Vanmarsenille

 De bakermat van deze familie is te Borlo waarover we over een uitgebreide stamboom beschikken , die ik hier niet uit de doeken zal doen, daar alleen de tak te Lauw behandeld wordt .

De eerste Van Masnils of Van Missnil kwamen van het gehucht Masnils bij Gelinden, vandaar hun naam die in de Franse Tijd Vanmarsenille werd en zo bleef .

Deze Vanmarsenille's duiken in grote getale op te Borlo . Men kan ze indelen in 4 takken :

1° de Honsemhoevetak

2° de Pastorijhoevetak

3° de Molentak

4° de Nieuwstraattak .

Ons interesseert hier vooral de Molentak , die als stamhuis de watermolen op de Cicindriabeek had .

Jan van Marsnil , mulder te Borlo huwt Mechtilde Wauters .

Hun zoon, Jan van Marsnil, mulder te Borlo huwt Anna Ancion .

Hun zoon Hubert van Marsenille , mulder te Borlo , huwt 1° Maria-Margaretha Hesbeens uit Beringen te Buvingen waaruit 9 kinderen :

1.Petrus °29 juni 1755 + 6 december 1759
2.Jean, °29 juni 1755, + 12 december 1755
3.Thomas,°13 februari 1757,+ 26 april 1757
4.Anna-Catharina,°12 maart 1758, x 15 juni 1782 Georges Bex
5.Léonard,°21 mei 1759, x 14 maart 1782 Anna Vrancken, werd maalder
6.Jacobus,°1 februari 1761, werd brouwer
7.Anna,°1 februari 1761
8.Elisabeth,°2 oktober 1762,+ na 3 weken
9.Hubertus,°4 mei 1764,+10 januari 1797, ongehuwd

Tweede huwelijk te Borlo op 11 november 1770 met Anna Maria Closset waaruit 5 kinderen :

1.Mathias,°4 juli 1771,+26 december 1831,ongehuwd
2.Jean,°2 januari 1773
3.Melchior,°6januari 1775
4.Frans,°15 februari 1777
5.Hubertus,+13 april 1777 te Sint-Truiden

De zoon Jacobus was brouwer in de abdij van Sint-Truiden . Hij kwam naar Borlo en begon daar als bierhandelaar . Later brouwde hij waarschijnlijk zelf, maar volgens Emile Vanmarsenille gebruikte hij het water van de beek . Na een onweder was het bier dan ook wat papachtig . Het is best mogelijk, want de bron die later naar de brouwerij werd geleid, bestond toen nog niet als pijpleiding .

We nemen zijn familie . Jacobus Vanmarsenille huwt op 18 februari 1787 met Anna Margaretha Vanmarsenille . Het is de oudste uit dit gezin , Frans Vanmarsenille, die de stamvader van alle Vanmarsenille's in Lauw zou worden en wel door z'n huwelijk met Maria-Ida Baillien . Doch hier ging noch het een en ander aan vooraf

We zijn in de Franse tijd . Alle vrijgezellen van 20 tot 25 jaar werden voor de legerdienst opgeroepen . Hier waren ook 4 leden van de familie Vanmarsenille bij, waaronder Frans . Om te ontsnappen aan de legerdienst besloot hij een kerkelijk huwelijk aan te gaan met zijn meid Catharina Putzijs . Hij was 21 , zij 22 . Het huwelijk werd voltrokken op 13 januari 1813 . De pastoor van die tijd te Borlo was Germijs . Hij was van Lauw en had een nichtje, Ida Baillien,, dat hij voorbestemd had om de vrouw van de brouwer te worden . Deze kon echter zomaar niet van z'n vrouw afkomen door echtscheiding . Dit kon hij wel toen Catharina Putzijs een kind kreeg , dat werd ingeschreven als de zoon van Joseph Morea van Buvingen en C. Putzijs . Blijkbaar had de vrouw betrekkingen aangeknoopt met een minnaar , daar ze van haar man niets kon verwachten . Na de geboorte werd de echtscheiding uitgesproken op 20 september 1819 . Op 8 november 1819 huwt Frans Vanmarsenille te Lauw met Maria Ida Baillien, ° te Lauw op 17 oktober 1783 en dochter van notaris Daniël Baillien .

Inmiddels konden te Lauw de praatjes hun gang gaan : Maria-Ida Baillien werd zwanger en bracht op 8 februari 1817 een dochtertje ter wereld . Deze Anna Vanmarsenille zou later de echtgenote worden van Zacharias Vroonen en de grootmoeder van Anna-Maria Hubertina Vroonen, die huwde met Armand-Jozef Rutten uit Oreye, apotheker te Lauw . Maar officieel was Frans nog gehuwd met C. Putzijs . Geen nood echter, want haar oudste broer Christiaan Baillien, was maire van Lauw en officier van de Burgerlijke Stand ; deze zou de geboorteakte wel naar behoren opstellen. Het kind kreeg de naam Vanmarsenille , wat onwettig was .

Een tweede kind Daniel Henri ( ° 2 oktober 1818 ) werd te Lauw ingeschreven als zoon van Ida Baillien , want de burgemeester durfde geen tweemaal vervalsing plegen . De pastoor echter schreef in de kerkregisters wettige zoon van Frans en Ida .Dit was eveneens tegen de wet . Dit zoontje dat de familienaam Baillien droeg , werd omwille van de opspraak , in de molen van Borlo opgevoed in plaats van op de Hogemolen te Lauw . Zoals hoger vermeld scheidde Frans pas in 1819 van C. Putzijs en kon hij officieel huwen met Ida Baillien . Z'n zoontje Daniel Henri werd echter niet gewettigd en dit zou later grote gevolgen hebben .

Er kwamen nog andere kinderen :

Thomas Georges, ° 1820, werd houthandelaar, + 25 september 1859
Anna Elisabeth, ° 9 juli 1821, x Robert Renotte van Borlo, haar neef
Jacobus Daniel ,°26 februari 1823,+ 21 september 1859, ongehuwd
Christiaan,°18 september 1824, werd molder te Lauw , x met Anna Christina Vanormelingen

Hubertus Franciscus huwt Maria Vanormelingen , waaruit Isidoris Daniel,°1851 en Elisabeth Anna,°1854 , Frans ° 1857 huwt Maria Ida Claesen.en Thomas °1860, huwt Hubrechts Marie Julie .

Franciscus Gregorius ° 1820 .

Op 6 juni 1851 sterft te Lauw Ida Baillien .
Op 27 september 1859 sterft te Lauw Frans Vanmarsenille .

Na de dood van Elisabeth Germis, weduwe van notaris Daniël Baillien , viel hem de Hogemolen te beurt . Hij werd ook burgemeester te Lauw van 1855 tot 1858 .

Het onwettige kind Daniël Henri was op de molen van Borlo opgevoed en volgde z'n grootvader op in de brouwerij . Hij huwde op 9 februari 1852 te Mielen-boven-Aalst met Maria-Theresia Malcorps . Bij z'n huwelijk tekent Frans met D.H. Baillien . Hun kind, Frans Denis, werd geboren op 8 oktober 1854 en stierf op 18 april 1855 . Op 13 juni 1859 werd Frans Basile geboren . Deze Frans werd de rijke brouwer van Borlo . Hij leerde de stiel in Luik en Aken . Hij maakte de brouwerij van Borlo de belangrijkste van Haspengouw . De familie sterft uit in de brouwerij . De grote erfenis komt uiteindelijk toe aan Clémence Malcorps, genoemd madame Massa, weduwe zonder kinderen . Later staat ze een deel van het fortuin af aan de kozijns te Lauw ten getale van 25 .

Na de dood van Christiaan Vanmarsenille in 1870 ging z'n weduwe met hun zoon Emile , ° 18 oktober 1865 wonen in de Donckerstraat . Emile huwde Maria Baillien op 7 november 1891 en ze hadden 3 kinderen . Celestine ,° 1892, Peter Hyacinthe ° 1893, Blanca Joanna ,°1895 . Samen met hun meid Catharina Louwet bleven ze daar wonen .

In 1856 hadden Christiaan en Anna-Christina nog een dood dochtertje .

In de Bosstraat woonde Thomas Vanormelingen ° 1860, gehuwd 1893 met Hubrechts Marie Julie , waaruit 4 kinderen ; Constant °1884,Victor °1887, Maria °1891 en Antoon Joseph °1895 .

In het Kraaibroek woonde Frans Vanmarsenille,°1857 huwt in 1885 Maria Ida Claesen , waaruit 3 kinderen; Maria °1886, Peter °1887 en Anna-Elisabeth ° 1893 .