speciale rekening komt, hoopt het duo mee te
helpen aan projecten voor het behoud van de Kayapo-tradities, voor de oprichting
van een school, voor betere medische verzorging en voor economische projecten
die de plaatselijke ecologie niet schaden maar de bevolking toch toelaten in hun
behoeften te voorzien.
Het project kan men op drie wijzen steunen: een
kilometervergoeding geven, een voorstel doen voor een opdracht die de
avonturiers tegen een bepaald bedrag moeten uitvoeren, of een bod doen voor een
originele hoofdtooi van Raino zelf. Meer informatie is op de site te vinden.
Voorstellen voor opdrachten zijn nog altijd welkom. John rekent daarvoor
eigenlijk vooral op bedrijven. “Wie wil bij voorbeeld een foto van ons met een
vlag van zijn bedrijf op het basiskamp voor Everest-beklimmers ?”
Spijtiggenoeg kunnen ze zelf de Kayapo niet bezoeken. “We
kregen een uitnodiging, maar om er te geraken, midden in de Amazone, zouden we
nog een extra binnenlandse vlucht en bovenop een reis met een klein vliegtuigje
moeten betalen en dat is in ons budget niet voorzien”, zegt John met
duidelijke spijt.
En ook voor de websitebezoekers is er een wedstrijd, of
beter een kwis. Vanaf midden september staat er elke week een nieuwe vraag op de
site, over hun reis, over informatie die op de site te vinden is. Wie op het
einde de meeste punten heeft behaald, wint een citytrip naar Parijs. Je kan nu
al inschrijven.
De omgeving lijkt alvast heel enthousiast, bij de familie,
op het werk, maar ook de buren. “Sinds we met foto in enkele kranten stonden,
worden we regelmatig belangstellend aangekeken. Toch wel vreemd om je zo als
bekende Vlaming te voelen.” Intussen
zijn de moto’s en de auto van Stef verkocht, opgezegd wat men wou opzeggen, en
de meeste vliegtuigtickets besteld. Dat er zenuwen komen, blijkt onder meer uit
het aantal keer dat men de rugzak al heeft opnieuw ingepakt om te trachten weg
te laten wat echt niet hoeft. Momenteel weegt die van John bijna 18 kg en die
van Stef zo’n 15kg. De schoenen zijn ingelopen aan de Ardennen. Enkel voor
visa’s is er wellicht nog wat loopwerk. Sommige zullen ter plaatse in orde
moeten worden gebracht. Het duo kreeg intussen al wat vragen van mensen die een
en ander zouden willen laten meebrengen, maar daar kunnen ze niet op ingaan.
De verwachtingen groeien ook met de dag. Ze zijn er
gerust in dat het een onvergetelijke ervaring wordt. Of ze contacten zullen
hebben met anderen uit deze streek ? “In Australië komen we zeker Aster De
Bock uit Berlare tegen. Ik ken hem nog van bij de chiro. En in Nepal ontmoeten
we Nederlanders die we eigenlijk kennen via de website. We spraken af om ons
daar te treffen.”
En wat na de reis ? “Het zal wellicht even aanpassen worden
nadien”, zijn ze zich bewust. “Maar dat zien we dan wel… Eerst volop
genieten.”
Nico Keppens
30-8-03
Zoals
steeds zijn reacties steeds welkom.