Bezittingen van de luikse kapittelkerken in Haspengauw

 

Plan van Luik met de collegiale kerken
  1. Collégiale Saint-Martin
  2. Collégiale Saint-Croix
  3. Collégiale Saint-Pierre
  4. Cathedrale Saint-Lambert
  5. Collégiale Saint-Denis
  6. Collégiale Saint-Jean
  7. Collégiale Saint-Paul
  8. Abbaye Saint-Jacques
  9. Abbaye Saint-Laurent
  10. Palais Episcopal
  11. Collégiale Saint-Bartelemy

Als de naam van een kapittelkerk in het nederlands staat vermeld, komt de tekst uit dit cartularium. (bv : sint in plaats van saint)

Aalst
1482 :Arnold Swertzveeghers van Sint-Truiden transporteert volgens het testament van Walter Swertzvegher een rente te Aalst.
1574 :Kannunniken van het Heilig Kruis belasten hun broeder André Heynssch, om een rente op te zoeken op een bunder grond te Aalst.

Aaz
1271 :Meester Ameil, officiaal van Jean de Conti, proost van Luik, laat weten dat de leenmannen van de abdij van Val-Benoit hebben vastgelegd de jaarlijkse inkomst van een hof en grond gelegen te Aaz.
1357 :Voor de leenmannen van Abraham de Blalous, wisselaar te Luik, Collar de Sevez, van Aaz, tranporteert aan Henri, zoon van Henri le Maireal, de schoenmaker, burger van Luik, een bebouwbare grond gelegen tussen Aaz en Oupeye, “deleis la voie du mollin deleis la terre Maghin de Lardier, d’une part, et la terre les povres delle citeit de Liege, d’aultre part”.
1430 :Het gezworen hof van leenmannen van Sint-Jan laat weten dat messire Josse Widoie, als pastoor van Fexhe-Slins en Johan Colley, als momber van de armen van die plaats hebben verheft 7 morgen land te Aaz.
1453 :Guillaume, heer van Waroux en van Ossogne, ridder, laat weten dat voor zijn leenmannen, Godefroid de Beaurieux, burger van Luik, heeft terug getrokken een huis en goederen gelegen te Petit-Aaz, on beslaggenomen op zijn broer, meester Walter de Beaurieux, doctor in de theologie, kannunnik van Sint-Lambert.
1604 :De bestuurders van le Mandé van Sint-Jan, beschouwende dat de houders van hun gronden te Aaz en Hermée, vaak als “gens mauvais et quasi indomptables, portant ordinairemant harquebuses et autres armes deloyables, ayant plusieurs fois occis l’un l’autre aux champs” die hun bijdragen niet betalen, geven nu deze goederen in huur aan Jean Curtius, heer van Hermée, Aaz, Oupeye voor 34 ½ vaten spelt jaarlijkse rente.

Abolens
1305 :Anselme de Blehen, schildknaap (later ridder geworden), vader van Pierre de Blehen, ridder, ontvangt de investituur van gronden gelegen te Abolens, en eerder gehouden door sire Jean Morealz.
1352 :Een notariele akte verklaart dat Collard de Hallet, zoon van Collard de Hallet, ridder, heeft verkocht aan het kapittel van Sint-Barthelemy een rente van 10 vaten spelt wegende op 5 bunder, 2 grote roeden en 11 kleine roeden gelegen te Abolens en omgeving: Abolens, Geer, Lamal, Boelhe.
1478 :Jean de Dommartin, rentenier (lid van het Allodiaal Hof) van Hannuit en Ligney, Libert de Hallet, ridder, Henri de Beyne, Gerard de Blehen, Colart Moreal, Werart Daneal, Jean Kynair en Philippe Thomas, allodiale mannen van de “renterie de Hannut et des alleux de Brabant”, laten weten dat Laurent en Andre de Hallet, kinderen van wijlen Gerard de Hallet, verblijvende te Abolens, heeben erkend te moeten aan de collegiale van Sint-Martin een rente van 4 vaten spelt bezwaard op goederen te Abolens.
1556 :Laurent Fabri, vervangend meester Martin Couletz, ontvanger van de koning in de stad en in het kwartier van Jodoigne, Hannut, Ligney en aanhorigheden, laat weten dat, voor hem en de allodiale leenmannen van de koning, heeft gehypotheceerd ten voordele van het kapittel van Sint-Lambert, ter garantie van een rente van 24 florijnen, de weide Seppe gelegen tussen Abolens en Blehen en gronden renende aan deze weide.

Alken

1249 :Henri, bisschop van Luik, laat weten dat hij heeft gegeven aan zijn dienaar, Richard Sartor, 40 bunder gelegen te Alken.
1300 :Hugues, bisschop van Luik, geeft in erfrente aan de graaf van Loon alle rechten en inkomsten die de Biscchoppelijke Tafel ontvangt te Alken, buiten de weiden.
1367 :Jean le Bel, kannunnik van de kerk van Luik, aan het schepenhof van Alken vragende welke goederen afhangende van deze laatste hij in bezit heeft antwoorden deze in 1365 dat de jonkers Gilbert en Jean de Gochincourt verschillende gronden hebben overgedragen in leen (en terroirs dis der Linden, en champ, c’on dist Trippe, 2 bonniers en terroir van der Warden, terroirs c’on dist en Sipinghen, en terroir van der Bisen ou van der Poel etc), genaamd de grond van Hemersvelt.
1376 :Voor de maire en de schepenen van Alken staat Jean le Beau, ridder, af ten voordele van zijn broer Gilles le Beau, kannunnik van Saint-Martin te Luik, al zijn rechten op de goederen gelegen te Heymersvelt, hem toegevallen door testament van zijn vader, messire Jean le Beau, kannunnik van Sint-Lambert.
1417 :De schepenen van Luik wijzen Catherine, weduwe van Godefroid delle Herke die beweert een rente te bezitten van 20 “doubles moutons” van goud op goederen van Heymersvelt, op de hoogte van Alken, af.
1593 :Camille Burghesius, apostolisch pronotarius, auditeur bij het hof te Rome, laat weten dat in uitvoering van de bulle van paus Clemens VII, het college van de societeit van Jesus te Luik in bezit moet worden gezet van het personaat van Alken.
1598 :Ernest de Bavière, bisschop van Luik, bevestigt de overeenkomst waaruit het personaat van de parochiale kerk van Alken, betwist tussen het Jezuiten college van Luik en de collegiale van Hoei, wordt toebedeeld aan deze laatste kerk, tegen betaling aan de compagnie van de Jezuiten een rente van 150 brabantse florijnen.

Alleur

1224 :Hugues, bisschop van Luik, laat weten dat hij Bastien de Villers heeft toegestaan te geven aan het klooster Val-Benoit de tienden van Villers, van Clemodeau en Alleur.
1267 :Het kapittel van Sint-Lambert laat weten dat Arnoul d’Ocquier, kannunnik van Saint-Barthelomeus, heeft gelegateerd aan zijn schoonzus en neef, een leen van de kerk van Luik, gelegen te Alleur.
1505 :Voor het gezworen hof van de Chambre verheft Jean Misset, molenaar, burger van Luik, van het kapittel van Sint-Lmabert, in uitwerking van een verklaarde belening, de molen van Bernimollin gelegen “à la Boverie” bij Luik, en 20 vaten spelt rente dienende als waarborg voor het kapittel en gehypotheceerd op diverse gronden te Alleur, Waroux en Jeneffe en op de molen onder de toren van Saint-Denis te Luik.
1511 :Maroye, weduwe van Gerard de Sclassin, en Gerard, haar zoon, laten weten dat voor hun leenmannen, heeft verhefd Antoine Mosin van Alleur, zoon van Gilles Mosin en kleinzoon van Antoine Mosin, een huis gelegen te Alleur.
1536 :Raes d’Ans, oud burgemeester van Luik, verklaart in bezit genomen te hebben van het kapittel van Sint-Lambert gronden gelegen te Alleur.
1546 :Voor de schepenen van Luik verheft Radou de Hombroux van Guillaume Hauas, zoon van wijlen Jean Guillaume van Alleur, goederen gelegen te Alleur.
1572 :Voor het gezworen hof van de “Chambre” verheffen Lambert Maitre-Weri en Piron Thonnar gronden gelegen te Alleur.

Amay

1434 :Voor het gezworen hof “delle Chambre” van Sint-Lambert, verheft Jacquemot, zoon van wijlen Jean Libiert van Ampsin, goederen gelegen te Amay en de brouwerij van Ampsin, die hij verworven heeft door een eerdere uitspraak.
1436 :Voor het hof van de “Chambre” van Sint-Lambert, wordt in bezit gesteld Gerard, heer van Hollogne-aux-Pierres, van gronden gelegen te Amay, op de welke hij wijnstokken wil planten.
1444 :Akte van de schepenen van Amay betreffende wat het huis van Jean de Bierset, gelegen voor de “moustier”, te Amay, moet aan het kapittel Sint-Lambert.
1445 :Akte van het hof van Amay betreffende de “paixhenaige des bois que on dist le chaineur d’Amay et d’Amchin”.
1449 :Voor het hof van de “Chambre”, geeft het kapittel van Sint-Lambert in leen aan Laurent Mariscaul de brouwerij van Amay, in ruine, renende aan de weg die gaat van Hoei naar Luik en aan de weg die gaat van Hoei naar Ponthier.
1454 :Clous de Hosden, voogd van Amay, verklaart bezit genomen te hebben voor 12 jaar van de huizen, gronden en culturen van het kapittel Sint-Lambert te Amay, alsook van het ambt “mairie” van dezelfde heerlijkheid.
1455 :Voor het hof van “massuiers” van Lambert de Lamalle, burger van Hoei, verheft Collar, zoon van wijlen Collar de Pontier, de visser, een “nacelle” en 1/5 van “menues pêcheries” in de waters van Amay en Ampsin, met alle renten, “sechiers” en eilandjes die er afhangen van.
1455 :Scheidsrechterlijke uitspraak van Jean de Heinsberg, bisschop van Luik, tussen het kapittel van Sint-Lambert en ambacht van de wijnbouwerd van Hoei, betreffende een geweldadige ontvoering van een gevangene in de heerlijkheid van Amay.
1456 :Gilles de Berlaymont van Floyon, heer van Kermpt en Haultepenne, jonkheer, geeft, voor zijn leenmannen, aan Jean de Sar, van Ampsin, verschillende gronden gelegen te Amay en Ampsin.
1457 :Akte van de schepenen van Amay, betreffende de gebrachte uitspraak tussen het kapittel Sint-Lambert ende wijnbouwers van Amay en Ampsin.
1459 :Akte van de schepenen van Amay betreffende de cijnsen te betalen door het kapittel op haar schuur te Amay. Voogd en burgemeester van Amay ist Closse de Hosden.
1463 :Akte van het hof van Amay betreffende de “paixhenaige” van de bossen gezegd “le chaineur” van Amay en Ampsin.
1467 :Meester Guy de Floyon, verblijven de te Hoei, erkent te hebben aangenomen van het kapittel van Sint-Lambert, huizen, gronden en uitbatingen van de kathedraal, te Amay, bevattende 102 bunder, tegen 170 vaten spelt.
1474 :De maire en de schepenen van de ban van Amay doen een expertise en schatting van “vasseaulx et meubles utensibles exstant en laditte brassine d’Amaing”, op vraag van het kapittel Sint-Lambert en Gilles de Brialmont, raadgever van de bisschop van Luik, echtgenoot van Maron delle Ramée, “qui avoit ses humiers et vicaryes en la nove taverne d’Amaing par la succession de Cloex de Hosden, jadis voeit et mayeur d’Amaing, son avantrain marit”.
1475 :De schepenen van Amay verklaren per akte dat op 15 september 1474 en de volgende dagen, het kapittel van Sint-Lambert, in bezit werd gesteld van de nieuwe taverne van Amay, in beslag genomen tegen de erfgenamen van wijlen Collard de Hosden, voogd en mayeur van Amay, te weten Jean de Godefroid, Libert de Streel en Gilles de Brialmont, echtgenote van Maroie delle Ramée.
1475 :De schepenen van de ban van Amay verklaren per akte dat de 25e januari 1470 en de volgende dagen, het kapittel van Sint-Lambert, de inbeslagname verkreeg van 8 roeden grond gelegen “en la vaux d’Amaing, qui ja furent Arnulz de Volleir, gissant en Longnoulle desseure la grande commune de Saint-Lambert”, tegen Jean Godefroid van Blehen, voogd van Amay.
1475 :Voor de maire en de “masuyers” van de kerk van Amay, doet Gilles de Brialmont, echtgenoot van Maroie delle Ramée, weduwe uit eerste huwelijk van Collart de Hosden, afstand van een tuin gezegd “le jardien l’Evesque” en van de nieuwe taverne gelegen voor de kerk van Amay.
1475 :Voor de schepenen van de ban van Amay, verheft Gilles de Brialmont, raadgever van de bisschop van Luik, de nieuwe taverne en de tuin van de bisschop te Amay.
1481 :Akte van de maire en de schepenen van Amay betreffende de waters afhangende van de jurisdictie Amay, de visvangst, “les vennes”, “les nacelles”, de visvangstwerktuigen, de uitgaven van de vissers van Amay en Ampsin voor de kathedraal. Deze akte is interessant; men vermeldt Louis, heer van Hollogne-aux-Pierres, voogd van deze wateren, Lambert de Lamalle en andere vissers.
1518 :Thomes Christien gezegd Le Ghys, echtgenoot van Isabeau, dochter van wijlen Jean de Lamalle, laat weten voor zijn leenmannen dat Jean, zoon van Collar de Ponthier, visser, heeft verheftin uitvoering van een aanzuivering van een beslag, “une nacelle” en 1/5 van de visvangsten in de wateren van Amay en Ampsin.
1519 :Notariele acte waarbij de kannunniken van de “Petite Table” en Herman Brunincx, burger van Tongeren, weduwnaar van Elisabeth Troenen, maken een accoordbetreffende 9 “aimes de vin” van een rente gehypotheceerd te Amay.
1566 :Voor de maire en de schepenen van de ban van Amay, geven Martin de Flône, Coller de Gives en Richard Pestea, zijn schoonbroers, in leen aan Gilsoul de Flône, hun broer en schoonbroer, grite en kleine visrechten in de wateren van Amay en Ampsin.
1571 :Voor het gezworen hof van de Chambre verheft Rennechon Navea, verblijvend te Ampsin van het rekenhof van de jaargetijden van de cathedraal, gronden gelegen te Amay en te Ampsin tegen 24 vaten spelt rente.
1605 :De maire en de schepenen van Amay verklaren nadat ze de wijngaarden van Amay en Ampsin bezocht hebben dat de wijngaarden ten dele vernietigd zijn door de onweders en de hagel.

Ampsin

1450 :Voor het gezworen hof van de “Chambre”, geeft het kapittel van Sint-Lambert in leen aan Jean delle Thoure van Amay de brouwerij van Ampsin.
1478 :Het kapittel van Sint-Lambert geeft in eeuwigdurende pacht aan Arnoul Alart, het terrein waarop gebouwdis de taverne en brasserie “banale” van Ampsin. Men vindt in de acte vermeld Jean de Seffawe, priester, pastoor van Ampsin.
1479 :Voor het geworen hof van de Chambre, verkoopt Arnoul Alair aan Gerard le Pêcheur, 3 vaten spelt rente op een huis gelegen te Ampsin en op het terrein van de brouwerij en banale taverne van Ampsin.

Anixhe

1372 :De roerende goederen van Libert Butor, ridder, volstaan niet om z’n schulden na zijn dood te betalen en dus beslist de officiaal van Luik te verkopen aan de meest biedende gronden gelegen te Anixhe.
1438 :Vonnis van het tribunaal van XXII tegen de inwoners van Herstal, die, op voorspraak van de jurisdictie van het kapittel van Sint-Lambert, een verbreker hebben gevangen genomen in de heerlijkheid Anixhe en hebben hem geexecuteerd. De hoven van Fexhe, Slins, Liers, Milmort, evanals het gezworen hof van Cornillon waarvan het huis van de verbreker afhing, zullen gehoord worden in deze zaak.
1471 :Voor de baljuw en de raadsmannen te Luik, draagt Conrard van Romershoven, zoon van wijlen Eustache de Falle, over aan de Aumone van de kathedraal voor de vermeerdering van de eeuwigdurende mis voor wiijlen Josse del Marche, kannunnik van Sint-Lambert, 20 vaten spelt rente op de goederen die hem toekomen door de dood van Conrard de Bernawe gezegd de Lardier, zijn grootvader, en van Alexander de Bernawe gezegd de Lardier, zijn oom. De goederen zijn gelegen bij Anixhe, Fexhe-Slins en Liers.
1481 :De aartsdiaken van Hasoengouw maant de pastoor van Fexhe-les-Slins aan om in zijn kerk de publiciteit te hangen voor de pacht van de tienden van Anixhe. Jean Surlet, kannunnik van Sint-Lambert, rector van de kerk van Glons, biedt 42 vaten spelt.

Ans

1085 :Elbert, dienaar van Sint-Lambert te Luik geeft in alleu aan deze kerk goederen gelegen te Liers, Hognoul, Ans, Heers en te “Vernoth” (Vervoz ?).
1112 :Otbert, bisschop te Luik, leent ten voordele van z’n kerk, 54 marcs van het kapittel van Heilig Kruis en in borg stelt hij zijn “curtius” te Ans. Hij herneemt deze garantie geeft in volle eigendom aan de kerk Heilig Kruis 40 bunder bos te Vreren.
1195 :Albert, prevoost van St Lambert, aartsdiaken in dezelfde kerk en prevoost van Heilige Martin, bevestigt de schenking van de helft van de molen gelegen bij Ans, welke is gedaan, met toestemming van het kapittel van Heilige Martin, aan het klooster van Rosieres van de orde van Citeaux, door Henri d’Ans en zijn zoon Eustache.
1231 :H.,proost, en het kapittel Heilig Kruis staan af aan Jean de Molins één van de tafels gezegd “moyses”, behorende tot het altaar van Sainte-Marie-Magdelaine in de crypte van het Heilig Kruis, in garantie geeft Jean de Molins een half bonder grond gelegen te Molins bij Ans.
1246 :Robert de Thourotte, bisschop van Luik, erkent dat het voogdijschap van Ans, waarbij hij geschonken heeft aan Jacques, voogd van deze plaats, niet in leen of vervreemd kan worden, maar ze moet altijd blijven in het domein van de bisschoppen van Luik.
1317 :Verheffing voor het feodaal hof van Luik, door Gilles Maillars de Chok, van een hof gelegen te Ans op hetwelk de abdij van Val Benoit een cijns moet.
1317 :De maire en de schepenen van Ans laten weten dat de abdij van Val Benoit heeft toegestaan aan Gilon, zoon van meester Pierre de Molin, een molen gelegen te Ans tegen een jaarlijkse rente.
1326 :Jean, abt van de kerk N.D. du Val St Lambert van de orde van Citeaux en het klooster van dezelfde plaats, heeben verkocht goederen te Ans, op dewelke een hypotheek was van 7 vaten spelt aan het kapittel van Heilige Martin, ze geven aan Dom Jacques, van Hoei, gezegd le Gui, hun medebroeder, de commissie om andere goederen te engageren van dit klooster, gelegen tussen Grace en Berleur. De abt en het klooster reserveren de kolen en mijnen die zich zouden kunnen bevinden op deze plaatsen om hen te ontginnen.
1356 :Het hof van leenmannen dat de abdij van Val-Saint-Lambert bezit te Luik stellen de kannuniken en begunstigdenn van het kapittel van de kerk van Sint-Lambert aan met een grond gelegen te Ans, gelegateerd aan dit kapittel door Jacques Malchair van Hoei, kannunik van Saint-Materne.
1356 :Het hof van leenmannen van Jean Piscator geven aan Nicolas le Vilain een grond gelegen tussen Ans en Moulin, gelegateerd aan het kapittel van de kerk Sint-Lambert door Jacques Malchair “en lieu qu’on dit en Broucke”.
1357 :Het kapittel Heilig Kruis laat weten dat de arbitrale uitspraak uitgesproken tussen hem en Jean gezegd de Salmes, de bakker, burger van Luik, betreffende de steenkoolmijnen en anderen zich bevindend onder een grond gelegen te Ans, “deleis le cortils Jehans de Dynant de Molins qui ja fut, d’une parte, et le wérixhacz de Cresseniers, de l’autre part”.
1366 :Wilheme le Cornut, Luiks burger, laat weten, dat voor z’n hof van leenmannen, hij heeft gegeven aan Henry, zoon van Gilles de Hambraux, meerdere gronden gelegen te Ans en te Alleur tegen een jaarlijkse kost van 28 vaten spelt, 2 maten erwten en 1 maat peren.
1369 :Jean Benjamin, “maitre pour le temps de la cité de Liège”, laat weten dat Baudouin de saint-servais, jonker, zoon van wijlen Baudouin de Saint-Servais, ridder en schepen van Luik, heeft gegeven in leen aan Helmien de Moylant, kannunnik van Sint-Lambert, vertegenwoordigd door Jakemin de Hemricourt, klerk van de schepenen van Luik, verschillende onroerende goederen die hij deze dag terug gekocht heeft van Collart le Pannetier van Seraing, jonker. De onroerende goederen (huizen, wijngaarden, tuinen etc) ziijn gelegen bij Ans op de plaatsen: “del Panneterie, Moyenmont etc... ”.
1369 :Het hof van Ans laat weten dat Otteles de Warous, zoon van wijlen Wilheames, heeft getransporteerd aan Julienne de Soiron 6 morgengrond gelegen tussen Ans en Alleur, aan de kant van Bolzée.
1370 :Catherine de Muchehaie, abdis van Val-Benoit, laat weten dat de abdij Val-Benoit heeft geruild met Alexandre de Jardien (gezegd de Seraing), verschillende gronden gelegen te Seraing tegen een jaarlijkse rente van 9 vaten spelt op gronden gelegen te Ans.
1372 :Voor het hof van leenmannen van Val-Benoit te Luik, Gobbert Frongneteauz draagt over aan Henri de Cologne, le changeur (wisselagent, bankier), de helft van een hof en aanhorigheden gelegen te Ans (pres du Tilleul à Moulin), tegen een zekere cijns aan de abdij.
1374 :Gobert de Waroux laat weten dat de abdij Val-Benoit heeft ontvangen van Baudouin delle Roche een hof, huis en aanhorigheden te Ans, tegen zekere voorwaarden. (court, bellefroit, maison, vivier, preis, jardin et assieze deleis Moliens)
1378 :Het hof van leenmannen van “rentés” van de kerk Sint-Lambert laat weten dat Werar gezegd Kannunnik, van Bolsée, heeft gegeven aan het Kapittel van gezegde kerk een grond gelegen te Ans (entre le pré de Helinfosse et les Kos fontaines (Coqfontaine (gehucht van Ans))).
1388 :Het gezworen hof van de abdij Val-Benoit te Luik laat weten dat Bertol de Lantin, kannunnik van de kerk St. Jean te Luik, en Wery, gezegd de kannunnik de Bolzee, zijn broer, hebben geerfd van hun broer Jean, maire van Liers, gronden gelegen te Ans, komendevan de abdij Val-Benoit.
1399 :Gerard Doynon de Montegnée, mijnwerker, draagt over aan Jean de Bealsen, ook mijnwerker, een huis met hof, gelegen te Ans tegen een bepaalde rente.
1426 :Catherine, vrouw van Colar, van Juprelle, draagt over voor het hof van leenmannen van Piron Damour, mijnwerker, verblijvende in de parochie St Severin te Luik aan Huwar (Hugues) de Lantin, klerk, verblijvende te Ans, een hof, huis, tuin, aanhorigheden, gelegen te Ans. en toebehoord hebbende aan Pirotte (Pierre) Beal.
1431 :Het leenhof van Sint-Jan laat weten dat Jehan Paulhet van Bovenistier verblijvende te Sainte-Marguerite, Wilheame le Chainteaul, verblijvende te Kofontaine, Henri Halbadeaul en Yde, vrouw van Johan le Parmentier, hebben verheft een huis, tuin en aanhorigheden in ’t Brouck, te Mollin.
1431 :Jean Rosseaul, kannunnik van Saint-Jean l’Evangeliste laat weten dat voor het hof van “chairage” dat Jean Louffe van Lauw, monnik en procureur van het huis der Chartreuzen te Luik, heeft verheft verschillende onroerende zaken te Ans, te weten een huis, tuin en wijngaarden “sous les restaux de Sainte-Martguerite en lieu dit en Moyemont al deseur Panetrye”, la maison dite de Malgarnie.
1438 :Brieven voor het leenhof van Louis de Puiche, zoon van wijlen Thonair (Antoine) de Puiche van Alleur, waarbij Jean Brugair van Remouchamps verwerft van Piron d’Amont een metairie gelegen te Ans.
1457 :Pierre de Houtain, klerk en burger van Luik, staat af aan Jean le Clerc, zoon van Hugues de Lantin, een huis met tuin, gelegen te Ans, tegen de betaling van 2 vaten spelt.
1471 :Verwerving van een rente door sire Jean de Limbourg, op het hof al Haxhe, te Ans et Mollins.
1486 :Sainte, weduwe van Werotea de molenaar, transporteert aan Jean Bauldewin, molenaar, een huis aan de oever, renende aan de molen etc.
1501 :Gerard Tollet, schepen van Pont d’Amercoeur, vertegenwoordigend Giles de Molin, zijn grootvader, laat weten dat voor zijn leenmannen dat Gilles Lowet van Ans heeft verheft een stuk grond gelegen te Ans, renende “alle tenure de Grivengnis”, afkomstig van Nogelet van Ans en voorheen behoord aan wijlen Weir Nogoer van Ans.
1506 :Voor de maire en de schepenen van Ans en Mollins, verkoopt Packea de Falle aan Gilles Lowet, mijnwerker, een rente van 18 setiers op een huis en een weide gelegen te Ans.
1506 :Voor de maire en de schepenen van Ans en Mollin, de bisschoppelijke zetel onbezet, verkoopt Jean Fastreit (Fastré) de jonge, zoon van wijlen Ernoul van Ans, verblijvende te Sint-Walburg, aan Gilles Lowet, drie vaten rente.
1512 :Jean Badewin, als vertegenwoordiger van Wersta le Molnier, verheft een tuin, gelegen te Ans, renende richting Quassequez aan de molen van Cornillon.
1521 :Voor de schepenen van Luik dragen Baudouin de Corbion, Henri Lhoist, Jean de Frerez en Lambert, meesters en beheerders van het huis en hospitaal van de “Pauvres-en-Ile”, over aan Gielet Lowette gronden gelegen te Ans, in beslag genomen op de weduwe van Ruth van Herderen.
1532 :Bezoek en opsomming van de goederen in bezit te Ans door Gilles Lowet (St-Lambert).
1539 :Arnoul le Berlier verheft een weide gelegen te Mollins lez-Ans, kortbij het huis en molen Johan Baulduwin.
1560 :Octrooi om steenkool te exploiteren te Ans et Mollins gegeven aan Jacques Bomersom en consoorten.
1577 :Rendage gegeven door Thierri Jamar, heer van Lantremange, aan Jean Sacré van een weide gelegen te Molinvaux, met servitude van doorgang voor de meesters van de put van Quare-Ecus.
1591 :Rapport van de “voirs jurés” van de steenkoolmijnen betreffende reinigingswerken van de molen van Constant de Doufloxhe te Ans.
1594 :Overdracht gedaan door Guillaume Jamar van Jeneffe aan Jacques de Lairesse van een weide te nemen uit de verervingen van de Quatre-Ecus, te Ans.
1695 :Catherine Libotte en Jean, zoon van Libert Gérard verheffen van het kapittel van het Heilig Kruis, huizen en goederen te Ans.
1725 :Notariële akte waarbij de directeurs van de kathedraalzaken terug geven aan Henri Hanneken, Nicolas Hegnoulle, Gerard Delbrouck en consoorten een huis gelegen te Cockfontaine te Ans.
1742 :Notariële akte waarbij Gerard Lowette een beslag aanzuivert van een grond gelegen te Ans en Mollins, in beslag genomen door het kapittel van Sint-Lambert tegen Lambert en Lievin Brignoul.
1761 :Notariële akte waarbij Jean Sacré een gehypotheceerde rebte aanzuivert te Cocqfontaine te Ans en die het kapittel van Sint-ambert in beslag had genomen.

Awans

1250 :Het kapittel van Sint-Lambert laat weten dat Humbert, gezegd Corbeau d’Awans, ridder, afstaat ten voordele van de kannunniken van de Kleine Tafel van Luik, 14 bunder te Awans, die hij hun betwistte.
1271 :Henri, graaf van Luxemburg, staat af aan de bisschop van Luik het leen dat Corbeau d’Awans van hem houdt te Awans.
1287 :Ermengarde, abdis van Val-Benoit, laat weten dat de badij heeft ontvangen van Hubert Corbeas d’Awans, ridder, heer van Awans, “une pitance a l’usage” van zijn dochter Agnes, religieuse te Val-Benoit, alsook 10 bunder gelegen te Awans.
1301 :Jean de Liers, jonker, staat af aan de kerk van Luik het domein van Clermont-sur-Meuse komende van het leen van Thierry de Rochefort, ridder, verder de windmolen en brouwerijen te Awans en Loncin.
1327 :De abdij van Val Benoit koopt van Jean de Villers, zoon van Libertus gezegd Liboret de Villers, ridder, 14 bunder gelegen te Awans.
1330 :Notariele acte verklarend dat Humbert Corbeal, zoon van de heer van Clermont en van Awans, en zijn schoonbroer, hebben verkocht aan de bisschop van Luik, Adolphe de la Marck, de voogdij van de gronden van Awans en Loncin, afhangende van de abdij van Prum.
1334 :Jean de Hannut, ridder, verkoopt onder bepaalde voorwaarden gronden te Awans, Othée en Villers.
1348 :De abdij Val-Benoit staat toe aan Henri, zoon van Lambotte l’Afforain, 2 bunder en 12 grote roeden gelegen te Awans voor een huur van twaalf jaar.
1364 :De abdij Val-Benoit staat toe aan Jean, zoon van de oude mayeur van Loncin, verschillende gronden gelegen te Awans en Montegnée.
1399 :Gerard de Petersheim, jonker, laat weten dat, voor hem als voogd van Jean, heer van Petersheim, minderjarige, en, voor de leenmannen van gezegde Jean, Jacques de Chabot, ridder en schepen van Luik, heer van Semeries, heeft overgedragen aan Everard de Lieriwe, burger van Luik, de tiende van Awans, bevattende 100 bunder grond, hem toegevallen door de dood en opvolging van Gilles Chabot.
1400 :De maire en de schepenen van Awans geven aan Jean de Floxhe van Bleret, burger van Luik, aan akte van een rente ten zijner voordeel gegeven door Jean Railhechaine van Mons en Jeanne, zijn vrouw. Zij verklaren dat de moeder van Jeanne (Marie delle Arbespine) geweigerd heeft, in het voordeel van haar kinderen het vruchtgebruik van gezegde rente, gehypotheceerd op 3 bunder, 11 grote roeden “et le tirche d’une verge petite” gelegen te Awans “derriere le braxine de molin à vent” richting Voroux, in Gerchonvauls, te Champeal, en fons de Sart “parmi le riwal”, te Berbifosse, derriere le Grand Corty.
1404 :Gerard de Petersheim, jonker, laat weten dat, voor hem als voogd van Jean, heer van Petersheim, minderjarige, en voor de leenmannen van gezegde Jean, Everard de Lieriwe, burger van Luik, heeft overgedragen aan Gilles Molins, verblijvende alle fosse te Luik, de tiende van Awans bevattende 100 bunder grond gelegen tussen Awans en Bierset.
1407 :Het hof van Awans laat weten dat Alexandre Pollet, schepen, heeft getransporteerd aan z’n zoon Johan Alexandre, vertegenwoordigend het kapittel van Sint-Jan, een rente van 5 vaten en 4 setiers spelt op een huis en aanhorigheden te Awans. Het huis werd verwoest en veranderd in een weide die in 1499 in zulke slechte staat was dat de bezitter ervan werd ontslagen van betaling gedurende 4 jaar.
1414 :De maire en de schepenen van Awans laten weten dat Guillaume Costans, de “marixhalle” van Awans, in naam van Jean d’Englée, man van Marie de Bleret, en hun kinderen, heeft gevraagd bij akte hoe Jean Noeil, kannunnik van Saint-Jean l’Evangeliste, is bezit is gesteld door Pirick, zzon van de oude maire van Hollogne, Arnul en Masset z’n broers, van een rente van 9 waten spelt dat Lambert le Marixhal en Arnoul, zijn broer, hun moesten op enkele erfenissen gelegen “en Gerchonvauz, en Parfontvauz, à Wilhbobur, en Purmont, en font de Laront”, renende aan Watier de Froidecourt, Jean d’Atien, het altaar Saint-Nicolas van Hollogne, Guillaume de Liexhe, Thonar de Lateal, het kasteel van Awans, de weg van Hognoul, deze van Saint-Jean-Baptiste, deze van Saint-Christophe, de weg van Waroux naar Loncin, Jean Gilon, Jean de Ramay en Gerard d’Artois, op welke Lambert de Marixhalle erkent renten te moeten betalen aan Pirick en z’n broers.
1423 :Jean, heer van Pietersheim, van Oirschot en van Beek, laat weten dat, voor hem en zijn leenmannen, Gilles de Mollin gezegd delle Fosse, wijnbouwer, burger van Luik, heeft overgedragen aan het kapittel van Sint-Lambert, de tienden van Awans bevattende 100 bunder grond tussen Awans en Bierset.
1470 :Voor de maire en de schepenen van Awans in Haspengouw, duidt Renier de Rolinghen de jonge, echtgenoot van Magdeleine, dochter van Jean le Bechut, aan de begunstigden van Sint-Lambert verschillende gronden aan ter uitvoering van het testament van Walter de Beaurieux, kannunnik van de kathedraal.
1479 :Voor het gezworen hof van de Chambre, draagt Arnoul Vayron, zoon van wijlen Arnoul Vayron en van Yde de Fouron, over aan Robert de Momalle, tweede echtgenoot van Ide, een grond gelegen te Awans, met een rente schatplichtig aan de “compterie du grnier”.
1497 :Het kapittel van Sint-Jan laat weten dat de kannunnik Johannes de Hoyngne hem een schenking tussen levenden heeft gedaan van 10 vaten spelt rente: 8 op diensten gelegen te Awans en 2 te Momalle.
1497 :Het hof van Awans laat weten dat Gielle de Huy, jonker, meester van de stad van Luik, is overeengekomen om af te staan aan Johan de Hongne, kannunnik van Sint-Jan een rente van 8 vaten spelt, genomen uit een rente van 14 vaten 6 vazen spelt die aan hem verplicht waren op gronden te Awans (plaatsen : “à riwaut de Willobure; en Pirenze; à riwaut d’Oultreselle; en Purimont; derier le cortil Bastien; à riwaul de Sart, sour le siege de Waroux; sour le paseal de Forchivoie; en Flofosse; sour let hier de basse nuef; derier les ruwalles; les longtes onze verges, sour la voie de Hollongnoule; sour Hubermont; en fons de Waroux; deseur la voie d’Alleur vers Lonchins; ale voie de Stockis”).
1526 :Het hof van Awans laat weten dat Libert Bottin, van Boirs, heeft verkocht aan Tilman de Herkenrode de oudere, kannunnik van Sint-Jan, een muid spelt die hij had op een huis en tuin te Awans (sise en lieu “à Riwalez”).
1526 :Voor de maire en de schepenen van het hof gezegd “du Château à Awans”, opgericht door de bisschop van Luik, draagt Jean Hubaine van Coffontaine nabij Luik, echtgenoot van Maroie, weduwe van Jean Borleit, aan Bertrand, zoon van Jean Borleit en gezegde Maroie zijn vruchtgebruik rechten op een rente van 1 vat spelt gehypotheceerd te Awans, Bertrand verkoopt die verder aan de “Aumone” van de armen van de cathedraal.
1541 :Het hof van Awans laat weten dat Antoine Malcoire, brouwer, heeft verklaard, ten voordele van de kapelanen van Sint-Jan, een rente van 9 vaten spelt op zijn huis en de gronden gelegen te Awans (gezegde plaatsen en Clofosse, aux Saulz de Krankhomme, en Clockier, alle voie de Schendremalle).
1548 :Voor de maire en de schepenen van het hof gezegd “du Chateau” zetelend te Awans in Haspengouw, verkoopt Jean Hubart aan de begunstigden van Sint-Lambert 4 vaten spelt rente gehypotheceerd op diverse onroerende goederen te Awans.
1588 :Voor het gezworen hof van de “Chambre” staat het kapittel van Sint-Lambert hebbende ontleend een som van 875 brabantse florijnen een rente toe van 17,5 vaten spelt te betalen door de Bisschoppelijke Tafel op de inkomsten van Awans.
1652 :Herinnering betreffende de rechten van de prins-bisschop van Luik op gronden van Awans en Loncin.

Awirs

1344 :De schepenen van Awirs laten weten dat Lambert d’Oupeye, ridder, heeft overgedragen aan Thonart Colons van Saint-Servais twee kleine stukken weide gelegen te Awirs, tegen 4 denieren en “une maille” cijns.
1357 :De schepenen van Awirs laat weten dat sire Walter de Mes, kapelaan van de kerk Saint-Paul, heeft getransporteerd aan de kanunikken en aan de begunstigden van Heilig Kruis, vertegenwoordigd door Jean de Eyghre en Henri de Waremme, kanunikken van deze kerk, een grond gelegen achter het Courtil Henoie de Geneffe, renende aan de kinderen van Thiry delle Farvage.
1358 :De schepenbank van de Dame van Liers zet Jean Pangnecheal in bezit van 9 morgen land die hij gekocht had voor het hof van Horion van de vertegenwoordigers van Henri de Rocour, ridder, voor 6 vaten spelt gehypothekeerd op gronden te Awirs.
1392 :Het hof van schepenen van Awirs laat weten dat Baudouin en Jean de Saint-Servais hebben overgedragen aan de abdij Val-Benoit 2/3 van 2 weiden gelegen te Awirs en afhangende van het hof van Awirs tegen 4 deniers per jaar.
1428 :Voor het hof van de collegiale Saint-Paul, te Saint-Georges in Haspengouw, draagt Jean de Berlaymont, heer van Floyon, van Kermpt en van Hautepenne, ridder, over aan Walter delle Chalcie van Awir, zijn schoonbroer, een molen gelegen te Awir, in uitvoering van het huwelikscontract tussen Walter en Ailid, natuurlijke dochter van gezegde heer van Floyon.
1431 :Voor het gezworen hof van de begunstigden van de kathedraal, Jean li Mangon van Jemeppe en dame Ave, zijn vrouw, verkopen aan Stassin Huffeneal van Haneffe een huis en goederen gelegen te Awirs.
1437 :De maire en de leenmannen van de abdij van Val-Saint-Lambert te Ivoz, geven een akte betreffende de gronden bezeten te Awirs door wijlen Jean Bacheleir, kannunnik van Sint-Lambert.
1441 :Voor het hof van de leenmannen van Maroie, weduwe van Jean Maichefour van Mons, herenigd aan Guillaume Thonet van Awans en met Piret, haar zoon van het eerste bed, verheffen de begunstigden van Sint-Lambert gronden gelegen te Awirs.
1583 :Voor de schepenen van Luik verkopen meester Jean Stassins, kannunnik van Saint-Jean l’Evangeliste te Luik, Anna, zijn zus, weduwe van meester Jerome Puteanus, schepen van Luik aan de rekenkamer van de jaargetijden van de cathedraal 20 setiers spelt rente gehypotheceerd te Awirs.

Bassenge

1345 :Het hof van Saint-Jacques te Bassenge-sur-Geer laat weten dat Wilheaume Proste, van Millen, heeft getransporteerd aan Magin, weduwe van Stassin, le logir du marché de Liège, verschillende stukken grond te Bassenge (plaatsen: desoir les sauz d’Ierpewfosse; dessous Mairs; au paseal de Bachenges à Mellins; aux fons d’Ierpewfosse; dessous le tier de Pulhemont; desor Reike; à la voie de Reike à Falle; ale Tombelle; à Kokinoire; à paseal ki vt ver Treit) tegen een jaarlijkse cijns van 8 denieren. Daarbij ook nog 6 bunder, 5 roeden groot en 2 klein komende van het hof van Sint-Jan te Roclenge.
1401 :Ernars en Dominon, kinderen van wijlen Colar de Bolan, burger van Hoei, verkocht hebbende aan Herman de Zanctes, kannunnik van de Petit-Table, een rente van 25 vaten spelt gehypotheceerd te Bassenge en Roclenge.
1403 :Herman de Zanctes, kannunnik de la Petite-Table, laat weten dat, voor zijn leenmannen, Jean li Oncles van Bierset, in naam van Jean, voogd van Liers, jonker, heeft verheft verschillende stukken grond gelegen te Bassenge en te Roclenge.
1413 :Voor het gezworen hof van goederen afhangende van de “beneficiers” van de kathedraal verheffen Gilles d’Andrimont en Bieskenne van Benseraedt, bloedverwanten van de voogd van Liers, goederen gelegen te Bassenge en te Roclenge.
1454 :Het hof van Bassenge en Roclenge verklaart per acte dat in 1453 het kapittel van Sint-Jan heeft achtergehouden een bunder grond op het territorium van Froidmont, wegens het niet-betalen van een rente door Savenal de Broucke.
1509 :Het hof van Saint-Jacques, te Bassenge, laat weten dat Gielet Hardy, gezegd “delle boverie de Bachenge” heeft getransporteerd aan Henry de Warpens, rekenplichtige van Sint-Jan, een rente van 6 muids spelt op goederen inder de jurisdictie van het hof (gezegde plaatsen: à Reck, entre Bachenche et Falle; deseur le mostier; à Renelo, à Moreauvauz).
1513 :Voor de maire en de schepenen van de abdij van Saint-Jacques te Bassenge, draagt Piron, zoon van Lambert Piron, over aan Watelet van Roclenge 12 setiers spelt rente gehypotheceerd op het huis waar gezegde Piron verblijft.
1520 :De schepenen van Luik laten weten dat Johan Gielet van Bassenge heeft verkocht aan het kapittel van Sint-Jan een muid spelt rente op goederen, o.a. op een weide gelegen te Bassenge op de plaats “à Trixhea”.
1587 :Voor de schepenen van Bassenge en Roclenge verheffen Philippe Oems en Gilles Loyarts, vertegenwoordigend de begunstigden van Sint-Lambert, van Léonard Gérardi, abt van Saint-Jacques, in hoedanigheid van nieuwe heer, verschillende gronden tegen 8 denieren per bunder.

Batsheers

1354 :Voor het allodiaal hof van Loon geven Hubert de Bertsheer, ridder, en dame Marie zijn echtgenote als bruidschat aan hun dochter Ida en aan Godefroid de Hannut, haar tweede man, gronden gelegen te Bertsheer, Masniel, Cleyn Gelmen, Veulen. Ida was de eerste keer getrouwd met Roland van der Bole, zonder nagaslacht.
1396 :Voor het allodiaal hof van Loon, Ida, dochter van wijlen de ridder Humbert de Beerstheers (Batsheers), en Gosuin, zijn wettige zoon, verkopen aan Jean Vanderbeucken van Middelhhers een rond gelegen te Batsheers.

Beaufraipont

1366 :Fastré Baré, kannunnik van de kerk St Paul, te Luik, testamentair uitvoerder van Hubin Baré, in z’n leven ridder en schepen van Luik, voogd van Jean de Beaufraipont, zoon van gezegde Hubin, verklaart dat hij en z’n neven van Beaufraipont moeten aan de collegiale van Heilige Martin een rente van 12 setiers spelt.

Bergilers

1357 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Hellins, zoon van Gile de Pitey, ridder, heeft getransporteerd aan Thiris de Flos, gezegd Pannaie, van Bierset, de helft van 2 bunder grond gelegen tussen Bergilers en Lantremange, in twee delen te Bergilers, te weten 22 roeden in Parfondvaux en 18 roeden aan de kant van de steenweg (chaussée).
1415 :Voor het hof van Bergilers, Nankiens le Voweit de Puchey, Robert, zijn schoonbroer, en Maroye, van de laatste, dragen over aan Henri de Warouc, rector ten voordele van het altaar Saint-André in de cathedraal.
1439 :De maire en de schepenen van Bergilers verklaren, per akte, op vraag van Michel Charlet van Puchey, dat eerder Jean Olmen, klerk, testamentair uitvoerder van Gilles Frérar, kannunnik van Sint-Lambert, heeft overgedragen aan Jean Digma, kapelaan, vertegenwoordigend de “Aumone” van de kathedraal, goederen komende van gezegde kannunnik en gelegen te Bergilers.
1466 :Voor de leenmanne ontleend door Renard de Momalle, heer van Bergilers, jonkheer, aan de hertog van Bourgondië, graaf van Namen, verheft Gilles Bertolet, le fèvre, burger van Luik, gronden gelegen te Bergilers.
1492 :De kapelanen van Sint-Jan geven in pacht aan Egidius Rose van Bergilers, een bunder grond. Dit bunder bestond uit 2 delen : 12 roeden op de plaats gezegd “sur le Houillere” en 8 roeden “sur la voie de Hodeige à Lantremange”.
1587 :Vonnis van de schepenen van Bergilers in de zaak van de begunstigden van Sint-Lambert tegen de weduwe Franckotte en consoorten betreffende de betaling van een rente van 3 vaten spelt.
1593 :Voor het feodaal hof dat Catherine d’Oyembrugge van Duras, burggravin van Loon, dame van Bergilers nez.. bezit in gezegde Bergilers, verheft Jean Goeswini, ontvanger van de jaargetijden van de cathedraal gronden gelegen te Bergilers.
1713 : Stichting van een school te Bergilers.

Berleur

1321 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Jean Boileau de Mons heeft afgestaan aan het kapittel van de kerk Sint-Lambert inkomsten te Berleur (op het huis van Ernotte Humbelires, op het hof van Hanekin broer van Tisson, op de hof Anthoine gezegd Thonar de Bierleur) en te Roloux.
1326 :Brieven van het allodiaal hof van Luik, waarbij Wilheaume Motars van Voroux heeft afgestaan aan de abdij van Val St Lambert, vertegenwoordigd door Dom Jacques gezegd li Jais, monnik van gezegde abdij, 7 morgenland gelegen tussen Grace en Berleur op deplaats “a Gloriette”, gehypothrceerd te Ans (zie Ans 1326).
1337 :Het kapittel van Sint-Lambert geeft in leen aan Juette, weduwe van Goffignon van Berleur, en aan zijn 3 zonen, voor de helft, aan Hanon Lambilhon, voor een kwart, en aan Renchon van Berleur, schepen van Berleur, en aan dame Yde, weduwe van Goffar de Berleur, voor het andere kwart, een mijngreove te Berleur, “li ovrages de huilhes et de cherbons condist l’ovre del Noterie delle voine de quatre pies gisans a Berleur”.
1352 :Het kapittel van de kerk Sint-Lambert geeft in eeuwigdurende pacht aan Thierri gezegd Paneye, van Bierset, een molen en gronden gelegen te Berleur.
1355 :De mayeur en de schepenen van Berleur laten weten dat het kapittel van de kerk Sint-Lambert, gegeven hebbend de brouwerij van Plumecock in huur aan Oury de la Fontaine-Saint-Servais, er besloten is rechtsprekende dat deze geen recht had er steenkool te ontginnen.
1361 :De abt en het klooster Val-Saint-Lambert staan af ten voordele van de kerk Sint-Lambert alle rechten die ze zouden hebben op een ader van steenkool in het territorium van Berleur.
1379 :Het kapittel van Heilige Martin staat af aan Rennewars de Montegnée, aan Rennekin zijn zoon, aan Jean Lambeilhon, aan Wilheames Datin, aan Jean, zijn broer, aan Maroie, vrouw van Rober de St Lorens, aan Herman Lambeilhon en aan Rennuchon Pirez de uitbating van de kolenmijnen van “la veine de cinq pieds” gezged de Bas, te Berleur.
1383 :De deken en het kapittel van Heilige Martin verkopen aan Jean Badechon van Berleur een derde, aan Badechon de klerk, zijn broer, een twwede derde en aan Renwar de Montegnée en aan zijn zoon, het laatste derde van “droit de terrage” dat de deken en het kapittel hebben te Berleur in de ontginning van de ader gezegd “cinq pieds”.
1422 :Het hof van Berleur laat weten dat Jordan de Forre, kapelaan van Sint-Jan, heeft getransporteerd aan de kapelanen van Sint-Jan, een weide waarvan de koolmijnen zijn gereserveerd voor Ulris de Warouz.
1525 :Voor de schepenen van Luik verkoopt Henry Loys van Berleur aan de “Aumone” van de armen van de cathedraal 2 vaten spelt rente gehypotheceerd op een huis gelegen te Berleur.
1536 :Voor de schepenen van Luik duidt Jean Costand van Berleurs aan aan de “Aumone” van de armen van de cathedraal 12 setiers spelt rente op een huis gelegen te Berleur, waarvan hij beslag genomen heeft ten nadele van Henri Loys.
1539 :De schepenen van Luik laten weten dat Melard des Berleurs heeft verkocht aan de kapelanen van Sint-Jan, voor 50 florijnen, een rente van 32 setiers spelt die Jean Hellard, van Touvoye, aan hem moet op een oude wijngaard, gezegd le Mays, dicht bij Thier-Oulry, te Berleur.
1575 :Voor de schepenen te Luik, Rennekin Contant van Berleur geeft aan het kapittel van Heilig Kruis 24 florijnen rente op een huis gelegen te Berleur, op de plaats Froidmont voor een jaargetijde van Jean Miche, kannunnik van deze kerk.
1593 :Voor het gezworen hof van de “Chambre” verheft Henri Lowy een huis gelegen te Berleur.

Berlingen

1450 :Ghiselbert Van der Beeck alias de Beveroy pacht voor 12 jaar de gronden, cijns, kapoenen dat het kapittel van Sint-Barthelemy bezit te Berlingen tegen een pacht van 64 vaten spelt, 23 sol jaarlijkse cijns, 20 kapoenen.
1455 :Walter en Arnold Van der Beecke, zonen van wijlen Ghiselbert nemen in pacht voor 12 jaar de gronden, cijnzen en kapoenen dat het kapittel Sint-Barthelemy bezit te Berlingen voor dezelfde pacht als hun vader.
1470 :Testament van Walter Swertvegher, “persona” van Berlingen.

Berlo

1281 :Het kapittel Heilig Kruis geeft twee bunder en half landbouwgrond gelegen te Berlo, komende van het hof van de abt van Sint-Truiden te Berlo en vier vaten spelt rente te Oleye aan Fastré de Berlo.
1281 :Gerard de Berloz, ridder, verheft van de graaf van Loon het fort van Berloz, dat een alleu was, en meerdere kleine lenen.
1371 :Jean, bisschop van Luik, en zijn leenmannen stemmen toe dat het kapittel Heilig Kruis vervangen wordt door Humbert de Freloux, voogd al eerder aangeduid om lenen te verheffen van deze collegialen, onder andere te Berlo en omgeving.

Bettincourt

1372 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Amel de Mouhin heeft overgedragen aan “renteis” van de kerk Sint-Lambert gronden gelegen tussen Mouhin en Bettincourt.
1359 :Het allodiaal hof van Loon laat weten dat de testamentaire uitvoerders van Elbert de Bettincourt, kannunnik van de kerk Sint-Lambert, hebben overgedragen een alleu (vrij goed) aan deze kekr gelegen te Bettincourt.
1397 :Gerard de Fresin, jonker, maire van het hof dat Robert en Gerard de Fresin, broers, jonkers, hebben te Bettincourt, laat weten dat, voor zijn hof van masuyers, Fastré de Petit-Mouhin en zijn voogd hebben afgestaan aan Jean de Petit-Goyeit (Jeuk), kapelaan van Sint-Pieter, handelend in naam van deze kerk, 22 grote roeden grond, gezegd “le bonier de Lintre”, gelegen te Bettincourt, voor 2 deniers en une maille rente.
1427 :Het gezworen hof van Ernotte, zoon van Loren Martin, van Bettincourt, laat weten dat deze Ernotte heeft verkocht aan Johan Libier van Viemme, burger van Luik, 18 roeden grond te Bettincourt, “sur la voie de Mouhin à Betincourt”, tegen 71 griffoenen.
1463 :De maire en de leenmannen van het kapittel Sint-Pieter, te Luik, laten weten dat door niet-betalen van de renten en cijnzen door Arte Loren de Bettincourt hebben terug ingenomen: 1° 8 grote roeden weide gelegen te Bettincourt, renende aan Rigal de Stauppelle (van stapel m.i.) aan Lambert Cloes Linair, aan Lambert zoon van Guillaume Noiel; 2° 3 vaten spelt belastende op een hof, huis, tuin en aanhorigheden van Robin Martin te Bettincourt, renende aan Jean de Broucke; 3° 14 roeden op de plaats gezegd Scuerhoven, renende aan Woter Plughers de Haske en aan Art le Xhokier van Corswarem; 4° 18 roeden en Coeter de Willen, renende aan Henri Amelis; 9 grote roeden op de plaats gezegd Emmi Ghyeir achter Bettincourt.
1558 :De schepenen van Luik laten weten dat het kapittel van Sint-Jan heeft gekocht van Adrien de Fraisne 20 setiers spelt rente die aan hem verschuldigd was Johan de Bettincourt op een huis en aanhorigheden te Bettincourt.
1657 :Transactie tussen Pierre de Corswarem, pastoor van Bettincourt en de vertegenwoordigers van de abdij van Amay, aan ene kant en het kapittel van Sint-Jan aan de andere kant, betreffende het ontvangen van tienden op bepaalde gronden gelegen te Bettincourt.

Bevingen

1272 :De officiaal van Luik laat weten dat Nicolas en Gontier de Cingula hebben verklaard geen recht te hebben op de brouwerij en aanhorigheden gelegen te Bevingen.

Bierset

1361 :Het allodiaal hof te Luik laat weten dat Nicole Moreaz, van Bierset, pastoor van Hodeige, en Guillaume Pannée, z’n broer, testamentaire uitvoerders van Jean Pannée, hun broer, hebben overgedragen aan Jean de Tyhul, kannunnik van Sint-Pierre, 3 bunder en 2 en half grote roeden, gelegen op verschillende plaatsen te Bierset, op volgende plaatsen Sor le Pereuze, en Wibier-Fosse, Sor le Tier, à Gros Fosseit, en Brouk etc .., op de weg van Awans naar Clermont, tussen Fooz, Bierset en Voroux, renende de gronden van de monniken van Beaufays, de hospitaalridders, van de kerk van St Martin etc .. Guillaume Willekars, van Awans, die was gehuwd met Adilhe, zus van de dode en z’n broers, verklaart geen enkel recht te hebben op deze goederen.
Dat Nicole Moreaz, pastoor te Hodeige, heeft verklaard dat hij, zijn broer Guillaume Pannée en hun schoonbroer Guillaume Wilkars voorheen hebben gegeven in pacht aan Jean de Tyhu, kannunnik van Sint-Pierre, 8 grote roeden grond gelegen op de weg van Awans naar Clermont, kortbij de weg gaande van Bierset naar Hollogne, niet ver van Gros fosseit. Nicolle draagt aan Jean ook de helft van 8 roeden groot over gelegen op de plaats al Chayeneal, “parmi le riwaul delle fosse de preit”, renende aan Jean de Daverdiche en André de Bierset, zoon van Gérard del Puich.
1361 :De maire en de schepenen van Bierset laten weten dat Jean le Kokin, maire van het allodiaal hof, Gilles Bacheleir, Gilles Textor, Gérard Pinte, Rigoles de Geneffe, Guillaume pastoor van “Vileir-Singnour-Symon”, leden van hetzelfde hof, hebben bevestigd per akte dat Nicole Morias, van Bierset, pastoor van Hodeige, Guillaume Pannée, zijn broer, en Guillaume Wilkars van Awans, hun schoonbroer, hadden eerder al overgedragen aan Jean gezegd de Tihu, kannunnik van Sint-Pierre, 3 bunder , etc.. grond gelegen te Bierset.
1420 :Voor het allodiaal hof van Luik, draagt Guillaume Wilkar van Awans, schepen van Luik, over aan Gilles de Molins, wijnbouwer, gronden gelegen te Bierset, een tiendeheffing te Awans.
1424 :Het gezworen hof van leenmannen van Sint-Jan laat weten dat Juliane, weduwe van Jacquemin de Liers, en z’n schoonzoon Johans Colar, hebben afgestaan aan het altaar van Saint-Vincent van Sint-Jan 8 roeden grond op de welke een duiventil staat, gelegen te Bierset.
1433 :Voor het geworen hof “delle Chambre”, verheffen Guillaume de Loncin, Gerard, heer van Hollogne-aux-Pierres, Jacques Wilkar van Awans en Jean Pollarde van Villers-l’Eveque, testamentaire uitvoerders van wijlen Guillaume Wilkar, schepan van Luik, van het kapittel van Sint-Lambert, goederen en tienden te Bierset en Awans.
1542 :De schepenen van Luik laten weten dat Rigaul, zoon van Johan Malcoir en echtgenoot van Maroie, dochter van wijlen Collart Milot, heeft verkocht aan de kapelanen van Sint-Jan een rente van 5 vaten speltdie z’n schoonvader hem had gegeven, gehypothekeerd op een huis en aanhorigheden van Wilheaume Milot, gezegd “le Cortil aux Jottes”, te Bierset.
1593 :Voor het gezworen hof van de “Chambre” verheft Jean Collin gezegd Wérar een grond gelegen te Bierset.
1668 :Notariele acte biij de welke Henri Aux Brebis, ontvanger van de jaargetijden van de cathedraal, terug geeft aan Jean-Herman Maiteau, bakker, wegens een aanzuivering van een beslag van goederen gelegen te Bierset.

Bilzen

1611 :Voor de schepenen van Luik legt Walrand Moers, procureur bij het hof van Luik, vast ten voordele van de kannunniken van Saint-Materne en de “Petite Table” en ten voordele van de “compagnie de la Trinité” een rente van 16 brabantse florijnen gehypotheceerd te Bilzen en te Luik.

Blehen

1554 :Voor de schepenen van Luik verkoopt Jean, wettige zoon van wijlen Jean de Hamal, aan het kapittel van Sint-Lambert 20 brabantse florijnen cijns op zijn huis en goederen gelegen te Blehen.
1589 :Voor de schepene van Luik staat Jerome d’Oyembrugge, heer van Duras, toe aan het kapittel van Sint-Lambert, op een cijns van Steppe, tussen Houtain-l’Evecque en Montenaken, een rente van 74 brabantse florijnen eerder gehypotheceerd op een cijns die de heer van Duras bezat te Blehen.

Bleret

1309 :De officiaal van Luik laat weten dat Héluide, vrouw van Renier de Fraipont, de verkoop van een grond te Bleret bekrachtigt, gedaan door haar man aan Amel gezegd Bulhet van Wonck.
1318 :Het allodial hof te Luik laat weten dat Arnus de Harduemont, ridder, heeft getransporteerd aan Fastreis, zoon van wijlen Gerard de Bovengnistier, ridder, 2 stukken grond gelegen tussen Bleret, Bergilez en Lantremange.
1343 :Gerard, heer van Heers, ridder, laat weten dat in uitvoering van het testament van Amel de Wonck, zijn zoon Gilar een leen verheft van 21 roeden gelegen te Bleret.
1346 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Louis, zoon Rogelet de Hollogne-aux-Pierres, heeft verkocht aan het kapittel van de kerk van Sint-Lambert een grond gelegen tussen Bleret, Bergilers en Lantremange.
1373 :Meester Gilles de Puchey, klerk, procureur van het hof van Luik, zet in z’n testament bepaalde legaten ten voordele van de secondaire kerken, voor de stichting avn jaargetijden. Deze gronden voor de collegiale Heilig Kruis zijn gelegen te Bleret.
1377 :De maire en schepenen van Bleret laten weten dat Gilles de Serinchamps, kannunnik van Heilig Kruis, heeft verheft, in naam van z’n kapittel, gronden gelegen onder hun jurisdictie, komende van legaten gedaan aan de 7 collegialen van Luik door wijlen meester Gilles de Puchey, procureur bij het hof van Luik.
1448 :De goederen die de erfgenamen van Gerard van Homptoie hadden te Bleret.
1519 :In hoger beroep laat het hof van de schepenen van Luik weten aan deze van Bleret om het kapittel van Sint-Martin als eigenaar aan te duiden van een stuk grond gelegen te Bleret op de plaats genoemd Champingnotte en uitgebaat door Gilles Goffar. De eigendom werd betwist voor het hof door Rigal de Hemricourt.
1539 :Charles, keizer, op vraag van het kapittel Sint-Pieter, geeft opdracht aan meester Jerome van Damme, zijn raadgever en meester der rekeningen, Pierre de Fief, zijn procureur generaal, en Adam Boudewyns, zijn secretaris in de Lage Landen, zich te onderhouden met de afgevaardigden van gezegd kapittel om de heerlijkheid van Blehen op te meten, dewelke ingesloten is in andere dorpen; ze moeten grensstenen planten om een einde te maken aan de betwistingen rond de grenzen van deze heerlijkheden.
1559 :De schepenen van Luik laten weten dat Couchoulle Pollard, maire van Hodeige, heeft verkocht aan het kapittel van Sint-Jan, 20 setiers rente spelt die hij verkregen heeft van Arnult, zoon van Rigault de Hemricourt, op goederen te Blarey en Hemricourt. Deze rente zal dienen voor het jaargetijde van wijlen Mathieu de Villari.
1578 :De schepenen van Luik laten weten dat Henri le Cock, van Bleret, brouwer, en Mathier le Clerc, van Laminne, z’n schoonbroer, hebben bepaald ten voordele van de kapelanen van Sint-Jan, 3 vaten spelt rente op hun goederen (grond in het veld van Blerey, brouwerij du Rouge Cock, grond in het veld van Labhea).
1592 :Voor de schepenen van Luik verkoopt Martin Banelt aan de jaargetijden van de cathedraal tegen een prijs van 390 brabantse florijnen, 7 vaten spelt rente gehypotheceerd te Bleret.

Bloer

1355 :De mayeur en de leenmannen van gezegde hof “de la Chambre”, hat het kapittel van de kerk Sint-Lambert bezit te Luik, laten weten dat gezegd kapittel, de gronden te Bloer terug in bezit genomen, deze in huur gegeven hebben aan Jean de Malle.

Boelhe

1258 :Voor het allodiaal hof van Luik, geeft Agnes de Hemricourt aan de abdij van Val-Benoit 7 bunder allodiale grond gelegen te Boëlhe.
1481 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Johan Toussaint van Milmort en Agnes, z’n echtgenote, hebben getransporteerd aan de kapelanen van Sint-Jan 5 vaten spelt rente op 2 bunder grond “alle tombe” te Boelhe en 12 roeden grond tussen Crenwick en Boelhe.
1426 :Voor het allodiaal hof van Luik, Catherine de Ghoere, verblijvende “asseis pres delle cheyne à Saint-Martin en Mont”, draagt over een Jean Wilheame van Corswarem gronden gelegen te Lens-sur-Geer, Boelhe en Crenwick.
1482 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Jehan Toussaint, van Milmort, en zijn vrouw Agnes, weduwe uit eerste huwelijk met Collin Robin, van Crenwick, hebben getransporteerd aan de kapelanen van Sint-Jan, 8 vaten spelt rente genomen uit 11 vaten die ze hadden op goederen gelegen te Boelhe (plaatsen : “alle Burlotte, sur le pré de Gerre, alle chavée aux bruwires, au pré Wallegrappe”).
1553 :De schepenen van Luik laten weten dat Johan de Boelhe heeft verklaard, ten voordele van Wathieu de Corswaremme, deken van Sint-Jan, een rente van 12 florijnen op z’n eigendommen gelegen te Boelhe.
1774 :Jean-Guillaume de Clercx, graaf van Aigremont,Awirs, Waroux, hoge voogd van Haspengouw en de stad Luik, staat toe aan Pierre-Mathieu-Joseph, baron van Seraing van Hollogne-sur-Geer, te beschikken over de heerlijkheid Boelhe, afhangende in leen van de voogd van Haspengouw.

Boekhout

1273 :Voor het allodiaal hof van Luik, Henri de Bouckhout bevestigt dat dertig jaar geleden Thiry de Bouckhout, zijn vader, echtgenoot van dame Basilhe aan het kapittel van het Heilig Kruis twee bunder en half allodiale grond verkocht, gelegen tussen Bouckhout en Hédincourt en aan de weg van Sint-Truiden (dela Bokehout).
1563 :Abornement van gronden gelegen te Boekhout bij Sint-Truiden en te Mielen-boven-Aalst, gevraagd door het kapittel van Heilig Kruis.

Boeshoven

1323 :Arnold, graaf van Loon, verklaart tegen z’n senechal, aan z’n mayeur en an al z’n officieren, dat hij heeft erkend geen recht te hebben om belastingen te heffen op de mannen van Boeshoven bereffende de gronden afhangende van de ecolaterie van Sint-Jan en dat hij niets mag nemen van de gemeenschappelijke gronden tenzij met de toestemming van de ecolatrie en hun leenmannen, om depublieke wegen van Loon te laten repareren.
1542 :Het kapittel van Saint-Odulphe te Loon, dringend geld nodig hebbend om zijn deel te betalen in de bijdragen tegen de Turken, leent 400 brabantse florijnen aan meester Jacques du Buisson, kannunnik van Sint-Lambert, en staat aan hem af een rente van 25 brabantse florijnen gehypotheceerd te Boeshoven en omstreken.
1557 :Voor de schout en schepenen van de ban van Boeshoven, Robert Ter Caeffs transporteert aan Guillaume Buntinx rente gehypotheceerd op een huis gelegen Boeshoven, bij Loon.
1562 :Testament van Guillaume Buntinx, priester, kannunnik van het Heilig Kruis, laat aan kapittel van het Heilig Kruis en rente gehypothecerd op de hoeve van Robert Ter Caeffs alias Lemmens, te Boeshoven, bij Loon-het kasteel.

Boirs

1260 :De commandeur van de Teutoonse Orde en het huis van Alden-Biezen ruilen met het kapittel van Sint-Lambert gronden dat dit huis bezit te Boirs en te Glons tegen cijnzen te Hern-Sint-Pieter en Spauwen.
1276 :Hat allodiaal hof van Luik laat weten dat de commandeur van het teutoons huis van Biezen heeft afgestaan aan het kapittel van Sint-Lambert alles wat ze bezit te Boirs.
1283 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat de zoon van Simon de Boirs, ridder, heeft aangesteld H. de Sur-Meuse, van een rente op 3 hoven gelegen te Boirs en over de Jeker.
1285 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Raes en Thierry de Fexhe, ridders, hebben overgedragen ten voordele van de ecolaterie van de kerk Sint-Lambert, een rente op hun goederen te Boirs.
1313 :Compromis over de goederen te Boirs en Roclenge (Kapittel Sint-Lambert).
1314 :Hat allodiaal hof van Luik laat weten dat Jean de Cortis en zijn vrouw Catherine eertijds hebben gegeven aan hun neef Renier d’Ile, een rente op huizen te Boirs. Renier doet afstand aan zijn broers Ottelet en Clairenbaud.
1316 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Ottelet d’Ile heeft afgestaan aan haar broer Alexandre renten gebonden aan goederen te Boirs.
1366 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Gerard de Seraing afstaat aan Herman de Xanten, kannunnik van de kerk Sint-Lambert, meerdere renten die goederen bewaarden te Boirs (sor le court, brassine et assize seante à Buors et ki fut Thirion de Buors).
1385 :De mayeur en de schepenen van Boirs geven aan Jean Bottier een akte betreffende een weg van “werihas” van Boirs die het water overstekend, zich recht naar Millen.
1389 :Andriers Reis, bankier te Tongeren, laat weten dat voor hem en z’n leenmannen, Henri Riwes, zoon van Colar Riwes d’Onche heeft getransporteerd aan het kapittel van Sint-Jan een derde morgenland tussen Boirs en Meer.
1396 :Optelling van gronden, gelegen te Boirs, waar de tienden voor 2/3 ontvangen worden door de abdij Saint-Laurent en voor een derde door het kapittel van Sint-Jan.
1421 :Het gezworen hof van Loren Fabry, kannunnik van Saint-Lambert en pastoor te Glons, zetelend te Glons, laat weten dat Johan Lanchemen de Treit, lakenhandelaar, heeft getransporteerd an het kapittel van Sint-Jan, een huis met tuin en aanhorigheden, te Boirs “entre les doiz vinables”. (plaatsen: elle vaux de Boiers; à Chayeneal; en champs de Boiers; derire le longe haye; alle Croisette).
1425 :Het rekenhof van de grote kerk van Luik laat weten dat Clous Gane van Boirs heeft getransporteerd aan het kapittel van Sint-Jan, vertegenwoordigd door Clous Orban, kannunnik, een bunder grond te Brus, tegen 20 vazen spelt cijns rente aan het altaar van Sint-Barbara en Sint-Catharina in de kathedraal.
1426 :Balduinus Gheskin, van Slins, neemt in pacht van het kapittel van Sint-Jan, voor 100 jaar, 6 roeden grond te Boirs, op de plaats: el vaux de Boirs, tegen een jaarlijkse kost van 2 kapoenen.
1429 :Het gezworen hof van leenmannen van Sint-Jan te Luik, laat weten dat Colart, zoon van Sabrot de Bachenge heeft getransporteerd aan Arnot de Fraine, van Boirs, een huis, tuin, hof etc, bevattende 6 morgen land, gelegen te Brus.
1447 :De maire en de leenmannen van het gezworen hof dat de abdij van Saint-Laurent, bij Luik, bezit te Boirs, laten weten dat Louis, zoon van Mathar de Faimes (Fermes), verblijvende te Bleret, heeft getransporteerd zes morgenland en 8 grote roeden grond in twee delen gelegen te Boirs, renende aan de gronden van Cornillon, aan Clouse de l’Abiie, aan de erfgenamen van Jean Damme Helon en Henri Polarde van Tilleur, ten voordele van Jean, zoon van Robert dit Mongoie de Bleret, ten uitvoere van het huwelijkscontract van deze Jean met Agnes, dochter van gezegde Louis.
1463 :Voor de leenmanne van het gezworen hof van het kapittel Saint-Servais van Maastricht, te Boirs-sur-Geer, Francois des Chambges, jonkheer, echtgenoot van Yde, weduwe in een eerste huwelijk van Henri Petit Boin van Jemeppe, staat af aan Henri le Proisdhomme gezegd Petit Boin, zoon van gezegde Henri de oudere en Yde, zijn rechten van vruchtgebruik.. op een grond gelegen “près delle cherause a boy de Gettefoos” Henri le Proisdhomme draagt vervolgens deze grond over aan Wautelet delle Favarge en aan Béatrix, weduwe van Arnoul Wautelet van Slins.
1498 :Het kapittel van Sint-Lambert benoemt Jean le Bovier tot maieur van Boirs.
1520 :Het hof van Brus laat weten dat Piron Pissair van Glons heeft bevestigt ten voordele van het kapittel van Sint-Jan een rente van 1 muid spelt op z’n huis, tuin en aanhorigheden op de plaats “alle noeve ville”.
1520 :De schepenen van Luik laten weten dat Johan Henri, van Boirs, heeft verheft, van Wathelet van Roclenge, 3 morgen land “en la Vaul”, te Boirs, ten koste hem te betalen 7 vaten spelt rente.
1521 :De schepenen van Luik laten weten dat Libert Bottin, van Boirs, heeft bevestigd, ten voordele van Tilman de Herkenrode, de oude, kannunnik van Sint-Jan, een muid spelt rente op z’n goederen (huis te Boirs en 7 morgen weide te Brus).
1556 :Aanzuivering door Gerard Lambert van een inbeslagname van een huis, tuin en annhorigheden gelegen te Boirs, uitgevoerd door het kapittel van Sint-Martin, tegen de erfgenamen van Lambert Grandjean van Boirs.
1666 :Notariele akte uit welke de directeurs betreffende de kathedraalszaken toestemming geven aan Henri Poisket om een meelmolen op de Jeker op te richten, in de jurisdictie van Boirs tegenover de plaats gezegd “en Savril”.
1685 :Pierre Rasquin, van Boirs, bezitter door beslag van het huis van de weduwe Jean Melar en de kinderen Michel Melar, te Boirs, erkent te moeten betalen op dit goed aan het kapittel van Sint-Jan 4 vaten spelt rente.

Bombaye

1320 :Reniers de Nuwechasteal laat weten dat hij geroepen is tot arbitrage van z’n broer Gerart, priester van Haneffe, en van Gerart d’Ossen, deken van Saint-Denis, om z’n rechten te bepalen op de tienden van Bombaye behorende tot de kapittels van Saint-Denis en Sint-Jan.
1335 :De officiaal van Luik laat weten in tegenwoordigheid van Johan de Tihu, notaris, dat de leenmannen van het hof Sint-Jan te Luik hebben verklaard dat de kerk Sint-Jan recht heeft elk jar op 14 vaten spelt en 5 sous op 9 bunder grond te Bombaye die aan hen gegeven zijn in garantie van deze rente door wijlen Pires li Borgongnons.
1350 :Watiers de Taw, pastoor, de maire, de schepenen en de parochianen van Bombaye laten weten dat de kapittels van Saint-Denis en Sint-Jan, tiendeheffers, hebben laten maken door meester Johan de Huy, gezegd des Cloches, de banale klok van Bombaye wegende tussen 1400 en 1500 livres, en dat de kapittels aan hen gegeven hebben 10 livres metaal. Ze erkennen dat deze weldaad hen inde toekomst niet meer rechten zullen opleveren.
1456 :Jean Torreal, van Berneau en Reyner van der Nyewerborch laten weten dat ze in huur genomen hebben van de kapittels van Sint-Jan en van Saint-Denis de tienden van Bombaye.
1617 :Opmeting van de grote tienden van Bombaye.

Borgloon

1305 :Het officiaal van Luik laat weten dat, in aanwezigheid van notaris Henri gezegd Crenken van Hasselt, kannunnik van Sainte-Croix, Guillaume, zoon van Sophie van Middelhere, heeft erkend schatplichtig te zijn aan Gerard van Rotselar, kannunnik van Sint-Pieter, een rente van 8 vaten spelt in ruil voor een som van 64 livres parisi die hij heeft ontvangen. Hij geeft in hypotheek 1° een allodiale grond gelegen te Loon, komende van de “curia” van de graaf van Loon; de overdracht heeft plaats op het kerkhof van Loon, voor Guillaume de Plughere, rechter of maire en schepen van het allodiaal hof van de graaf, en de leden van dit hof: Gilbert, Henri Kempe en Leonius, schepenen, Jean Blumhousheren etc..; 2° 15 roeden grond te Veulen, gelegen op de plaats gezegd Suwe; 3° 15 boisseaux de froment rente op een grond te Middelhere, kortbij de Bremstrote, aan de welke verzaken de vrouw en zoon van gezegde Guillaume en waarvan Hemeric, broer van Gerard van Rotselar is in bezit gesteld “more solito, juxta capellam dicte ville de Folonia, sub tylia ubi est sedes scabinorum” door Lambert de Curia, maire, Jean gezegd Kempenere, jean Guthans etc .., schepenen; 4° 18 roeden grond afhangende van het hof dat het kapittel van Saint-Martin, van Luik, bezit te Horpmael en gelegen te Hovene.
1330 :Het kapittel van Sint-Jan, Johannes de Gorsem, koster te Loon, en Egidius de Tongris, kapelaan van Saint-Nicolas te Loon, laten weten dat ze devolgende conventie besloten hebben: Het kapittel van Sint-Jan, dat volgens de bepalingen van de erfpacht van 30 juni 1330, een rente van 17 vaten spelt moest aan de koster en de kapelaan van Saint-Nicolas te Loon, hiervan ontslagen wordt, omdat ze 16 bunder grond afstaan aan hun schuldeisers, gelegen tussen Loon en Wellen, op de plaats gezegd Ziterdriesch.
1531 :De schepenen van Luik laten weten dat Lambert Herman, van Loen, heeft bepaald op zijn goederen (maison et thier te Loen), een rente van 5 vaten spelt ten voordele van de kapelanen van Sint-Jan.
1568 :Voor de schepenen van Luik verkoopt Herman van Yntbrouck, verblijvend te Looz-le-Chateau, aan meester Jean Obrecht, kannunnik van Sint-Lambert, 9 Brabantse folrijnen rente op een huis gelegen te Loon, op de plaats gezegd Papistraat, renende langsachter aan “op ten borghgracht”.
1574 :Voor de schepenen van Luik wijst Jacques Obrecht, oud-burgemeester van Luik, een der testamentaire uitvoerders van wijlen meester Jean Obrecht, kannunnik van Sint-Lambert, 6 brabantse florijnen rente toe aan de jaargetijden van de cathedraal en 3 florijnen “a cletis” aan dezelfde kerk, de gezegde 9 florijnen rente gehypotheceerd op een huis gelegen te Borgloon, op de plaats gezegd Papistraet.

Borlez

1440 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Watelet Damme Yde de Haneffe, heeft verheft, door erving van Yde, zijn vrouw (dochter van wijlen Huwair de Borlez), een bunder weide gelegen te Borlez, renende aan Arnoul Boseal van Huy.
1440 :De maire en de leenmannen van het gezworen hof van de goederen behorende tot de kerk St Servais, te Luik, laten weten dat Jean en Huwair, zoon van wijlen Huwair van Borlez, in uitvoering van het huwelijkscontract van hun zus Yde met Watelet Damme Yde de Haneffe, hebben getransporteerd aan gezegde Watelet : 1° 12 grote roeden gelegen tussen Wynnes en Borlez, op de plaats gezegd en Dure faixhe, renende aan de efgenamen van Colaur Malisereit en aan Jean delle Croix; 2° 14 grote roeden, renende aan Petit Huwet de Borlez; 3° een half bunder aan Hayes de Waleffe; 4° 9 grote roeden en le Vaux de Borlez; 5° een morgen land te Grant tiége.
1440 :Alexandre Sandron, boekhouder van het kapittel van N.D. van Huy, maire van het gezworen van gezegd kapittel laten weten dat Jean en Huwair hebben verheft elk voor een derde, 24 grote roeden gelegen sour Grant Chan tussen Borlez en aux, renende aan le chemin delle Malaise. Deze staan het nadien adf aan Watelet die het op zijn beurt afstaatnaan het kapittel van St Pierre te Luik.
1440 :Jean de Fraiture, burger van Huy, en zijn hof van leenmannen laten weten dat Jean en Huwair, kinderen van wijlen Hugues de Borlez en Watelet Damme Yde, hun schoonbroer, echtgenoot van Yde hun zus, hebben verheft elk voor een derde, een bunder grond “sour let hier de Vaux”, 6 grote roeden tenende aan armen van Berloz, een morgenland “a l’autre saison”.

Bovenistier

1032 :Ontvangt Heilig Kruis van Bozon, voogd te Hoei, een goed gelegen te Bovenistier, dat hij in leen hield van de bisschop van Luik.
1297 :De kerk Heilig Kruis kopt van Amel de Bovenistier, “advocatus”, 21 roeden grond, gelegen te Bovenistier, gehouden door Libert dit li Preudons.
1297 :Simon dit Lupus krijgt in huur, voor een tijd van 12 jaar, 21 roeden grond gelegen te Bovenistier stat garant voor hem Guillaume de brouwer van Bovenistier, verblijvende te Pousset.
1301 :Thomas de Laminne, ridder, neemt in huur voor 6 jaar de gronden die de kerk Heilig Kruis bezit te Bovenistier, voor 106 vaten spelt jaarlijks door kannunnik Renard de Blarey, 12 vaten spelt rente gehypotheceerd op goederen gelegen te Bovenistier, Kemexhe en Momalle.
1303 :Ernichon de Spanhem aartdiaken informeert Thibaut de Bar, bisschop van Luik, dat hij heeft geregeld met Jacques, pastoor van Limont, de moederkerk, en de parochianen van Bovenistier, dochterkerk over de oprichting van deze laatste kerk tot hoofdkerk (parochiekerk). De kerk van Bovenistier ist verwijderd op een afstand van de moederkerk. In de winter en in natte tijden kunnen de parochianen slechts met de grootste moeite zich begeven naar de moederkerk. Daarom willen de parochianen de de huidige pastoor vragen voor Bovenistier een doopvont en een afzonderlijke pastoor.
1312 :De Officiaal van Luik laat weten dat voor Baudouin de Ferme, clerc van het hof te Luik, Haska, echtgenote van Henri de Bovenistier dit Moreilhon, heeft erkend dat haar man heeft verkocht aan het kapittel Heilig Kruis een bunder grond gezegd “tirchaus”, gelegen te Bovenistier, op de plaatsen gezegd Hierlamont, alle voie de Frayneal etc.
1315 :De Officiaal van Luik laat weten dat Sire André, pastoor van Saint-Hubert te Luik, en Marie, weduwe van meester Evrard de Louvain, advocaat aan het hof van Luik, testamentaire uitvoerders van gezegde Evrard, hebben verkocht an het kapittel Heilig Kruis, vertegenwoordigd.
1328 :De Officiaal van Luik laat weten dat in aanwezigheid van Robiers de Lens, notaris, van het hof van dame Maroie, weduwe van Gerart de Boveingnistier, ridder, en van het hof van het hospitaal dat was aan “cheaus des Temples”, Renechon le Mercal, van Bovegnistier, heeft getransporteerd aan Nicolay de Crehen, kapelaan van Sint-Jan, twee bunder grond te Bovegnestier, komende van het eerste hof, en drie roeden grond, op dezelfde plaats, komende van het tweede.
1343 :De schepenen van de kerk Heilig Kruis te Bovenistier laten weten dat Gontelet, zoon van dame Helette de Bovenistier, heeft afgestaan aan Gerard de Bernair, vertegenwoordigend Gilles de Bernair d’Ile, z’n neef, gronden en een huis gelegen te Bovenistier.
1344 :Jean de Bovenistier geëgd de Vierme, schildknaap, laat weten dat, voor z’n gezworen leenmannen, Jean Hongreau, zoon van wijlen Watier Sotteaul van Darion en van Dame Helewy, heeft getransporteerd an André de Bernair, pelletier (vairier) te Luik, 11 roeden grond, op de maat van Bleret, gelegen aan Verd Fossé, op het teritorium van Bovenistier.
1344 :De maire en leenmannen van de abdij Val-Saint-Lambert te Bovenistier laten weten dat Jean Hongreauz, zoon van wijlen Walter Sottealz van Darion en van juffrouw Heluy, heeft getransporteerd aan Andre de Bernair, pelletier, te Luik, een half bunder grond gelegen te Bovenistier, op de weg van Pousset (Puchey).
1354 :Opmeting van gronden te Bovenistier behorend tot het kapittel van Heilig Kruis, gedaan door Lambert de Crisnée, arpenteur, en Gerard, z’n dienaar, in aanwezigheid van de mayeur (burgemeester) en schepenen van deze plaats, van Henri Cope van Waremme, kannunnik, en van Gilles Jonathas, kapelaan van Heilig Kruis.
1354 :Gonthier, gezegd de deken van Bovenistier, ontvangt in huur voor 18 jaar de gronden van het kapitten Heilig Kruis te Bovenistier.
1359 :Johans de Toiz, deken van Malmedy, baas ven het altaar Saint-Laurent te Malmedy, lat weten dat hij toelating heeft gegeven aan de rector van dit altaar, Alart de Rahiers, om 13 bunder gelegen te Bovenistier, in de jurisdictie ven de hoven van Sint-Jan en Saint-Croix, waar deze 1/3 van de oogst hadden. Dit ten voordele van Sint-Jan dat daar 8 vaten spelt voor betaalt.
1364 :Gilechon, zoon van Goffette de Hollogne, draagt over aan Mattars de Bovegnistier verschillende gronden gelegen te Bovegnistier op dewelkde de abdij Val-Benoit renten ontvangt.
1376 :Jackemin le Hurier, de wijnbouwer, en Marie, dochter van wijlen Remi le Moulnier van Saint-Séverin in de Condroz, geven aan Jean de Bernai, burger van Luik, verschillende gronden gelegen t Bovenistier.
1387 :Het hof van Bovenistier laat weten dat Gontiers d’Oumale, jonker, heeft afgezien van de functie van boswachter van Bovenistier die hij uitoefende als opvolger van de voorouders van z’n vrouw, Maroie, dochter van Gerars Malmesiert de Mamelette, en die hen 14 vaten haver per jaar opbracht. Deze afstand heeft plaats in het voordeel van Bencheviens, deken en het kapittel van Sint-Jan, die op hun beurt hebben toegezegd aan Gontiers d’Oumale inkomsten ten bedrage van 15 vaten spelt op goederen te Bovenistier.
1404 :Het hof van Bovenistier laat weten dat op verzoek van Nycolle Urbain, kannunnik en van Wery de Marloie, kapelaan en boekhouder van Sint-Jan, het heeft overgegaan tot de meting van een groot aantal gronden te Bovenistier voor 70 bunder, 12 roeden groot en 3 ½ kleine roeden, behorende tot het kapittel. Genoemde plaatsen: derrier le cortil del thour, la voie de Bovegnistier a Puchey; le paseal qui tend delle rivière d’Yerne a Waremme; en Xhovemont; sur la voie de Fermes a Blarey; la voie de Longchamps; en Hewiervaux; a Pireus; deleis le busson de Fermes; alle Maladie; la voie de Bovegnistier a Fermes; elle Campengnot, terroir de Lymon; en Fierchoufosse; la voie de Bovegnestier a Lymon; sour le riwal derier Bovegnestier; elle champagne de Her; la voie de Hemricourt; en Her; sour le tyer de Herlamont; sour le tyer de Her; sour la voie de Liege; a Busson Gontier; la voie de Frayeneal; sour le mont de Valier; en fons de Valier; en Valier entre dois halteur.
1421 :De maire en de schepenen van Bovenistier laten weten dat Henri de Hombroux getransporteerd heeft aan Arnoul de Termongne, clerc 1° 5 morgen land gelegen in dit dorp achter de weide van Jean de Limont, renende aan het kapittel van Sint-Jan en madame de Clokier, 2° een bunder grond op de weg van Frayneal.
1422 :Het hof van Sint-Jan te Bovenistier, op verzoek van kannunnik Clouz Urban, in opdracht van het kapittel van Sint-Jan, en in tegenwoordigheid van de inwoners bijeengeroepen “van huis tot huis” door de boswachter en opgeroepen door het klokgelui van de dorpsklok, geeft een acte uit stipulerend dat het gezag, heerlijkheid, rechtspraak hoog en laag van Bovenistier behoort tot het kapittel; dat de heerlijkheid zich zelfs uitstrekt over de gronden onderhorig aan het lage hof dat de collegiale van Saint-Croix er bezit; dat alle nalatenschappen cijns moeten aan de heer; dat de inwoners mogen brouwen, brood maken en verkopen. Dezelfde acte bepaalt de breedte van de wegen, bepaalt de regels voor de repressie van delicten etc ..
1435 :Jean Rousseaul, kannunnik van Saint-Jean-Evangeliste, en consoorten laten weten dat, voor hun leenmannen, Jeanne, weduwe van Henri de Foumalle, heeft afgestaan aan haar drie zonen, Henri, Jean en Guillaume het vruchtgebruik van verschillende gronden gelegen te Bovenistier.
1448 :2 bunder grond op het terrein van Stiers, op de weg van Robbertfosseit, tussen la Malaise en Bovenistier, uit de nalatenschap van Jean van Bernair.
1458 :De schepenen van Luik laten weten dat Ide, weduwe van Helar de Fumale, een rente van 3 vaten spelt heeft getransporteerd die gebonden was aan een huis en goederen te Bovenestier, ten voordele van de kapelanen van Sint-Jan, de goederen gelegen te Bovenistier, die ze hebben verheft na de dood van hun ouders. Wilhemme Botton, aan wie de drie broers ook een rente van 11 vaten spelt moesten voor dezelfde goederen, stemt er mee in dat de rente van het kapittel voorrang heeft.
1465 :Robert, zoon van Collart Robin van Crenwick, laat weten dat hij heeft verkocht aan Ystas delle Aitre, deken van Sint-Pieter en aan Jean Giele gezegd Block, pastoor van Meeffe, testamentaire uitvoerders van Cloes Voecht, kannunnik van Sint-Pieter, voor de dagelijkse mis gesticht door gezegde Cloes en die de kannunniken en kapelanen van Sint-Pieter celebreren, een rente van 4 vaten spelt aangehecht aan 9 morgenland te Bovenistier.
1467 :De maire en de schepenen van Bovensitier-en-Hesbaye laten weten dat Jean de Bleret, kapelaan van Sint-Pieter, heeft herhaald in een akte van 24 april 1465, dat Robert, zoon van Collart Robin van Crenwick, voor de dagelijkse mis ten gunste van kannunnik Cloes Voecht, heeft verheft ; 1° meerdere delen grond gelegen achter de weide van Jean de Lymont en 2° een bunder sur le Riwal de Malaise, renende aan deweg van Frayneul en aan Henri de Fumal de jongere.
1470 :De maire en de schepenen van Bovenistier, op vraag van Jean de Viernay, avant-parlier, geven een akte betreffende de moeilijkheden opgedoken tussen de Aumone van de kathedraal en Guillaume, zoon van Henri de Clockier, betreffende een rente van 2 vaten spelt.
1470 :De maire en de schepenen van Bovenistier, op vraag van Collar Oddar, mayeur van Pousset, geven een akte betreffende goederen en renten dat de Aumone van de kathedraal bezit onder hun jurisdictie.
1473 :Het hof van Bovenistier laat wten dat Ernar, Johan en Mathier, zonen van wijlen Mathier delle Haye, hebben toegezegd aan het kapittel van Sint-Jan, een rente van 4 vaten spelt.
1479 :Het hof van Bovenistier laat weten dat het kapittel van Sint-Jan heeft doen maken de kleine en grote bevelen aan Robert Ewa, houder van een grond die een rente moet aan het kapittel en aan het hospitaal Mottet van Hoei.
1539 :Meting van de gronden op bevel van het kapittel van Saint-Jean en Ile, heer van deze localiteit.
1539 :De schepenen van Luik stellen het kapittel van Saint-Croix in ’t ongelijk wanneer ze menen het kapittel van Sint-Jan te verplichten enkele grensgronden op de scheiding van de heerlijkheid te laten meten.
1539 :Het hof van Bovenistier, na beroep van de schepenen van Luik, verklaart dat het kapittel van Sint-Jan, als heer van de plaats, mag laten aanhouden Johan Gort, beschuldigd van doodslag, en andere beschuldigden mag vervolgen die de deur van het huis van Godefrin Gort hebben gebroken.
1551 :Specificatie van gronden te Bovenistier.
1555 :De schepenen van Bovenistier verklaren de opmeting op 8 juni 1551 gedaan o.a van 4 roeden gelegen (alle voye de Frayneal).
1559 :Voor de burgemeester en schepenen van Bovenistier, Henri le Clockier, pastoor van deze plek, zuivert de beslagnemingen aan op enkele onroerende goederen t.v.v. Heilig Kruis.
1562 :De schepenen van Luik laten weten dat het kapittel van Sint-Jan heeft gegeven, om te houden van hen, aan Mathier Augustin van Fontaine, verblijvende buiten de poort Saint-Marguerite, bij Luik, verschillende percelen te Bovenistier tegen betaling van 7 vaten spelt aan het kapittel.
1563 :De schepenen van Luik laten weten dat Jehan Hubert heeft bevestigd ten voordele van het kapitten van Sint-Jan een rente van een vat spelt op zijn goederen, onder andere op zijn huis te Bovenistier.
1566 :Voor de schepenen van Luik, erkent Jean del Thour te moeten aan de “Aumone” van de cathedraal 27 vaten, 5 setiers en 2,5 “pougnoux” spelt voor achterstallige rente en geeft in garantie een grond gelegen te Bovenistier, op de plaats gezegd “en l’enclo delle thour”.
1568 :Het hof van Bovenistier, verklaart op verzoek van het kapittel van Sint-Jan, bij akte dat een opmeting van Bovenistier, gemaakt in 1538, een opsomming bevat van meerdere gronden toebehorend aan het kapittel en gehouden door Libioul de Lymon (dit diende als prcesstuk van het kapittel tegen Mathy Augustin, die de goederen van z’n schoonvader Libert Libioule de Lymon in 1563 in beslag had genomen).
1570 :De schepenen van Luik laten weten dat het kapittel van Sint-Jan heeft gegeven, om te houden van hen, aan Mathier Augustin, van Fontaine, verblijvende buiten de poort Sainte-Marguerite bij Luik, goederen gelegen te Bovenistier en Limont (gezegde plaats sur le mont de Vallier), tegen een jaarlijkse betaling van 7 vaten spelt.
1570 :Voor de schepene van Luik wijst Jean Hubert toe aan de “Aumone” van de cathedraal een rente van 12 setiers spelt, op een huis gelegen te Bovenistier.
1570 :Voor de schepenen van Luik wijst Jean delle Thoure toe aan de “Aumone” van de cathedraal 2 vaten spelt rente op gronden gelegen te Bovenistier.
1572 :Jean Francot, van Pousset, verheft voor het gezworen hof van het Heilig Kruis, een grond te Bovenistier, “deseur le riwauz”.
1572 :Voor de schepenen van Luik verkoopt Antoine, zoon van Jean Clocquier van Bovenistier aan Jean Jourdevant 15 brabantse florijnen cijns op een huis gelegen te Bovenistier.
1575 :Voor de schepenen van Luik verkoopt Antoine de Clocquier aan de jaargetijden van de cathedraal 25 brabantse florijnen cijns op een huis en gronden gelegen te Bovenistier, renende aan Arnuld Hennot van Limont.
1580 :Voor het allodiaal hof te Luik, het kapitel van Heilig Kruis verheft een half bunder grond, gesitueerd te Bovenstier.

Broekom

1319 :De meesters, schepenen, gezworenen en heel de raad van de stad Luik maken hun uitspraak bekend betreffende de rechtspraak over Broekom, betwist tussen het kapittel van de kerk Sint-Lambert en Arnold, graaf van Loon (interessante omschrijving van het gebied tot in detail).
1357 :De mayeur en de schepenen van Brouckom laten weten aan het kapittel van de kerk Sint-Lambert dat Lambert, zoon van Goswin gezegd Lempens, heeft gehypothekeerd ten voordele van gezegd kapittel gronden gelegen in hun jurisdictie.
1444 :Opmeting van de gronden te Broekom, op vraag van het schepenhof van deze plaats.
1444 :Voor de maire en schepenen van Broekom, staan Guillaume Beeckmans en consoorten af aan het kapittel van Sint-Lambert meerdere gronden.
1445 :Voor de schout en de schepenen van Broekom, wordt het kapittel van Sint-Lambert, vertegenwoordigd door Gheryt Scavarts, in bezit gesteld van 24 roeden grond.
1445 :Voor de schout en de schepenen van Broekom, wordt het kapittel van Sint-Lambert in bezit gesteld van een stuk grond, renende aan Henri de Dessenere, aan Jean de Seraing en aan Herman Struven.
1445 :Voor de schout en de schepenen van Broekom, wordt het kapittel van Sint-Lambert in bezit gesteld van gronden gelegen bij Gheryte van den Edelbampde.
1537 : Voor de schepenen van Luik verkoopt Pentecôte de Hamal, weduwe van Frambach de Galoppe aan Herman de Horion, kannunnik van Sint-Lambert, vertegenwoordigd door Jeanb Junccis, schepen van Luik, 60 gouden brabantse carolussen goud rente, te nemen op 240 vaten spelt gehypotheceerd te Broekom, Brustem, Gutschoven en omstreken toegewezen aan Franbach door zijn schoonvader bij het aangaan van zijn huwelijk.
1547 :Voor de maire en de schepenen van Luik verheffen Oloff en Frambach, zonen van wijlen Frambach de Galoppe, heer van Neufchateau, Rosmelle etc., Herman van Eyst gezegd Beusdem, echtgenoot van Catherine de Galoppe hun goederen, door erving van hun vader en moeder et bevestigen de assignatie gedaan door Pentecote de Hamal, hun moeder, ten gunste van wijlen Herman de Horion, van een rente van 60 gouden brabantse carolus gehypotheceerd te Broekom, Brustem, Gutshoven.

Brustem

1235 :Gerard, sire van Jauche, geeft aan de kerk van Averbode de tienden van Brustem die hij in leen hield van de graaf van Loon, ter compensatie geeft hij aan deze graaf son alleu “Niholt”, voor het in leen te houden.
1362 :De schepenen van Luik staan toe aan Renard de Ghore, kannunnik van de kerk Sint-Lambert, op te richten een hof van een mayeur en 7 leenmannen te Brustem om te ontvangen werken gebonden aan de goederen van deze localiteit.

Buvingen

1512 :Het hof van Sint-Jan te Groot-Jeuk laat weten dat Peter Bastyns heeft verklaard ten voordele van het kapittel van Sint-Jan een rente van 6 vaten spelt op 22 roeden grond te Buvingen.

Celles

1263 :Michel, abt van St Jacques, te Luik, laat weten dat messire Arnoul, pastoor van Faimes, heeft getransporteerd aan de abij van Val-Benoit 4 bunder en 13 roeden grond te Celles, tegen een jaarlijkse cijns van 40 luikse deniers.
1263 :Ermengarde, abdis van Val-Benoit, laat weten dat Arnoul, kapelaan van Saint-Jacques, te Jeneffe (ook pastoor van Faimes), transporteert aan de abdij van Val-Benoit, gronden gelegen te Celles, Waleffe, Hollogne-sur-Geer en Faimes, dienende voor het onderhoud van een kapelaan van het nieuwe altaar, opgedragen aan St Michel in de kekr van Val-Benoit.
1447 :Akte van de maire en de gezworen leenmannen van de goederen behorend tot de parochiale kerk Saint-Jean-Baptiste te Luik, betreffende een grond gelegen te Clees lez-Waremme, belast met een rente ten voordele van de begunstigden van Sint-Lambert. Maire: Henri de Horpale.
1474 :Voor de maire en de schepenen van aleffe-Saint-Pierre, verheft het rekenhof van de jaargetijden van Sint-Lambert gronden tussen Waleffe-Saint-Pierre en Celles, “alle voie de Frayneal”.
1565 :De maire en de schepenen van Celles in Haspengouw bevestigen de inbeslagneming van een huis gelegen te Termogne, door het kapittel van Sint-Lambert tegen Guillaume de Goethem.

Chapon-Seraing

1495 :Voor de leenmannen van Jean le Hurt de Schoneck, heer van Oupeye, Vivegnis, Avennes en aanhorigheden, verheft het kapittel van Sint-Lambert een grond gelegen te Chaponseraing.
1505 :Voor het gezworen hof van de “Chambre” verheft Jean de Gemynnes een huis gelegen te Chaponseraing voor 4 vaten spelt rente te betalen aan de kerkfabriek van de kathedraal. (deze rente werd gelegateerd door Jean Hardi, waarvan testament op 17 december 1484).

Chockier

1481 :Het hof van Hollongne-aux-Pierres laat weten dat Jacquemin Surlet, van Chokier en z’n echtgenote Clamenche, weduwe van Gerard Jehannée, hebben geplaatst op 3 morgen wijngaard op de plaats gezegd Thier de Charneur, te Chokier, 2 vaten spelt rente, ten voordele van de kapelanen van Sint-Jan.

Corswarem

1324 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat de testamentaire uitvoerders van Gerard de Ramelot, jonker, verkopen aan het kapittel van Heilige Lambert een grond gelegen te Corswarem.
1332 :Thierri de Haneffe, ridder, staat voor 2 jaar toe aan de graaf van Loon een terugkooprecht op het dorp Corswarem en 300 livrées grond.
1401 :Voor het allodiaal hof van Luik verkoopt Gilles d’Abée, zoon van wijlen Gilard d’Abée, burger van Luik, aan de kannunniken van Saint-Materne, vertegenwoordigd door één van hun: Jean d’Alleur gezegd de Puiche, 3 vaten spelt rente gehypotheceerd te Corswarem.
1440 :Voor het allodiaal hof van Luik, draagt Arnoul de Corswarem, heer van Niel, over aan Isabeau, dochter van Pirlot Huwar van Vinalmont, gronden gelegen te Corswarem.
1442 :Voor het allodiaal hof van Luik, geeft Isabeau de Vinalmont terug aan Walter de Corswarem, kannunnik van Sint-Lambert en proost van Mechelen, gronden gelegen te Corswarem.
1453 :Voor het allodiaal hof van Luik, herverdelen Ghiselbert de Overdevecht, kannunnik en koorzanger van Sint-Lambert, Louis Bisscops en Jacques Capelle, kannunniken van Saint-Materne, testamentaire uitvoerders van wijlen meester Jacques de Lovelde, kannunnik van Sint-Lambert tussen het kapittel Kathedraal, het kloosters der kruiskeren en van de Chartreuzers 24 vaten rente spelt gehypothekeerd te Corswarem.
1535 :Het gezworen hof van Raes de Corswarem, te Corswarem, laat weten dat Wilhem Thoers heeft verkocht voor 43 rijnflorijnen aan Wathier de Corswarem, deken van Sint-Jan, tegen een muid spelt rente op 15 roeden grond gelegen te “au chemin de Corswaremme à Haske”.
1540 :De burgemeesters en gezworen leenmannen van de graaf van Loon, zetelend onder de linde van “Borchloen”, laten weten dat Arnoul Jonck Aert van Corswarem een rente geeft op 3 bunder gelegen te Corswarem. (ook was er een terrein op de hoogte van Borchloen te Corswarem).
1678 :De maire, de schepene en de allodiale mannen van Looz-le-Chateau bevestigen dat in het graafschap Loon 3 soorten goederen zijn, allodiale, feodale en censale en dat de allodiale goederen gelegen onder Corswarem en omstreken behoren tot het allodiale hof van de prinsbisschop van Luik als graaf van Loon.

Cortessem

1326 :Het hof der leenmannen van het kapittel van Saint-Pierre van Cortessem laat weten dat het kapittel van Sint-Jan vertegenwoordigd door de kannunnik H. de Ardingen, geeft afgestaan aan Petrus de Prenghagen, kannunnik van Cortessem, het vruchtgebrik van 5 bunder en 4 roeden grond, gelegen te Cortessem, betalend een jaarlijkse cijns van vijf sous van vieux gros tournois.
1462 :Raes van der Printhagen verklaart verkocht te hebben aan Lysbeth Mynten, van Cortessem, 12 roeden grond, afhangende van het feodaal hof van Printhagen, gelegen achter de Wygaert.

Crenwick

1265 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat de abdij van Val-Benoit ontvangt van messire Godefroid Vallée van Horion, ridder, allodiale gronden en cijzen, te Crenwick en Villers, op voorwaarde een altaar op te richten voor de heilige maagd.
1269 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Arnoul Bosars de Crenwick overdraagt aan de abdij Val-Benoit 11 roeden allodiale grond te Crenwick.
1296 :Ermengarde, abdis van Val-Benoit, laat weten dat ze heeft verkocht aan Bonne van Saint-Servais, burgeres van Luik, ten voordele van haar zus Jutte de Forest, religieuze van Val-Benoit, een levenslang pensioen van 9 vaten spelt en dat wijlen Beatrice van Saint-Servais heeft gelegateert aan de abdij een binder te Crenwick tegen verschillende voorwaarden.
1296 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat de vrouw van Pierre Pilho, van Moxhe, tjdens haar leven haar kinderen gronden te Crenwick gegeven, deze nu deze overgedragen hebben aan de kerk Sint-Lambert.
1371 :Het leenhof van Saint-Denis te Luik verklaart bij akte dat Libers de Vierme, kapelaan van Sint-Jan, heeft verworven van Arnuls de Boseal, van Crenwick, op 10 december 1367, 8 bunder 12 grote roeden gelegen te Crenwick, en deze Libers heeft ze getransporteerd aan het kapittel van Sint-Jan. Als scheidsrechter kiest het kapittel Leonardus Villicus, kannunnik van Saint-Pierre, en de inwoners, meester Johannes de Oxhen, advocaat aan het hof te Luik. Indien geen accoord dan beslist Hermannus de Kalkar, proost van Saint-Georges te Keulen en kannunnik van Saint-Lambert.
1391 :Het hof van de schepenen van Crenwick laat weten dat Raes de Crenwick, jonker, heeft overgedragen aan de abdij Val-Benoitn verscheidene allodiale gronden die hij verklaart te willen houden in de toekomst van de abdij tegen 13 vaten spelt per jaar.
1394 :Notaris Johannes de Meffia laat weten dat Bencen tussen hevenne Gutii, deken en het kapittel van Sint-Jan, en de inwoners van Crenwyk (vertegenwoordigd door Gerardus, zoon van wijlen Fastrardus de Fresin, ridder, Robertus, zoon van Johannes de Rosuto, Arnoldus Quarmeal, momber van de kerk van Crenwyk) hebben besloten om het geschil te beëindigen onstaan over een tiende dat het kapitel eisde van de inwoners.
1399 :Gerart van Vorsen en zijn zoon Vastrart laten weten dat ze in pacht genomen hebben voor drie jaar de tienden van het kapittel van Crenwyk.
1430 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Doem de Frehin, schildknaap, heeft getransporteerd aan Arnult de Termongne, burger van Luik, 2 bunder grond, alle Tombe, te Boelhe en 11 roeden grond tussen Crenwick en Boelhe.
1438 :Voor het gezworen hof van de “Chambre”, Gérard ly bastaur de Frehien verheft, van de “Aumone” van de kathedraal, gronden gelegen tussen Fresin en Crenwick.
1464 :Jeab Giisbrechs de jonge, schout van de ban en het hoge rechtshof van Crenwick, Collin Robiins, Jean Terwen, Jacques van Misem, Jean Giisbrechs de oude, Collar van der Smissen, Jacques Putseys en Gerard Bestuylre, schepenen van deze ban, laten weten dat Marie van den Swaur gezegd van Craenwiick, met haar momber (voogd) Fastrard Gherets, bastaard van Fresin, heeft getransporteerd aan Jean, haar zoon, een rente van 10 vaten spelt op haar goederen gelegen te Crenwick.
1492 :De kapelanen van Sint-Jan geven in pacht aan Nicolaus Vandersmissen, 3 gronden gelegen te Crenwick, op de plaatsen gezegd de weg van Crenwick naar Hollogne, “ale Spinette”, op de weg van Crenwick naar Geer.
1523 :De schepenen van Luik laten weten dat Ernult Hoen dezegd delle Griffe, burger van Luik, heeft geweigerd aan 4,5 bunder grond te Crenwick (“à Buxhon entre Boel et Villerea; en Arsy; à long preit; alle fo ntaine Saint-Jehan; à Thibobouhy”), die hij van het kapittel van Sint-Jan hield.
1650 :Het hof van Crenwyck laat weten dat de pastoor, Renier van Borleys, heeft bekomen bij goedkeuring van de bewoners van de plaats om de hereniging te vragen van Crenwyck en Fresin, daar de inkomsten onvoldoende zijn voor het onderhoud van 2 pastorijen.

Crisnée

1317 :Verheffing van de tienden van Crisnée bij Heilig Kruis, voor 100 vaten spelt per jaar.
1366 :De leenmannen van Gerard de Posilhac, koster van Saint-Lambert, laten weten dat messire Gerard de Bierset, ridder, transport gedaan heeft aan Jeanne, dame van Liers, z’n dochter, van alle cijnsen hij bezat te Crisnée en die naar hem gekomen zijn via z’n vrouw Jeanne, dochter van Radut le Blavier, schepen van Luik; welke dame van Liers geeft aan Hannekin, voogd van Liers, haar oudste zoon, verwant met Jean de Liers, schildknaap, haar eerste echtgenoot, Hannekin, 15 jaar geworden, zoals bewezen door Henril e Blavier, kannunnik van Saint-Denis, messire Gerard de Bierset, grootvader van Hannekin, juffrouw Marie de Boilen, etc., transporteert de cijnsen van Crisnée aan het kapittel van Heilig Kruis vertegenwoordigd door kannunnik Denis d’Othée.
1371 :Voor het allodiaal hof van Luik draagt Henri le Moine van Crisnée over aan Jamar van Crisnée, “mairnier”, burger van Luik, gronden gelegen te Crisnée.
1372 :De mayeur en de schepenen van Luik staan toe dat Henri le Moine van Crisnée, jonker, te verkopen gehypothekeerde renten op gronden te Crisnée en te Fize om zijn zoon te kunnen bevrijden, gevangen voor schulden te Visé en die zich in levensgevaar bevindt.
1372 :De maire en de schepenen van Crisnée, samen met enkele allodiale mannen, zetten “en garde de loi” de overdracht gedaan door Guillaume le Moine aan Jean Michelot, bakker.
1372 :Voor de maire en de leenmannen van Lauw, geeftt Marguerite, weduwe van Jamer van Crisnée, mairnier, burger van Luik, terug aan Guillaume, zoon van Henri le Moine van Crisnée, gronden gelegen te Crisnée, zes dagen later dan dat Guillaume diezelfde gronden overdroeg aan Jean michelot, bakker, burger van Luik.
1372 :Jean, avoué van Crisnée, jonker, geeft aan Lambert Rousseau, schepen van Luik, voor zijn hof van leenmannen, een grond gelegen tussen Crisnée en Kemexhe.
1377 :Jean, voogd van Crisnée, jonker, geeft voor zijn leenmannen aan Guillaume de Havelange, klerk, verblijvend te Souverain-Pont, een bunder grond gelegen te Crisnée.
1378 :Jean, voogd van Crisnée, jonker, geeft voor zijn leenmannen aan Guillaume de Havelange, klerk, verblijvend te Souverain-Pont, 32 grote roeden grond te Crisnée.
1378 :Egletine, weduwe van Jean, voogd van Crisnée, jonker, hof houdende voor Jean, Ferry, Idelette en Maroiette, zijn kinderen, laat weten voor zijn leenmannen dat Guillaume de Havelange, klerk, verblijvend te Souverain-Pont, heeft verheft en overgedragen aan Thiri de Bierset, wisselaar, burger van Luik, verschillende allodiale gronden te Crisnée.
1394 :Voor de leenmannen van Gilles de Hognoul, verblijvende te Crisnée, man van Engletine de Villers-l’Eveque, weduwe uit eerste huwelijk van Jean, voogd van Crisnée, jonker, Thierri de Bierses, wisselaar te Luik, draagt over aan zijn 2 zonen Colar en Baudouin, geboren van Jeanne d’Awans, zijn eerste vrouw, twee gronden gelegen te Crisnée.
1415 :Voor het hof van de leenmannen van Alexandre Sandron, de oude, leerlooier, burger van Luik, draagt Jean, voogd van Crisnée, over aan gezegde Sandron “les cruychens et remanans” van gronden die hij bezat te Crisnée.
1416 :Voor de maire en de schepenen van Crisnée, Jean Michelot, zoon van wijlen Jean Michelot, bakker en burger van Luik, draagt over aan Alexandre Sandron, de oude, leerlooier, burger van Luik, zijn schoonbroer gehuwd met Maroie Michelot, meerdere gronden gelegen te Crisnée.
1473 :Transport, gedaan door Mathieu Corbéal, van gronden gelegen te Crisnée en te Herstappe, op de plaatsen gezegd derrière le Postiche, en Waresche etc ..
1531 :De schepenen van Luik laten weten dat Johan Loyal, pastoor van Crisnée heeft getransporteerd ten voordele van de kosterij van Sint-Jan, een rente van 1 muid spelt op een grond gelegen te Crisnée (op de plaats en Jardin).
1558 :Verheffing van cijnsen, renten en kapoenen, afhangende van de koster van Sint-Lambert door het Heilig Kruis ..
1586 :Voor de schepenen van Crisnée geven Lievin Torrentin, vicaris en aartsdiaken van Luik, en Frederic Eynatten van Bolland, kannunniken van Sint-Lambert terug aan Gilles Nicolay, pastoor van Crisnée, die het terug koopt als zoon van de verkoper een rente van 8 brabantse florijnen.
1721 :Transactie, voor notaris Smal, tussen het Heilig Kruis en de abdij Val-des-Ecoliers, betreffende een enclos gesitueerd op de weg van Fize naar Crisnée.

Crotteux

1293 :De officiaal van Luik laat weten dat een mandataris van de deken en het kapittel van de kerk Heilige Martin, te Luik, heeft voor zijn hof getrokken Godefroid de Crotay (Crotteux) omdat hij weigert te betalen de tienden op een huis en aanhorigheden gelegen in het dorp Crotteux.
1355 :Het kapittel van Sint-Pierre geeft aan Mathieu Warnier en Colar Mathos in pacht voor 12 jaar en tehen 50 vaten spelt, de gronden die ze bezit te Crotteux.
1371 :Guillaume Baré de Velroux en Colar Moreal, zijn broer, laten weten dat, voor hun leenmannen, Agnes, weduwe van Jean Hanotin, van hun heeft genomen in erfenis een hof, huis, tuin en aanhorigheid gelegen te Crotteux, voor een rente van 6 vaten spelt, waar gezegde Agnes hun 2 terug van koopt.
1547 :Voor de schepenen van Luik geeft Jean Juncis, schepen van Luik, in leen aan Collar de Crotteux, een grond gelegen te Montegnée, komende van Raes, Warnier, Jacques, Everard en Jean, zonen van wijlen Raes, mayeur van Ans, burgemeester van Luik. Collar geeft in pand zijn huis gelegen te Crotteux.
1559 :De schepenen van Luik laten weten dat Jacques de Lovinfosse heeft verkocht aan Wathier de Corswarem, deken van Sint-Jan, tegen een prijs van 60 florijnen, 3 vaten spelt rente te nemen in een rente van 6 vaten spelt die hem verschuldigd zijn door Antoine en Motte de Crotteur op 4 bunder 14 grote roeden te Crotteux.

Cuttecoven

1425 :Gilles Gobin, kannunnik van Saint-Barthelemeus, vice-proost van Luik, draagt over aan de meestbiedende gronden gelegen te Cuttecoven bij Loon, tot het meeste profijt van de proostdiij van Sint-Lambert. Deze gronden worden toegewezen aan Arnold Vos.
1435 :Voor de maire en de schepenen van de abdij van Herkenrode te Cuttecoven, geeft Renier Vos, zoon van wijlen Arnold Vos van Cuttecoven, aan de prevoost van Luik onderpanden voor de renten te betalen te Cuttecoven.

Darion

1424 :Het gezworen hof van leenmannen van Sint-Jan laat weten dat Huwes, zoon van Fastré d’Orey, verblijvende te Hodeige, heet verheft een huis te Darion en drie stukken land te Ligney (plaats: en le Champaingnot) komende van z’n vrouw Magriet door de dood van Sint-Jan, Johan Noiel, van Darion.
1582 :Antoine d’Omal verheft een weide, gelegen dichtbij de kerk van Darion, tegen betalen van 14 setiers rente spelt aan de Mandé van Sint-Jan.

Diepenbeek

1244 :Uitspraak door Renier, kannunnik van Tongeren, en Godefroid van Cortessem, ridder, betreffende de tiende van Diepenbeek betwist door de abdij van Villers en de dame van deze plaats.
1245 :Justine, dame van Diepenbeek, en haar zoon Jacques, heer van deze plaats, laten weten het akkoord gesloten met de abt van Villers betreffende moeilijkheden met huurders van goederen afhangende van de altaren Saint-Jean en Saint-Nicolas te Diepenbeek.
1256 :Paus Alexander keurt goed de incorporatie van de kerk van Diepenbeek aan de abdij van Villers.
1741 :Notariële akte waarbij het kapittel van Sint-Lambert in erfleen geeft aan Jacques Minten, burgemeester van Hasselt, een stuk “patures et bruyères” gezegd “le Bendt” te Diepenbeek op voorwaarde dat dit stuk altijd een leen blijft van de kathedraal, afhangende van het censaal en feodaal hof gezegd “delle Chambre”.

Dommartin

1314 :Het kapittel van Sint-Pierre verklaart dat zijn leenhof heeft laten weten bij akte aan Jean Skimot, kapelaan van het altaar Saint-Denis en Saint-Vincent in deze kerk, dat wijlen Nogier van Saint-Servais en Jacquemain Sevars, escohier, testamentaire uitvoerders van Colai Sevar, broer van gezegde Jaquemin, hebben ontvangen “en lansage”, als voogd van gezegde altaar, ongeveer 10 bunder leen komende van “maistre del Temple de Haneffe” en gelegen te Dommartin en te Horion.
1320 :Broeder Rogier de Haut-Avesnes, van de orde van Sint-Jan van Jerusalem, cammandeur van het huis van Haneffe die behoorde vroeger tot de tempeliers, laat weten dat, voor hem en z’n leenmannen, meester André de Ferires, advocaat aan het hof van Luik, heeft getransporteerd aan het kapittel Heilig Kruis, vertegenwoordigd door Jean de Haneffe, kapelaan van deze kerk, 3 bunder grond gelegen te Dommartin, op de plaats gezegd “aus marcelles”.
1436 :Voor het gezworen hof van leenmannen dat het kapittel van Sint-Lambert bezit te Fize-Fontaine, gezegd “la cour de sor let hier”, verheffen de begunstigden van de cathedraal een grond gelegen “en Fons de Frainials te Hoconbor” (op de rugzijde van de akte staat geschreven: Dommartin).
1449 :het hof van Jean Tybault van Grand-Axhe de Emycoven, commandeur van Chantraine, gezegd baljuw van Avalterre, ridder van de orde van Sint-Jan van Jeruzalem, gezegd van Rhodos zegt dat Gilles de Liege, kannunik van het Heilig Kruis, verheft gronden te Dommartin.
1464 :De maire en de schepenen van de ban van Amay laten weten dat het kapittel van Sint-Lambert, heer van Amay, hebben laten inbeslag nemen, op de begunstigden van dezelfde kerk, een bunder grond gelegen te Dommartin.
1519 :Het hof van Warfusée, zetelend te Saint-Georges, laat weten dat Jehan de Hamalle, zoon van wijlen Willeme, het trouwcontract vervolledigend van z’n zus met Jehan Coppin, van Moxhe, heeft getransporteerd aan deze laatste de hoeve delle Vaux te Dommartin en de gronden die ervan afhingen. De 5e september die erop volgt, laat het hof weten dat Jehan Coppin de goederen ontvangen heeft en 4 vaten spelt rente aan de kerk van Dommartin geeft voor het jaargetijde van Willeme de Hamalle en z’n vrouw.
1525 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Wathier de Corswarem, deken van Sint-Jan heeft verheft een rente van 6 muid spelt op goederen gelegen te Dommartin en Warfusée, die hem zijn gelegateerd door wijlen Art de Brochen, kannunnik van Saint-Materne.
1546 :De schepenen van Luik laten weten dat Henri de Crissengnie, zoon van wijlen Gerar Lhoeste, verblijvende te Fize-le-Marsal, heeft verkocht aan de kapelanen van Sint-Jan, 3 vaten spelt rente en heeft gegeven in hypotheek al z’n goederen, roerend en onroerend, huidig en toekomstige, waarondereen rente komende van het hof van Warfusée te Saint-Georges (gezegde plaatsen: en fon de thier de Marchalle, sur le voie delle vaul de Dommartin, en fon Houckonburre, les Fraisneaz, le pr’ le Riensea, sur le tiege de Fraisgne, sur les Prealles, en Cornichamps).
1571 :Het hof van Warfusée laat weten dat Jehan Morea, van Haute-Flemalle, heeft gegeven in toevoeging de gronden gelegen te Dommartin, op de plaatsen gezegd le Pralle, aan Bastien delle Rualle, van Warnant.
1725 :De kapelanen van Sint-Jan kopen, van Charles-Eléonor de Frixhe en van zijn vrouw Marie-Claire de Rousse, de hoeve del Vaux te Dommartin. Deze hoeve was eigendom sinds de XVI eeuw van de familie de la Ruelle. Ze besloeg in 1726 34 bunder akkers en 5.5 bunder weiden.

Donceel

1342 :De mayeur en de schepenen dat de abdij van Saint-Jacques bezit te Donceel laat weten dat Jean de Donceel, kapelaan van Saint-Jean l’Evangeliste, heeft overgedragen aan de bénéficiers van de kerk Sint-Lambert een bunder grond gelegen te Donceel.
1420 :Voor de gezworen hof van de abdij Saint-Jacques, te Donceel, Thomas, zoon van wijlen Baudouin le Castelein van Stiers, draagt over aan de begunstigden van de cathedraal, vertegenwoordigd door Jean d’Heur, bisschoppelijk kapelaan, verschillende gronden gelegen te Donceel en te Stiers. Maire: Nicole Donche, priester, pastoor van Donceel.
1441 :Jean van Sachis, pastoor te Donceel transporteert een half bunder op het veld te Ougnée aan het kapittel Heilig Kruis.
1451 :De leenmannen van het gezworen hof van de begunstigden van de kathedraal, geven een akte op vraag van Jean Graffe van Fraipont, een akte meldend dat op 9 februari 1427 Thomas, zoon van wijlen Baudouin le Chatelain van Stier gronden heeft verheft gelegen te Donceel en te Stier. Maire: Thierri, pastoor van Pousset.
1591 :De schepenen van Luik laten weten dat Godefroid de Doncelle, echtgenoot van Catherine, dochter van wijlen Iven de Longchamps, maire van Waremme, heeft bepaald op z’n goederen te Doncelle en op de bruidschat van zijn vrouw (120 florijnen rente), een rente van 4 vaten spelt ten voordele van de kapelanen van Sint-Jan.

Eben-Emal

1005 :Keizer Henri II bevestigt op vraag van Notger de stichting van de kerk Heilig Kruis en geeft aan de kannunniken de kerk van Eben.
1131 :Alexander de Juliers, bisschop van Luik, laat weten dat Bovo, stichter van de kerk Notre-Dame, te Castert heeft gekocht voor deze kerk, 7 bunder grond afhangende van het hof van Emal.
1147 :Paus Eugene III neemt onder z’n bescherming de kerk Heilige Jan en z’n goederen: de villa van Embourg met de visvangst, de villa van Emal en z’n kerk, de kerk Adelbert met de tienden van Ile, te Luik, de curtis Kemexhe en z’n kerk, een allodiaal te Juprelle, een vierde van de villa Heure, rechten te Vreren, de villa van Henis; Romershoven, dehelft van de villa Bovenistier, de curtis van Jeuk, ¼ ven de tienden en een allodiaal te Hollogne, Maisnil, de villa Ougréeen devisvangst in de Maas, Rukkelingen, Heers, Horpmaal, 10 sous te Gelmen.
1200 :Het kapittel van Heilige Jan laat weten dat wijlen Ruezele de Wandre en z’n voorgangers sinds de tijd van Notger een jaarlijkse cijns betaalden aan de kerk van Emal.
1270 :Macualdus, aartsdiaken van Luik, rappeleert dat hij in 1244 de inwoners van Emal heeft veroordeld tot het betalen aan het kapittel van de Heilige Jan de tienden van 26 tuinen.
1329 :De officiaal van Luik laat weten dat in aanwezigheid van het leenhof van Sint-Jan te Emaelen van Goffins Roleaz, notaris, heeft plaats gevonden de conventie tussen de inwoners van Emael en het kapittel van Sint-Jan (vertegenwoordigd door de kannunnik Gerard Magnoiveal): al de leenmannen van het kapittel (bijeengeroepen door de boswachter van deze laatste, Jamotte, zoon van Masson van Emael), en al de inwoners van de centine van Emael (bijeengeroepen door de boswachter van het hoge hof, Jehan Michar), erkennen dat het kapittel, hebbende reeds vroeger de kosten van de bouw van de brug van Rovres voor zich genomen, wordt vrijgesteld van de kosten van de bouw en reparatie van de wegen en andere bruggen van het dorp. Het kapitten stort 12 sous de vieux gros aan de gemeenschap van leenmannen.
1337 :Guilheames Cornu, notaris, laat weten dat in z’n aanwezigheid, Colart Grenir, kannunnik en koorheer van Sint-Jan, heeft terug gegeven en geleverd aan de inwoners van Emael, een nieuwe fontein op kosten van het kapittel van Sint-Jan, “solonc chu ke li melhours ovrirs ken os powimes troveir l’out ordeneit”, en dat de aanwezigen, na onderzoek, perfect vonden en het kapitten bedankten. Ze hebben alleen gevraagd aan hen de schade die ze eventueel kunnen veroorzaken aan de fontein door de werken aan de molen opgericht door hen te Emael.
1349 :Lijst van 161 leenmannen en instellingen die pacht moeten betalen aan het kapittel Sint-Jan voor goederen gelegen te Emael. Tussen de instellingen figureren de kerk Saint-Martin, het hospitaal Tire-Bourse, le luminaire van Emael, de verpleeghuizen van Wyck, decommanderie Alden-Biezen, de kerk en de kosterij van Emael, het altaar Saint-Mathieu in de collegiale Saint-Barthelemy, de abdij Beaufays, de kerk Saint-Servais te Maastricht, het hospitaal Saint-Jean Baptiste, het klooster van Sint-Truiden.
1354 :Het gezworen hof van het kapittel van Heilig Kruis te Eben laat weten dat Servais van Eben de schrijnwerker heeft gegeven aan gezegd kapittel, een bunder grond “a paseal de Romon, onder Heslinvoie”, etc.
1356 :Bertrand de Liers, ridder, behandelt, voor het kapittel van Heilig Kruis en voor de leenmannen van het Heilig Kruis te Eben, de teruggaven van zekere gronden gelegen te Eben.
1357 :De notaris Johans del Parvis, laat weten dat in aanwezigheid van Bertrans de Lieres, ridder, huurder van huizen, molen en goederen van het kapittel van Sint-Jan te Emael, enerzijds en vertegenwoordigers van dit kapittel, de experts een staat van deze goederen opgesteld hebben.
1359 :Voor het gezworen hof van de kerk Heilig Kruis, te Eben, Servais Huweneal, burger van Luik, transporteert aan Gerard Dagars le bassenier, burger verblijvende voor de minderbroeders te Luik, gronden gelegen te Eben op gezegde plaatsen: “alle tier de mont, az yvles, auz fahueles, asselineporte haye”.
1359 :Voor het gezworen hof van de kerk Saint Jean Evangelist van Luik te Emal, Servais Huenealz, van Souverain-Pont, transporteert aan Gerard Dagars le bassenier, verblijvend voor de minderbroeders te Luik, gronden gelegen te Eben en te Emal op gezegde plaatsen: “Tibier riewe et deleis le Spinne à Romont”.
1360 :Johans Mangnée, le flokenir van de fontein Saint-Lambier, laat weten dat voor hem en z’n leenmannen, Johans Peineal heeft verheft van hem een huis en aanhorigheden alsook een wijngaard, gelegen te Emael.
1363 :Ernus de Roessemer transporteert aan het kapittel van Heilig Kruis 2 bunder grond gelegen te Emal.
1366 :Het kapittel van Heilig Kruis geeft aan Ernoul, zoon van wijlen Guillaume de Roessemeer, 2 renten gehypotheceerd op gronden gelegen te Eben.
1377 :Het gezworen hof dat het kapittel van Saint-Jean Evangeliste bezit te Emal op de Jeker laat weten dat in 1363, Arnoul de Roesemer getransporteerd heeft aan het kapittel van Heilig Kruis, twee bunder grond te Emal, op de plaatsen gezegd “ale Falize, par desos les parois, à heys” etc.
1383 :Meting van gronden gelegen te Emael (op de genoemde plaatsen: aux jussiers sur la voie d’Embemmes; al issue delle vilhe; sor les march d’Embemmes; sor let hier desuer Petiheis; a Heslinvoie; sor le ruelle Hammelet; deleis le cortis delle vielhe boverie; entre Emale et Can; deseur le tombe de Petiheis; lef ons de Granheis; ale voie de Fletenges; derier le cortis de molien; preit ale fontaine; deseur Ribovaus; en Martinsart; deseur Labea; deseur le verfosseit; au chierdevens; deseur Heis; alle vingne Rennechon d’Emale) behorende tot het kapittel Sint-Jan, gedaan door Johan Garin, van Vottem, landmeter, in tegenwoordigheid van het hof van Emal en de afgevaardigden van het kapittel, de kannunniken Berthoul de Lantiens en Wilheaume de Gonneal.
1395 :Het hof van Sint-Jan te Emael, op verzoek van Jehan de Wonck, bepaalt dat de goederen gelegen te Emael die Renechon, zoon van Johan delle Boverie, houdt van Sint-Jan.
1396 :Het Hof van Sint-Jan te Emael laat weten dat Coliens Gerars heeft getransporteerd gronden te Emael ten voordele van Gerart de Linsen, pastoor van Saint-Martin en Ile, te Luik.
1413 :Het hof van Sint-Jan te Emael laat weten dat Ameil d’Emale heeft getransporteerd aan het kapittel van Sint-Jan, vertegenwoordigd door Nicholle de Dorines, kannunnik, een huis en gronden aan de weg van Xhans (Emael, la Boverie).
1415 :Het hof van Sint-Jan te Emael laat weten dat Johans Skelart de Molan, verblijvende te Halembaye, heeft getransportterd aan het kapittel, een huis en annhorigheden te Emael, renende aan het kerkhof en aan de weide van de kerk van Sint-Jan.
1415 :De gezworen hoven van Bierrans de Liers, schildknaap, heer van Emael, de Rausin van Villers-l’evecque, echtgenoot van Katherine, weduwe van Jean de Freirs, en de kinderen van deze laatste, laten weten dat Johans Skelart de Molan, verblijvende te Halembaye, heeft getransporteerd aan het kapittel van Sint-Jan een weide van een bunder en half gelegen te Bruke (Emael).
1425 :De notaris Walterus de Honaert, gezegd van Herke, laat weten dat Arnoldus Eynkin, zoon van Amelius de Emale, heeft erkend in pacht te hebben genomen van het kapittel van Sint-Jan, voor een term van 12 jaar te beginnen met de dood van damoiseau Bertrandus de Liers, de goederen, cijnsen en tienden van het kapittel te Emael en Eben tegen 313 vaten spelt, 12 mark cijns en 45 kasten was.
1435 :Het gezworen hof van het kapittel van Saint-Croix te Eben geeft een akte betreffende de goederen die de begunstigden van de kathedraal bezitten op deze plaats.
1450 :Lambert Druexhe, van Eben, verhief gronden tussen Eben en Emal.
1450 :Thierri de Glain verheft gronden tussen Eben en Emal.
1455 :Het leenhof van Sint-Jan, te Luik, laat weten dat het kapittel van Sint-Jan besloten heeft zich te ontdoen van de verplichting om aan de inwoners van Emael een molen en fontein etc. te voorzien, publiekelijk hun molen, z’n inkomsten en uitgaven, ten toonstellen: Arnult delle Boverie heeft aanvaard tegen betaling van 300 griffoenen voor de herstelling van de molen, de verplichtingen van het kapittel aan de inwoners na te komen. Arnult werd in bezit gesteld.
1461 :Thierry de Glain, de jonge en z’n 2 zonen Raeskin en Jean, geboren uit Agnes Builhet transporteren 3 bunder te Eben.
1472 :Het hof van Stavelot, te Eben verklaart per akte dat de kapelanen van Sint-Jan vroeger hebben verworven van Wilhaime Haghe van Emael en van Goffar Loren de volgende renten: een vat spelt op het huis en aanhorigheden van Johan Murget te Eben, een vat op de “cromp bonyer” en twee vaten op 2 bunder grond “elle fosse”.
1478 :Anthonius de Ghyncken, notaris, op last van de Officiaal van Luik, geeft in een authenthieke vorm een leen van gronden van het kapittel van Sint-Jan te Emael, gehouden in leen de 25e juli 1470 door Leonardus Hoekelen, zoon van Hermanus Stas, voor notaris Wilhelmus de Hoyck. Deze en de nemer waren overleden voordat de acte authenthiek waren verleden, Isabella, weduwe, en Joannes (zoon van Simon van Emalia), “filiastre” van Leonard, volgden hem op.
1481 :Het hof van Sint-Jan te Emael laat weten dat Giles, zoon van wijlen Thys Makar van Emael, heeft getransporteerd aan het kapittel van Sint-Jan een vat spelt rente dat hij had op 3 huizen te Emael.
1482 :Het hof van Sint-Jan te Emael, op verzoek van Johan Hoingne, teller bij het kapitten van Sint-Jan, geeft een acte die de goederen opnoemt (plaatsen: “a mollen d’Emale; à heys; à gran thier; desseur les vignes; à gros renael; à beaul Wigair; en Tieberiwe; à Riboveaux; à cour de Sasremont; à Merlokay; desous les longnoul à brisie chauvée; sur la chauvée de Rouwe; alle vingne; sour la voye de Xhans; sur le chavey, à fons del abeaul; en flox; à Hesselinvoye; elle tessenier, alle tombe sur voie de Liege, en Martinsain”) die Johan del Boverie en Johan le Gelrois houden in pacht als erfgenamen van Ernekin del Boverie.
1494 :De notaris Johannes Body laat weten dat Johannes de Valle, pastoor van Emael, mandatarissen heeft aangeduid om in zijn naam aan de pastorij van Emael te verzaken.
1498 :Herman Drueghe van Eben heeft een rente op gronden te Eben-Emael.
1498 :Het hof van Sint-Jan te Emael, op verzoek van Johan de Hoyngne, kannunnik van Sint-Jan, verklaart per acte hoe Cloes de Seyve, echtgenoot van de weduwe van Jehan, zoon van Symon delle Bovrie van Emael, Jehan Gellerois en consoorten een uitspraak van de schepenen van Luik van 31 juli 1482 hebben uitgevoerd en het kapittel van Sint-Jan terug in bezit stelden van z’n gronden.
1498 :De schepenen van Luik geven antwoord in beroep op het hof van Emael en beslissen in een proces tussen het kapittel van Sint-Jan en Jehan Geldrois. Het kapittel van Sint-Jan vroeg om terug in bezit gesteld te worden van gronden die waren opgemeten op het einde van april 1383 en die twee uitbatingen uitmaakten: de kleine omvatte 17 gronden en de grote bevatte 93 bunder, 10 grote roeden en 8 kleine, waarvan 83 landbouwgrond en de andere weiden “ou la charrue ne pult alleir” en ingangswegen. Na bezoek van de plaatsen en het rapport van een gezworen landmeter, beslissen de schepenen van Luik dat Jeahan Gelrois naast de gronden, ook de weiden en toegangswegen moet teruggeven.
1499 :De notaris Michael de Rotterdamis laat weten dat het kapittel van Sint-Jan een accoord heeft gemaakt met haar 4 pachters van Emael betreffende de pachten vervallen na 1483 en waarvan het grootste deel niet betaald is wegens de oorlogen. De pachters hernemen voor een periode van 6 jaar de gronden van het kapittel te Emael en Eben (ongeveer 98 bunder en 4 roeden) en de tienden, tegen 350 vaten en 4 vazen spelt.
1507 :De schepenen van Luik laten weten dat het kapittel van Sint-Jan hun boeren, Jamar en Melotte Cloes van Emael hebbende vervolgd voor het betalen van achterstallige pachten vanaf 1501, deze nu hebben verschoond voor de schade dat ze door slecht weer, plunderingen van bendes en overstroming van de Jeker, ze krijgen 300 muids spelt korting op hun schulden.
1517 :Guillaume Datin, burger van Luik, vertegenwoordigend Walter en Guillaume Datin, zijn voorgangers, laat weten dat voor zijn leenmannen, Piron van Eben gezegd Logheneer heeft verheft een huis en gronden gelegen te Eben.
1517 :Voor de leenmanne van Guillaume Daltin, verkoopt Guillaume Daltin, burger van Luik, aan Jacques de Morialmé, kannunnik van Saint-Materne, een rente van 6 setiers spelt op een huis gelegen te Eben.
1518 :Voor het allodiaal hof van Luik wijst Peter Jan Peter toe aan Jacques de Morialmé, kannunnik van Saint-Materne, een rente van 10 setiers spelt op een huis gelegen te Eben.
1522 :De schepenen van Luik laten weten dat Jamar, zoon van Cloes Laurent van Emael, heeft afgestaan ten voordele van z’n kinderen Cloes, Franck, Jamsin, Maroie, echtgenote van Arnould van Roesmeer en Mellie, het vruchtgebruik welk hij had op een huis en gronden te Emael (gezegde plaatsen “Bouxhon rivage” en “sur la voie de Xhen” en deze kinderen hebben 12 muid spelt op deze goederen ten voordele van het kapitten van Sint-Jan gegeven.
1522 :De schepenen van Luik laten weten dat Ernult Lenket, van Emael, heeft bevestigd, ten voordele van het kapittel van Sint-Jan, een rente van 2 muid spelt op gronden gelegen te Emael “devant le moulin, sous la vigne qui fut Lambert de Liers, à petit Heys, deseur Thierdenoix”.
1524 :De schepenen van Luik laten weten dat Michiel le Salveur et zijn schoonbroer Jacque Goddin hebben bevestigd ten voordele van Tilman de Herkenrode de oudere, kannunnik van Sint-Jan, 4.5 muid spelt rente op een huis gelegen te Eben (Enbemme) en op 18 roeden grond “alle brsie chavie”.
1527 :Het hof van Saint-Remacle van Stavelot te Eben laat weten dat Margriet, vrouw van Symon le Pott, heeft afgezien van het vruchtgebruik van 2 muid spelt rente op een huis en gronden te Eben, op de plaatsen “à Mayxhe, à Stenier”, ten voordele van z’n schoonzoon Bietrant, naakte eigenaar, en dat deze heeft verkocht aan het kapittel van Sint-Jan deze rente voor 72 florijnen.
1530 :De schepenen van Luik laten weten dat Tilman van Herkenrode de oudere, kannunnik van Sint-Jan, heeft gegeven aan Cloes Jamar van Emael, een huis en aanhorigheden “tegenover de kerk van Eben” en een morgen land komende van het hof van Saint-Croix te Eben, tegen 5 en half muid spelt rente.
1533 :De schepenen van Luik laten weten dat Ernotte, zoon van Lorent Leuket, van Emael, heeft verklaard ten voordele van Henri de Warpen, kannunnik van Sint-Jan, een rente van 2 muid spelt op z’n goederen (huis en gronden) op de plaatsen “fons des bruiers, voie de Plétenges”.
1533 :De schepenen van Luik laten weten dat Franck, zoon van Jamar Cloes, van Emael, heeft verklaard ten voordele van het kapittel van Sint-Jan, een rente van 4 muid spelt op 2 bunder grond in verscheidene stukken te Emael. (“derriere le cortil d’Emalle, la voie de Xhons, en fon de l’abbie”).
1535 :Het Officiaal van Luik beveelt de goederen aan te slaan van Franciscus Franck, van Jacobus Jampsyn en van Nicolaus Cloesier, pachters en tiendeheffers van het kapittel van Sint-Jan te Emael, wegens nog verschuldigde sommen.
1539 :De schepenen van Luik laten weten dat Franck, zoon van Jamar Cloes, van Emael, heeft bevestigd ten voordele van het kapittel van Sint-Jan 4 muid spelt rente op 4percelen grond gelegen te Emael op “Ribouvaul et à coir de Surremont”.
1541 :Het hof van Sint-Jan te Emael laat weten dat het kapittel van Sint-Jan heeft gekocht: van Franck Jamaer, 5 vaten spelt rente, van z’n broer Jampsin Jamaer, 2 vaten spelt rente en van Wauthier Bolzey, 3 vaten spelt rente op hun goederen gelegen te Emael.
1569 :De schepenen van Luik laten weten dat de testamentaire uitvoerders van Johan Fabri, commissaris van de stad, transporteren aan het kapitten van Sint-Jan 40 florijnen jaarlijkse cijns voor het uitdoven van een schuld van 600 luikse florijnen waaraan de gezegde Fabri gehouden was, als boekhouder tegenover het kapittel en 4 vaten spelt rente voor het uitdoven van een schuld van 80 brabantse florijnen waaraan Fabri ook gehouden was.
1572 :De Officiaal van Luik en het hof van Sint-Jan, te Emael, op verzoek van het kapittel van Sint-Jan, herhaalt de voorwaarden van een oud geschrift stellende dat het kapittel trefoncier is van Emael en dat elke bunder grond hen 7 denieren moet opbrengen, une maille cijns en une maille de polage; dat de oude allodiale hoven bestaande te Emael Montenaken; dat alle leenmannen moeten malen in de banmolen tegen 1/24e, dat 25 huizen geen tienden moeten, maar kippen en cijns en dat ze de weiden van het kapittel onderhouden. Ook de molenaar Lambert Hustin bevestigt dat de molen aan het kapittel behoort. (Er is hier ook een lijst van alle inwoners (interessant).
1630 :Het kapittel van Sint-Jan geeft in huur voor 6 jaar aan Mathias Jamart en consoorten zijn goederen en tienden van Emalia en Embene.
1694 :Het kapittel van Sint-Jan geeft in erfpacht aan Nicolas Delwaide, van Emael, de weide gezegd Vieille-Court, tegen een jaarlijkse rente van 1 vat spelt.
1700 :Voor de notaris Bartholomé Donnéa, staat het kapittel van het Heilig Kruis aan Jean-Alexis Royer z’n rechten af van het beslag tegen Pierre le Xhailteur over goederen gelegen te Eben-Emal.
1783 :Visitatie van de molen van Emael die het kapittel in beslag had genomen, op 14 november, op Léonard Delwaide, uit het land verdwenen, z’n vrouw en kinderen. Het beslag werd aangezuiverd op 1790 door Lambert Voss.

Elderen

1457 :Verheffing, voor het hof van het kapittel Sint-Martin, zetelend te Luik, door Jean, heer van Odeur (Genoels-Elderen) van verschillende gronden te Elderen die hij verklaart te houden van dit kapittel.

Faimes

1263 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Hawide en Agnes, zussen van Arnoul, de pastoor van Faimes, transporteren aan de abdij van Val-Benoit gronden gelegen te Faime en te Hollogne-sur-Geer.
1423 :Voor de maire en de schepenen van Petit-Axhe, Wanchon, zoon van Warnier de Mont en van Marguerite de Vierme, en consoorten, dragen over aan Gerard Rondelli, doctor in de theologie, kannunnik van Sint-Lambert, gronden gelegen op de weg die gaat van Faimes naar Waremme.

Ferme

1400 :Voor de maire en de leenmannen van het hof van het altaar Notre-Dame-la-Grande in de kerk van Waremme, Guillaume Floiske van Waremme draagt over het kapittel van de cathedraal een grond gelegen “devers le rival de Ferme”.
1570 :De schepenen van Luik laten weten dat Stassinet d’Odeur, de jonge, heeft verkocht aan Godefroid Offerman, deken van Sint-Jan, voor 100 florijnen, een rente van 4 vaten spelt, in garantie van de welke hij heeft gegeven al zijn goederen (rente op gronden te Ferme).

Fexhe – Slins

1300 :Voor het allodiaal hof, draagt Wilheames Willekars over aan dame Odile, weduwe van Libert de Fexhe, 2 bunder gelegen te Fexhe-Slins.
1341 :Johans de Bastongne, kapelaan van Sint-Jan, laat weten dat hij aan Henri de Monvan Fexhe (Fehe le Frairour) heeft gegeven, tegen een jaarlijkse som van vier vaten spelt, twee stukken grond te Fexhe, op de weg naar Heure-le-Romain.
1342 :Het hof van de leenmannen van St.Materne constateert dat een huis en aanhorigheden te Fexhe (Fehe le Frairour), op de plaats gezegd “en Chinstrea, tussen de huizen van Henri de Fehe, ridder, en de Magin, weduwe van Wilheme Cawin, behoort voor de helft aan meester Johans gezegd Spigos (die het verworven heeft van z’n zoon Colin) en voor de andere helft aan Renchons, z’n zoon, en dat deze eigendom een jaarlijkse rente aan het kapitten van St.Materne moet.
1354 :Het hof van de Tafel van Saint-Lambert laat weten dat Lambuche Colons van Saint-Servais heeft getransporteerd aan het kapittel van Heilig Kruis, vertegenwoordigd door de kannunnik sire Nicole Quarteaus, van een grond gelegen te Fexhe-lez-Slins, renende aan de gronden van Henri de Fexhe, ridder, en gehouden van het hef delle Cens dite delle Chaudier voor 3 denieren en 1 maille.
1357 :Het hof van leenmannen van Jean Lynars, burger van Luik, attesteert dat Ydulle, dochter van Henri Damme-Adilhe de Fexhe-lez-Slins (Fexhe le Frareuse), heeft gegeven aan de kerk Heilig Kruis, vertegenwoordigd door Nicole Quarteaus, kannunnik, het derde van twee hoven gelegen te Fexhe-lez-Slins.
1359 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat de vrouw van Jean Cuke en zijn schoonbroer Pierre de Falle hebben gegeven aan het kapittel van de kerk Sint-Lambert, tegen een hypotheek, een grond gelegen tussen Fexhe en Anixhe.
1361 :Dame Ide, dochter van Henri Dame Odile, van Fexhe-Slins (Feye le frairois), is geïnvesteerd, door het hof van leenmannen van Heilig Kruis, van 3 morgen land gelegen te Fexhe-Slins.
1363 :De mayeur en de schepenen van Fexhe-Slins laten weten dat Henri de Fexhe, ridder, en zijn zonen hebben overgedragen aan het kapittel van de kerk Sint-Lambert, gronden gelegen te Fexhe-Slins en Fexhe-le-Haut-Clocher.
1364 :Voor de leenmannen van de “grande prévôté”, verheft Jean de Clermont 3 bunder grond gelegen te Fexhe-lez-Slins, door erfopvolging van Jean Mokart, zijn schoonvader.
1369 :Het schepenhof van Fexhe-Slins laat weten dat Guillaume du Chateau van Slins heeft afgestaan aan de kapittel van de kerk van Sint-Lambert een grond ter garante van de molen van Brus.
1374 :De maire en leenmannen van het gezworen hof van de kerk Saint-Remacle van Stavelot, te Fexhe-Slins laten weten dat Lambert de Bois van Millen heeft getransporteerd aan Francois Pikars, kannunnik van Heilig Kruis, een bunder grond gelegen “sour le haute cachie quy vat de triexhe de Mellins à Tongres”.
1375 :Voor de maire en de leenmannen van het gezworen hof van de kerk Saint-Remacle van Stavelot te Fexhe-Slins, Warnier, zoon van wijlen Guy del Soxhe van Fexhe transporteert aan Piron de Faulcon, wijnhandelaar, burger van Luik, vier stukken grond gelegen te Fexhe, renende aan Renier de Mont, aan de vrouw Wilhechoppe, aan Henri de Fexhe, schildknaap.
1379 :Akte voor het hof van Herstal van een rente van 20 vaten spelt door Jean gezegd de Oicies, wonende te Dalhem, ten voordele van de kerk Heilige Martin en Mont, te Luik, vertegenwoordigd door Nicolas Dawans en Guillaume, zoon van Goffin de Hemricourt, kannunniken. Als garante geeft de schuldenaar in hypotheek goederen gelegen te Tilice, canton van Fexhe-Slins.
1383 :Stichting van een jaargetijde van Henri de Cassel, kannunnik van Sint-Lambert; er zijn 16 vaten spelt rente gehypotheceerd te Fexhe-lez-Slins en te Liers.
1394 :Voor het leenhof van de proostdij verheft Bertols, zoon van wijlen Jean de Brus, in naam en als mombert van Antoine, zoon van wijlen Jean de Clermont, 3 bunder grond gelegen te Fexhe-Lez-Slins, afhangend als leen van de prosstdij.
1416 :Jean Bachelier, kannunnik van Saint-Paul, vice-provoost van Luik, laat weten dat voor zijn leenmannen van de provoostdij, Antoine le Charlier, verblijven de buiten de poort Van Saint-Marguerite bij Luik, Bernier zoon van wijlen Jean le Ron van Brus en Catherine, zijn vrouw, zuster van gezegde Antoine, deze 2 laatse kinderen van wijlen Jean de Clermont van Slins, hebben overgedragen aan Ghis de Slins, schepen van Luik, gronden gelegen te Fexhe-lez-Slins.
1418 :Voor de leenmannen van de provoostdij van Luik draagt Jean Maistre Colin van Slins over aan Ghis de Slins, schepen van Luik, een grond gelegen te Fexhe-lez-Slins.
1428 :De officiaal van Luik beveelt de pastoor van Fexhe-lez-Slins om de wettige bekendmakingen te doen betreffende 2 gronden in de localiteit, op de plaats gezegd Chinstrée en welke de kannunniken van Saint-Materne in eeuwigdurende leen willen zetten. Jean Jacob, “le bergier heeft 16 sol en 16 kapoenen rente.
1428 :Voor het gezworen hof van de kannunniken van Sainte-Materne verheft Jean Libert 2 “tenures” gelegen te Fexhe-lez-Slins, gezegd te Chinstrée.
1441 :Hel leenhof van Sint-Jan te Luik, laat weten dat 24 jaar terug, Jean le Menestre heeft getransporteerd aan Lambert Embier, twee stukken grond, gelegen te Fexhe (Fexhe le Flaireux), op de plaats dit alle Buscaille, tegen jaarlijkse cijns en 17 vaten spelt aan de kapelanen van Sint-Jan.
1441 :De maire en de leenmannen van het kapittel Sint-Pieter te Luik laten weten dat Colaur, zoon van Henri Belle Oevre, van Slins, heeft getransporteerd aan Jean Colory, van Fexhe, handelend in naam van de armen van Fexhe, een half bunder grond gelegen en Fonds de Machemeire, “sour la voie de l’abeal de Fexhe à Houten”, renende aan hen van Ourwanze, aan Guillaume de Fexhe dit de Biarewair.
1447 :Voor het geworen hof van de kannunniken van Saint-Martin, geven Henri van Alken, Otte Gilardi en Henri Lakeman, kannunniken en vertegenwoordigers van dit college, om te houden aan Gerard Pinkair, een huis en goederen te Fexhe lez-Slins (Fexhe le fraireuse).
1447 :Francois d’Ebe, verblijvend te Houtain-Saint-Simeon, laat weten dat voor zijn leenmannen Gerard Pinkar heeft overgedragen aan de kannunniken van Saint-Materne, 3 huizen te Fexhe-lez-Slins en een grond gelegen te Roclenge.
1459 :Akte van de schepenen van Herstal betreffende de grenzen van de jurisdicties van Herstal, Fexhe lez-Slins en Anixhe.
1459 :Geproclameerde schreeuw aan het perron van Luik aan hen die, in aanwezigheid van de voogd van Liers hebben verhinderd met geweld de opmeting van de heerlijkheid van Fexhe.
1460 :De maire en de schepenen van het kapittel van Sint-Lambert te Fexhe lez-Slins, verklaren per acte dat op 19 april 1459 gezegd kapittel de afbakening tussen de hoogte van Fexhe en deze van de voogd van Liers wou doen, maar dat ze hier gewelddadig werden gehinderd door de voogd.
1462 :Stas Chabot, heer van Ommeseez en Colonster, souverein mayeur van Luik, volgend op de dood van zijn vader en moeder, van zijn grootvader en – moeder en van Lean Bacheleir, kannunnik van de kathedraal van Luik, zijn nonkel, verheft voor het hof van de collegiale van Sint-Martin, gronden gelegen in de omgeving van Fexhe-Slins.
1471 :De maire en de schepenen van Fexhe-Slins (Fexhe le fraireuse) laten per acte de grenzen van hun jurisdictie weten. Deze akte wordt gegeven op vraag van Arnoul de Hamal, koorheer en baljuw van Sint-Lambert, heer van Warfusée en Bilrevelt; hij herhaalt verschillende grensoverschrijdingen eerder, waarvan een verhinderd door Conrar de Bombaye, voogd van Hoei en Liers en zijn wapenmannen.
1477 :Vonnis van de baljuw en de raadsmannen van de bisschop opgericht te Luik, na terugverwijzing naar het hof van Fexhe-lez-Slins, betreffende de meerdere inbreuken begaan op de jurisdictie van Slins door de boswachter van Herstal.
1541 :Het gezworen hof delle Halle voor de goederen komende van wijlen Walter d’Altin en z’n medeplichtigen laat weten dat het ambacht van dakdekkers van Luik, om de kosten van het proces te betalen, heeft verkocht aan Jean de Malle, kapelaan van Sint-Jan, verwervende door de erfenis van wijlen de deken Hubert de Tolnis, 4 vaten spelt rente te nemen in 2 rentes van 4 vaten spelt elk welke het ambacht bezat op goederen te Fexhe-Slins en te Crotteux.
1563 :Het leenhof van Sint-Jan, te Luik, bevestigt bij akte dat op 12 april 1462, Johan Paren, rector van het altaar OLV, Sint-Jan en Saint-Leonard, onder de klokken, te Saint-Lambert, heeft verheft de goederen van z’n altaar te Fexhe en Slins.
1612 :Voor het hof van Fexhe en hof van Slins gaf Guillaume de Chesteau, heer van Heneumont aan Philippe, zoon van gewezen Colard Philipkin, 5 bunder grond gelegen aan het bunder “alle Croix, te Jetefooz, aan de weg van Masné.
1616 :Deling voor het hof van Fexhe en Slins tussen Guillaume de Chasteau van Slins, heer van Xhenemont, Olivier de Chesteau, Louis de Chesteau Van Labye te Liers en Ogier de Chesteau, deze 2 laatste neven van de eerste 2, van 20 buner gelegen te Chalvaux, te Anixhe, aan de windmolen, te Fauteau, te Chapiron, te la Loixhe.
1683 :Marie Houtain, zuster en erfgename van wijlen Beatrix Houtain, geeft aan de kapelanen van Sint-Jan, een rente van 6 vaten spelt op de goederen gelegen te Fexhe-Slins die de overledene haar gelegateerd heeft bij testament om een jaargetijde te stichten. (13 april 1546, Willem le Sauveur, van Slins, maire van Fexhe-Slins, bepaalt als huwelijksschat aan z’n schoonbroer, Remacle Libotte, man van Jenne le Sauveur, 12 vaten spelt rente op zijn boerderij gelegen te Slins op de plaats gezegd Coirdemont.
1707 :Voor notaris Henri de Richelle, de broeders Carmes de Devant le Pont, te Visé, verplichten zich de hypotheken gelegen te Fexhe-Slins opnieuw te assigneren.

Fexhe-le-Haut-Clocher

1298 :De officiaal van het hof van Luik laat wten dat Henri de Roloux, jonker, heeft omgeruild met zijn broer Arnoul een grond gelegen te Fexhe tegen een andere grond te Roloux.
1329 :Arnoul, voogd van Haspengouw, heer van Chaumont, van Lumay en van Hermalle, ridder, laat weten dat, voor hem en z’n leenmannen, messire Godefroid de Quakebeecke, ridder, en Louis de Liemingen (Luming), maire an Leuven, gekozen met Jen de Hallebeeck, ridder, Gosuin, z’n broer, en Herman Greve de “Weremme”, als testamentaire uitvoerders van wijlen Jean de jonge, kasteelheer van Montenaeken, ridder, hebben ten slotte de schulden betaald van de overledene, verkocht aan Jean Hochet van Jupille de helft van 4 bunder en 16 ½ roeden grond gesitueerd tussen Fexhe, Noville en Roloux “alle spine alle meire”, op de berg van Jeneffe.
1332 :Arnoul, voogd van Haspengouw, heer van Chaumont, van Hermalle en van Lummen, ridder, bevestigt het testament van wijlen meester Jean Porta, bisschoppelijk kapelaan van Sint-Lambert, voor zover het de legaten betreft aan de bisschoppelijke kapelanij, van gronden gelegen te Fexhe-le-Haut-Clocher en te Voroux, komende van een leen van de gezegde voogd en voor een pensioen voor Isabelle, zus van diegene over wie het testament gaat.
1337 :Het allodial hof te Luik laat weten dat Johans li Auneis, van Fexhe, heeft getransporteerd ten voordele van het kapittel Sint-Jan (vertegenwoordigd door Johans de Bastongne, hun boekhouder), 8 grote roeden allodiale grond, te Fexhe-le-Haut-Clocher, op de weg die gaat richting Streel, voor hun huis.
1350 :Aelis, dame van Hermalle, voogd van Hespengouw, laat weten dat Humbert de Bernalmont, schildknaap, en Gilles Quareis, z’n leenmannen, hebben verklaard geassisteerd te hebben ertijds, als leenmannen van heer Louis de Looz, heer van Neufchateau en van Warcq, toen voogd van Haspengouw, aan de presentatie van het testament van Jean Hochet van Jupille, schepen van Luik, echtgenoot van dame Osilhe verzaakt aan het vruchtgebruik en Jean, z’n zoon, aan de eigendom van een grond gelegen tussen Fexhe, Noville en Roloux, ten voordele van het kapitten Heilig Kruis. Deze grond heeft eertijds behoord tot Jean de Montenaeken, de jonge, ridder.
1356 :Evrard delle Marce, heer van Warcq en van Lummen, voogd van Haspengouw, lat weten dat, voor hem en z’n leenmannen, Hannozeauz de Rolloux heeft verheft verschillende gronden, gelegen tussen Fexhe en Rolloux, alle chavee.
1357 :Piron Faiez verheft, in naam van het kapittel Heilig Kruis, van Evrard de la Marck “voogd van Haspengouw” het leen gesitueerd tussen Fexhe, Noville en Roloux, aangehaald in een charter van 20 mei 1350.
1367 :Het allodiaalhof van Luik laat weten dat Jehans de Gembluz heeft getransporteerd aan het kapittel van Sint-Jan (vertegenwoordigd door Libiers de Viermes, kapelaan en boekhouder) 3 ½ morgenland 4 roeden genomen uit 6 ½ morgenland 4 roeden grond te Fexhe (Fexhe-le-Frairoise).
1379 :Het hof van leenmannen van St-Remacle, te Fexhe, laat weten dat Henri de Fexhe, jonker, heeft overgedragen aan het kapittel van de kerk Sint-Lambert gronden, gelegen te Fexhe, om als hypotheek te dienen voor een rente.
1384 :De mayeur en de schepenen van Fexhe laten weten dat Jean del Tour heeft afgestaan ten voordele van Walter de Beauregard, zijn schoonbroer, het vruchtgebruik op een rente, die de laatse op zijn beurt overdraagt aan het kapittel van de kerk Sint-Lambert.
1393 :Marie van Loon, weduwe van Evrard del Marche, dame van Neufchateau en van Lumay, voogdes van Haspengouw, laat weten dat, voor het feodaal hof van Haspengouw, Ernus de Kemexhe, kapelaan van Sint-Jan, testamentair uitvoerder van wijlen Johan Hanozeal de Roloux, heeft getransporteerd, volgens de wensen van de overledene, aan het kapitel van Sint-Jan, drie stukken grond “sisesalle chavée, entre Fexhe et Roloux et en Orinaz”.
1395 :Dame Catherine, weduwe van Guillaume le Bolengereal, van Fexhe le Haut Clocher, voor Mabilhe, vouée van Strailhe en de leenmannen van gezegde Mabilhe, heeft afgestaan het vruchtgebruik van 17 grote roeden, gelegen te Fexhe, ten voordele van Pirot, haar zoon, die het weer verder overdraagt aan de collegiale Heilige Martin.
1435 :Voor de schepenen van Fexhe-le-Haut-Clocher, Jean Le Maistre, kapelaan van Saint-Croix, testamentair uitvoerder van Henri Dame Sophie, draagt over aan Johannes de Saint-Martin, een grond gelegen tussen Freloux en Fexhe, waarbij Johannes de eigendom overdraagt aan Henri de Lambiermont die het afstaat aan de begunstigden van Sint-Lambert.
1476 :Het hof van Stavelot (te Fexhe-la-Fraireuse) laat weten dat Ogier delle Abbeal, van Fexhe, heeft verheft 44 roeden grond, te Fexheop de plaats “aux Fauses Messir Henry” en een bunder en 6 roeden, te Slins, op de plaats “alle Haixhe Bellaire”, en heeft geplaatst op de goederen een rente van 6 vaten spelt, ten voordele van de kapelanen van Sint-Jan.
1476 :Voor het allodiaal hof van Luik, staat Sophie, echtgenote van Baudouin d’Arenberg, weduwe uit een eerder huwelijk van Alexandre Borleit, af aan Jean Borleit, zijn zoon, haar vruchtgebruik op een rente van 4 vaten spelt gehypotheceerd te Fexhe-le-Haut-Clocher.
1485 :Het hof van Fexhe le Fraireuse laat weten dat Bastin Mahier, oppidain van Hoei, man van Yde, weduwe van Stassin de Vernay, heeft getransporteerd, in uitvoering van het testament van wijlen Johan Trullet, deken van Sint-Jan, aan de kapelanen van Sint-Jan, 2 vaten spelt rente op een tuin gelegen te Fexhe, op de plaats “en Tombeur”.
1504 :Voor het allodiaal hof van Luik, verkoopt Alexandre Jamien le barbier (haarkapper), burger van Luik, aan Henri Quaresme, kannunnik van Saint-Pierre een rente van 4 vaten spelt gehypotheceerd te Fexhe-le–Haut-Clocher.
1505 :Copie afgegeven door Collar des Escolliers, luitenant van Jean de la Marck, voogd van Haspengouw en de feodale leenmannen van “Avouerie de Hesbaye; Guillaume Baré, Jean Groetbode, André de Binckem, Jean le Clerc en Thibaut Proidhomme betreffende een leenverheffing door Renier de St-Esprit van 1 bunder en half gelegen te Fexhe-le-Haut-Clocher en 7 morgenland legen tussen Fexhe en Noville.
1505 :Voor het allodiaal hof van Luik, draagt Christian Zuytmans, vertegenwoordigend wijlen Henri Quareisme, kannunnik van Saint-Pierre, over aan Alexandre Jamien, haarkapper, die de “rescosse” doet, vier vaten rente gehypothekeerd op een grond gelegen te Fexhe-le-Haut-Clocher; nadien verkoopt gezegde Jamien deze rente aan Arnold de Brochem, kannunnik van Saint-Materne.
1523 :Voor het allodiaal hof van Luik verheft Arnold Raymundi, priester, kannunnik van Saint-Martin, zowel in zijn naam als van zijn broeders, 4 vaten rente gehypotheceerd te Fexhe-le-Haut-Clocher, hun gelegateerd door wijlen Arnold de Brochem, ook kannunnik van Saint-Materne.
1525 :De schepenen van Luik laten weten dat Walthier Jaspar heeft bevestigd ten voordele van Henri de Warpen, kannunnik van Sint-Jan, een muid spelt rente op z’n goederen, onder andere op een huis te Fexhe, “derriere l’aître” en op een grond op de gezegde plaats “en le Toupelle”.
1525 :De schepenen van Luik laten weten dat Henri Remacle, van Fexhe, heeft verkocht aan Henri de Warpen, kannunnik van Sint-Jan, voor 29.5 florijnen, een rente van 1 muid spelt die hij had op een huis gelegen te Fexhe op de plaats “à l’abbea” en op de gronden op dezelfde plaats (gezegde plaatsen “à riwal Canet, sur le fay”).
1525 :De schepenen van Luik laten weten dat Henri de Warpen, kannunnik van Sint-Jan heeft verworven van Ernot Deschamps, van Slins, een rente van 1 muid spelt op een grond en “Bouxhalle”, op de hoogte van Fexhe.
1542 :Bauduin de Langle, in naam van Renard (Rene) Radou, luitenant van het feodaal hof van de hoge vouerie van Haspengouw, en de feodale mannen van dit hof laten weten dat Guillaume de Rullinghen, oudste zoon van wijlen Jean de Rullinghen, heeft overgedragen aan de collegiale Sint-Martin, vertegenwoordigd door kanninnik Gilles de Waroux, 7 morgenland gelegen tussen Fexhe en Noville.
1556 :Voor de schepenen van Luik draagt Claude d’Heur, wijnbouwer, burger van Luik, over aan de cathedraal Sint-Lambert, renten gehypotheceerd op goederen gelegen te Fexhe-le-Haut-Clocher.
1562 :Jean-Thomas en consoorten verheffen voor het gezworen hof van het Heilig Kruis een huis te Fexhe.

Fize-en-Hesbaye

1326 :Voor de maire en de schepenen van Fize-en-Hesbaye, verklaren de maire en de schepenen van de kannunniken van de “Petite Table”, dat voordien Gossuin van Gutshoven en dame Yda, zijn vrouw, weduwe van Guillaume de Beaufraipont, overdragen aan Isabeau, Margot en Maroie, dochters van gezegde Guillaume de Beaufraipont, hun vruchtgebruik over diverse gronden; Margot en Maroie staan hun deel af aan hun zus Isabeau, die het overdraagt aan de kerkfabriek van Sint-Lambert.

Fize-lez-Kemexhe

1364 :Het kapitten van Sint-Jan laat weten dat het de ruil van een rente van 6 vaten spelt op huizen en goederen te Fize-les-Kemexhe, behorende tot het altaar gesticht door wijlen kannunnik Henris delle Roche, tegeneen rente van 24 vaten die Johans de Fies, kannunnik van Saint-Lambert, bezit op een versterkt huis van kannunnik Simon de Covin, kannunnik van Sint-Jan.
1365 :Het kapittel Heilig Kruis, in ruil voor een vijfde van een hof en aangelenden gelegen te Fize-lez-Kemexhe, gehouden door Hanes Seboles, ontvangt van Jean de Fize, kannunnik van Saint-Lambert, het zesde deel van een huis gelegen te Luik, “en grand thoren”, bewoond ddor sire Nicole de Vilens, kapelaan van Saint-Lambert.
1388 :Het schepenhof dat het kapittel van Saint-Denis bezit te Fize laat weten dat Jean Rousseau en Jean de Brahier, zijn schoonbroer, hebben overgedragen aan het kapittel van de kerk Sint-Lambert 3 bunder grond gelegen tussen Fize en Crisnée.
1412 :Voor het gezworen hof dat de kannunniken van “la Petite-Table” hebben te Fize-lez-Kemexhe, draagt Lambert, zoon van wijlen Jean Hanebot van Odeur, over aan het kapittel van Sint-Lambert een grond gelegen te Fize.
1525 :Voor de maier en de schepenen van Vaulx te Fize draagt Renchon Proidhomme over aan het rekenhof van de jaargetijden van de kathedraal 2 bunder grond gelegen tussen “le vaul à Fize et Kemexhe”.

Fize-le-Marsal

1005 :Keizer Henri II bevestigt op vraag van Notger de stichting van Heilig Kruis en geeft aan de kannunniken de kerk van Fize-le-Marsal.
1270 :Klacht van B. de Rosoux, kannunik en officiaal te Luik, tegen Guillaume de Hemricourt, ridder, wegens gewelddaden die hij begaan heeft tegen het kapittel Heilig Kruis, te Fize-le-Marsal. Hij had de schuur van de kannunikken opengebroken en een hoeveelheid graan gestolen, op het ogenblik dat de bisschop van Luik te Waremme was met zijn leger, gereed om Brabant binnen te vallen; daar bovenop verkrachtte hij de heerlijke rechtspraak van dit kapittel door de inwoners van Fiz te verbieden het leger van de bisschop te vervoegen.
1272 :Guillaume, heer van Bronchorst laat weten dat Guillaume, heer van Hemricourt die van hem het voogdijschap van Fize-le-Marsal in leen hield, afstand doet aan het kapittel Heilig Kruis die dit tevens in leen hield van dezelfde heer.
1281 :Fastré Pincart (Piecars), ridder, maarschalk van het bisdom Luik beveelt Bertrand de Liers, ridder en Antoine de Lexhy, schildknaap, het kapittel Saint Denis terug in bezit te stellen van de heerlijke rechtspraak te Fize waarvan de kerk Heilig Kruis een deel genomen had.
1289 :Voor het allodiaal hof van Luik transporteert Jean de Freloux aan het kapittel Heilig Kruis een grond gelegen te Fize-le-Marsal.
1293 :Opmeting van de tienden van Fize-le-Marsal en renende dorpen, behorend tot het kapittel Heilig Kruis, gedaan in aanwezigheid van meester Gerard Sortes, deken, en van het kapittel, door Arnold van Nederheim en Mathieu, z’n zoon, Jean de Norue en Gilles, z’n zoon. Deze tienden bedroegen 907 bunder, verdeeld over Fize, Crisnée, Wouteringen, Thys en Ormelingen (Nomerange).
1312 :De Officiaal van Luik laat weten dat Elisabeth, echtgenote van meester Syger, tabellion public, heeft erkend dat haar man heeft verkocht aan het kapittel Heilig Kruis, vertegenwoordigd door de kannunniken Robert de Limont en Constant de Bouvignes: 1° 2 bunder grond gelegen op het territorium van Fize-le-Marsal, een achter de weide van Arnuld, broer van Elizabeth en de andere op een plaats richting “les pirois”; 2° 2 vaten spelt rente gehypotheceerd te Fize.
1317 :De Officiaal van Luik verklaart dat in aanwezigheid van Jean d’Embour, notaris, en van het gezworen hof dat de collegiale Saint-Denis bezit te Fize-le-Marsal, Guillaume d’Awans, schildknaap, en Marie, z’n vrouw, hebben verkocht aan Renard de Blarey en aan Lambert gezegd Lambreke de Waroux, kannunniken van Heilig Kruis, voor hun kerk, een rente eeuwigdurend van 6 vaten spelt gehypotheceerd op goederen gelegen te Fize.
1321 :De kannunniken van Heilig Kruis bevestigen Godefroid de Werve, kannunnik en koorheer van hun kerk, om te verheffen, in hun naam, de voogdij van Fize-le-Marsal, van de heer van Reckeim, Gerard de la Marck.
1322 :De officiaal van Luik laat weten dat Marie, weduwe van Gilles de Louvain, clerc, en Gilles, z’n zoon, hebben verkocht aan het kapittel Heilig Kruis, vertegenwoordigd door kannunnik Lambert de Waroux, 2 vaten spelt rente gehypotheceerd te Fize-le-Marsal.
1324 :Renier li Blavenies en Jean Hanotias de Fize, mombers van de kerk en de parochie van Fize-le-Marsal, vragen aan de aartsdiaken de inwoners van de parochie Crisnée, dochterkerk van Fize, te dwingen te betalen hun deel ter reparatie van de toren en de muren van de kerk van Fize.
1324 :De officiaal van Luik noteert in aanwezigheid van Rubiers de Lens, notaris, dat Gilon de Comehe, zoon van wijlen Lowy Pailhet, van Kemexhe, vervolgens heeft overgedragen voor de bevoegde instanties: 1° 31 grote roeden en 14 kleine roeden grond, komende van het hof der kannunniken van de Tafel van Saint-Lambert te Fize-le-Marsal, op de plaats gezegd “desur Bosiafosse”, 2° 11 grote roeden en 4 kleine, komende van het hof de Saint-Croix, te Fize, 3° 19 roeden groot en 4 kleine, komende van het Hof van Sint-Jan te Herstappe, ten voordele van z’n schoonbroer Gillotial de Kokuruel, de welke het overdraagt aan Rigaul; gezegd van Saint-Christofle, kapelaan van Sint-Jan.
1330 :Procuratie gegeven door de kannunniken van Heilig Kruis aan Henri de Hughardis, hun broeder, om te verheffen de voogdij van Fize-le-Marsal.
1334 :Adolphe de la Marck, bisschop van Luik, laat weten dat het kapittel Heilig Kruis heeft verkocht onder bepaalde voorwaarden de hoge justitie en voogdij van Fize-le-Marsal bij Kemexhe.
1348 :De parochianen van Fize-le-Marsal gereclameerd hebbende aan het kapittel van Heilig Kruis, hun tiendenheffer, le taureau, le verrat et le bélier banaux, de koorden van alle klokken en meer een weg over een hun hof en het kapittel van Heilig Kruis hebbende van z’n kant bij de paorochianen gereclameert de tienden van hun bomenen opbrengsten van hun tuinen; er is overeengekomen dat het kapittel alleen de koorden van de klokken levert.
1351 :De maire en schepenen van Saint-Denis te Fize-le-Marsal laten weten dat Ude de Betines en Ude zoon Cinquesoulz de Lens, begijnen, testamentaire uitvoerders van Maron de Choke, hebben verkocht aan het kapittel van Heilig Kruis, vertegenwoordigd door sire Henri Copeis van Waremme, kannunnik, 2 vaten spelt rente gehypotheceerd te Fize-le-Marsal.
1352 :Het kapittel Heilig Kruis koopt, voor de verjaardag van Michel Bulhet, 2 vaten spelt rente op gronden gelegen te Fize-le-Marsal.
1352 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Johanne, dochter van wijlen le Blavir van Fies, heeft verheft een allodiaal stuk grond van 4 ½ roeden grond, tussen Fize en Kemexhe, haar toegevallen door vererving van haar vader.
1354 :Opmeting van de gronden van Fize-le-Marsal, door meester Lambert de Thys, gezworen opmeter.
1355 :Sire Godfroid, pastoor van Fize-le-Marsal, neemt en arentement, van het kapittel van Heilig Kruis, gronden gelegen onder Fize.
1356 :Jeanne delle Rose, abdis, en het klooster van Val-Benoit, laten weten laten weten dat na de dood van de abdis verschillende religieuzen zullen genieten gedurende hun leven van een rente van 4 vaten en half spelt gedaan door Jean Hanoteal op diverse gronden gelegen tussen Fize-le-Marsal en Kemexhe.
1357 :De Maire en de schepenen van het hoge hof en justitie van Saint-Denis te Fize-le-Marsal laten weten dat Pirars Fayes heeft verkocht aan het kapittel Heilig Kruis, vertegenwoordigd door Collar Clamenche, een vat spelt rente gehypoteceerd op een grond gelegen te Fize.
1357 :Sire Jean Noël, pastoor van Thys, verheft van het gezworen hof van Heilig Kruis, een woning gelegen te Fize-le-Marsal.
1360 :Het hof van Villers-le-Bouillet laat weten dat Johans del Tour heeft getransporteerd aan de kapelanen van Sint-Jan een stuk grond van 22 roeden tussen Villers en Fize, op de plaats “Lahincourt”.
1361 :Dame Agnes, weduwe van Lambrekin le févre van Fize, ontvangt van het hof van leenmannen van Heilig Kruis de investituur van een bouwgrond op het territorium van Fize-le-Marsal.
1368 :Ide, weduwe van Guillaume Philpot van Fize, transporteert voor het hof van leenmannen van het Heilig Kruis, aan Thonar, haar zoon, gronden gelegen te Fize-le-Marsal.
1386 :Francois Symar, van Fize, kwitantie gevend aan de “renteis” van het kapittel van de kerk Sint-Lambert tegen de prijs van een grond gelegen tussen Fize en Lens.
1441 :Voor de leenmannen van Katherine, weduwe van Piron de NOville, zuivert Jean Jacquemien het beslag op een huis en gronden aan die gelegen zijn “en le vaulz à Fize-le-Marsal”.
1559 :De schepenen van Luik laten weten dat Renier Humblet van Kemexhe, burger van Luik, heeft bevestigd ten voordele van het kapittel van Sint-Jan, 2 vaten spelt rente op zijn goederen, onder andere op een rente op een huis gesitueerd “en la Vaux”, te Fize-le-Marsal.
1561 :Groulart, burger van Luik, hotelier van de Zwarte Arend, huurt gronden te Fize.
1564 :De schepenen van Luik laten weten dat Libert Marbaize, kannunnik van Sint-Jan, in naam en voor rekening van de erfopvolging van Wathier de Corswaremme, deken van Sint-Jan, heeft gekocht van Collart Englebert, van Fize, een rente van 4 vaten spelt gehypothekeerd op al de goederen en renten behorende aan gezegde Collart te Fize.
1568 :Het hof van Kemexhe laat weten dat Humblet Strengnart heeft verhefd van Goert Offerman, deken van Sint-Jan, als nieuwe heer, 2 goederen (huis met aanhorigheden, hof Rennekin), te Kemexhe, tegen betaling van 14 kapoenen en 14 denierencijns aan de deken.
1615 :Gaspar Poncelet, verblijvend te Fize-le-Marsal, met toestemming van zijn zoon Gaspar, Robert en Poncelet, draagt over voor het hof van de schepenen van Luik, aan Nicolas Ompsen, kannunnik van Sint-Martin, 14 brabantse florijnen.
1760 :Transactie voor notaris J.N. Moreau, tussen het kapittel van het Heilig Kruis en de gemeente van Fize-le-Marsal, betreffende de reparatie van de toren van de kerk van deze parochie.
1762 :Conventie gedaan voor notaris P. Jacquemotte, tussen het kapittel van het Heilig Kruis en de gemeente van Fize-le Marsal, betreffende de twee “bellefroids” van de toren van Fize.
1785 :Transactie tussen het kapittel Heilig Kruis en de abdij van Val-Saint-Lambert, betreffende de perceptie van de tiende op een grond gelegen e Fize-le-Marsal en Momalle.

Fooz

1286 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Henri Botins van Saint-Servais, testamentair uitvoerder van Mathieu van Saint-Martin, aan de abdij van Val-Benoit een bunder allodiale grond te Fooz overdraagt.
1355 :Jean Nuohe, pastoor van St Servais te Luik; Jean de Flemalle liescohirs; Jean Chiwongne, vairir (pelletier) en Margriet, vrouw van wijlen André de Birnar, vairier, testamentaire uitvoerders van wijlen André de Birnar verheffen voor de gezworen hof van Heilige Martin, ongeveer 5 morgenland, gelegen te Fooz en dragen het over aan André, natuurlijke zoon van gezegde Biernar.
1361 :De maire en de leenmannen van het hof Sint-Pierre laten weten de verklaring van Jean de Saint-Laurent, kannunnik van Saint-Martin, dat de 21 februari wijlen Marie de Saint-Laurent, z’n natuurlijke dochter, heeft nagelaten per testament aan Catherine de Gore, haar moeder, het vruchtgebruik van de goederen die ze hield van “mandeit” van de kerk Sint-Pierre; ze legateert aan haar natuurlijke broers, Jean en Arnoul, goederen gelegen te Fooz, onder voorwaarde deze nooit te vervreemden zolang vader en moeder leven en dat Catherine, hun natuurlijke zus deze erft indien ze sterven zonder een testament te maken.
1380 :Arnoul, bisschop van Luik, en zijn leenmannen laten weten dat Louis de Fooz heeft verkocht aan het kapittel van de kerk Sint-Lambert gronden gelegen tussen Fooz en Hognoul.
1386 :De schepenen van Fexhe-le-Haut-Clocher laten weten dat Marie, weduwe van Henri de Borsoit, en Jean de Beirs hebben overgedragen aan Mathonet, zoon van Mathieu de Fooz, gronden gelegen tussen Fooz en Fexhe-le-Haut-Clocher.
1395 :Het hof van Sint-Pieter laat weten dat Jean van Awans, brouwer, burger van Luik, heeft verheft, wegens het overlijden van z’n vader Piron, een hof, huis, tuin, weiden en aanhorigheden te Fooz in Haspengouw, ongeveer 6 morgen grond.
1397 :Voor het allodiaal hof van Luik, Jean, zoon van Francois de Bierset, bankier te Luik, draagt overaan Gilles Xhodeweaul van Montegnee, ten voordele van zijn drie zonen, gronden gelegen tussen Fooz en Freloux. (en lieu condist en Luhien et condist en Hottebovaaz).
1405 :Philippe de Jornal, burger van Luik, geeft kwijtschrift aan Herman de Zante, kannunnik van de Petite-Table, van de verkoopprijs van 2 vaten spelt van een rente gehypotheceerd op een grond gelegen te Fooz.
1425 :Het gezworen hof van de goederen van de kerk Saint-Adalbert te Luik laat weten dat Biertran, zoon van wijlen Franke de Saintron en Maroie, dochter van Renchon Martin, heeft verheft bij overerving van z’n ouders, gronden te Fooz (gezegde plaatsen: alle rualle Lambiert Malcoir; le cortil Humblet) en heeft ze getransporteerd aan Lowy de Straele en aan Johan de Riwe.
1433 :Gilles Gobin, kannunnik van Sint-Barthelemy, vice-provoost van Luik, houdende hof in plaats van Jean de Ligne, provoost, laat weten dat, voor hem en zijn leenmanne, Louis, zoon van wijlen Libert de Strailles, heeft getransporteerd als douaire van z’n toekomstige echtgenote Aganes de Roloux een huis en aanhorigheden gelegen te Fooz.
1461 :De Officiaal te Luik laat weten dat Jean Rubyon de jonge, ontvanger van de kapelanen van Sint-Pieter, voor de rechtbank heeft getrokken Gilles zoon van Jean Pollard van Fooz, daar Gilles gronden bewerkt heeft te Fooz, gehypotheceerd bij deze kapelanen zonder te betalen. Indien hij niet betaald zal hij geexcommuniceerd worden.
1492 :Voor de maire en de leenmannen van het gezworen hof dat het klooster Notre-Dame des Ecoliers, outre le pont des Archers, bezit te Luik, draagt Guillaume, zoon van Libert Malcoir van Fooz, over aan Guillaume Andrier van Bierset, 20 setiers spelt rente op gronden gelegen te Fooz.
1496 :Het hof van de kerk van Odeur laat weten dat Lowy Faber, zoon van wijlen Libier Faber, heeft verkocht aan Aghisse, dochter van Frenchon le texheur van Alleur, een huis met aanhorigheden gelegen bij Fooz, ten koste om aan de kerk van Odeur een rente van 4 vaten spelt aan te dienen voor het jaargetijde van Maroie, moeder van wijlen Michiel van Odeur.
1500 :Voor het allodial hof van Luik draagt Jean van Drass, schoonzoon van wijlen Herman de Horion, jonker, over aan de kannunniken van Saint-Materne gronden gelegen tussen Fooz en Voroux.
1556 :De schepenen van Luik laten weten dat Martin Tilman, brouwer te Luik, heeft verkocht aan Wathier de Corswaremme, 4 vaten spelt rente te nemen uit 10 vaten spelt rente die hij bezat, wegens z’n huwelijkscontract, op een huis en gronden te Fooz.
1559 :Gilles en Amel, broers, kinderen van wijlen Collar le charlier, verblijven te Fooz, verheffen, voor het hof van Villers-l’Eveque, van het kapittel Sint-Martin, 25 grote roeden gelegen te Fooz.
1769 :Verheffing door het kapittel Heilig Kruis aan het feodaal hof van het voogdschap Streel, van een gehypotheceerde rente tusen Fooz en Freloux.

Geer

1346 :De abdij van Val-Benoit staat toe aan Maron, vrouw van Bomers (t schrijnwerker van Cunrar de Berloz) gronden gelegen te Geer voor een huur van 12 jaar.

Gelinden

1223 :Jean, proost van Sint-Lambert, sticht een elfde canonicaat van Saint-Materne et hecht er als schenking de kerk van Gelinden aan.
1284 :Het kapittel van Sint-Lambert laat weten een akkoord tussen de kanunniken van Saint-Materne en Arnoul van Gelinden, ridder, betreffende de kerk van Gelinden.
1284 :Bouchard, bisschop van Metz en proost van de kerk van Sint-Lambert, verklaart dat een derde van de proostelijke schuur waarin de kannunniken van Saint-Materne hun tienden laten deponeren, hun toebehoort.
1436 :Pierre en Elie van Buecken, Godefroid Lamberti etc, nemen aan als regeling, van de proostdij van Luik, de tienden en ontvangsten van Gelinden en Gelmen.
1436 :Staat van de vruchtbare gronden en weiden dat de proostdij van Luik bezit te Gelinden, Engelmanshoven, Vrijheers, Bouchout etc ..
1470 :Het kapittel van Sint-Lambert beveelt Abraham de Marfranck, maire van het hof van Gelinden, het beslag op te heffen dat hij geplaatst had op het huis van Jean Bisscop, boer van de kannunniken van Saint-Materne te Pepingen, gezien ze niet onderworpen zijn aan het wereldlijk gezag.
1672 :Maximilien-Henri, aartsbisschop van Keulen, bisschop en prins van Luik, staat toe aan Paul-Jean, baron van Groesbeeck, groot-proost en aartsdiaken van Luik, proost van Saint-Denis, heer van Franc-Waret en van Jemeppe-sur-Sambre, dat ieder die gronden van de grote proostdij van Gelinden en omstreken zich binnen 6 weken moeten melden om de boeken terug in orde te brengen.

Gelmen

1443 :Henri de Ghale, jonker, maarschalk van het hotel of van het hof van de bisschop Jean de Heinsberg, neemt aan, van de proostdij van Luik, de tienden en gronden te Gelmen en te Gelinden.

Genoels-Elderen

1398 :Voor de leenmannen van Guillaume Baus, etc, de beneficiers van Sint-Lambert verwerven 4 vaten en 4 setiers spelt gehypotheceerd te Genoels-Elderen.
1452 :Akte voor het hof van het kapittel Sint-Martin waarin Gerard de Sart en Jean de Lembor, kannunniken van het kapittel, hebben overgedragen in naam van het kapittel aan Jean van Genoels-Elderen (Jean d’Odeur le Godengnoul) de eigendom van 33 grote roeden en 1 kleine roede gelegen onder Genoels-Elderen.
1773 :Uitwisseling van gronden te Genoels-Elderen, tussen het kapittel van Sint-Jan en Michel-Walrame, graaf van Borchgrave, groot provoost van Saint-Lambert, aartsdiaken van Luik en provoost van Tongeren.

Glons

1222 :Hugues de Pierrepont, noteert dat Arnoldus de le Wege, en Roger, en z’n zus Ida van Vreren, met hun zoon, en Godfried de Streles, en Egidius de Glons en de broers van hem, Philippe en Willem, zonen Berthold en Henry Tieste, en Lmbinus en Bertholaus, zonen Libert de Fexhe, en hun dochters, eigenaars van de tienden van Glons en z’n anhorigheden, Fexhe en Slins, dat ze dit in z’n handen hebben overgedragenen hij het aan het nieuw hospitaal van Luik an aan het kapittel van Heilige Jan.
1295 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Thierry de Slins afstaat aan de kerk Sint-Lambert 4 bunder gelegen tussen Slins en Glons.
1314 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Gerard du Palais, kannunnik van Saint-Martin, en z’n schoonbroer Philippe de Moulan hebben verkocht aan het kapittel van de kerk Sint-Lambert verschillende goederen gelegen te Brus, Glons etc.
1326 :Gossuiens de Milre, deken, en het kapittel van Sint-Jan, Nicolas de Fraine, prior, en het klooster van het nieuw hospitaal op de Maas, laten weten dat het kapittel heeft afgestaan twee twaalfden en half die hem toevielen in de tienden van Glons, aan het hospitaal, reeds eigenaar van negen twaalfden en half, daartegen een jaarlijkse betaling van 69 vaten spelt.
1333 :De Maieur en de schepenen van het censaal hof van Johan de Brus te Glons te weten: Thiris de Bors, Johan Henris dis de Hameaz, Johan de Bierlour, Johans Deborne, Johan dis Lampe, Godins de saint Vitous e Johan “li Bresseur de Bors”, bevestigen de verwerving door het kapittel Sint-Barthelemy van een rente van 17 vaten spelt wegende op 7 bunder grond van “Jehans dis de Brus zoon van Wilheamme de Brus” gelegen te Brus “oultre le Geire”.
1348 :Waltiers, abt van Saint-Laurent, laat weten dat om elk contestatie met het kapittel van Sint-Jan betreffende de tienden van 39 bunder grond te Glons, op de plaats dit Gettefou (waarvan z’n abdij tweederde heeft en het kapittel eenderde), te vermijden het klooster alles heeft overgenomen tegen een jaarlijkse kost van 5 vaten spelt.
1437 :Het gezworen hof van de collegiale Sint-Barthelemy te Luik verklaart dat de 30e november 1373, messire Raes de Sclessin, gendre van ridder Jean de Brus, verheft gronden gelegen te Brus boven de Jeker.
1441 :Voor de leenmannen dat Gerard de Berlo bezit en zijn heerlijkheid van Brus, verheft Jean de Wellinez, in naam van de begunstigden van Sint-Lambert, een huis gelegen te Saint-Victoer te Glons, gezegd “le court de Mellins”.
1459 :De maire en de leenmannen van het gezworen hof dat de kathedraal van Luik bezit te Boirs laten weten dat de renten behorende aan het kapittel van Sint-Lambert op een huis te Glons, onder de jurisdictie van Saint-Laurent en Saint-Pierre, voorheen verheft door de erfgenamen van Jean Hardy.
1479 :Isabelle, weduwe van Guillaume de Forre, en Jacquemin, zoon van Jean Scurpin, burger van Luik, geven aan Jean Ernult, brouwer, een huis, brouwerij etc.. gelegen te Glons-Saint-Pierre.
1521 :De schepenen van Luik laten weten dat Victor le Tixhea, van Glons, heeft verklaard, ten voordele van het kapittel van Sint-Jan, een rente van 1 muid spelt, op al z’n goederen op een half bunder op de hoogte van Saint-Laurent te Glons op de gezegde plaats “Alooz”.
1593 :Voor het gezworen hof van de “Chambre” verheffen Maroie, weduwe van Tilman Hardi, en Jacques Hardi, haar zoon, een huis gelegen voor de kerk van Glons.
1611 :Notariele acte in uitvoering van de welke Francois Walschart, kannunnik van “la Petite Table”, enerzijds, Gerard en Antoine Tilkin anderzijds, een accoord bereiken betreffende een rente gehypotheceerd te Glons.

Goreux

1446 :Brieven van de maire en de geworen leenmannen van het hof van de kerk collegiale Sint-Martin, te Luik laten weten dat de schepenen te Luik in hoger beroep de inbeslagname van de goederen te Goreux-lez-Voroux erkennen, gedaan door het kapittel van hogergenoemde kerk, wegens niet betalen van een rente van 2 vaten spelt door de erfgenamen van Ameil de Goreux, deze inbeslagname werd betwist door Jean, voogd van Straille.
1474 :Terugspraak van de baljuw en de leden van de Raad van de prins-bisschop te Luik, aanbevelende het hof van Voroux om te beslissen dat het kapittel van Sint-Martin, als eigenaar zijnde van 14 grote roeden gelegen tussen Goreux en Velroux, op de plaats genoemd Ygofosse, terug in bezit gesteld moeten worden en dat de grenspalen geplant door het klooster van Saint-Laurent te Luik moeten worden afgebroken.
1503 :Copie afgeleverd door de schepenen van Luik van een hoger beroep van het hof van Voroux, betreffende een betwisting tussen Jean de Floyon, kannunnik van Sint-Martin enerzijds, gouverneur van het begijnhof tegenover de putten van Mont-St-Martin en handelend voor dit begijnhof en anderzijds Bauduin de Voroux gezegd de Saint-Jacques, omtrent de inbeslagname van het begijnhof van een hoeve te Goreux wegens wanbetaling van een rente. Het begijnhof had deze rente verworven van Englebert de Jodigne, ridder, echtgenoot van de dochter van Gilles delle Thour, baljuw van Hannuit, die Jean delle Barre vertegenwoordigd.
1593 :Brieven laten weten 1° dat voor Gilles Petitjean, Arnold le Thorrier, Frederic Rouffart, Toussaint de Cheerfz en Jean Cornet, deel uitmakend van het hof van Voroux en Goreux, zijn verschenen Lambert Grigoire gezegd le Bovier de Goreux en Lambert, zoon van wijlen Sacreit (Sacré) van Goreux, enerzijds, en meesters Gerard de Veve en Jacques Peranus, kannunniken van Sint-Martin met Mathieu Christiany, ontvanger van deze kerk, anderzijds 2° in hun tegenwoordigheid was er de opmeting van de gronden die Sint-Martin bezit te Voroux en Goreux, Roloux, Velroux en Fexhe-le-Haut-Clocher. Deze gronden zijn reeds zeer lang uitgebaat door de famailie Grigoire.

Grâce

1439 :Jean, heer van Trognée laat weten dat voor hem en zijn leenmannen, Louis, heer van Thys, echtgenoot van Catherine, dochter van wijlen Bastien Boileawe, jonker, heer van Grâce, heet verheft, door erfopvolging van Antoine Boileau, voogd van gezegde Gr^ce, de heerlijkheid en de voogdij van Grâce.

Grand-Axhe

1351 :Het hof van Grand-Axhe laat weten dat Jehans Hanekotte, bakker, rue du Pont te Luik, heeft getransporteerd aan Lowis de Mostiers sur Sambre, kapelaan van Saint-Lambert, twee stukken grond te Grand-Axhe en te Buffonvaus. De schepenen die geen zegel hebben laten de acte zegelen door Henry de Hartaing, Gerart del Loige, pastoor van Grand-Axhe en Philippe, pastoor van Waremme.
1379 :Het hof van Grand-Axhe laat weten dat Gerars, zoon van wijlen Gerars Pulhet van Axhe, heef getransporteerd aan Jakemien de Wonk, kannunnik van Sint-Jan (vertegenwoordigd door z’n neef, Henris Croneaz, klerk), 25 ½ roeden weide, tussen Hollogne en Grand-Axhe, renende aan “bruke qui vont à Hollogne”.
1402 :Voor de schepenen van Grand-Axhe, Johannien, zoon van Marguerite de Grand-Axhe, draagt over aan Hubert de Blarey, vertegenwoordigend Jean Noiel van Blarey, kannunnik van Saint-Jean, een grond gelegen te Grand-Axhe.
1411 :Voor het allodiaal hof van Luik, Bertrand des Bussikins de Bichenroede draagt over aan Jean, heer van Longchamps, ridder, de tieden van Grand-Axhe, die hij verheft had kort daarvoren, ten titel van zijn vrouw Isabeau, dochter van wijlen Jean, voogd van Liers.
1414 :Het hof van Grand-Axhe laat weten dat Johans Tybaul, van Viemme, heeft getransporteerd aan de deken en het kapittel van Sint-Jan, twee stukken grond, een te Grand-Axhe en een ander te Waremme, te Buffonvaus, een grond te Saive, op de plaats gezegd a le Savenire en een half bunder te Grand-Axhe op de plaats Angifontaine.
1420 :Voor de maire en de schepenen van Grand-Axhe, Jean Yerteit, burger van Luik, draagt over aan Gerard Rondeal, kannunnik van Sint-Lambert, een grond gelegen te Grand-Axhe.
1421 :Voor de schepenen van Grand-Axhe, Jean Firetoujus, kapelaan van Sint-Lambert, draagt over aan de kerkfabriek van de cathedraal gronden gelegen te Grand-Axhe.
1424 :Voor het allodiaal hof van Luik, Jean de Longchamps, ridder, draagt over aan Jean Demenay, kannunnik van Saint-Martin, te Luik, de tienden gezegd van Grand-Axhe.
1425 :Voor het allodiaal hof van Luik, meester Jean Demenay, kannunnik van Saint-Martin, te Luik, draagt de tienden gezegd van Grand-Axhe over aan Jean, heer van Longchamps, ridder, die het terug overdraagt aan Jacquemien de Cheratte, bakker.
1429 :Voor het allodiaal hof van Luik, Jacquemin de Cheratte, de bakker, burger van Luik, in uitvoering van de teruggave aan hem, draagt over aan Philippe, bastaard van Namen, en aan Marie, zijn vrouw, dochter van wijlen Jean de Longchamps, jonkheer, de tienden gezegd van Grand-Axhe.
1439 :Het hof van leenmannen van Sint-Jan, te Luik, na beroep bij de schepenen te Luik, beslist dat het kapittel van Sint-Jan eigenaar is van 25.5 roeden grond te Grand-Axhe, dat Jacquemin van Wonck, eertijds kannunnik, aan hem had gelegateerd. Gerard Poulhet, van Grand-Axhe, had er de helft van verheft en Johan Moise, van Waremme, houder van de andere helft, had het recht van het kapittel betwist.
1450 :De schepenen van Luik laten weten dat Jehan Thibaul heeft getransporteerd aan het kapittel van Sint-Jan en aan de Predikheren, te Luik, een huis, weide en aanhorigheden, gelegen te Grand-Axhe. Gilles Surlet, predikheer, werd geïnvesteerd voor het hof van Grand-Axhe, in naam van z’n klooster en van het kapittel. Willem de Horion, ridder, heer van Oleye en Grand-Axhe, die dit huis in erfpacht had, ziet van z’n rechten af.
1470 :De maire en de schepenen van Grand-Axhe geven aan het kapittel van Sint-Lambert beslagleggend op de helft van de heerlijkheid van Grand-Axhe, om reden van niet-betaling van ciijnsen en renten door Martin de Sorinnes. Baljuw van Sint-Lambert: Arnoul d’Odeur, koorheer van Sint-Lambert, heer van Warfusée en Bilrevelt.
1500 :Het hof van Grand-Axhe laat weten dat Henry de Warpen, kapelaan, in naam van het kapittel van Sint-Jan heeft aangezuiverd het beslag door het kapittel van Saint-Lambert en de heren van Horion, als heren van Grand-Axhe, van een huis en aanhorigheden gelegen te Grand-Axhe, wegens niet-betalen van een cijns van vier denieren en 4 kapoenen.
1522 :Voor de maire en de schepenen van Grand-Axhe, geeft Guillaume, heer van Horion, Oleye en Grand-Axhe aan Jacques Massar, molenaar, een plaats genoemd de molen van Grand-Axhe.

Groot-Loon

1342 :Nicolas Quarteal, kannunnik van Heilig Kruis, ontvangt, in naam van z’n kerk, voor het hof van Niel-Saint-Servais, de investituur van gronden gelegen op de plaats “juxta crucem de Groetloen juxta rotam, supra comede in campo” de Rodechoven (is vandaag Rullekoven, gehucht van Kerniel) etc., gehouden door Abraham de Colen.

Gutshoven

1434 :Voor het allodiaal hof van Luik, verkoopt Louis van Horpmaal, wapenman, aan Ghisebrecht Scaetsen, vertegenwoordigend Arnold van Wellen, keizerlijk kapelaan te Sint-Lambert, 1 bunder grond gelegen tussen Gutshoven en Horpmaal.

Haccourt

1399 :Voor het hof van leenmannen van Pirot, zoon van Colart le Veals d’Heure Louis Printe, prevoost en kannunnik van Visé, staat toe aan Jean gezegd Moreal Haneton, van Haccourt, een huis en aanhorigheden gelegen te Haccourt. (en lieu condist sor le rowelle de Stache)
1415 :Guillaume Surlet, wonende in Chodelistrée, laat weten dat, voor zijn leenmannen, Renekin Baulduin van Haccourt heeft verheft gronden gelegen te Haccourt.
1428 :Guillaume Surlet, verblijvende in Codelistrée, laat weten dat, voor zijn leenmannen, Jean, maire in erfopvolging van Olne en Guillaume, zijn broer, gronden hebben verheft gelegen te Haccourt, in uitvoering van het testament van wijlen Rennekin Bauduien van Haccourt.
1435 :Voor de maire en de schepenen van Haccourt en Hallembaye, verheft Jean Bofis, kapelaan, in naam van de begunstigden van de cathedraal, verschillende stukken grond gelegen op de plaatsen “sour les Kackelles”, Kailwealmont etc.
1436 :De maire en de schepenen van de abdij van Munsterbilzen te Haccourt, vooeren uit een clausule van het testament van Guillaume Surlet, waarbij hij aan de kerkfabriek van Sint-Lambert een rente hypothekeerd gelegen te Haccourt.
1447 :Voor de maire en de schepenen van het hof van het kapittel van Saint-Martin te Breust, draagt Jean de Navagne over aan Elisabeth, weduwe van Baré Surlet, burgemeester van Luik, goederen gelegen te Haccourt, Lixhe en Visé.
1456 :De maire en de schepenen van Haccourt en Hallembaye laten het accoord kennen tot stand gekomen tussen de begunstigden van Sint-Lambert en de kerk Saint-Hubert van Haccourt, betreffende een rente van een vat spelt belastend een grond gelegen te Haccourt.
1480 :Vonnis van de schepenen van Haccourt en Hallembaye tussen de kerkfabriek van Sint-Lambert enerzijds en Francket de Hallembaye en Jea, zijn broer, anderzijds betreffen de een grond gelegen “sour le voie qui vat de Femripont à Loyne”.
1507 :Voor de schepenen van Haccourt, gaat Desiré de Seraing, mayeur van dit hof, vertegenwoordigend de abdij van Munsterbilzen, met Peter de Xhoxhem, bepalend voor de “Aumone” van de kathedraal en voor de rector van het altaar Notre-Dame “en viez xhoure”, betreffende een rente van 10 vaten spelt.

Hamal

1370 :Akkoord tussen kapittel Heilig Kruis en de abdij van Borcette (Burtscheid), voor de 10de van zeven roeden grond gecultiveerd door Nicolas Hoxhe, tegen het bos van Hamal, bij de weide van Stassard van het kasteel van Hamal.
1371 :Jean d’Arkel, bisschop van Luik, laat weten dat Guillaume de Hamal, ridder, er mee instemt een rente van 30 vaten spelt gehypotheceerd op een feodale grond te Hamal terug te nemen, en verkocht destijds door zijn vader, wijlen Jean, heer van Hamal, aan wijlen Jean le Beau, kannunnik van Sint-Lambert.
1397 :Adam, heer van Oupeye en van Herstal, ridder, laat weten dat Antoine, zoon van Perien Royer van Aist, heeft verheft van hem feodale goederen te Hamal en te Rutten, en deze heeft overgedragen aan Opchien Royer, lombard, burger van Hoei.
1435 :Voor de feodale mannen van Henri, heer van Gronsveld, Rimburch en Herstal, verheffen Raes de Gavre en Jean de Malle, kannunniken van Sint-Lambert, feodale goederen gelegen te Hamal en te Rutten.

Haneffe

1351 :De schepenen van het hof van de heer van Haneffe en van het hospitaal Saint-Jean van Jeruzalem laten weten dat Henri, zoon van dame Fremonde, en Isabelle, z’n vrouw, hebben verkocht aan het kapittel Heilig Kruis, vetegenwoordigd door Jean Copeis van Waremme, kapelaan, 2 vaten spelt rente gehypotheceerd op gronden gelegen op volgende plaatsen; “sour le thier de Harenfosse, al spionoise vaelz”, te Haneffe.
1362 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Weris de Graz, bankier te Luik, 6 bunder, 16 grote roeden en 10 kleine heeft overgedragen aan Waultiers de Rochefort, heer van Haneffe en Ochain, ridder, van wie hij het voordien ontvangen had. Waultiers de Rochefort transporteert ze naar Colars Greniers, kannunnik van Sint-Jan. Deze goederen lagen te Haneffe en Donceel in 8 stukken: sur le tiege de Harduemont, sur le tiege du moulin, droit à la Croisette, sur la voie del bois, à Scopito, sur la voie de Donchere à Vierme.
1383 :De mayeur en de schepenen van Haneffe verwezenlijken de verkoop die Staskiens de Herkes, zoon Stassar, doet aan het kapittel van Sint-Barthelemy, vertegenwoordigd door Jean de Hodeige, kapelaan en rekenaar voor deze kerk, van een rente van 2 vaten spelt wegende op een hof, huis en tuin gelegen te Siers onder Haneffe.
1417 :Voor het gezworen hof gezegd delle Vauls, dat Henri Solo, verblijvend aan de straat Saint-Christophe, bezit te Stiers op het grondgebied van Haneffe, Maroie, weduwe van Eustache le Moyne van Crisnée, en Guillaume de Crisnée, haar zoon, dragen over aan de kerkfabriek van Sint-Lambert een eigendom gelegen te Stiers.
1429 :De schepenen van Luik laten weten dat Wautelet Dame Ydde, de Haneffe, heeft getransporteerd aan het kapittel van Sint-Jan (vertegenwoordigd door Johan Rosseal, kannunnik) twee stukken grond te Haneffe op de plaatsen “alle Chaitine” en “alle crois Huwair”.
1448 :Voor de maire en de gezworen leenmannen dat de heren van Saint-Jean van Jeruzalem gezegd van Chantraine bezitten te Haneffe, draagt Godgaff van Loon, burger van Luik, over aan Alexandre Sandron 15 grote roeden grond gelegen te Haneffe.
1449 :Gilles de Biernart staat een half bunder grond te Haneffe af.
1452 :Meester Michel Olmen en messire Tilman de Hemricourt verheffen 2 bunder op het terrein Stier, op de hoogte van Haneffe.
1487 :De schepenen van Luik laten weten dat Jehenne d’Emptinne (vertegenwoordigend wijlen Jehan de Preit), en de broer van deze, Thiry de Preit, hebben getransporteerd aan Tristan d’Orey, kannunnik van Sint-Jan, 4 bunder grond te weten: 22 roeden op de hoogte van Haneffe, op het terrein van Stier en Donceel (hof van Chantraine, te Haneffe); 4 roeden tussen Stier en Vierme, deseur le tiege de Stier, 13 roeden op dezelfde plaats, meer naar Jeneffe, en 12 roeden “a grand chiersier derriere le cortil delle capelle” van Stier (cour de Saint-Jacques a Donchierf); 12 roeden, “sur le jardineal entre Jeneffe et Stier deseur Ferier”, 8 roeden “au passea de stordeur”, die loopt van Limont naar Geneffe, een half bunder te Bovenistier, kortbij Frayenal (Hof van Sint-Jan te Bovenistier).
1520 :De schepenen van Luik laten weten dat de kapelanen van Sint-Jan hebben afgestaan aan het klooster van Val St Lambert, 23 vaten spelt rente die ze hadden op een huis gelegen te Yvoz, in ruil voor een rente van 12 vaten spelt op 17 roeden te Haneffe, op de plaats gezegd “en Pinneval”.
1548 :De schepenen van Luik laten weten dat Johan Blaise, van Haneffe, heeft verkocht aan de kapelanen van Sint-Jan een vat spelt rente op goederen gelegen te Haneffe.
1560 :Voor de schepenen van Luik, Pasquea Counar, zoon van wijlen Jean Counar van Limont, geeft aan het kapittel van Heilig Kruis een rente gehypotheceerd te Haneffe en Limont.
1610 :Jean, zoon van Erard Meot, draagt over voor de schepenen van Luik aan Mathias Vanden Roye, heer van Stevoort en schepen van het hof van Vliermaal, een rente van 25 brabantse florijnen gehypotheceerd op goederen te Haneffe.

Hasselbroek

1699 :André Bormans, ridder, heer van Jeuk en Hasselbroek, verkoopt aan het kapittel van Sint-Jan een cijns, schuur, stal met tuin en boomgaard, alles gelegen te Hasselbroek.

Heers

1322 :Jean, abt van Val-Saint-Lambert, laat weten dat om de geschillen te beëindigen die bestaan gedurende lange tijd tussen zijn abdij en deze van Val-Benoit betreffende betaling van zekere renten en cijnsen, heeft gegeven aan Val-Benoit een bunder grond te Heers (kort bij “le Bruire”).
1550 :Gobbelin Coppen, koormeester, en Gerard Petry, kannunnikne van Sint-Martin wisselen 6 roeden terrein deel uitmakend van het bos van Heers, behorende tot deze collegiale tegen 6 roeden grond gelegen op de plaats Heerbanc waarvan eigenaar Jeanne Scheffart de Merode, dame van Heers en Erard de Rivier, haar zoon.

Heks

1469 :Voor het allodiaal hof van het graafschap van Loon, geeft Robert de Sproelant, heer van Wouteringen waarborgen aan de abdij van Villers, voor de verwerving van goederen te Heks.
1582 :Notariele acte waaruit vloeit dat de religieuzen van de abdij van Villers procuratie geven aan Francois Vleyshouwer, hun abt, en aan anderen, om af te staan aan het kapittel van Sint-Lambert de hoeves van Heks en van Bocholt te Diepenbeek in ruil voor goederen, tienden en ontvangsten van Mont-Saint-André en Bomal, Fleurus, Grand- en Petit-Hallet, Noduwez, Roesbeeck, Vertryck en Muscum.
1594 :Ernest, aartsbisschop van Keulen, bisschop van Luik enz.. stelt het kapittel van Sint-Lambert vrij van kar- en paarddiensten te geven aan de bisschop van Luik, te wijten dat de hoeve gezegd Munckhoff te Heks, hoeve die het kapittel bezat wegens de ruil enkele jaren ervoor met de abdij van Villers.
1744 :Notariele akte waarbij Pierre Vroenen, pachter van de abij van Herckenrode te Opheers, een waarborg geeft aan het kapittel van Sint-Lambert voor de overname van de molen van Heks.
1744 :Noatriële akte waarbij het kapittel van Sint-Lambert geeft in erfleen aan Pierre Vroenen de molen van Heks.
1782 :Notariële akte waarbij het kapittel van Sint-Lambert afstaat aan de bisschop van Luik een terrein gezegd Savelberg en andere gronden gelegen te Heks, in ruil van een rente van 38 vaten spelt gehypotheceerd te Xhendremael op de plaats gezegd Fechereux.
1791 :Notariële akte waarbij het kapittel van Sint-Lambert afstaat aan de graaf van Ansembourg een grond gelegen voor de kapel, achter de Salemberg, in ruil voor een andere grond gelegen onder de jurisdictie van Heks, op de plaats genoemd Vogelsan, in het veld van Manshoven.

Hemricourt (Remicourt)

1287 :Jean, bisschop van Luik, laat weten gegeven te hebben aan Guillaume, heer van Hemricourt, ridder, en aan zijn vrouw 200 vaten spelt buiten z’n inkomsten te Meeffe, deze heer moet van hem verheffen de forten van Angleur en Hemricourt.
1346 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Maron le Moyneresse heeft gelegateerd aan Maron le Moyne, het vruchtgebruik van 20 roeden grond sur la large chavé te Hemricourt, en de naakte eigendom van 17 van die 20 roeden aan Margariette, echtgenote van Thiris Panios de Flos de Berses.
1360 :Jean le Beau, kannunnik van Sint-Lambert, geeft in leen voor het hof van leenmannen, aan Arnoul, heer van Rummen, Quabeek en van Hemricourt, alle goederen en censale en allodiale inkomsten die hij bezit te Hemricourt, Lantremange, Bleret en omgeving, komende van de heer van Agimont en verworven door Jean le Beau van gezegde Arnould de Rummen.
1393 :De maire en de schepenen van Hemricourt laten weten op verzoek van Jean le Beau, ridder, heer van Hemricourt en van Lantremange, de opmeting en de situatie van de gronden behorend aan genoemde ridder en afhangend van de heerlijkheid van Hemricourt. Men maakt melding van “l’hospital Sainct Lambert à le chaisne de Liège”, van Jean, zoon van Thomas de Laminne, van Jean Sardien, pastoor, van Gilles Surlet, ridder, van Jean Kochar van Hemricourt, de erfgenamen van Guillaume de Laminne. Het geheel van gronden omvat 68 bunder, 14 grote roeden en 17,5 kleine roeden, berekend “à la grande verge Saint Poul, laquele est plus grande que la verge de pays que on dist des alloux, trengte deux verges forches”, hetzij op de grond maat, 74 bunder en 5 grote roeden.
1408 :Voor de maire en de schepenen van Hemricourt staat Jean le Beau, heer van Hemricourt en Lantremange, ridder, af aan Jean en Guillaume, zijn 2 zonen, jonkers, het vruchtgebruik van verschillende stukken grond gelegen te Hemricourten waarvan hij reeds de eigendom bezat via wijlen Marguerite de Duffel, hun moeder. Een van de gronden ligt voor de poort van het kasteel. De opmeting van de gronden gebeurt via de grote roede van Laminne “waarvan het bunder groter is dan de roede van het land 32 kleine roeden”.
1419 :Het allodiaal hof van Luik, laat weten dat Henry de Fouz, cordonnier, naturlijke zoon van Henry de Fouz en Henry, z’n legitieme zoon, hebben getransporteerd aan het kapitel van Sint-Jan 19 roeden grond tussen Hemricourt en Momalle, op de plaats gezegd “en Fechier”, die hun toebehoorde krachtens het testament van hun vader en grootvader.
1420 :Voor de maire en de schepenen van Hemricourt, “Johans ly Beals”, sire van Hemricourt en Lantremange, en “Wilheames ly Beals”, zijn broer, alle twee jonkers en zonen van wijlen Johan le Beals, ridder, dragen over aan Amel de Goreux, hun “seroige”, maire en schepen van Hemricourt, 11 vaten haver rente dat het kapittel van Saint-Paul hun moet op hun goederen van Hemricourt.
1427 :Voor de maire end e schepenen van Hemricourt, draagt Guillaume Surlet, verblijven de “en Choudeliztrees az treistez en yilhe à Liege”, over aan “l’Aumone” van de cathedraal, 8 vaten haver rente te nemen uit 11 vaten dat het kapittel van de collegiale Saint-Paul moet op de goederen die hij bezit te Hemricourt.
1429 :Voor het gezworen hof “delle Chambre” (chambre des comptes ?), Jean le Beau, jonkheer, heer van Hemricourt en Lantremange, verheft van het rekenhof van de “Aumone”, een rente die hij te goed had vanhet kapittel Saint-Paul en gehypotheceerd te Hemricourt.
1442 :Voor de schepenen van Luik, verkoopt Guillaume Marteal, verblijvende te Herstal, aan Jean le Pollen van Xheneumont de heerlijkheden Hemricourt, Lantremange en Bleret, met het voogdijschap van Bleret en de “bouteillerie” van de bisschop van Luik.
1446 :Voor het gezwoeren hof van de “Chambre”, draagt Guillaume Marteau van Herstal over aan Godgaff van Loon, burger van Luik, de goederen van Hemricourt met de voogdij van Bleret en “la boutellerie” van de bisschop van Luik.
1447 :Godgaff, zoon van wijlen meester Jean de Looz, beveelt Jean de Saive, verblijvende te Hemricourt, te ontvangen in zijn naam de inkomsten van de heerlijkheid van Hemricourt.
1448 :Jean deHeinsberg, bisschop van Luik, laat weten dat voor zijn feodaal hof Jean de Bernalmont, de jonge, heeft afgestaan aan Godgaff de Looz, burger van Luik, de heerlijkheden Hemricourt en Lantremange en de voogdij van Bleret.
1450 :Voor het allodiaal hof van Luik draagt Rauskin (Raskin), zoon van Henri Wilhemme de Laminne, over aan de “beneficiers” van de cathedraal gronden gelegen te Hemricourt.
1451 :Jean le Boulanger, verblijvend op de Pont-Saint-Nicolas laat weten dat voor zijn leenmannen Godgaff de Looz, echtgenoot van Marie, wettelijke dochter van Baudouin delle Kerkhoeff, het beslag gezuiverd te hebben dat Boulanger had opgelegd op een grond te Hemricourt, die toebehoorde aan Jean de Saive, echtgenoot van Isabeau, dochter van wijlen Jean le Beau, ridder.
1458 :Brief van de “Vingt-Deux” betreffende de weigering van de schepenen van Hemricourt het beslag te geven aan het kapittel van Sint-Lambert op zekere erfgoederen gelegen onder hun jurisdictie en welke Godgaff de Looz, heer van Hemricourt, verklaarde van nature feodaal.
1458 :Terugverwijzing van het hoger beroep van de schepenen van Luik aan deze van Hemricourt, in de zaak van de “Aumone” van de kathedraal tegen Godgaff de Looz, heer van Hemricourt, als vertegenwoordiger van Jean le Bel en Jean de Saive, betreffende de betaling van een rente aan de “Aumone”, op de “engieres de Hemricourt” gehouden in leen van de voogd van Haspengouw, meer bepaald de justitie en “hauteur” van Hemmricourt vanaan de weg van het kasteel tot aan de justitie van Laminne.
1458 :Louis de Bourbon, bisschop van Luik, laat vaststellen, voor zijn feodaal hof, dat Jean Digma, kapelaan van Sint-Lambert, dewelke in hoedanigheid van ontvanger van de Aumone van Sint-Lambert, Godgaff de Looz, heer van Hemricourt, ambeteerde in het bezit van zijn leen dat hij hield van de bisschop van Luik, en dat bevat waters, kapoenen, molens, bakovens, brouwerijen etc.., afhangend van Hemricourt en Lantremange, met “la boutellerie héréditaire” van het bisschoppelijk paleis.
1459 :Het gezworen hof van de Chambre, geeft op vraag van Jean Digma, kapelaan, vertegenwoordigend “l’Aumône” van de kathedraal, een akte uit betreffende het beslag gedaan door het kapittel van Sint-Lambert, op de erfgenamen van Jean le Beal, heer van Hemricourt en Lantremange, van goederen die ze bezaten te Hemricourt.
1459 :Terugverwijzing van de schepenen van Luik naar deze van Hemricourt, in de zaak: de Aumone van de kathedraal tegen Godgaff de Looz, heer van Hemricourt, betreffende een rente te betalen aan gezegde Aumone op goederen van gezegde Godgaff, waarvan een deel werd gehouden in leen van de voogd van Haspengouw.
1461 :Voor het gezworen hof van de Chambre, draagt Gerard Goesuyn, oud-burgemeester van Luik, tegen betaling van 32 vaten spelt rente, over aan Renchon le Cuvelier van Jemeppe, goederen gelegen te Hemricourt, welke Godgaff de Looz, heer van Hemricourt en van Lantremange, hem had afgestaan.
1461 :Louis de Bourbon, bevestigd “élu” van Luik, laat weten dat voor zijn leenmannen, Gerard Goeswyn, “chambgeur de nostre cité”, heer van Jehay, oud burgemeester van Luik, heeft verkocht aan Renchon le Cuvelier van Jemeppe, met mogelijkheid tot terugkoop, 135 vaten spelt rente hem verplicht op de heerlijkheden Hemricourt en Lantremange, op de voogdij van Bleret en van de erfelijke “bouteillerie” van de bisschop van Luik tegen 1620 florijnen van de Rijn.
1468 :Louis de Bourbon, bisschop van Luik, geeft aan Robert de la Moliere, kamerknecht van de hertog van Bourgondiê, een rente van 125 vaten spelt op de heerlijkheden van Hemricourt en Lantremange, geconfisceerd op wijelen Renchon le Cuvelier, wegens zijn rebellie tegen de bisschop en zijn steun die hij gegeven heeft aan Raes van Linter “principal esmoveur et conduiseur desdites guerres et divisions”.
1470 :Louis de Bourbon, bisschop van Luik, maant Gossuin Parent, mayeur van de lenen, aan om Robert de la Moliere in bezit te stellen van een rente van 135 vaten spelt gehypothekeerd op de heerlijkheden van Hemricourt en Lantremange.
1499 :Voor de schepenen van Luik verkoopt Simon de Dalem gezegd van Soumagne aan Jean de Saulchis 10 vaten spelt rente op 10 bunder allodiale grond an andere censale gronden gelegen te Hemricourt.
1527 :Voor het gezworen hof van de “Chambre” verheft Simon de Résimont 60 vaten spelt rente gehypotheceerd op de heerlijkheden van Hemricourt en Lantremange, de voogdij van Bleret, de erfelijke “boutellerie” etc., komende van Gerard Goesuin en voor hem van Godgaff de Looz, heer van gezegde Hemricourt.
1529 :Voor de schepenen van Luik verkoopt Agnes, weduwe van Wathier de Saulcyn heer van Oupeye, en Jean, haar zoon, aan de testamentaire uitvoerders van wijlen meester Everard Helich gezegd van Doerne, kannunnik van Sint-Lambert, 13 vaten gerst rente gehypotheceerd op de heerleijkheden en gronden van Hemricourt, Lantremange en Bleret.
1535 :Voor het feodaal hof van Luik verkopen Catherine, weduwe van Piron de Saive en Simon de Résimont, haar schoonbroer, aan de testamentaire uitvoerders van wijlen meester Louis d’Eve, kannunnik van Sint-Lambert, voor het stichten vaan een jaargetijde van deze laatste, 10 vaten en half rente spelt gehypotheceerd op de heerlijkheden Hemricourt en Lantremange en de voogdij van Blere, de voogdij van Bleret en de erfelijke “la boutellerie” van de bisschop.
1536 :Voor het feodaal hof van Luik verkoopt Simon de Résimont, echtgenoot van Catherine, dochter van wijlen Lambert le Cuvelier aan de jaargetijden van de cathedraal en aan de testamentaire uitvoerders van wjlen meester Jean de Cortembach, kannunnik van Sint-Lambert en prevoost van Hoei, 26 vaten rente spelt op de heerlijkheden Hemricourt, Lantremange
1541 :Fastrard de Mons ontvangt à stuit van het kapittel Sint-Barthelemy voor 6 jaar, 17 grote roeden gelegen te Remicourt op de plaats “all grosse pier”, nog een half bunder “a Tombeur”, 6 grote roeden “del large chawee” en.
1551 :Wilhelmus zoon van Henry Wilhelmus van Laminne ontvangt à stuit van het kapittel van Sint-Barthelemy voor 12 jaar 27 roeden te Hemricourt tegen een pacht van 3 vaten spelt.
1573 :Naar aanleiding van een onderzoek van de criminele kamer verklaren de schepenen van Luik Jean-Charles de Hemricourt als schuldig de vruchten ontvreemd te hebben op een grond gelegen te Hemricourt, waarvan de jaargetijden van de cathedraal bezit hadden gelegd.
1578 :Vonnis van de “conseil ordinaire” van Luik, in de zaak van jaargetijden van de cathedraal, vertegenwoordigd door meester Gilles de Hamel, hun boekhouder, tegen Thiri Jamar, heer van Lantremange, betreffende een rente van 90 vaten spelt (gehypotheceerd op een grond te Hemricourt).
1584 :Notariele acte waarin het kapittel van Sint-Lambert accoord gaat met de erfgenamen van wijlen Thiri Jamar, heer van Lantremange, betreffende een rente van 90 vaten spelt op de cijns van Hemricourt.
1589 :Voor de schepenen van Luik komen het kapittel van Sint-Lambert en de erfgenamen van Thiri Jamart, heer van Hemricourt en van Lantremange overeen betreffende de rente die het huis en de cijnzen van Hemricourt belasten.

’s Heren-Elderen

1284 :De officiaal van Luik laat weten dat in aanwezigheid van notaris Johannes de Cheren, Willem de Hamalia en z’n vrouw Katharina hebben erkend te hebben verkocht aan het kapittelHeilige Jan 14 ½ bunder, 2 drote roeden en 10 ½ kleine roeden te ’s Heeren-Elderen en te Ketsingen vor 11 marcs en 5 sous per bunder.
1285 :Willem de Hamal, ridder, heer van ’s Heren-Elderen verklaart te hebben verkocht aan het kapittel Heilige Jan, voor 229 marcs 5 deniers, die hij ontvangen heeft, 19bunder, 15 roeden groot en 15 ½ roeden klein te Elderen, op de weg die gaat naar Neerrepen, ante curiam Sicci. Willem hield deze grond van Jacobus, heer van Diepenbeek.
1327 :Voor de notaris Johannes Nicolai de Fonte, verschenen Martinus, pstoor van Oupeye, gesticht door het kapittel van Sint-Jan, Thomas Massoch van Elderen, de maire en leenmannen van de bedelman van Saint-Servais van Maastricht, te Elderen, de maire en de schepenen van het hoge hof van Elderen. Martinus geeft lezing van een acte van 13 december 1326 door de welke Johannes de Welnen, kannunnik en bedelman van Saint-Servais, laat weten dat Thomas Massoch heeft gegeven aan het kapittel van Sint-Jan 42 groete roeden en 11 kleine, gelegen te Elderen bij de weg gezegd “Casside”.

Henis

1100 :Godeschalk die de “obedientie” van Henis had verworven verwijdert 6 bunder tvv z’n dienaar Almarus. Voor dit geeft hij aan de kerk 7 bunder en een weide die hij ervoor had gekocht.
1324 :Brieven van de officiaal van het hof van Luik laten weten dat voor notaris Giles de Momalle de deken en het kapittel van de kerk van Heilige Martin, hebben gegeven in pacht, voor een termijn van 12 jaar, aan Jean de Hex, verblijvende te Henis, gronden gelegen onder de jurisdictie van Henis.
1427 :Het gezworen leenhof van Sint-Jan laat weten dat Gerard, Tilman en Lambert, zoon van wijlen Lambert Vanderbeek, de bakker van Tongeren, 4 bunder in drie stukken, gelegen te Henis, op de hoogte van Tongeren, dichtbij Nou Mollin, dat hun vader verworven had van het kapittel Sint-Jan. De drie broers hebben deze 4 bunder getransporteerd aan Johan Pineus, brouwer te Tongeren.
1504 :Het kapittel van Tongeren laat weten dat het kapittel van Sint-Jan heeft gegeven in erfpacht aan Dionisius Hermans een weide genoemd “die Sloetbampt”, dichtbij de weide gezegd “Gasthuysbampt”, te Henis, tegen betaling jaarlijks van 1 vat spelt.
1525 :De schepenen van Luik laten weten dat Stienne Zubres, van Henis bij Tongeren, heeft bevestigd ten voordele van het kapittel van Sint-Jan, een rente van 1 muid haver op z’n huis, gelegen te Henis, tussen de straat du Puts en de straat gezegd Ovemeer.
1582 :Mathieu Lamens, burger van Tongeren, verheft een tuin gelegen te Henis, tegen betaling van 14 setiers rente spelt aan de Mandé en luminaire van Sint-Jan.

Herstappe

1290 :Het allodiaal hof te Luik Laat weten dat Lambert d’Odeur en dame Isabeau, z’n vrouw, juffrouwen Mahos en Gertrude, zussen van gezegde Isabel, transporteerden aan het kapittel Heilig Kruis, vertegenwoordigd door meester Jean de Saint-Trond, kannunnik, een bunder grond te Herstappe. Tegen 2 vaten spelt geeft Jean van Sint-Truiden het aan Lambert d’Odeur.
1331 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Elise, weduwe van Jean “de Bois d’Odoir” overdraagt aan Jean Hongreas van Jehay en aan Jeanne, zijn vrouw, dochter van Elise, de helft van drie bunder gelegen te Herstappe (“a Saus” te Crisnée en te Nomerange en aan de Tombe van Herstappe).
1331 :De maire Henri Palhes, en de schepenen (Liebiers Borais d’Odoir, Mathies Bokehos, Hanes zoon van dame Adilhe, Johans Hustins) van Herstappe, bepalen de cijns verplicht aan het kapittel van Sint-Jan. (Lijst van leenmannen met opsomming van hun gronden en cijnsen en genoemde plaatsen).
1339 :Testament van Hawis, weduwe van Libier d’Odeur, corbesier. Legaten van renten en van gronden te Herstappe, Kemexhe en Odeur. Stichting van jaargetijden aan de minderbroeders te Luik en een de kerk van Odeur.
1351 :Engelbert de la Marck, bisschop van Luik, laat weten aan Johan delle Grangne, ridder, dat de leenmannen van deze zich in groep dienen te begeven voor het feodaal hof van Luik voor het hangende geschil tussen de ridder en het kapittel Sint-Jan betreffende de voogdij van Herstappe.
1393 :Voor het gezworen hof van de kerk Saint-Jean te Herstappe, Francois Broen van Odeur draagt over aan de kannunniken van Saint-Marterne, een eigendom gelegen te Herstappe.
1400 :Voor het gezworen hof van Saint-Jean van Herstappe, Rassekin, zoon van Libert Boret, draagt over aan de beneficiers van Sint-Lambert, een huis, brouwerij etc.. te Herstappe.
1400 :Voor de maire en de schepenen van Herstappe, Rennechon, Gilles en Raskin, kinderen van wijlen Libert Boret, dragen over aan de beneficiers van Sint-Lambert, een grond gelegen tussen Villers-l’Eveque en Herstappe.
1411 :Het hof van Herstappe laat weten dat Johans Hannebiert van Odeur, zoon van wijlen Fastreit Fallant, heeft bgetransporteerd ten voordele van Lowys de Crennewicke, kapelaan van Sint-Jan, twee stukken grond op de weg van Huy naar Tongeren.
1412 :De kannunniken van Saint-Materne geven vomacht aan hun broeders Bastien de Momalle, Jean de Perwez en Guillaume de Hers, om afstand te doen voor het hof Saint-Jean te Herstappen van gronden hun reeds eerder overgedragen door Francois Broen van Odeur.
1413 :Voor het hof van Saint-Jean te Herstappe, draagt Bastien de Momalle, kannunnik van Saint-Materne over aan Johannes d’Alleur, ook kannunnik van Saint-Materne, een huis en gronden gelegen te Herstappe. Maire: Guillaume de Bruheze, priester, pastoor van gzegde kerk Saint-Jean.
1435 :Het hof van Herstappe laat weten dat Wilheaume de Villeir, klerk van Alleur, heeft getransporteerd aan de kapelanen van Sint-Jan de helft van bepaalde gronden hierna: de helft van 3 stukken grond “a la voie de Herstaple a Ruchon, entre Odeur et Herstaple, a la voie de Herstaple a Villeir le Vesque”.
1436 :Voor het gezworen hof van de begunstigden van Sint-Lambert, draggt Renchon Boraur over aan Renchon Maistre Gille, zijn schoonbroer, een huis en een stuk grond gelegen te Herstappe.
1441 :Het hof van Herstappe laat weten dat Lowy de Crenwick heeft getransporteerd aan het kapittel van Sint-Jan, om z’n jaargetijde te stichten, twee stukken grond onder de jurisdictie van Herstappe.
1505 :Het hof van Hetstappe laat weten dat Libert Nadon heeft bepaald, ten voordele van het kapittel van Sint-Jan, een rente van 4 muids spelt op z’n woonhuis en goederen te Herstappe.
1719 :André-René de Beeckman, deken van Sint-Jan, staat af aan de kapelanen 14 roeden grond te Herstappe, in 2 stukken.

Heur

1258 :Eustache, pastoor te Vreren die tot nu twee keer per week de mis deed in de filiaalkerk van Heur werd compleet ontheven van deze taak.
1289 :Voor het allodiaal hof van Luik, Jean, Gilon en Isabelle, kinderen van Gilon de Cor, schepen van Luik, verzaken aan hun rechten op drie bunder en half allodiale grond te Heur in het voordeel van hun broer Jacquemin de Cor, schepen van Luik. Deze geeft deze gronden aan de abdij van Val-Benoit in ruil voor enkele renten.
1315 :Goedkeuring en ratificatie door de officiaal van Luik van brieven laten wetende dat notaris de Sacta Cruce heeft geschreven, in tegenwoordigheid van Walthere de Az, van Jean Faber, vader en zoon, van Colin gezegd Calmassar, van Colin gezegd Colmidons, van Gilbard Multor, van Jean gezegd Scardeaz en van Renier uucetri, de 1e mayeur, en de anderen, schepenen van Eure, een acte waarbij het kapittel van Heilige Martin terug Gilles, gezegd Gilothins, verblijvende te Eure, voor een termijn van 14 jaar, alle goederen en inkomsten die het kapittel bezit in dit dorp.
1319 :De Officiaal van Luik laat weten dat het kapittel Heilig Kruis heeft gegeven in pacht aan Pierre de Villers, het deel van de grote tienden van Vreren gezegd het deel van Heur-le-Tiexhe, voor 107 vaten spelt jaarlijks.
1364 :Hubert is benoemd door het kapitel van Heilig Kruis rector van de kapel van Heur-le-Tiexhe en betaalt een vat wijn aan de kapittel.
1398 :Bertrand, abt van Saint-Jacques, te Luik, laat weten dat, voor zijn féaubles, Henri gezegd li Berwiers, verblijvende te Roloux, na verheft te zijn door een nieuwe heer, 19 grote roeden en 16 kleine roedengelegen te Heure-le-Tiexhe, “parmi le voie de Riwechon”, renende aan Henri de Geven etc..
1432 :Voor het gezworen hof van de abdij van Saint-Jacques, Herman de Charneux, klerk, burger van Luik, verheft gronden gelegen te Heur-le-Tiexhe, in uitvoering van de overdracht gedaan ten zijne gunste door Adam de Moylant, heer van Rocour.
1433 :Voor het gezworen hof van de abdij Saint-Jacques te Luik, draagt Herman de Charneux, klerk, burger van Luik, over aan Guillaume de Momalle, kannunnik van Sint-Lambert, testamentair uitvoerder van wijlen Guillaume Boileau, ook kannunnik van Sint-Lambert, gronden gelegen te Heur-le-Tiexhe.
1449 :Jean Winrick, echtgenoot van Catherine, dochter van Staskin Humbert van Heur transporteert 2 bunder aan de Netensteghe te Heur-le-Tiexhe.
1457 :Voor het hof van de leenmannen van de abdij Saint-Jacques te Luik verheffen het rekenhof van de jaargetijden, de begunstigden en de “dossereaulx” van Sint-Lambert en van Saint-Barthelemi goederen gelegen te Heur-le-Tiexhe.
1482 :Heilig Kruis verheft 2 bunder te Heur-le-Tiexhe, op de plaats Netensteghe, komende van Jean Winrick.
1541 :Renier Beamont, rector van de kerk van Heur, vraagt aan het kapittel van het Heilig Kruis, een kelk.
1542 :Meester Michel Olmen en messire Tilman de Hemricourt, kannunikken van Heilig Kruis.
1560 :Inbeslagneming door het kapittel van Heilig Kruis tegen de inwoners van Vreren en Heur, wegens niet betaling van rente.
1565 :Twee kannunniken van het Heilig Kruis verheffen 2 bunder gelegen in de Nettensteeghe te Heur.
1565 :Herman Rave, abt van Saint-Jacques laat Jan Tielens van Vreren, verwant van zaliger Voes Beamonts voor het hof van de abdij citeren omdat hij 2 bunder in de Nettensteeghe onterecht houdt.

Heure le Romain

1227 :Sibylle, abdis van Robermont, verklaart te hebben verkocht aan Ermine de Dinant 14 bunder allodiale grond te Heure-le-Romain, die zij verworven had van Rigaud, ridder van Haccourt.
1227 :De proost en het kapittel van Saint-Denis van Luik verzaken aan de rechten die ze dachten te hebben op de tiende van 10 bunder grond te Heure-le-Romain die de abdij van Robermont hield van de kerk van Saint-Martin van Luik.
1254 :B., abt van Val-Dieu en Arnold, abt van Val-Saint-Lambert, spreken zich uit in het conflict tussen de abdijen Val-Benoit en Robermont betreffende 14 bunder allodiale gronden te Heure-le-Romain.
1266 :Henri de Gueldre, bisschop van Luik, laat weten dat Jacques d’Heure, heer en voogd van Heure-le-Romain, heeft overgedragen aan de abdij van Val-Benoit een jaarlijkse rente van 100 luikse sous en 100 kapoenen met de helft van de heerlijkheid Heure en de helft van de voogdij van deze plek.
1275 :De scheidsrechters aangesteld door Ermengarde, abdis van Val-Benoitt en Alexandre d’Heure beslechten een vraag betreffende een waterloop die hun gronden bevloeien in Heure-le-Romain.
1280 :Voor het allodiaal hof van Luik ontvangt de abdij van Val-Benoit al de allodiale goederen van Libert du Mont gelegen te Heure-le-Romain. Als tegenprestatie ontvangt deze allodiale goederen van de abdij in hetzelfde dorp.
1283 :Libert, prior van Val-Dieu, doet een enquete bereffende een geschil tussen de abdij van Val-Benoit en de inwoners van Heure-le-Romain en van Amry, ter gelegenheid van de constructie van een muur rondom een allodiale grond van de abdij en van de aanlag van een weg die over deze grond loopt.
1284 :Voor het allodiaal hof van Luik, Alexandre, voogd van Heure-le-Romain, draagt zijn deel van allodiaal goed te Heure-le-Romain over aan de abdij van Val-Benoit.
1296 :De Officiaal van Luik belast Thierry dvan Rosoux, notaris van dit hof, te onderzoeken “werixhes” van Heure-le-Romain en in het bijzonder van een bepaald stuk grond gelegen tussen Heure, Fexhe en Houtain, genaamd “Li Sars”.
1306 :Voor het allodiaal hof van Luik, draagt Lambert de Mont, evenals z’n broers en zussen, over aan de abdij van Val Benoit vruchtbare gronden gelegen tussen Heure-le-Romain en Fexhe-Slins.
1307 :Het allodiaal hof van Luik verklaart dat Amel de Wonck, zijn vrouw Marguerite en Piron Piet van Maastricht hebben overgedragen aan de abdij van Val Benoit 27 kleine roeden allodiale grond te Heure-le-Romain.
1308 :De Officiaal van Luik laat weten dat de abdij Val Benoit heeft gewisseld met Collin gezegd Colmasars gronden gelegen tussen Heure le Romain en Houtain-Saint-Simeon tegen een hof en huis te Heure-le-Romain (kortbij het hof van Renir Gruchet en de molen Raskin, de baljuw van Hermeez).
1346 :Renard, heer van Neufchateau, laat weten dat Gilles d’Heure, pastoor van Gedinne, overdraagt aan Jean, zoon van Forgon de Bombaye, het achtste deel van de rechtspraak en “hauteur” van Heure-le-Romain.
1349 :De abdij van Val-Benoit staat toe aan Colette de Saive 4 bunder en 8 grote roeden, gelegen tussen Heure-le-Romain en Beaurieu, voor een huur van 12 jaar.
1352 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Magin, dochter van Hanar de Saint-Barthelemy, testamentair uitvoerster van Catherine de Vaux, begijn, heeft verheft 10 setiers spelt erfeleijke rente op een grond gelegen voor het hof van Val Benoit te Heure-le-Romain.
1358 :Voor het hof van de leenmannen van de abdij van Val-Benoit te Heure-le-Romain, Stassin, zoon van Markeal de Vivegnis, draagt over aan sire Jean Punifier, kapelaan van de kerk Saint-Lambert, een hof, huis en aangelegenheden te Heure-le-Romain.
1366 :De schepenen van Luik, oordelend in hoger beroep op de eis van de schepenen van Heure-le-Romain, laten weten dat ze geoordeeld hebben in het voordeel van de abdij Val-Benoit in een conflicht tussen deze en Henry de Fexhe, jonker, betreffende de benoeming van de mayeur van Heure-le-Romain die een exclusiviteit is van de abdij.
1367 :Catherine de Muchehaye, abdis van Val-Benoit, laat weten dat de abdij heeft verworven van Jean de Boubais, het achtste deel van de rechtspraak van Heure-le-Romain.
1367 :Catherine de Muchehaye, abdis van Val-Benoit, laat weten dat de abdij Walter, zoon van wijlen Watier de Nivelle, heeft opgedragen te verheffen het achtste deel van de rechtspraak van Heure-le-Romain.
1368 :Voor het hof “des masuiers” van de abdij Val-Benoit te Heure-le-Romain, Jean de Fize, kannunnik te Luik, draagt over aan de abdij 4 vaten spelt.
1373 :Jacques de Hemricourt (DE bekende luikse genealogist en kroniekschrijver), secretaris van de schepenen van Luik, benoemd tot luitenant van de abdis van Val-Benoit voor de heerlijkheid Heure-le-Romain, verklaart dat hij getrouw zijn functie zal vervullen.
1377 :De abdij Val-Benoit staat toe in pacht aan Guillaume, gezegd Sareaz d’Heure, het hof van Saurt te Heure-le-Romain.
1381 :Het hof van de abdij Val-Benoit te Luik laat weten dat Libert de Mont van Fexhe-le-Haut-Clocher heeft verheft van haar verschillende gronden en tiendenrechten te Heure-le-Romain.
1381 :Het hof van de abdij Val-Benoit te Heure-le-Romain laat weten dat Arnoul del Abie heeft overgedragen aan Tilman de Werm, boekhouder van Val-Benoit, en aan Jean Ury, van Luik, 2 morgenland tuinen te Heure-le-Romain.
1383 :De maire en de leenmannen van het gezworen hof dat het kapittel van Saint-Martin, van Luik, bezit te Heure le Romain, laten weten dat Bastin de Haccourt, fevre, heeft teruggebracht aan Goffin Walgrins, metser, 8 grote roeden grond te Heure, tussen Beaurieux en Heure.
1383 :Colar dit li Voweis de Puchey, klerk, laat weten dat, voor z’n leenmannen, hij heeft gegeven om te houden à trescens aan Goffin Walgrien, 3 morgen en 3 roeden weide gelegen te Heure-le-Romain, op de plaats gezegd te Trixh “sour le riu demolien me damme d’Uppey”, renende aan de gronden van het kapittel de saint-Martin en de dames van Val-Benoit.
1387 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat dame Juette, weduwe van Gilles Hannar de Coke, heeft overgedragen aan de abdij Val-Benoit 10 setiers spelt erfelijke rente die ze had op een grond te Heure-le-Romain.
1391 :Voor het feodaal hof van Renard, sire van Neufchateau, Jean, gezegd Rigald d’Heure, dfraagt over aan de abdij Val-Benoit het achtste deel van de rechtspraak van Heure-le-Romain.
1392 :Het gezworen hof van de abdij Val-Benoit te Heure-le-Romain laat weten dat Jean Rigaud van Heure-le-Romain heeft overgedragen aan Lambert de Tihange, burger van Luik, een hof en aanhorigheden te Heure-le-Romain tegen een jaarlijkse cijns.
1396 :Het hof van Heure le Romain geeft op vraag van Henri de Coroit, pastoor van Heure, een acte dat deze heeft verworven van Jean de Bierses, verblijvende te Betengneez, een half bunder grond te Heure, op de plaats gezegd: dessous le moulin de Lietrenges, kortbij de weg die gaat van Heure naar Beaurieu.
1401 :Jacques gezegd li Massiche, kannunnik van Sint-Pieter, laat weten dat, Jean Pelerin, zoon van Lambot de Froidmont van Heure, man van Marie, dochter van Rigaul d’Heure, als korste bloedverwant, het recht gronden op te eisen op de plaats “à Triexhe, sur le rieu du moulin” van Adam d’Oupeye, ridder.
1404 :Verklaring van Cloes de Facoulmont, burger van Luik, na z’n benoeming als luitenant van de abdij van Val-Benoit in de heerlijkheid en avouerie van Heure-le-Romain.
1405 :Renier, heer van Neufchateau, laat weten dat Jean Bothier de Fexhe heeft overgedragen aan de abdij Val-Benoit een kwart van de heerlijkheid van Heure-le-Romain dat de abdij heeft verheft van Renier en z’n feodaal hof.
1412 :Chirograaf bij dewelke het kapittel Heilige Martin geeft in pacht voor een termijn van 12 jaar aan Remy de Broucke, gezegd de mambour, wonende te Heure le Romain, alle gronden die het kapittel heeft te Heure tegen een zekere rente.
1444 :Voor de leenmannen van het gezworen hof van het kapittel van Saint-Martin, te Heure-le-Romain, verheffen de begunstigden van Sint-Lambert een half bunder grond “deseur le trixhe”.
1524 :Acte voor de schepenen van Luik bevestigt dat Thomas Loren, van Heure-le-Romain, heeft verkocht aan de testamentaire uitvoerders van wijlen Art le Bierlier, kannunnik van de collegiale Sint-Martin, een rente van 2 vaten spelt berwarende op een hoeve met tuin en aanhorigheden, gelegen te Heure, alles te samen 6 morgenland.
1572 :Voor de schepenen van Luik verkopen Gilles, zoon van Jean Matherin, smid, van Heure, verblijvende te Hermée en Wathelet des Broucks, zijn schoonvader, aan de begunstigdenn van de cathedraal 6 vaten spelt rente gehypotheceerd te Heure-le Romain, “a chaisne à Banlieu, haulteur d’Oupey”.

Hex

1270 :Brieven van het allodiaal hof van Luik, laten weten dat Jacques van Hex en Gauthier, zijn zoon, hebben gevraagd aan te stellen Gillebiers, kannunnik van Heilige Martin, handelend voor het kapittel van deze kerk, 3 bunder, een morgenland minder, allodiale grond gelegen tussen Hex en Horpmaal.
1277 :Brieven van het allodiaal hof van Luik waarin Henri, Theodorr en Gilles, zonen van Lambert van Kex afstaan aan de Collegiale Heilige Martin te Luik, vertegenwoordigd door Gerard de Cologne, kannunnik van deze collegiale, hun deel in een half bunder gelegen te Hex, dat ze gezamenlijk met hun Hedwige erfden van hun ouders.
1310 :Mathilde de Fize, abdis van Val Benoit, laat weten aan de graaf van Loon dat zij Henri Spileman als leenman van de grond van de abdij (ten Grachtekin ongeveer 1 bunder) te Hex heeft terug geroepen en Conon in de plaats gezet. (Spileman z’n zus Catherine was religieuse van Val Benoit)
1479 :De rechter en de 7 gezworen leenmannen van het graafschap Loon, verklaren per acte dat, de 21e februari 1469, Jean, erfvoogd van Streel, heeft gegeven in vruchtgebruik aan Robert de Sproelants meerdere gronden gelegen te Hex (plaatsen: tussen Hex en Horpmaal, op de biler; Mouwe; Hoelstraat; Saveldries; Bylstraat), die hij bezwaard had, voor de oorlogen, met 12 vaten spelt rente in het voordeel van de kapelanen van Sint-Jan en 2 vaten spelt rente in het voordeel van het kapittel van dezelfde kerk.
1553 :Akte van het allodiaal hof van het graafschap van Loon, betreffende een eigendom gelegen te Hex, in bezit van Denis de Hinnisdael en overgedragen aan de abdij van Villers.

Hodeige

1268 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat juffrouw Catherine, dochter van Conrard Crekellon, Simon, pastoor van St Severin te Luik heeft begiftigd met een bunder en 2 roeden allodiale grond te Hodeige.
1272 :De mannen van het allodiaal hof van Luik laten weten dat dame Sibille, abdis van Paix-Dieu, in naam van Anne, religieuse van dezelfde abdij, Robert, Fastré en Guillaume, zoon van Eustache, van Berloz, en Clarins de Vilhe, echtgenoot van Marie, dochter van vermelde Eustache, hebben aangesteld Guillaume, van Berloz, kannunnik van St Paul, te Luik, in het vijfde deel van 7 bunder allodiale grond, gelegen in de jurisdictie van Hodeige en Lamine.
1280 :Jacques Lardier legateert bij testament aan de abdij van Val-Benoit 4 bunder en half grond gelegen te Hodeige.
1286 :Voor het allodiaal hof van Luik, Simon, pastoor van Madeleine-à-Treist, draagt over een de abdij van Val-Benoit een bunder 2 kleine roeden grond te Hodeige.
1292 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat 4 bunder gelegen te Hodeige toegewezen zijn aan het kapittel van Sint-Lmanert in uitvoering van het testament van Amel de Velroux.
1322 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat de testamentaire uitvoerders van Walter de Hodeige Henri de Laminne in bezit hebben gesteld van een huis te Hodeige.
1332 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Henri dezegd Bellechose, van Laminne, de bénéficiers van de kerk Sint-Lambert in bezit gesteld heeft van een huis, tuin en wijngaard te Hodeige.
1339 :Het allodiaal fof van Luik, laat weten dat messire Alexandre de Saint-Servais, ridder, schepen te Luik, Jean de Lardier, de Souverain-Pont, dit le Vinier, en Béatrix, z’n zus, testamentair uitvoerder van Lorette, hun “antain”, dochter van zaliger Alexandre de Saint-Servais, schepen van Luik, hebben verkocht 5 bunder grond gelegen te Hodeige, richting Momalle, aan Philippe, deken van Heilig Kruis, Jean Hanesanc, kannunnik van Saint-Lambert en Gilles de Notre-Dame, kannunnik van Saint-Materne, testamentaire uitvoerders van Lambert de Stavelot, kannunnik te Rutten.
1347 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat de abdij Val-Benoit heeft verheft een kwart van 4 vaten spelt en 2 kapoenen jaarlijkse cijns op een weide te Taynier en een kwart van 7 sous “bone” op het hof van Hautepenne te Hodeige.
1348 :Het allodiaal hof van Luik verklaart dat Philippe, deken van Heilig Kruis, en Catherine d’Anthisnes, testamentaire uitvoerders van Lambert de Stavelot, kannunik te Rutten, transporteren aan Nicolas Quarteal en Gilles d’Eure, kannuniken van Heilig Kruis, voor hun kapittel, 5 bunder grond, gelegen te Hodeige, richting Momalle, eertijds verkregen door Alexandre de Saint-Servais, ridder, aan Jean de Lardier gezegd delle Liwon en aan Béatrix, z’n zuster, testamentaire uitvoerders van juffrouw Lorette, hun tante.
1366 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Everard Burlureal, wisselaar (bankier), heeft overgedragen aan Antoine de Fiez, kannunnik van de kerk Sint-Lambert, de helft van een hypotheek rente op goederen gelegen te Hodeige. (sor le court, maison,jardin et assize Hannet Eilotte a Hodege)
1372 :Voor de maire en de schepenen dat het kapittel van St-Denis, te Luik, bezit te Hodeige, verklaren Jean le Cokin en Guillaume de Havelange, “hommes de le Ciese Dieu”, aanwezig te zijn geweest, tussen Sainte-Marie en Saint-Lambert, bij de overdracht gedaan door Evrard Burlureaz aan Antoine de Fize, kannunnik van Sint-Lambert van goederen gelegen te Hodeige.
1376 :Voor het allodiaal hof van Luik, dragen meester Gilles de Fize, kannunnik van Saint-Denis, Gilles de Fize, kannunnik van Saint-Materne, Jean Giele van Hodeige en Agnes de Kemexhe, testamentaire uitvoerders van wijlen Antoine de Fize, kannunnik van Sint-Lambert en proost van Saint-Denis, over aan meester Gilles Fichon, ook kannunnik van Sint-Lambert, seculier abt van Maaseik, de helft van 6 vaten spelt spelt rente op een huis gelegen te Hodeige, waarvan Jean de Kemexhe, ridder, de andere helft bezit.
1393 :Voor het allodiaal hof van Luik, Renier de Monkenborch, kannunnik van Saint-Croix, testamentair uitvoerder van zijn broer Guillaume, ook kannunnik van Saint-Croix, draagt over aan het kapittel van Sint-Lambert gronden gelegen te Hodeige en te Laminne.
1414 :Het hof van Hodeige laat weten dat Wilheame en Giele de Cone, zoon van wijlen Johan de Cone, jonker, en Collart Favreal, echtgenoot van hun nicht, Magriet, dochter van wijlen Giele de Cone, hebben verheven een grond van 3 bunder 12 grote roeden en zes klein op de weg van Laminne naar Waremme, die gelegateerd waren door hun nonkel, wijlen Giele de Meir, kannunnik van Sint-Jan (op z’n beurt geerfd van Raes de Laminnes, ridder), en hebben verkocht aan het hapittel van Sint-Jan.
1442 :Voor het allodiaal hof van Luik, verheft Jean Cornet van Fléron, als naaste van wijlen Marie, dame van Bierset, waarvan de moeder Heluwy was, dochter van wijlen Thiri de Moylant, ridder, gronden gelegen te Hodeige.
1458 :Jean de la Marck, heer van Arenberg en voogd van Haspengouw, verklaart zijn leenmannen: 1° dat Godgaff de Looz, heer van Hemricourt en Lantremange, van hem in leen houdt 12 vaten haver in de schuur van het kapittel Saint-Paul te Hodeige, “et le justice et haulteurt de Hemmericourt, delle voie de chestiel jusques alle justice de Lamynes”, 2° dat Jean Digma, kapelaan, vertegenwoordigend de Aumone van Sint-Lambert, beweert een proces te beginnen, betreffende deze goederen voor onbevoegde hoven, 3° dat dezelfde Jean Digma moet uitgenodigd worden te procederen eventueel voor het feodaal hof van de voogdij van Haspengouw en niet voor de schepenen van Hemricourt.
1576 :De schepenen van Luik laten weten dat Ogier Desiron, van Hodeige, heeft verkocht voor 25 philippus daalders, aan de kapelanen van Sint-Jan, 2 vaten spelt rente op z’n goederen, onder andere op zijn huis gelegen te Hodeige.

Hognoul

1302 :Jean de Brouckem en Jean, zijn zoon, erkennen een rente spelt op 2 gronden gelegen te Hognoul (op de plaats “en fons del bois”) te moeten aan de kannunniken van Saint-Materne.
1315 :Eustache, broer van ridder Libert de Villers, verheft, als voogd van het altaar Sainte-Agnes, bewerkt voor de kerk Sint-Pierre door wijlen sire Otto de Villers, deken van deze kerk, 6 bunder grond, gelegen op het territorium van Hognoul.
1333 :Het kapittel van de kerk Sint-Lambert publiceert zijn uitspraak tegen de kinderen van wijlen Thomas gezegd Golar de Hognoul, die meenden niet te moeten betalen aan de kannunniken van Saint-Materne de tiendein de dorpen Villers en Hognoul.
1343 :Jean Michir, burger van Luik, geeft in leen aan de vrouw van Gilles Gollar en aan haar zoon gronden gelegen te Hognoul. (35 roeden gelegen op 2 plaatsen “a pazeal qui tent de Hollengule à Otey et 17 verges gisent en fons c’on dist le Boys”)
1395 :Voor het gezworen hof van kannunniken van la Petite Table, Yde, vrouw van Denis Brunet, le corduanier, weduwe uit een eerste huwelijk van Colart de Vroux le fèvre, zoon van wijlen Jean de Jardin de Chuxhan, laat over aan Francois, zoon uit het eerste bed, het vruchtgebruik van een grond gelegen tussen Voroux en Hognoul, op de plaats gezegd Mortier.
1439 :Voor de leenmannen van de abdij van Saint-Gilles te Publemont, draagt Pierre de Gorinnes, priester, kapelaan van Saint-Martin en Mont over aan de kerkfabriek van Sint-Lambert, vertegenwoordigd door Gosuin de Stralen, priester, een huis en goederen gelegen te Hognoul.
1448 :De Officiaal van Luik beveelt de pastoor van Hognoul te publiceren “au prone” 3 openvolgende zondagen, een recht op hoger bod boven de prijs geboden door Ywain de Hognoul op een “métairie” met 1 bunder errond gelegen te Hognoul, welk het kapittel van Sint-Martin wilt verkopen.
1451 :Eustache de Hognoul laat weten dat, voor zijn leenmannen, Margeurite, weduwe van Godefroid Waldoreal, goudsmid, nu verbonden met Pirlot de Blehen, jonkheer, heeft ingetrokken “lignager” van een huis gelegen te Hognoul.
1472 :Abraham de Fexhe dit du Faucon belooft alle garantie te geven aan het kapittel betreffende gronden gelegen te Hognoul, gegeven als onderpand van de molen van Jodoigne-Souveraine.
1504 :Voor het hof van Villers-l’Eveque, rapporteren twee schepenen van gezegd hof de getuigenis van Bertrand Xhadreaul, ouderling, betreffende de tienden van een grond gelegen in het kwartier van Hognoul, tienden die de kannunniken van Saint-Materne opeisen.
1512 :De maire en de schepenen van Villers l’Eveque laten weten per akte de inbeslagname gedaan door de kannunniken van Saint-Materne tegen Gilet de Bollet van een grond gelegen te Hognoul.
1517 :Voor de schepenen van Luik draagt Catherine de Bierset, weduwe van Gilles de Huy, over aan Henri de Clermont gezegd Bollet, wegens zuivering van een beslag, gronden gelegen te Hognoul.
1543 :De schepenen van Luik laten weten dat Dannea de Clermont, zoon van Gielet Bollette van Hollegnoulle (Hognoul) heeft verklaard ten voordele van de kapelanen van Sint-Jan, een rente van 2 vaten spelt op z’n goederen, onder andere op z’n huis te Hognoul.
1595 :Toussaint Nassette, van Hognoul, bevestigt ten voordele van Leonard de Grâce, bode van Keulen, burger te Luik, een rente op z’n huis en aanhorigheden, gelegen te Hognoul.

Hollogne-aux-Pierres

1366:Voor de maire en de schepenen van Hollogne-aux-Pierres dragen Maron, weduwe van Rogelet de Hollogne, Louis, Winnottes en Rogelet, haar drie zonen, over aan Herman de Zante, kannunnik van Sint-Lambert en seculiere abt van Visé verschillende gronden gelegen te Visé.
1396 :Guillaume de Loncin, schepen van het hof van Hollogne aux Pierres, verkoopt voor dit hof, volgens de wet van St Cornet, aan de collegiale Heilige Martin, ongeveer 16 grote roeden gelegen te Hollogne, kortbij de weg die gaat van Grace naar Awans.
1407 :Verklaring van de leenmannen van Agnes de Meire, verblijven de in de parochie Saint-Thomas te Luik, betreffende 7 vaten spelt gehypotheceerd te Hollogne-aux-Pierres.
1461 :Herinnering aan het tribunaal van XXII door het kapittel van Sint-Lambert, in de zaak welke zij steunt tegen Hubert de Vivier, voogd van Grâce, betreffende een rente van 8 vaten en 4 setiers spelt op een grond gelegen te Tayenier op het grondgebied van Hollogne-aux-Pierres, grond die de Vivier beweert te hebben annexeert aan de voogdij van Grâce.
1475 :Akte voor de baljuw en de leden van de Raad van de prins-bisschop van Luik. Deze akte bepaalt 2 renten van telkens 2 vaten spelt door Libert Mackalluyse, de jonge, ten voordele van Gerard Tollet, schepen van Luik. Zijn gegeven in hypotheek om deze renten te garanderen: 1° 3 morgenland, gelegen op de plaats “en champ delle roye”, in de jurisdictie van Hollognes-aux-Pierres vallende onder de wet van Luik, renende aan de gronden van Jean le Polen, 2° 14 grote roeden, gelegen onder dezelfde jurisdictie, renende aan de gronden van Renier de Rovereux en genoemde Jean le Polen. (Hollogne-aux-Pierres werd deels geregeld door de wet van Luik en deels door de wet van Saint-Cornet.
1492 :Jean de Melen, de funcie vervullend van mayeur van het allodiaal hof van Luiuk, als vervanger van Philippe de Poulseur, souverein mayeur, stelt in bezit Gerard Tollet, zoon van Gerard, gezworen lid van deze hof, van 22 grote roeden gelegen in de jurisdictie van Hollogne-aux-Pierres.
1493 :Het leenhof van Sint-Jan, te Luik, laat weten dat de kapelanen van Sint-Jan hebben teruggegeven om te houden van hen, aan Joris de Feyr 7 stukken grond te Hollogne-aux-Pierres, die blijven liggen waren tijdens de oorlogen, tegen jaarlijks 4 vaten spelt. Bij het begin van de XVe eeuw waren ze geschonken door de testamentaire uitvoerders van Jean Noel. Dan waren ze gegevn in pacht aan de familie Le Fier die ze lang gehouden hebben. Ze waren gesitueerd, op de plaatsen “Arbilichamps, en Attinfosse, en fon des deux crois, alle Hayoul, en champs Pillet, à Poilhutriexhe et en Méans”.
1509 :Voor de schepenen van Luik draagt Toussaint Ramyoule over aan Jean de Limborgh, uit naam van de testamentaire uitveoring van wijlen Jacques de Corswarem, kannunnik van Sint-Lambert, 3 vaten rente op een stuk grond gelegen te Hollogne-aux-Pierres.
1511 :De schepenen van Luik laten weten dat Stasse, zoon van Gregoir del Croix, heeft verkocht aan Henri de Warpen, kapelaan van Sint-Jan, 20 vaten spelt rente op een bunder grond (12 november 1427, het hof van Hollogne-aux –Pierres heeft afgegeven een acte verklarende dat Florkin delle Croix deze bunder heeft verworven van Jehan de Biernalmont), gelegen te Hollogne-aux-Pierre (plaats gezegd “en fon de Lonchins”).
1520 :De schpenen van Luik laten weten dat Denix del Abreu, zoon van Collar Collin, van Grâce, heeft verklaard ten voordele van het kapittel van Sint-Jan, 2 muid spelt rente op meerdere gronden gelegen “en Abreu, sur le chemin de Mons à Liège, al fontaine à cellon à Hollogne-aux-Pierres rt aux fons de Lonchins”.
1531 :Bevestiging van een rente van 2 vaten spelt door Toussaint Ramioule van Hollogne-aux-Pierres ten voordele van Jean-Lambert de Roveroit. Als garantie voor de batling van deze rente, is volgende gehypothekeerd; 1° een morgenland, gelegen te Hollogne; aan de bovenzijde van de molen Morea; 2° een morgenland, aan de bovenzijde van de wijngaarden aan de Maas, en 3° een bunder grond, dichtbij de weg “des Anes”.
1546 :Voor de maire en de schepenen van Hollogne-aux-Pierres, oordelend volgens de luikse wet, zuiveren Jean delle Monzée, Gerard de Vanixhe, Jean Marnette en consoorten de inbeslagname aan van het kapittel van Sint-Lambert op demolen Morea, gelegen te Hollogne.
1557 :Vonnis van de schepenen van Hollogne-aux-Pierres, in de zaak van het kapittel van Sint-Lambert tegen de vertegenwoordigers van wijlen Henrion le Texheur, betreffende een rente van 19 vaten en 5 setiers spelt gehypotheceerd op diverse gronden.
1561 :Oordeel van de schepenen van Luik, in de zaak Mathieu Collar van Hollogne-aux-Pierres tegen het kapittel van Sint-Lambert, betreffende het beslag op inkomsten gehypotheceerd te Hollogne.
1571 :Voor de schepenen van Luik verheft Collar de Hodeige, echtgenoot van Catherine, weduwe van Godefrin d’Aulichamps, een huis gelegen te Hollogne-aux-Pierres.
1578 :Voor het gezworen hof van de “Chambre” verheft Jean Libert van Crotteux, een grond gelegen op de plaats gezegd “en Méan”, te Mons of Hollogne.
1593 :Voor het gezworen hof van de “Chambre” verheffen Jean Marnet en Libert Frechon, zoon van Jean Libert, een weide gelegen op de plaats gezegd “en Méan of Meon”, te Mons of Hollogne-aux-Pierres.
1593 :Voor het gezworen hof van de “Chambre” verheft Emond de Goreux gronden gelegen te Hollogne-aux Pierres.
1721 :Mathias Clercx, kannunnik en “grand-ecolatre” van de kathedraal van Luik, heer van Agimont, Awirs, Fexhe en Streel, hoge voogd van Haspengouw en van de stad Luik staat toe aan Burchard-Guillaume, baron van Kinsky te beschikken over de heerlijkheid van Hollogne-aux-Pierres, afhangende van de hoog voogdij van Haspengouw.
1793 :Jean-Guillaume-Lambert de Clercx, graaf vaan Aigremont, hoge voogd van Haspengouw en van de stad Luik staat toe aan Jean-Francois-Maurice de Coune, heer van Hollogne–aux-Pierres, te beschikken over 4 stukken grond bevattende de grond, heerlijkheid en goederen van Hollogne-aux-Pierres.

Hollogne-sur-Geer

1267 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Wéry de Hollogne-sur-Geer overdraagt aan Arnoul de priester, kapelaan van het altaar St Jacques te Jeneffe, vijf roeden allodiale grond te Hoologne-sur-Geer.
1268 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Lambert de Jeneffe, burger van Valenciennes, overdraagt aan Arnoul pastoor van Jeneffe, 8 roeden allodiale grond te Hollogne-sur-Geer voor 4 luikse marc.
1290 :Het allodiaal hof te Luik laat weten dat Dom Herman, koster van Sint-Laurent, Clarins, Amel le Damoiseau en Colar Moreas, broers van ridder Renier de Velroux en testamentaire uitvoerders van Synagon, hun broer, transporteerden aan het kapittel van Heilig Kruis, vertegenwoordigd door sire Tilman de Rulemonde, kannunnik van deze kerk, (morgen grond gesitueerd tussen Velroux en Hollogne, op de plaats gezegd “Crotenweaz”).
1304 :De officiaal van Luik laat weten dat Julienne, weduwe van Huward de Hollogne-sur-Geer, terug verbonden met Libert de Villers, zowel als Jean, zoon van Huward en Julienne, de verkoop geratifieerd hebben van 2 bunder en 13 roeden, op het territorium van Hollogne-sur-Geer.
1330 :De officiaal van Luik laat weten dat in aanwezigheid van notaris Johannes gezegd Asson, Johannes de Gorseme, kannunnik en koster, en Egidius de Tongris, rector van het altaar Saint-Nicolas, te Loon, in naamvan de kerk van Loon, hebben gegeven in eeuwigdurende erfpacht, aan het kapittel van Sint-Jan, een kwart van de tienden van Hollogne-sur-Geer. (zie Loon 1330)
1343 :Opmeting van gronden van de kerk Heilig Kruis, gelegen op het territorium van Hollogne en Ligney-sur-Geer.
1391 :Benchevins, deken, Lowis de Seves, Arnoult de Schendermalle, Martien de Wellines, kannunniken van Sint-Jan, in naam van hun kapittel en van dit van Saint-Aubain te Namen, in geschil met de parochianen van Hollogne sur Geer over de herstelling van deklokketoren van de kerk, komen overeen dat het metselwerk en schrijnwerk ten hun laste is; ze aanvaarden om deze keer het dak te laten bedekken, maar in de toekomst zal dit ten laste van de inwoners zijn.
1393 :Voor de maire en de schepenen van Hollogne-sur-Geer, Henri Johannes, gehuwd met de dochter van Henneman de Corswarem, draagt over een Jakemin Mainsier, verblijvende te Grand-Axhe een allodiale grond gelegen “à decha delle chacie”.
1395 :Het kapitten van Sint-Jan geeft in pacht voor drie jaar aan Johan Ameile de Seraing, aanvaardend voor z’n vrouw Johanne, weduwe van Johan Goffet van Hollogne, z’n tiende te Hollogne, tegen 53 vaten spelt en 5 marcs per jaar.
1396 :Voor de maire, schepenen en allodialen van Hollogne-sur-Geer, Jean del Vaux van Kemexhe draagt over aan Jacquemin Maurescot van Grand-Axhe, 23 roeden allodiale grond in drie percelen.
1414 :Voor de maire en de schepenen van het hof dat de kerk Saint-Aubin van Namen bezit te Hollogne–sur-Geer, draagt Wouter, zoon van wijlen Walter de Borlo, de Longchamps, over aan Jean de Tombur een grond gelegen te Hollogne.
1417 :Het gezworen hof van de leenmannen van Sint-Jan laat weten dat Adrier Rigan van Darion heeft verheft 12 roeden grond gelegen te Hollogne sur Geer, op de plaats gezegd a Bakelen, tegen betaling van 4 setiers spelt.
1421 :Voor de maire en schepenen van de “alloux” van Hollogne-sur-Geer, Jean Fiertoutjus, kapelaan van de cathedraal, zoon van Jean Gaielier van Waremme, draagt over aan de kerkfabriek van Sint-Lambert, vertegenwoordigd door Jean de Hoire, bischoppelijk kapelaan, allodiale gronden gelegen te Hollogne-sur-Geer.
1448 :Voor het allodiaal hof van Luik, verheft Guillaume van Cranendock, kapelaan, vertegenwoordigend het kerkfabriek van Sint-Lambert gronden gelegen te Hollogne-sur-Geer.
1448 :Voor het hof dat het kapittel van Saint-Aubin te Namen bezit te Hollogne sur-Geer, verheft Thierri, zoon van wijlen Jean van Hollogne-sur-Geer een stuk grond en draagt het over aan Jean Arnult van Boilhe.
1478 :Henri de Termongne, maire van het leenhof, dat de collegiale van Saint-Aubain te Namen bezit te Hollogne-aux-Pierres, laat weten dat Ernoul Macoer, de oude, handelend voor het kapittel van Sint-Martin, heeft verheft al de goederen die het kapittel in eigendom heeft op gezegde plaatsen: Sawecheal, sur Tilleur, au dela de Gybry, etc.
1505 :Acte voor de schepenen van Luik laat weten dat Renier de Rullinghen, ontvanger van de kathedraal van Luik, enerzijds, Gilles de Viseit, echtgenoot van Ysabea, Henri de Lonchin, echtgenoot van Margriette, en Jean de Rullinghen, kinderen van genoemde Renier, tweederzijds, en Gerard de Hanchee, en Renier de Skurbelt, kannunniken van de kerk Sint-Martin, handelend voor deze kerk, derderzijds, zijn verschenen voor de luikse schepenen, de eerste heeft verzaakt ten voordele van zijn kinderen aan het vruchtgebruik op verschillende gronden teg Hollogne-sur-Geer, Villers l’Evecque, Odeur etc.
1553 :De schepenen van Luik laten weten dat Jehan en Pasquea Coene hebben verklaard, ten voordele van het kapittel van Sint-Jan, een rente van 4 setiers spelt op hun deel van een morgen weide te Hollogne-sur-Geer, op de plaats gezegd “en Prale”.
1584 :Het kapittel van het Heilig Kruis geeft in erfpacht aan Leonard Bardoul, vroeger luitenant-burgemeester van Hoei, een goed gelegen te Hollogne-sur-Geer.
1641 :Henri Houthem, ontvanger van het kapittel Saint-Lambert, verkoopt aan Godefroid Attenhoven, raadgever van de prins-bisschop, een rente op een huis gezegd “Duckerie” te Hollogne-sur-Geer.
1657 :Weerhouden artikels tussen C. van der Heyden à Blisia en E. Foullon, commissarissen van de bisschop van Luik, en de commissarissen van de koning van Spanje betreffende de jurisdictie en de rechten van de heer van Hollogne-sur-Geer.
1698 :Jean-Guillaume du Sart, chirurgijn te Geer, doet de aanzuivering van verschillende gronden te Hollogne-sur-Geer (gezegde plaatsen le Quernu bunder, la compagne des trois saux, la compagne de Fraisne, à Pralle) dat het kapittel van Sint-Jan had in beslag genomen van de kinderen van wijlen Henri de Wonck, van Selle, wegens niet betalen van een rente van 9 vaten en een setier spelt.
1699 :Jacques-André de Wezeren, heer van Schabrouck, verheft van het kapittel van het Heilig Kruis, een woning met aanhorigheden, gelegen te Hollogne.
1749 :Eugene-Albert, baron de Wal, nonk en voogd van de kinderen van wijlen Ferdinand-Marie graaf d’Aspremont Lynden, handelend in naam van de kinderen, verkoopt aan het kapittel van Sint-Jan een hoeve en aanhorigheden te Hollogne-sur-Geer tegen 22300 florijnen.

Hombroux

1367 :Johan del Cor, zoon van Wilhem del Cor, ridder, vraagt aan het allodiaal hof te Luik, hoe Margriete d’Oreye, weduwe van Johan de Meirs, die een van haar alleus wil verkopen, maar in de onmogelijkheid is om voor justitie te verschijnen haar doel kan bereiken. Het hof beslist in tegenwoordigheid van Gilles de Meirs, kannunnik van collegiale St Jean te Luik, van Antoine, z’n broer, kinderen van gezegde Margrite, van Thierry la Dameseal van Saint-Servais, van Wilheames de Havelanges dat hun mayeur Johan delCariteit en 2 leden, Giles de Bailhir en Johan, zoon van Warnir de Lavoir, zich begeven naar de woonplaats van Margriete, deze 3 personen begeven zich naar Feronstrée, waar zij hun toont een huwelijkscontract tussen Jean de Cor en Marie, dochter van Margriete, en zo kan deze beschikken over een hof, huis, brouwerij, tuin en aanhorigheden gelegen te Hombroux en zij draagt over aan Jean de Cor, haar schoonzoon.
1372 :Gilles Solos, kannunnik van de kerk van St Jean Baptiste, te Luik, Engelbert de la Boverie, kannunnik van Heilige Martin, en Alexandre de Lardier, deze laatste in naam van z’n vrouw Odierne en alle drie testamentair uitvoerders van wijlen Wilheaume Sollo, kannunnik van Heilige Martin, bidden het allodiaal hof van Luik Wilheames d’ Heure, meester Stas de Miles en Alexandre van Heilige Martin, deken en andere kannunniken, handelend voor deze kerk, in bezit te stellen van een hof, huis, brouwerij, tuin en aanhorigheden gelegen te Hambroux, goederen die gesttipullerd zijn voor Wilheaume, natuurlijke zoon en die na z’n dood zonder erfgenamen terug naar de kerk Heilige Martin zouden gaan.
1414 :Jacques de Gothem, ridder, schepen van Luik, heer van Gothem en de lenen van Waroux, laat weten dat, voor de manne van gezegde lenen van Waroux, Jacques Lambchon heeft overgedragen aan het kapittel van Sint-Lambert, voor het jaargetijde van kannunnik meester Jean de Stralen, een grond gelegen te Cockial fosse, tussen Hombroux en Alleur.
1427 :Wilheaumes de Jamines (Gelmen), gezegd delle Stalle, wijnhandelaar verblijvende in de hal voor de Predikheren en Ile, te Luik, weduwnaar van Maroie, dochter van wijlen Henri delle Chalcie, burger van Luik, laat weten dat voor hem en z’n leenmannen Libiers Bottairs, van Hombroux, heeft verheft meerdere huizen, gelegen te Hombroux, tussen het huis gezegd de Lywen en de le four à chaux.
1430 :Voor de leenmannen van de pastorij, van de luminaire (openbare weldadigheid) en van de armen van Hombroux, Jean Halbadeal, klerk, burger van Luik, draagt over aan Henri Halbadeal de jonge, zijn neef, ook klerk, verblijvende “a la Rose”, onder de grote toren van Sint-Lambert, een weide gelegen te Hombrpoux .
1504 :Het leenhof van Sint-Jan, te Luik laat wete, dat Noël de Fanchon, kannunnik van St.Jan, heeft verkocht aan het kapittel 6 vaten spelt rente op een huis en aanhorigheden te Hombroux.

Horion

1310 :Brieven van de kathedraal van Luik laten weten dat, voor notaris Lambert de Lens, die ze gekozen heeft voor te verschijnen, de vice-deken enn het kapittel van de collegiale Heilige Martin, hebben verklaard tegen geld betaald door Henri de Durbuy, kapelaan van gezegde collegiale, gekocht te hebben van Henri gezegd le Hardi, burger van Hoei, ongeveer 7 bunder vruchtbare grond te Horion.
:van Horion, heeft verworven van de dochters van wijlen Stasse Daneaul van Horion (Maroie en Odelette) een huis, tuin, aanhorigheden, en le Vaux, te Horion.
1440 :Voor de leenmannen van het gezworen hof dat Christian delle Bieste, voogd van Horion, bezit te Horion “alle loy d’aval” en dat voorheen behoorde aan wijlen messire Gilles Surlet, verheft Baudouin Coirbeal, vertegenwoordigend de begunstigden van Sint-Lambert, het huis gezegd de Loneur prés du Pas-Saint-Martin, in uitvoering van de afstand van Guillaume de Momalle, kannunnik van Sint-Lambert.
1442 :Voor het hof van Horion, verkopen Hustin de Nettinez, heer van Emeville, en Agnes de Rolous, zijn vrouw, aan Jean Remey 12 vaten rente gehypothekeerd te Horion.
1447 :Voor het hof van Horion, draagt Jean Remey over aan Jean Graffe van Fraipont, algemeen boswachter van de kathedraal, 12 vaten rente spelt ten voordele van de jaargetijden van deze kerk.
1456 :Cloez (Nicolas) Brigard, verheft voor het hof van Horion, in naam van het kapittel van Sint-Martin, te Luik, verschillende gronden gelegen te Horion, zetelend in het hof als onder-mayeur Jean Pira, vervangend Guillaume de Horion, heer van Oleye en van Grandaxhe.
1498 :De begunstigden van Sint-Lambert geven door afroeping voor het kapittel van Sint-Lambert en voor de kerk van Hozemont, aan Henrot le moulnier (molenaar) van Jemeppe, een eigendom gelegen te Loeneur dichtbij Pas-Saint-Martin.
1593 :Voor het gezworen hof van de “Chambre” verheft Thiri, zoon van wijlen Gérard de Noville, een huis gelegen te Horion, op de plaats gezegd “alle tombe”, of “en tombeu”.
1669 :Notariele acte bij de welke André Berthoz, kannunnik van Saint-Pierre, en Louis Berthoz, zijn broer, een beslag aanzuiveren genomen door de rekenkamer van de jaargetijden van de cathedraal, op renten gehypotheceerd te Horion.

Horpmaal

1252 :Brieven van Simon, aartsdiaken van Luik, bij dewelke hij laat weten aan de deken en het kapittel van Heilige Martin, daar ze niet alle kerkdiensten in zijn diocees kunnen doen, onder andere Velm en Horpmaal, dat ze permanente vicarissen mogen benoemen tegen een vergoeding van 8 luikse marc en 6 vaten spelt.
1258 :G., kannunnik en officiaal van Luik, laat weten dat Jean de Durbuy in bezit gesteld heeft Arnold de Limont, kannunnik van de kerk Heilige Martin, te Luik, van een bunder en half grond te Horpmaal die deze Jean de Durbuy heeft verkocht aan gezegde kerk.
1276 :De prior en het klooster van Ile de la bienheureuse Marie te Luik, van de orde van val des écoliers, verkopen aan het kapittel van Heilige Martin te Luik de tienderechten die ze ontvangen van 9 bunder grond te Horpmaal. De verkoopprijs is 8 luikse mark rente of een half vat spelt en ½ vat haver te betalen aan de kerk van Gutschoven.
1276 :Brieven van het allodiaal hof van Luik bij dewelke Baudouin de Marneffe, zoon van Albert de Marneffe, overdraagt aan Gilbert de Grunou, kannunnik van de kerk Heilige Martin te Luik, deze kerk vertegenwoordigend, de eigendom van 4 bunder allodiale grond gelegen te Horpmaal.
1276 :Documenten uitgaande van het allodiaal hof van Luik zeggende dat Anselme, zoon van wijlen Albert de Marneffe, ridder, afstaat aan het kapittel van Heilige Martin te Luik, vertegenwoordigd door Gilbert de Grunou, 2 bunder allodiale grond gelegen te Horpmaal tegen 10 luikse mark voor elk bunder.
1277 :Brieven van het allodiaal hof van Luik laten weten: 1° Dat Hedwige de Marneffe, zoon van wijlen Albert de Marneffe, ridder, heeft overgedragen aan haar kinderen: Bauduin, Anselme, Mathieu, Francoise, moeder van Fastré Pikar, ridder en aan Marie, vrouw van Jehan de Marneffe, de eigendom van alle allodiale gronden te Marneffe en te Horpmaal, 2° Dat Marie, vrouw van Jehan de Marneffe, ridder, ook van haar deel heeft overgedragen 2 bunder allodiale grond te Horpmaal aan haar kinderen Albert en Hedwige en deze hebben het op hun beurt overgedragen aan hun ooms Bauduin en Mathieu 3° Dat Bauduin, Anselme en Mathieu de Marneffe uiteindelijk de 2 bunder hebben overgedragen aan Baré d’ Alleur, ridder en kannunnik van de kerk Heilige Martin, handelend voor deze kerk.
1277 :Wateles gezegd Waemeas delle Monzeie en Gilles, zoon van Gillon Crokeneal, ridder, verklaren bij akte van het allodiaal hof van Luik, dat Dame Hedwige, vrouw van wijlen Albert de Marneffe, ridder, heeft overgedragen in hun handen alle allodiale gronden die ze had en ze hebben direct overgedragen aan de kinderen van Hedwige; Dame Fressens, dame Marie, vrouw van wijlen Jehan de Marneffe, Bauduin en Anselme de Marneffe en Henri de Horpmaal, echtgenoot van Marie, zus van Bauduin en Anselme. Deze hebben overgedragen op hun beurt aan Weri, kannunnik van de kerk Heilige Martin, te Luik, en broer van Baré d’Alleur, ridder en vertegenwoordigend de kerk Heilige Martin.
1281 :Bij brieven van het allodiaal hof van Luik, Jean, zoon van de mayeur van Horpmaal, staat af aan Jean gezegd delle Sauveniere, kapelaan van de collegiale Heilige Martin, te Luik, 5 roeden allodiale grond onder de jurisdictie van Horpmaal.
1281 :De officiaal van het hof van Luik laat weten dat Guillaume de Laminne en z’n vrouw hebben verkocht aan de kerk van Luik een grond gelegen te Horpmaal en dat hun nonkel Henri van Horpmaal er geen bezwaar meer tegen heeft.
1291 :Frederic, deken van het kapittel Heilige Martinen alle leden van het kapittel laten weten dat wijlen Nicolas Donain, hun medebroeder, heeft nagelaten aan z’n nicht Elise, zijn nicht en meid, 2 vaten spelt rente die hij verworven had van Wilheaune del Bruc van Hoprmaal en die gehypotheceerd zijn op grond gelegene op de plaatsen Woorzaile en Thuletombe te Horpmaal.
1313 :Acte voor notaris Gilles Egidii, gezegd eertijds de Momalia, laten wetende dat in aanwezigheid van volgende getuigen Jean de Tomba, Philippe de Cadeber, Renier gezged Philippe en Jordekin van Horpmaal; 1e mayeur en de anderen, schepenen en leenmannen van het hof dat de kerk Heilige Martin bezit te Horpmaal; Gilles Greyne en Gilles Mussenaire hebben afgestaan ook in aanwezigheid van Ebert gezegd Scupe, handelend voor Loui de Looz, avoué van Horpmaal, aan de kerk Heilige Martin, vertegenwoordigd door Arnold de Nyel en Pierre de Equo, kannunniken van deze kerk, onroerende goederen over verschillende gehuchten verspreid van Horpmaal (veel namen van plaatsen en personen te Horpmaal).
1317 :Brieven van de officiaal van Luik laten weten: 1e dat voor Syger gezegd Morea, keizerlijk notaris en van het hof als van de officiaal, is verschenen Catherine, weduwe van Julien gezegd Gallar de Stokis, verklaart voor het hof van Daniel de Horpmaal, haar vruchtgebruik van de goederen te Horpmaal aan haar kinderen Lambert en Veric heeft overgedragen en haar kinderen hebben terstaon de goederen verkocht aan het kapittel Heilige Martin.
1320 :Voorstel tot ruiling van de inkomsten die het kapittel Heilige Martin heeft te Horpmaal tegen deze van de abdij van Herkenrode te Odeur en Othée.
1383 :De deken en het kapittel van Heilige Martin laten weten dat ze gegeven hebben in eeuwigdurende huur aan een zekere Robinus Media van Horpmaal ongeveer 3 bunder en 5 grote roeden op deplaats gezegd “op den Hernembergh” te Horpmaal, renende aan de gronden van St Denis en aan deze van Jean de Horne en van Libert de Porta.
1403 :De aartsdiaken van Haspengouw maant de priesters en klerken die optreden aan tiendeheffers van de parochie Horpmaal aan om een gelijk deel te voorzien voor Guillaume, vicaris van de ze plaats.
1415 :Voor het allodiaal hof van Loon, verkoopt Ode, dochter van Henri Oeden, aan Gisbrecht Schaetsen van Wellen, vertegenwoordigend Arnold Gherarts, priester, gronden gelegen te Horpmaal.
1429 :Voor Elbrecht Scillines, mayeur van het hof “foncier” van de collegiale Heilige Martin, zetelend te Horpmaal en voor de gezworen leenmannen van dit hof: Henri van Geersberge, Gerard Ghoyven, Vrint van den Lene, Guillaume Coelre en Jean Sengels, is er een rente van 8 vaten spelt gegeven door Jean Gysebrechs van Horpmaal ten voordele van Cloes (Nicolas) van Malle, kannunnik van gezegde collegiale. De rente is gehupotheceerd op 3 bunder en 18 grote roeden gelegen in de velden van Heers en Horpmaal. (document geeft opsomming van plaatsnamen)
1430 :Ernult de Welinez, keizerlijk kapelaan van Sint-Lambert, laat weten dat, voor zijn leenmannen, Colar Radoulps, zoon van wijlen meester Colar d’Abeneal le meide, de investituur heeft ontvangen van een huis gelegen te Horpmaal.
1431 :Akte van een rente van 10 vaten spelt ten voordele van de Collegiale Sint-Martin gehypotheceerd op 4 bunder en 1 grote roede vruchtbare grond gelegen in de velden van Heers en Horpmaal. Deze akte wordt verleend voor Henri de Geersberghe, Vrinde van den Leene, Guillaume Coelres, Pierre Weve en Jean Sengels, de eerste als mayeur en de andere als leenmannen van het leenhof dat Sint-Martin heeft te Horpmaal.
1431 :Brieven van het leenhof van Horpmaal, bestaande uit Louis van Aelst, Jean Gysebrechts, Henri Van Geersberge, Pierre Weucere en Jean Sengels of Seugels, deze laten weten dat Louis Buelkens van Horpmaal heeft verkocht aan Coenrarts van Grosen, luiks burger, een rente van 1 vat haver bezwarend 12 grote roeden tuin, gelegen te Horpmaal.
1431 :Voor de maire en de leenmanne die Karl de la Riviere, heer van Heers, Hermalle en Horpmaal, bezit te Horpmaal, Jan Gysbrechs van Horpmaal verkoopt aan Arnold Gherits van Wellen, keizerlijk kapelaan van de kathedraal, 14 grote roeden grond.
1431 :Voor de maire en schepenen van Gutshoven, verkoopt Jean Gysebrechs van Horpmaal aan Arnold Gherits van Wellen, keizerlijk kapelaan van de kathedraal, een half bunder grond te Horpmaal.
1433 :Voor de leenmannen van Louis van Aelst, wapenman, in zijn censaal hof te Horpmaal, verkoopt Jan Gysbrechs van Horpmaal aan Arnold van Wellen, keizerlijk kapelaan te Sint-Lambert, gronden gelegen te Horpmaal. Enkele dagen later is er een andere akte voor het censaal hof van Arnold van Langenacker “persoen te Horpmale”.
1501 :Het hof “du ban” van Horpmaal beslist dat Henri Punders, pastoor van Horpmaal, handelend in naam van de collegiale Sint-Martin, zich toeeigenende in naam van deze collegiale van 18 roeden grond gelegen Hexpeethen, welke eerder werden gehouden door Louis van Aelst, de bastaard, geen overtreding heeft begaan en slechts het recht van de collegiale gebruikte die er eigenaar is.
1503 :In de vorige zaak pastoor Punders die zich 18 roeden toeeigende in naam van de collegial Sint-Martin, contesteert nu Pierre Ghysebrechts die het goed van Louis van Aelst had verkregen. Het hof van Horpmaal wijst het door aan het hof van Vliermaal die de deken van de collegiale laat beslissen. Eis van Pierre Ghysebrechts wordt afgewezen.
1546 :De officiaal van Luik laat weten aan de priesters, klerken, notarissen, onderworpen aan zijn jurisdictie dat, opdat de kerkelijke goederen niet onderworpen zouden zijn aan de lekenrechtbanken, toch Guillaume Pachau, verblijvend Te Sint-Truiden pretendeert recht te hebben op 28 roeden gelegen te Horpmaal, welke deel uit maken van 2 bunder van het kapittel Sint-Martin, deze laatst wil de schout en de schepenen van Heers en Horpmaal dit perceel laten afbakenen. Men verwittige de schout indien hij dit zou doen hij geexcommuniceerd zal worden en een boete van 100 zilver marcs mag betalen.
1572 :Brieven voor de mayeur en de schepenen van het hof van Horpmaal laten weten dat Jean, zoon van Walter Ghysens van Horpmaal, doet afstand van de gehypotheceerde 21 grote roeden voor een som van 700 luikse florijnen.
1573 :Akte van de schepenen van de ban van Horpmaal betreffende de opmeting en afbakening van een grond gelegen onder hun jurisdictie.
1591 :Voor de maire en de “eygensgenoeten” van de stad Loon draagt Robert Dumens over aan de Armen van de cathedraal van Luik 4 roeden grond gelegen te Horpmaal “by die tapstraet, ter plaetzen genoempt hansberch”.

Houtain-Saint-Simeon

1300 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Jean de Buisson “li xhohiers”, erkent te hebben verkocht aan Elyas de Saint-Servais, kapelaan van Heilig Kruis, zoon van heer Walter d’Oupeye de bakker, zes morgen land gelegen te Houtain-Saint-Simeon (Huten), achter de weide van dame de Boursoit.
1310 :Clausule van het testament van sire Helias de Saint-Servais, kapelaan en rector van het altaar Saint-Eloi in de kerk Heilig Kruis; hij laat achter aan deze kerk deze goederen gelegen te Houtain-Saint-Simeon.
1320 :Het allodiaal hof van Luik laat weten de afstand, ten voordele van Jean Porta, van een grond gelegen te Fexhe en Houtain-Saint-Simeon.
1348 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Maron, weduwe van Jean del Abbie d’Once sur Geer, (zoon van Hennike de Huten), in hoedanigheid van testamentair uitvoerder van haar man, heeft overgedragen aan haar schoonzoon Renier, zoon van Pierre de Falle (man van haar dochter Maguis), een bunder grond gelegen te Houtain-Saint-Simeon, tussen de gronden van Cornillon en Jean, voogd van Liers, ridder.
1360 :De official van Luik laat weten dat in aanwezigheid van Leonardus Villicus, notaris, de abdij van Saint-Jacques en het kapitten van Sint-Jan, enerzijds, het kapittel van Saint-Denis, anderzijds, in geschil of twee gronden en een tuin te Houtain-Saint-Simeon behoren tot de tienden van Roclenge of Heure. De tiende van de tuin (in het midden van het dorp Houtain) en een stuk grond van 2 bunder (voor de brouwerij van Houtain, op de weg die gaat richting Heure) verdeelt zich tussen beide partijen, en zoook het ander stuk van 5 morgen groot.
1371 :Het schepenhof van Houtain-Saint-Simeon laat weten dat Jean le Bechu heeft overgedragen aan “renteis” van de kerk Sint-Lambert een grond gelegen tussen Bassenge en Houtain.
1386 :Voor het hof van Houtain-Saint-Simeon verklaren de allodiale manne van Luik aanwezig te zijn geweest wanneer Gérard Le Maistre, burger van Luik, overdroeg aan Gilles de Huy, wijnhandelaar een grond gelegen tussen Fexhe en Houtain-Saint-Simeon.
1396 :Het hof van Houtain Saint-Simeon laat wten dat Wilheame Douille, wonende te Onze, heeft getransporteerd aan het kapiteel van Sint-Jan, vertegenwoordigd door Johan de Sart, kannunnik, 12 roeden grond te Houtain, “sour le riwal de Reke” en op de weg “d’Houtain à Onche”.
1415 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat voor haar Colays de Voroux, echtgenoot van Maroye, dochter van wijlen de kleine Biertholet de Slins, na verheffing te hebben gedaan van verschillende gronden te Houtain Saint Simeon, deze vormen een alleu, deze overgedragen te hebben aan Nycolles de Vorux, kannunnik van St Denis te Luik.
1416 :Guillaume de Onche, pastoor van Emal-sur-Geer, en Clous de Onche, pastoor van Donceel, alle 2 zonen van wijlen Fastré delle Abbie d’Once, laten weten verkocht te hebben aan Jacques Groy, kannunnik van Sint-Lambert, gronden gelegen te Houtain-Saint-Simeon en Once-sur-Geer.
1418 :Voor het allodiaal hof van Luik, meester Jean de Stralen en Jacques Groy, kannunniken van Sint-Lambert, testamentaire uitvoerders van wijlen Gisbert de Roesbeike, ook kannunnik van Sint-Lambert, verwerven, voor het jaargetijde van de overledene, een grond te Houtain-Saint-Simeon.
1418 :Vonnis van de schepenen van Houtain-Saint-Simeon betreffende een bunder grond gelegen op de plaats gezegd “le buxhaille” of “en le Sardeur”, behorend tot Jeanne en Ailid, dochters van wijlen Jean de Saint-Gilles, verblijven d aan de toren van Saint-Marguerite te Luik, en gehypotheceerd met 20 setiers rente ten voordele van de kannunniken van Saint-Materne.
1426 :Voor de maire en de schepenen van Houtain-Saint-Simeon in Haspengouw, Laurent Anseal, priester, kapelaan, vertegenwoordigend “l’Aumone” van de cathedraal, verheft 27 grote roeden grond, in uitvoering van het testament van wijlen Jacques Groy, kannunnik van Sint-Lambert.
1427 :De maire en de schepenen van Houtain-Saint-Simeon laten weten dat Baudouin le Polain de Hollogne aan het kapittel en aan de kapelanen van Sint-Pieter moet, voor de helft, een rente van 4 vaten spelt op z’n hof, leen en aanhorigheid te Hollogne, wegens een ruil van 6 morgen landgelegen te Houtain-Saint-Simeon “deleis le franke bonier Rigal d’Heure”, op de plaats gezegd Cornuchamps.
1432 :De maire en de schepenen van Houtain-Saint-Simeon laten weten dat Guillaume Gerair van Fexhe heeft getransporteerd aan zijn zoon Gerard het vruchtgebruik dat hij had op 4 grote roeden en twee klein gesitueerd te Houtain, op de plaats gezegd alle Foirche.
1458 :De maire en de schepenen van Houtain-Saint-Simeon laten weten dat Johannes Rubion, ontvanger van de kapelanen van Sint-Pieter, heeft verheft, als nieuwe heer: 1° een bunder grond dit le Bonnier de Laminne, te Houtain, renende aan de gronden van Saint-Jean en Ile; 2° 3 morgenland gelegen achter le corty Hanoton, renende aan de armen van Luik en aan de gronden van Saint-Laurent; 3° 6 grote roeden weide van de gronden van Saint-Victor van Hoei; 4° 14 grote roeden deseur les broukes d’Once, renende aan de gronden van Saint-Jacques, sur le sentier qui va d’Once à Bertonville.
1460 :De maire en de leenmannen van het kapittel Sint-Pieter laten weten dat Gilles Libilhon, van Houtain-Saint-Simeon, heeft verheft van de nieuwe heer en door de dood van Renchon Becho, zes morgenland gelegen te Houtain, en Cornut champs, renende aan de gronden Saint-Simeon, aan de erfgenamen van Petit Watelet van Heure gezegd le Frank bonnier, en aan Francois de Laittre, aan Godefroid Gravial.
1460 :De maire en de leenmannen van het kapittel van Sint-Pieter laten weten dat Collaurt, Closkin en Stassin, zonen van wijlen Henraur de Bettonvilhe, hebben getransporteerd, elk voor hun deel, 20 grote roeden grond gelegen te Houtain-Saint-Simeon, renende aan de gronden van Cornillon, van Saint-Jean-Evangeliste, aan Collar de Hodeige en Henri de Falkon, komende van de kapelanen van Sint-Pieter, aan hun schoonbroer Jean le Maire, echtgenoot van Aylit.
1471 :Het hof van Houtain-Saint-Simeon, op verzoek van de heer, verklaart per akte, dat er een afbakening van de heerlijkheid heeft plaatsgehad (veel referentiepunten te vinden in deze tekst).
1500 :Het hof van Sint-Jan, te Roclenge, laat weten dat Wilheame le Mareschal, heeft getransporteerd aan z’n zoon Wilheame, de grond met een huis in ruine, een tuin en aanhorigheden, gelegen bij de kerk van Houtain-Saint-Simeon, met als last te betalen de grondlasten en 5 sous 6 denieren cijns aan het kapittel van Sint-Jan.
1504 :Het leenhof van Sint-Jan, te Luik laat weten dat Katherine, dochter van wijlen Johan Bodechon van Houtain-Saint-Siméon en weduwe van Johan Wauthier Hannotton, heeft verheft van het kapittel een huis met tuin, te Houtain-Saint-Simeon, die toebehoorde aan Wauthier Hannotton, en ten koste van 3 sous 2 denieren cijns en 3 kapoenen rente te betalen aan het luminaire van Sint-Jan.
1507 :Voor de maire en de schepenen van Houtain-Saint-Simeon en Once-sur-Geer, verheft Jeanne, dochter van wijlen Henri Bodechon, burger van Luik, echtgenote van Walter Colchon, een rente van 7 vaten spelt gehypotheceerd op diverse gronden.
1507 :Voor de maire en schepenen van Houtain-Saint-Simeon en van Once, draagt Wauty Colchon, echtgenoot van Jeanne Bodechon, over aan Jacquemin de Hasque, vertegenwoordigd door zijn zoon Mathy Xhohyr, een rente van 7 vaten spelt.
1521 :De schepenen van Luik laten weten dat Johan, zoon van wijlen Johan le Mariscal, van Houtain, heeft bevestigd, ten voordele van het kapittel van Sint-Jan, voor 50 florijnen, een rente van 2 muid spelt op een hof gelegen te Houtain en op een grond tussen Wonck en Bassenge “pres de blan baston”.
1523 :De schepenen van Luik laten weten dat Jehan le Mareschal, van Houtain, heeft verkocht aan het kapittel van Sint-Jan een rente van 20 vaten spelt die hem verschuldigd door Collay Mincawe op z’n huis te Houtain.
1524 :Voor de schepenen van Luik draagt Gerard, zoon van wijlen Gerard de Sclachin, “tourneur”, en van Maroie de Hasque, weduwe uit eerste huwelijk van Johannes de Rixtel, over aan Thiri de Rixtel, kannunnik van “la Petite Table”, zoon van wijlen Johannes, gehypotheceerde renten te Houtain-Saint-Simeon, Once-sur-Geer en Alleur.
1525 :Voor de schepenen van Luik verkoopt Thiri Rixtel, kannunnik van “la Petite-Table”, aan een lid van de armen van de cathedraal, vertgenwoordigd door meester Jean Ferette, kannunnik en koster van Sint-Lambert, 7 vaten spelt rente gehypotheceerd te Houtain-Saint-Simeon.
1527 :De schepenen van Luik laten weten dat, ten koste van 36.5 florijnen, Wilhemme Nyvar, van Heure le Romain, heeft bevestigd ten voordele van het kapittel van Sint-Jan, een rente van 12 vaten spelt op z’n goederen; een huis te Houtain-Saint-Simeon, “devant la brassine, à présent hostelerie” en een grond op de plaats “ale commune”, in dezelfde localiteit.
1555 :De schepenen van Luik laten weten dat Henri Donnea, maire van Roclenge, heeft verklaard, ten voordele van het kapitten van Sint-Jan, een rente van 6 vaten spelt op z’n goederen gelegen te Houtain-Saint-Simeon.
1557 :Voor de schepenen van Luik legt de “Aumone” van Sint-Lambert beslag op een grond gelegen te Houtain-Saint-Siméon, wegens wanbetaling van een rente door de weduwe van Laurent Nicolle.
1561 :Vonnis van de schepenen van Houtain-Saint-Simeon en Once-sur-Geer, in de zaak van messire Gilles Spina, vertegenwoordigend de armen van de kathedraal, tegen Jean Wauthier betreffende een rente gehypotheceerd te Houtain.
1566 :Voor de schepene van Luik draagt Jean le Pollen van Ruilhier, verblijvende te Herstal wegens de aanzuivering van een beslag, 10 vategn spelt rente gehypotheceerd te Houtain-Saint-Simeon aan Barthelemi van Lovinfosse die ze verkoopt aan het kapittel van Sint-Lambert.
1599 :Overdracht van gronden gelegen te Houtain-Saint-Siméon, gedaan door Jean Jamar en Louis Morea, aan Arnoul Pasque.
1606 :Godefroid Attenhovius, advocaat, geeft aan Piron le Marischas, van Houtain-Saint-Simeon, gronden gelegen te Houtain.
1739 :Het kapittel van het Heilig Kruis verheft van M. Elias, als nieuwe heer van Houtain-Saint-Simeon en Once-sur-Geer, een grond gelegen op de weg die gaat van Houtain naar Maastricht.

Hozemont

1366 :Simon, pastoor van Hozemont, laat weten dat, voor hem en z’n leenmannen, Ansiau de Lexhy heeft overgedragen aan Colar delle Tour van Abursins, zijn toekomstige schoonzoon, en aan Marie, zijn dochter, een bunder grond gelegen te Hozemont, op de plaats gezegd “à l’angle à Lexhy”, op de weg van Velroux.
1397 :Frérys, pastoor van Hozemont, laat weten dat, voor hem en z’n leenmannen, Marie, weduwe van Colar delle Tour van Ambresin en dochter van Anseau de Lexhy, om een acte te voltooien gedaan door de kapelanen van Sint-Pieter, overdraagt aan Clarembaud de Momalle, de kapelanen vertegenwoordigend, een bunder gelegen te Hozemont, op de plaats gezegd “à l’angle à Lexhy”.
1398 :De maire end e schepenen van Hozemont, op vraag van Clarembaud de Momalle, kapelaan van Sint-Pieter, in naam van z’n broeders, laten weten dat, de 15 januari 1397, Hombert, zoon van Renard de Bierthinheirs en Jean Jacquemin, van Lexhy, leenmannen van Frery, pastoor van Hozemont, hebben verklaard dat Marie, weduwe van Colar delle Tour de kapelanen van Sint-Pieter in bezit gesteld heeft van grond gelegen te Hozemont.

Jeneffe

1236 :Gerard, heer van Jauche, laat weten dat hij heeft gegeven aan de bisschop van Luik en zijn kerk, een allodiale grond te Geneffe. (45 bunder)
1236 :Jean van Linter, gezegd Brienne, geeft aan Jean, bisschop van Luik, en aan zijn kerk een alleu te Geneffe dat Bauduin de Geneffe, ridder, heeft teruggegeven in zijn handen.
1277 :Brieven van het allodiaal hof van Luik bevattende de verkoop door Walter gezegd du Palais aan Gerard de Cologne, vertegenwoordigend kannunnik Heilige Martin te Luik, ongeveer 44 bunder en 1 morgenland allodiale gronden deels te Geneffe en deels te Oupeye.
1306 :Hat allodiaal hof van Luik laat weten dat Sinagon, gezegd van Jeneffe, heeft gegeven aan de confrerie (broederschap) gezegd de Moregni, geïnstalleerd in de kerk Sint-Lambert, een rente op een grond tussen Jeneffe en Noville (2 bunder “pres delle melhoire”).
1317 :Het allodiaal hof te Luik laat weten dat messire Gerard, heer van Diest, kasteelheer van Antwerpen, ridder, heeft afgestaan aan Libert Butoir, ridder, heer van Clermont en Awans, 14 bunder allodiale grond te Jeneffe; van deze 14 bunder, transporteerde Libert Butoir, gelegen op de weg tussen Jeneffe en Novile, aan Henri de Lavoir, burger te Luik.
1318 :De officiaal van Luik laat weten dat Henri de Roloux, jonker, heeft gegeven een allodiale grond gelegen te Jeneffe aan zijn gendre Hugues de Bassine, de welke ze geeft aan de kannunniken van Saint-Materne.
1320 :Het allodiaal hof van Luik laat weten de schenking, ten voordele van het college van Saint-Martin, van een grond gelegen te Jeneffe (op deplaats dessous les Mons).
1320 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Guillaume dit Monclin de Lexhy, broer van Jean Morealz de Horion, heeft getransporteerd aan het kapittel Heilig Kruis, vertegenwoordigd door de kannunnik Renard de Blarey, een grond gelegen “sous Labbefosse”, richting Jeneffe, renende aan de grond van Henrair Bechair.
1323 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Sinagonde Jeneffe heeft gegeven renten aan de kerk Sint-Lambert op een grond gelegen tissen Jeneffe en Noville (si vat li passeaus ki tent de Spelure a Suche sor le comble).
1324 :Brieven van de officiaal van Luik laten weten dat, voor notaris de Selve, zijn verschenen de deken en het kapittel van de kerk van de Heilige Martin, enerzijds, en Jean gezegd Hanekinet van Geneffe, Renier de Geneffe, Gerard de Horion, Gerard Nadon en Guillaume, zoon van Labalstrier van Geneffe, anderzijds, waarbij de eersten geven in pacht aan Jean gezegd Hanekinet, voor een termijn van 12 jaar vruchtbare gronden te Geneffe tegen 24 en half vaten spelt rente. De tweeden staan garant voor Hanekinet en onder ede en straf van excomunicatie, engageren ze zich zich gevangen te geven op een plaats bepaald door het kapittel, bij niet betalen als Hanekinet niet kan betalen. Ze mogen dan niet eten of drinken alleen maar 1 maal per dag.
1347 :Het hof van Ramelot te Jeneffe laat weten dat Weris de Straial, van Awans, heeft afgestaan ten voordele van z’n 2 zonen, Johans en Thiris, het vruchtgebruik van een huis en van twee stukken grond te Jeneffe. Johans en Thiris hebben vervolgens de eigendom van deze goederen afgestaan aan hun vader die het transporteerde aan Colins dit Donmartin de Halembaye, deze aanvaardende voor z’n zoon Antoon, kapelaan van Sint-Jan.
1364 :Het allodiaal hof te Luik laat weten dat messire Adolphe de Charneux, ridder, heeft getransporteerd aan Jean de Cuan gezegd van Houffalize, kapelaan van Heilig Kruis: 1° 5 bunder grond gelegen te Jeneffe, renende aan de gronden gehuden door Raes de Jemeppe, ridder, komende van Henri de Lavoir, schoonvader van gezegde Adolphe; 2° een derde morgen op het voetpad dat gaat van Jeneffe naar Noville.
1396 :Acte van notaris Jean de Walhar, laat weten dat Francoise, vrouw van Henri de Ramey, “bastenier delle engliese de Liege”, nog goed bij haar verstand, heeft gelegateerd aan harr neef Guillaume Bogneez, mijnwerker te Luik, een rente van 3 vaten spelt die Gerard de Hodeige haar moest op gronden gelegen te Jeneffe.
1399 :De maire en de leenmannen van het gezworen hof dat de meester en de broeders van het huis van Saint-Jean de Jerusalem hebben te Haneffe laten weten dat Guillaume Boygneez hun het testament van Francoise, vrouw van Henrin de Ramey hebben getoond, en latende aan Guillaume een rente van 2 vaten op goederen te Jeneffe, die wijlen Jean de Clamoin, mangon, eerste man van Francoise, had gekocht aan Clousse delle Chivre.
1433 :Het gezworen leenhof van Sint-Jan laat weten per acte dat 7 of 8 jaar eerder, Gerar Lambert, van Jeneffe, heeft verheft 28 roeden, gelegen op de weg van Jeneffe naar Haneffe, toegevallen aan z’n vrouw Ydelette, door de dood van haar vader Johan Hamal, “l’oiste delle cachie de Geneffe”.
1433 :De maire en de schepenen van het hof van Jeneffe, op vraag van messire Guillaume Prentot, kannunnik van de collegiale Sint-Martin, gaan over tot opmeting en afbakeining van gronden behorende aan Sint-Martin: 1° à la Ruelle l’Eveque, die gaat richting Noville en Rolloux; 2° op de weg van Momelette en Limont; 3° sur le tyer (heuvel) delle chachie (de la chaussée) naat Lautealdrriere Chantraine; 4° op de weg van Hemricour (Remicourt) sur le tyer de Villeir (Villers); 5° sur le tyer van Roginvauz naar Harduemont.
1434 :Het hof van Jeneffe, geeft op vraag van Jean Boffis, kapelaan, vertegenwoordigend de begunstigden van Sint-Lambert, een akte betreffende de goederen dat gezegde begunstigden bezitten te Jeneffe.
1435 :Op vraag van Jean Bofis, kapelaan, vertegenwoordigend de begunstigden van de kathedraal, komen de maire en schepenen van Jeneffe tussen in de opmeting van een grond gelegen op de plaats “desous Chestelhon”.
1478 :Voor het feodaal hof van Jeneffe, doen de kapelanen van Sint-Jan verheffen anderhalf bunder, op de weg van Jeneffe naar Roloux, en stellen Arnold Weron voor als man om dit leen te benutten.
1561 :Voor de schepenen van Luik verkoopt Jean Proidhomme van Jeneffe aan de begunstigden van Sint-Lambert, vertegenwoordigd door Mathieu Cristiani, kannunnik van Saint-Materne, 20 setiers spelt rente gehypotheceerd op een huis gelegen te Humvent te Jeneffe.
1573 :De schepenen van Luik laten weten dat Libert le Caenne, van Jeneffe, birger van Luik, heeft verkocht voor 64 philippus daalders, aan Godefroid Offerman, deken van Sint-Jan, 4 vaten spelt rente die aan hem toekomen op een eigendom te Jeneffe. Als bijgevoegde pand geeft hij gronden gelegen te Jeneffe (op de gezegde plaats alle Croix de Gorrelier).
1669 :Voor het feodaal hof van waremme en Jeneffe, behorend aan Godefroid de Sélys, heer van Jeneffe, verheft Janson, oud burgemeester van Luik en Godefroid de Salms in naam van het kapittel van Sint-Lambert, een leen bestaande uit vijf bunder en een morgenland gelegen te Jeneffe, op de plaats gezegd Robertfosse.

Jeuk

1241 :Fastre de Berlo en Eustache, z’n zoon, beloven te garanderen dat het kapittel van Heilige Jan gedurende 1 jaar e dag in bezit blijft van de voogdij van Jeuk, dat het kapittel gekocht heeft van Willem de Corswarem.
1243 :Robert de Thourote, bisschop van Luik, maant de deken van het landelijk concilie van Sint-Truiden aan dat de graaf van Loon, die een taks eisde van deinwoners van Jeuk, afhangende van Heilige Jan, deze teruggeeft op bevel van de bisschop; maar dat z’n mayeur van Montenaken Jeuk binnenvalt de 26 e februari, het dorpplundert en de dieren meeneemt. De bisschop beveelt de deken de mayeur aan te manen de kosten binnen 3 dagen te restutueren ten voor dele van het kapittel van Heilige Jan, op straffe van het kekrkelijk interdit op de hele jurisdictie.
1246 :Robert de Thourotte, bisschop van Luik, laat weten dat hij vernomen heeft via Walter, oud-proost van Sclayn, en Robin gezegd Camerarius, dat wijlen meester Willem, deken van Heilige Jan, heeft gelegeerd aan de armen 12 bunder grond allodiaal te Hermée en 3 bunder te Jeuk.
1251 :Willem van Repen, commandeur, en de broeders van het hospitaal van Alden-Biezen, laten weten dat het kapittel van Sint-Jan hun deinvestituur laten doen hebben via hunhof te Jeuk van een grond te Jeuk die hun gegeven was. Zonder het kapiteel kunnen ze niets verwerven en stellen een leek aan voor hun zaken te behartigen.
1263 :Meester Renerus, (ecolatre) van Tongeren en vicaris-generaal van het diocees Luik en Willem, abt van Sint-Truiden, laten weten dat ze als scheidsrechter zijn gekozen door het kapittel Heilige Jan en de abdj van Herckenrode. Deze laatste had 18 bunder verworven te Jeuk en vroeg er in bezit gesteld te worden wat hen dor een acte van 23 februari 1231 werd verboden om in Jeuk uit te breiden.
1269 :Testament van Henri de Tongris, kannunnik van Heilige Jan. Hij beschikt over gronden te Jeuk en Borlo voor de aankoop van wijn en hosties noodzakelijk voor de misvieringen te Heilige Jan, voor z’n jaargetijde. Veel schenkingen aan godsdienstige instellingen. Hij wilt dat z’n bibliotheek en zilverwerk worden verkocht en gegeven aan de armen.
1280 :MeesterJacob Castanea, kannunnik van Saint-Lambert, officiaal van Luik, laat weten dat voor notaris Willem de Bettincurt, Willem gezegd Nadous, van Jeuk, heeft erkend te hebben ontvangen van de kerk Heilige Jan 50 marcs Luiks om hemlaten af te zien op rechten op goederen te Jeuk.
1285 :Arnold, graaf van Loon, verklaart dat hij afziet van elk recht die hij zou hebben doen gelden zoals corveeën en taxen op de leenmannen van Heilige Jan of hun goederen te Jeuk. Van haar kant ziet het kapittel af van de 40 marc die de graaf haar moest.
1296 :Arnold, graf van Loon, laat weten dat hij verzakt aan de grensstenen, aan aquaducten en boeten op gronden gelegen op de gronden van Heilige Jan te Jeul en in e gehuchten van de parochie: Groot-Jeuk, Hasselbrouck, Heyselt, Hodelingen.
1314 :Arnold, graaf van Loon en Marguerite, z’n vrouw, erkennen geen recht te hebben op corveeën van lijfeigene te Jeuk op hun goederen afhangende van het kapittel Sint-Jan.
1331 :De officiaal van Luik, laat weten dat in aanwezigheid van Henris de Peroise, notaris, Godefrois gezegd Banke, van Jeuk, geeft toe in pacht genomen te hebben van het kapittel van Sint-Jan (vertegenwoordigd door kapelaan Martins de Cristegnees), voor een termijn van 2 jaar, 4 bunder, 15 grote roeden, 3 klein, en meerdere gronden te Jeuk op meerdere plaatsen: Stienriche, Gerarfons, Lendridise, derriere le cortil Bertremeir le Bressoir.
1367 :Notaris Libertus de Vierme laat weten dat in aanwezigheid van het hof van Jeuk, Maria, abdis van Herckenrode, 3 leken als leenmannen heeft aangesteld voor 9 bunder grond: Walterus, zoon van wijlen Balduinus de Ferme, Lambertus, zoon van Godefridus de Velt en Lambertus, zoon van Lambertus, de schrijnwerker. Zoook erkent ze dat Eustachius wordt beschouwd als leken leenman van de goederen die hij houdt te Huldelingen en dat hij moet betalen an het kapittel van Sint-Jan 4 ½ maten Rijnwijn, een dode hand.
1370 :Voor de maire en de schepenen van het kapittel van Saint-Jean-en-Ile, te Jeuk, Jean le Bel, zoon van wijlen Jean le Bel, kannunik van Saint-Lambert en proost van Saint-Jean, verheft een groot aantal gronden en onroerende goederen komende van de erfenis van zijn vader, onder andere een hoeve gelegen te Klein-Jeuk, een weide op de plaats gezegd “Costrick” etc., vroeger verkocht aan wijlen kannunik Jean le Bel door Jean de Rosoux, schildknaap.
1375 :Voor het gezworen hof van Jean de Rosoux te Klein-Jeuk, Jean de Tongres gezegd Poest, procureur van Jean le Beau, ridder, ontvangt naar aanleiding van de scheiding van Jean de Rosoux, de investituur van tweeëntwintig gros vieux en half en achttien kapoenen rente.
1394 :Stasse van den Kerkhove, wapenman, erkent dat om een einde te maken met het geschil tussen hem en het kapittel van Sint-Jan, hij verzaakt om de leenmannen van Sint-Jan te Jeuk te ambeteren, behalve zijn actie tegen Heynken, zoon van wijlen Henric Soebens; en hij heeft beloofd een reis naar Cyprus te maken binnen drie maanden en te betalen aan het kapittel 60 hollandse florijnen. Geerde, heer van Heers, ridder, Robert van de Kerkhove, broer van Stasse, Johanne, heer van Veulen en Ghisbrecht van Gelinden, wapenmannen, zegelen.
1402 :Voor het hof te Jeuk, broeder Wilhemus de Porta, gezegd de Dieste, broeder van Herkenrode, vertegenwoordigd door de abdis van dit klooster, Catherina de Goetshoven, is ontvangen als leken leenman van 9 bunder te Huldelingen, bezit van de abdij.
1422 :Het geworen hof van Johans de Rosut, te Rosoux, laat weten dat Gerart de Houten, alias de Sclass tussen Heuselt en Jeuk, heeft verheft, door successie van z’n vader, Gerart de Houten, 11 roeden grond nogal dichtbij “des dois sauls” en hen getransporteerd heeft aan het kapittel van Sint-Jan.
1442 :Het hof van Jeuk laat weten dat het kapittel van Sint-Jan heeft doen opmeten bepaalde gronden hun toebehorende.
1443 :Het hof van de ban te Jeuk, handelend alleen of met het hof van de ban van Bouckhout of ook nog met het censaal hof van de abdij van Sint-Truiden, noemt de leenmannen op van het kapittel van Sint-Jan en de gronden die ze houden te Jeuk, Boeckhout en te Borlo.
1450 :Te Jeuk (van Sinte Joris Joick) en voor het hof van Guillaume d’Argenteau te Jeuk, te Berloo en omgeving, gezegd vroeger hof van Jean de Roest, Godgaff de Looz (van Loen), zoon van Jean de Looz, alias de Cuttecoven en van Maroie Surlet, legitieme dochter van Leonard van der Linden of de Tilhou, genaamd Le Maire, verheft goederen onder de jurisdictie van Jeuk en Borloo.
1450 :Notaris Gilbertus van Veulen laat weten dat Libertus Ladonus de Atrio, Arnoldus de Corswaremia, Johannes de Atrio, burgemeester van Sint-Truiden en Arnoldus de Millen hebben teruggenomen voor 6 jaar de ontvangsten van de tienden van Jeuk.
1456 :Guillaume, legitieme zoon van Guillaume, heer van Argenteau, jonker, naar aanleiding van een huwelijkscontract, verheft een weide en gronden gelegen te Jeuk, Klein-Jeuk en Borlo.
1471 :Het hof van Groet-Joeck laat weten dat Fastrard van Verssem heeft getransporteerd aan het kapittel van Sint-Jan, gronden gelegen onder de jurisdictie van het hof.
1472 :Het hof van Jeuk, op verzoek van het kapittel van Sint-Jan, laat weten dat Jacob Greven beloofd heeft de grondcijns te betalen voor z’n goed, gelegen op Huldelingen, welke in beslag waren genomen door het kapittel.
1472 :Het hof van Groet-Jueck laat weten dat de kapittel van Sint-Jan het goed van Mathys Keyen, Willem Mathys en Jan Tielmans, dat dichtbij de kerk lag, in beslag genomen heeft wegens niet betalen van verschuldigde cijnsen.
1479 :Voor het hof van de leenmannen van de collegiale Saint-Jean-l’Evangeliste, te Groot-Jeuk, verkoopt Ide van den Kerckhove, weduwe van jonker Fastré de Fresin aan het kapittel van Sint-Lambert een half bunder grond gelegen tussen de twee Jeuks in.
1481 :Het hof van Jeuk laat weten dat Aert Honichs, schepen, zich rekenplichtig rekent ten aanzien van het kapittel van Sint-Jan voor verscheidene cijnzen.
1484 :De notaris Michael de Rotterdamis laat weten dat Ghislebertus de Kanne, ridder, heer van Spauwen, en Walterus de Corswaremia, zoon van Godefridus de Corswaremia, burgemeester van Luik, hebben in huur genomen van het kapittel van Sint-Jan de boerderij en de gronden van Jeuk (lange opnummering van deze gronden).
1485 :Het kapittel van Sint-Jan stelt de kannunnik Gabriel le Back aan als voogd van Jeuk, ter vervanging van kannunnik Gadiferus de Steelant, ontslagnemend, en beveelt het hof om hem in al z’n rechten te laten genieten.
1546 :Voor het censaal hof van de abdij van Kerkenrode te Groot-Jeuk, Hardelingen en omstreken staat Marguerite de Halmaal alias Truven af aan haar kinderen Guillaume Nys, Marcelis Nys, Jean Nys, Godgaff Nys, Marie Nys, Anne Nys, gehuwd met Robert van der Steghen, en Marguerite Nys gehuwd met Guillaume Seghers haar vruchtgebruik af van een huis gelegen te Jeuk, tussen Jeuk en Hasselbrouck.
1552 :Het hof van Sint-Jan, te Groot-Jeuk, laat weten dat Victor Vandersteeghen, mayeur van de lokaliteit, heeft verkocht aan Wauthier de Corswaremme, deken van Sint-Jan, 4 rijnlandse florijnen rente op een grond gelegen bij “du Hornen Boss”.
1553 :De schepenen van Luik laten weten dat Laurens, zoon van wijlen Art Bormans, verblijvende te Hasselbroeck (Haesselt-Bruxken), gemeente van Jeuk, heeft verklaard op verscheidene goederen, gelegen te Groot-Jeuk, een rente van 18 florijnen ten voordele van het kapittel van Sint-Jan.
1564 :Voor de maire en de schepenen van de abdij van Herkenrode te Groot-Jeuk verheft Francois Nicolai, vertegenwoordigend “le membre Cltis” van de cathedraal Sint-Lambert, in uitvoering van het testament van wijlen Arnold Raymondi, 7 rijnse florijnen op een huis van Guillaume Nys te Jeuk.
1604 :Het leenhof van Sint-Jan laat weten dat Art Jeuxman van Hasselbrouck, heeft verheft voor het te houden van de kapelanen van Sint-Jan, een grond van 13 roeden te Jeuk, op de weg van Waremme naar Sint-Truiden, tegen betaling van 2 vaten spelt rente.
1619 :Ferdinand, bisschop van Luik, geeft de heerlijkheden van Groot- en Klein-Jeuk, Hasselbroeck en Borloo in pacht aan het kapittel van Sint-Jan, tegen 600 rijksdaalders.
1634 :Huurgronden te Jeuk.
1677 :De schepenen van Jeuk bevestigen dat alle die 5 roeden grond bezitten en hun oogst inhalen onder hun jurisdictie (grondgebied), moeten betalen aan de mayeur cijns gezegd “Versterloren”, ’t is te zeggen een halve setier haver.
1708 :Meting van twee stukken grond gelegen te Jeuk, behorende tot het kapittel van het Heilig Kruis
1717 :Jean Stasseyns verklaart geen recht van doortocht te hebben op gronden van het Heilig Kruis te Klein-Jeuk.
1768 :Verheffing van gronden, door het kapittel Heilig Kruis aan het censaal hof van het kapittel van Sint-Jan, te Jeuk.

Juprelle

1327 :Voor het hof van leenmannen van Baudouin van Juprelle, draagt sire Warnier, kannunnik van Saint-Martin, te Luik over aan “Wilheammes li Pollereauz d’Alleur fis mon saingneur Johan le Pollent de Waruz”, die het vruchtgebruik teruggeeft 8 vaten en half spelt rente die Olivier zoon van Walran van Juprelle hem moet op goederen gelegen te Juprelle.
1328 :Voor het hof van de leenmannen van Catherine, weduwe van Baudouin de Juprelle, “Wilheames li Pollereaz de Waruez” draagt over aan Renchon, zoon van wijlen Renchon, 8 vaten en half spelt gehypothekeerd te Juprelle.
1355 :De mayeur en de schepenen van Villers-Saint-Simeon en van Juprelle laten weten dat de testamentaire uitvoerders van Jacques de Moilant, aartsdiaken van Luik, hebben overgedragen aan de aalmoezenier van de kerk Sint-Lambert, meerdere gronden.
1359 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat de testamentaire uitvoerders van aartsdiaken Jacques de Moilant overgedragen hebben aan de kerk Sint-Lambert goederen gelegen te Juprelle, Wihogne.
1389 :Verheffing van lenen gelegen te Juprelle en te Lantin, gelegateerd aan het kapittel van Sint-Lambert door de deken Henri de Loncin en afgestaan aan de bisschop in ruil voor andere niet-feodale goederen gelegen te Droixhe.
1456 :Voor het gezworen hof van de “Chambre”, geeft het kapittel van Sint-Lambert in leen aan Rigaul de Vivier, voogd van Grâce, verblijvende te Villers-Saint-Simeon, een terrein gelegen te Juprelle, waar hij voorheen een huis had.
1487 :een terrein te Juprelle, op de plaats le triexheal, waar vroeger een huis was, verwoest door de oorlog, toegekend aan Jean le Marechal van Lantin.
1507 :Voor de leenmannen van het gezworen hof van de abdij Saint-Jacques te Luik, zuivert Lambert Wilkair, mayeur van Juprelle de inbeslagname aan door de ze abdij op verschillende gronden te Juprelle en Villers-Saint-Simeon.
1571 :Voor het gezworen hof van de Chambre verheffen Denis Thiria, Baudouin de Mostier en consoorten 4 huizen gelegen te Juprelle, jurisdictie van Villers-Saint-Simeon.
1572 :Voor het gezworen hof van de “Chambre” verheft Guillaume de Treit een weide en gronden te Juprelle.
1593 :Voor het gezworen hof van de “Chambre” zuiveren Pentecôte, dochter van wijlen Denis Thireau, echtgenote van Piron Raes gezegd meester Antoine de Pied d’Or, en consoorten het beslag aan op goederen gelegen te Juprelle bij Villers-Saint-Siméon.

Kemexhe

1107 :De kerk Saint-Adalbert is gesticht door bisschop Notger die erbij alsgift 3 mensa te Kemexhe en 2 te Beemont.
1226 :Broeder Gaufridus, proviseur van de Hospitaalorde van Jeruzalem in het diocees Luik, verklaart dat dame Hawidis heeft gelegateerd aan de orde 20 luikse marc op een grond die ze bezat te Kemexhe; zij en haar man, Franco, hebben vervolgens die grond gegeven aan de abdij van Val Saint-Lambert.
1230 :Jean d’Eppes, bisschop van Luik, Joannes, deken en aatsdiaken, en het kapittel van Saint-Lambert, noteren een accoord tussen het kapittel Heilige Jan en deridder Rigaldus, voogd van Kemexhe: Rigaldus gaat accoord dat hij noch z’n nakomelingen goederen te Kemexhe kunnen verwerven (franc-alleu van Heilige Jan); het kapittel mag nog 16 bunder verwerven.
1318 :Johan Cockerues, ridder, voogd vanKemexhe, laat weten dat Johan Marteaus, zoon van wijlen meester Bastin delle Savenire, heeft getransporteerd ten voordele van Gilons de Lavoir, wisselaar te Luik, die ermee geïnvesteerd is, 2 sous en 6 denieren rente (deel van 15 sous rente die gezegde Cokerues had, als voogd, op de goederen van het kapittel Sint-Jan te Kemexhe), die hij in leen hield van gezegde ridder.
1326 :Voor het hof van de leenmannen gezegd van Saint-Hilaire te Kemexhe, dragen Isabelle, Margot en Maron, dochters van wijlen Guillaume de Beaufraipont over aan het kerkfabriek van Sint-Lambert, een grond gelegen te Kemexhe “sor le chachie drir le bressine ki fut mon sengneur Lowi de Kemexhe”.
1331 :De maire, H.Palhes, en de schepenen (Wansidis Gerars li bolengirs, Wilhames Kinos, Hanes delle Chachie, Arnus Hierlus, Gilons, broers van heer Rigal) van Kemexhe, bepalen de cijns verplicht aan het kapittel van Sint-Jan. (Lijst van leenmannen met opnummering van hun gronden en de cijnsen, deplaatsnamen).
1344 :Notaris Lambertus de Columna laat weten dat Wericus, zoon van Lambertus Mailhe, alias de Warouz, en z’n vrouw Agnes, dochter van Egidius Palhet, van Kemexhe, hebben verkocht voor 30 florijnen goud, aan Johannes de Bastonia, kapelaan van Sint-Jan, de helft van 16 roeden grond, te Kemexhe, op de plaats “sour le comble de Vauz, komende van de ouders van Agnes en meegegeven aan haar als bruidsschat”.
1355 :Walter de Poulseur, kapelaan van Saint-Jean-Evangeliste te Luik, beschuldigd van verkrachting (rapt) op de persoon van Beatrice, dochter van wijlen ridder Amel Mylair de Kemexhe, is berecht door Jean de Lewis, deken van Saint-Jean, ondanks de pogingen van Engelbert de la Marck, bisschop van Luik.
1356 :Libert Botton, zoon van de grote Libert de Fexhe, verheft voor het hof van Val-Benoit gronden gelegen te Kemexhe, te houden van de abdij tegen 14 setiers spelt.
1360 :Cathérine, dochter van Ida, weduwe van Amel de Kemexhe, ridder, bewerkt, voor het gezworen hof Heilig Kruis, de terugkeer van een grond gelegen te Kemexhe, die was “forjugies” op haar moeder.
1360 :Beatrix, dochter van wijlen Amel de Kemexhe, ridder, handelt, voor het gezworen hof van Heilig Kruis, de teruggave van een grond gelegen te Kemexhe “forjugies sor li, par le défaute de trecens et de vesti”.
1367 :Rigaud, zoon van Béatrix de Kemexhe, behandelt, voor het gezworen hof Heilig Kruis, de teruggave van gronden gelegen te Kemexhe.
1368 :Het hof van Kemexhe laat weten dat zijn verschenen: 1° Lambert de Herstal, pastoor van Saint-Thomas, te Luik, en z’n schoonbroer, Johans de Novis, lakenhandelaar te Luik, echtgenoot van Ysabeaul de Herstal, erfgenamen van hun nicht Maroiet, dochter van wijlen Georges de Herstal en van Maroie; 2° het broer en erfgenaam van deze laatste, Goffars dit l’Ardenois, kapelaan te Sint-Jan. Ze heffen verhefd door erving vier stukken te Kemexhe en hebben het getransporteerd naar Johans de Tohogne, kapelaan van Sint-Jan, tegen een jaarlijkse cijns van 10 denieren.
1373 :Ernus Palhet, van Kemexhe, laat weten dat, voor z’n leenmannen, hat hij heeft gegeven om van hem te houden, aan Colart d’Asteneur, burger van Luik, de helft van een huis te Kemexhe (komende van z’n vader, Henri Palhet, en waarvan de andere helft behoort aan de kinderen van z’n broer, Lowy Palhet) en de gronden en renten van dezelfde plats tegen betaling van lasten (aan het kapittel van Sint-Jan, aan Ameile de Kemexhe, ridder, aan de kerk, aan de pastoor van Kemexhe).
1387 :De maire en de schepenen van Kemexhe laten weten dat Ydoule gezegd Audron van Fooz heeft getransporteerd aan Jean de Flovent, corbesier, verblijvende te Saint-Severin, te Luik, 2 bunder grond gelegen tussen Fooz en Kemexhe (renende aan de gronden van Saint-Jean-Evangeliste en Sint-Pieter), waarop een rente gehypotheceerd ten voordele van de kapel “que on dist le noeve capelle az miches”, in de kerk van Sint-Pieter.
1391 :Het hof van Kemexhe laat weten at Ameles, natuurlijke zoon van wijlen Ameles de Kemexhe, ridder, heeft getransporteerd aan het kapittel van Sint-Jan een rente van 3 vaten spelt op een weide te Kemexhe.
1395 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Jean delle Rameye, entailleur de drap, is komen te verklaren dat de testamentaire uitvoerders van Jean de Freres, kannunnik van Sint-Pieter, van hem hebben gekocht een rente van 2 vaten spelt die hij gelegateerd had aan de kapelanen van deze kerk; zo zal Jean delle Raeye transporteren aan Clerembaude de Momalle, de kapelanen vertegenwoordigend, 9 of 10 grote roeden gelegen te Kemexhe, op de plaats gezegd Popleaul, als hypotheek voor deze rente.
1399 :Het hof van leemannen van Wilheames, zoon van Piron de Laveur, laat weten dat deze laatste heeft ontvangen van het kapittel en de kapelanen van Sint-Jan, de terugbetaling van een kapitaal aan rentes die ze hem moesten op goederen te Kemexhe.
1405 :Voor de maire en schepene van Odeur bij Villers-l’Eveque draagt Francois Broine van Odeur over aan de kannunniken van Saint-Materne, vertegenwoordigd dooréén van hun: Johannes d’Aleur, een half bunder grond gelegen “en fons de Kemexhe”.
1406 :Het kapittel van Sainte-Croix, geeft in eeuwigdurende erfpacht an de deken van Sint-Jan, Benchevinis Gutii, tegen een jaarlijkse prijs van 25 vaten spelt, de tiende die ze ontving op gronden gelegen te Kemexhe.
1409 :Het hof van Kemexhe laat weten dat Renier Yertet, vicaris van Saint-Adalbert, heet verheven, in naam van de gemmenschappelijke kapelanen, gronden te Kemexhe (gezegde plaatsen: en Pireus, en Vaus, en Parfontraus, a riwaul de Libofosseit), getransporteerd aan gezegde kapelanen door Johan Rigo, maire van Kemexhe.
1415 :Franck Hoeffslager, deken van Sint-Jan, erkent dat het kapittel Sainte Croix recht heeft op 25 vaten spelt rente op de tiende van Kemexhe.
1441 :Het hof van Sint-Jan te Kemexhe laat weten dat Johan delle Vaux de jonge, heeft getransporteerd aan het kapittel van Sint-Jan een stuk grond van 19 roeden, gelegen te Kemexhe, en fons delle Meeffe. De grootmoeder van de gever (Katherine, weduwe van Johan delle Vaux, deoude) heeft al haar rechten op dit goed afgestaan.
1452 :Het leenhof van Sint-Jan, te Luik, stelt vast per akte dat op 14 april 1409, Gilh de Kemexhe, jonker, heeft afgestaan aan het kapittel, voor 20 oude gouden ecu het recht, dat hij jaarlijks ontving van genoemd kapittel, betreffende de avouerie van Kemexhe.
1462 :Het kapitten van Sint-Jan verklaart aan de schepenen van Kemexhe dat ze Johans... hebben benoemd als mayeur en bevellt hem te aanvaarden.
1468 :Vonnis van de schepenen van Luik, in de zaak van Jean Collar van Villers en Collar Rigo van Kemexhe, betreffende 20 setiers rente gereclameerd door de eerste op een eigendom gelegen te Kemexhe.
1472 :Het hof van Kemexhe laat weten dat Kateline, vrouw van Johan Massar de Fexhe-les-Slins, heeft verheft, in uitvoering van het testament van haar broer Wilheame, zoon van wijlen Henry Lhoist de Fexhe, een bunder grond in twee stukken gelegen te Kemexhe. (à la chauchée en la petite champagne).
1472 :Het hof van Kemexhe laat weten dat Pirlot, zoon van wijlen Lambert Collart le Cuvelier, verblijvende te Luik, op l’Ile le duck, heeft verheft, bij vererving van z’n ouders, 18 roeden grond te Kemexhe, op de plaats gezegd Rusoncamps en uitvoerende een contract gemaakt door z’n vader, heeft dit goed belast met een rente van 3 vaten spelt ten voordele van Clouz de Hurixhomme gezegd de Pot d’Oir, wijnhandelaar, verblijvende te Luik, op hetzelfde Ile.
1474 :Voor de maire en de schepenen van Kemexhe, dragen Jean Collar van Villers en Gerard, zijn broer, over aan de kannunniken van Saint-Materne, een huis gelegen te Kemexhe, bewoond ddor Colar Rigo.
1476 :Het gezworen hof van goederen van de kerk van Momalle (mayeur Henri de Tiermohe, priester) laat weten dat Willem Kynot heeft getransporteerd 12 roeden grond, gelegen te Kemexhe, aan Pirar zoon van Jamaer de Momelet, die ze heeft gegeven als onderpand aan het kapittel van Sint-Jan voor de uitvoering van de voorwaarden van een afroeping van een huis, toren, met tuin en aanhorigheden, te Kemexhe, gedaan in z’n voordeel.
1482 :Het hof van Kemexhe laat weten dat Jehan Massar, chapelier, en z’n vrouw Katherine, verblijvende Pereuse te Luik, hebben verkocht aan Tristan van Oreye, kannunnik van Sint-Jan een grond van 17 grote roeden en 9 kleine roeden, gelegen te Kemexhe, op de plaats “en le petite champagne” de 10e februari 1472, Katherine, vrouw van Johan Massart, had verheft dit in uitvoering van het testament van haar broer, Wilheame, zoon van Henry Lhoist van Fexhe-lez-Slins. Op 1 juni 1493, geeft kannunnik Tristan d’Orey deze grond, om te houden van hem aan Gerard le Mangon, verblijvende te Kemexhe, tegen een jaarlijkse cijns van 2 vaten spelt.
1505 :Het hof van Kemexhe laat weten dat Willame Kino heeft getransporteerd aan het kapittel van Sint-Jan een rente van 3 muids spelt op goederen te Kemexhe.
1511 :Voor de maire en de schepenen van Kemexhe verheft Gerard Jamair, groot woudmeester van de kathedraal, censale gronden dat de “mandé” van Sint-Lambert bezit te Kemexhe, heerlijkheid van het kapittel Saint-Jean-l’Evangeliste.
1513 :De schepenen van Luik laten weten dat Huge de Hardentin, kannunnik van Sint-Jan, heeft getransporteerd aan het kapittel van Sint-Jan een rente van 2 muid spelt op een huis gelegen te Kemexhe kortbij de brug.
1513 :De schepenen van Luik laten weten dat Rennechon le Charlier heeft gevestigd op een huis gelegen te Kemexhe, een rente van een muid spelt ten voordele van het kapitten van Sint-Jan.
1516 :Het hof van Kemexhe laat weten dat Johan Gerard Collaur heeft verkocht aan Hainry le Marescal, van Fize le Marsal, 2 stukken grond, op gezegde plaatsen “à deseu de Riwechonchamps” en “près de Priese spinne”, ten laste te betalen een grondrente aan het kapittel van Sint-Jan.
1517 :Voor de schepenen van Luik verkoopt Thys d’Amas, brouwer, aan Wauthier Huwar, oud burgemeester van Luik, 6 vaten spelt rente gehypotheceerd te Kemexhe, Crisnée en op een huis gelegen “en Bermombéche”.
1520 :De schepenen van Luik laten weten dat Gerard, gezegd Gierkin, van Freloux, heeft verklaard, ten voordele van het kapitten van Sint-Jan, een rente van 2 muid spelt op een bunder grond gelegen te Kemexhe “al riwal de Viller”.
1520 :Voor de schepenen van Luik verkoopt Jean de Lintre gezegd de Baillonville, echtgenoot van Marguerite d’Omal, dochter van wijlen Antoine d’Omal, aan meester Henri Kuerinx, voor de testamentaire uitvoering van wijlen meester Simon Juliaco, kannunnik van Sint-Lambert en provoost van Saint-Denis, 21 vaten spelt rente gehypotheceerd te Wanzoul, Kemexhe, Crisnée, Noville en op het huis en brouwerij “de la Couronne” aan de voet van de brug “des Arches” te Luik.
1531 :Het hof van Kemexhe laat weten dat Wautier van Corswarem, maire van Montenaeken, heeft verkocht, voor 60 florijnen goud aan Wathier van Corswarem, kannunnik van Sint-Jan, al z’n rechten op de voogdij van Kemexhe.
1533 :De schepenen van Luik laten weten dat Piron Clarin, marguilier van Kemexhe, heeft verklaard ten voordele van Hubert de Tolnis, deken van Sint-Jan, een muid spelt rente op z’n huis en een stuk grond te Kemexhe.
1534 :Voor de schepenen van Luik verklaart Johan van Malle ten voordele van Hubert de Tolnis, deken van Sint-Jan, een rente van 5 muid spelt op z’n huis en goederen van Cassegnée (Kemexhe).
1534 :Het hof van Kemexhe laat weten dat Wilheaume, zoon van Andrier Strengnart, heeft verkocht, voor 14 chevalcheurs van Gueldre, elk 3 florijnen waard, aan deken van Sint-Jan Hubert Tolnis, een rente van 1 muid spelt op het huis dat hij verworven had door z’n huwelijk van Jehan Malcoir, vader van z’n vrouw Agnes. Dit huis is gesitueerd te Kemexhe, op de steenweg van Tongeren naar Hoei.
1550 :De schepenen van Luik laten weten dat Johan Lambert, van Kemexhe, heeft verhefd, om ze te houden van de kapelanen van van Sint-Jan 7 grote roeden en 3 kleine te Kemexhe, tegen een rente van 7 setiers spelt jaarlijks.
1550 :Voor het hof van Kemexhe verheft Ghisbert Mantels, boekhouder, vertegenwoordigend de kerkfabriek van Sint-Lambert diverse stukken grond.
1554 :Het hof van Kemexhe laat weten dat Jehan, zoon van wijlen Andrier Strengnart, heeft verheft 12 roeden grond te Kemexhe, tegen betaling van 12 setiers spelt rente aan het kapitten van Sint-Jan.
1558 :De schepenen van Luik laten weten dat Renier, zoon van Martin Humblet, van Kemexhe, hebben bevestigd op zijn goederen (een huis en aanhorigheden te Kemexhe), een rente van 2 vaten spelt ten voordele van het kapittel van Sint-Jan.
1561 :Voor de schepenen van Luik verkoopt Jean Lambert van Kemexhe aan de begunstigden van de kathedraal, vertegenwoordigd door messire Zacharias, kannunnik van “la Petite Table”, 12 setiers rente spelt op een huis gelegen te Kemexhe.
1562 :Voor de schepenen van Luik verkoopt Louis Hannosset, leerlooier, burger van Luik aan een lid van de “clétis” van de cathedraal Sint-Lambert, vertegenwoordigd door Gilles Virginis, priester, begunstigde van de cathedraal, 6 florijnen brabant gehypotheceerd te Kemexhe.
1565 :De schepenen van Luik laten weten dat Wilheame Pollar, van Kemexhe, heeft bevestigd ten voordele van het kapittel van Sint-Jan, een rente van 2 vaten spelt op een bunder weide, dichtbij de brug te Kemexhe.
1570 :De schepenen van Luik laten weten dat Wilheame Collar en Jehan, zijn zoon, van Kemexhe hebbende gekregen 50 florijnen van Godefroid Offerman, deken van Sint-Jan, hebben bepaald ten voordele van deze een rente van 2 vaten spelt op hungoederen (huis en aanhorigheden te Kemexhe).
1574 :De schepenen van Luik laten weten dat Martin Humblet, van Kemexhe, heeft bepaald ten voordele van het kapittel van Sint-Jan een rente 5 vaten spelt op al zijn goederen, onder andere op een rente van 7 vaten spelt die men hem verschuldigd is op een huis te Kemexhe.
1576 :De schepenen van Luik laten weten dat Henry Bertrand, van Kemexhe, heeft bepaald ten voordele van het kapittel van Sint-Jan, een rente van 2 vaten spelt op z’n goederen te Kemexhe.
1578 :Voor de schepenen van Luik verkoopt Collar, zoon van wijlen Henri Bertrand van Kemexhe aan de begunstigden van Sint-Lambert 6 vaten en 4 setiers spelt rente gehypotheceerd te Kemexhe.
1586 :De schepenen van Luik laten weten dat de kapelanen van Sint-Jan hebben afgestaan 5 vaten spelt rente die aan hen waren toegevallen te Kemexhe, tegen 5 andere vaten spelt rente die hen gegeven wordt door Collar, zoon van Bertrand Rigo, op z’n huis, tuin etc.. te Kemexhe.
1586 :Voor de schepenen van Luik bereiken de kapelanen en begunstigden van Sint-Lambert en Jean Collar van Kemexhe een akkoord betreffende een rente gehypotheceerd te Kemexhe.
1586 :Voor de schepenen van Luik zuivert Bertrand Rigo een beslag aan genomen op goederen te Kemexhe.
1593 :Voor het gezwoeren hof van de “Chambre” verheft Guillaume Collard de jonge gronden gelegen te Kemexhe.
1593 :Voor het gezworen hof van de “Chambre” verheft Renard Jamart, zoon van wijlen Gilles Renart, gronden gelegen te Kemexhe.
1611 :Specificatie van de gronden te Kemexhe komende toe aan de tienden behorende aan de deken van Sint-Jan (zeer veel plaatsnamen).
1612 :Jean Martin, van Kemexhe, verkoopt aan Hubert-Ursinus a Campo, deken van Sint-Jan, een rente van 3 vaten spelt, die aan hem verschuldigd was op goederen te Kemexhe.
1618 :Het gezworen hof van leenmannen van Sint-Jan laat weten dat Johan Martin, de jonge, van Kemexhe, heeft bepaald, ten voordele van de Mandé van Sint-Jan, een rente van 29 florijnen, 4 patar op z’n goederen gelegen te Kemexhe (gezegde plaats: “a coron delle petite Champagne”). Een kapitaal van 437 florijnen 18 patar wordt aan hem overgebracht, komende voor een deel uit de aflossing van de renten aan de Mandé door heer Curtius en door Jean Honea, mayeur van Roclenge.
1620 :Notariële akte betreffende de verdeling gedaan tussen de kinderen van Bertrand Rigo van Kemexhe; de goederen zijn verdeeld te Kemexhe, te Fize-le-Marsal en de omliggende gebieden.
1709:Accoord tussen het kapittel Heilig Kruis en dit van Sint-Jan betreffende de tienden te Kemexhe.
1741 :Pierre Giroul, van Kemexhe, zuivert aan goederen gelegen te Kemexhe, die in beslag waren genomen door het kapittel van Sint-Jan wegens niet betalen van een rente van 5 vaten spelt.
1789 :De burgemeester en schepenen van het hof van Kemexhe zetten Jean-Francois Ermel in het bezit van een huis en goederen gelegen onder hun jurisdictie.
1790 :De inwoners van Kemexhe besluiten dat ze de kleine tiende niet meer zullen betalen, maar een vrijwillige gift. Dat ze alleen nog de grote tiende zullen betalen totdat de tiendeheffer aan z’n verplichtingen voldoet.

Ketsingen

1275 :Testament van Henri de Tongris, kannunnik van Heilige Jan. Hij legateert een vat spelt rente op goederen gelegen te Ketsingen, ’s Heren Elderen, Riksingen aan elk van de altaren opgericht in de kerk van Heilige Jan.
1362 :Ghise Maleplumme, van Nerem, transporteert, voor het gezworen hof van Heilig Kruis, aan Jean gezegd Hannar de Katsingen, 12 roeden en half grond, gelegen op het territorium van Ketsingen.
1473 :gronden behorende aan Beatrix, weduwe van Arnold Segmans gezegd Dynen.
1478 :Arnold van Triecht, burger te Maastricht, verkoopt aan Jean Philippe van Mombrughen gronden te Berg en Ketsingen.
1478 :Kapittel Heilig Kruis verkoopt aan Jean Philippe van Ketsingen gronden te Ketsingen en Berg.

Koninksem

1432 :Het hof van Coninxheim laat weten dat Johan Brassart, kapelaan van Saint-Lambert te Luik, heeft getransporteerd aan het kapittel Sint-Jan, een rente van 20 vaten spelt op een derde van 25 roeden grond in 4 stukken te Coninxheim.

Kuttekoven

1259 :Mechtildis, abdis van Munsterbilsen en haar convent, noteren dat het kapittel van Heilige Jan, hebben gekocht van Renerus, gezegd Eneriars, 17 ½ bunder bij Kuttekoven, genaamd het leen van Sittert, Thomas de Comeffia is in dit leen geïnvestitueerd, in naam van het kapittel, door het feodale hof zetelend in allodia nosro sancti Amoris Bilisiensis apud Welne (Wellen).

Laminne

1342 :Het allodiaal hof te Luik laat weten dat Bertrans de Hemericurt, pastoor van Momale in Haspengouw, heeft getransporteerd aan het kapittel van Sint-Jan gronden gelegen te Lamine (gezegde plaats: riwaul Willecote vers Mumelette).
1345 :Henri, zoon van wijlen Jakemar de Lardier, draagt over voor de maire en leenmannen van het gezworen hof van het kapittel St Paul, rechtsprekend te Hodeige, aan het kapittel van Heilige Martin, voor de welke stipuleert Colars Briffons, de eigendom van 12 setiers spelt rente op een hof met aanhorigheden te Lamine, op de plaats gezegd Bexhencon.
1345 :Colars Briffons, kannunnik van de collegiale Heilige Martin, deze kerk vertegenwoordigend verwerft van Henri, zoon van wijlen Jacques de Lardier een alleu van 25 grote roeden en 18,5 kleine roeden te Laminne en 10 grote en 9,5 kleine roeden gelegen “au-dessus du chemin” gezegd van Laminne.
1347 :Brieven van het allodiaal hof van Luik stipuleren: 1° Antoine en Baudouin, kinderen van wijlen Baudouin de Busson van Laminne, hebben de alleus verheft komende van hun vader en moeder Maroie gelegen onder de jurisdictie van Remicourt en Lamine, verder verwerft Antoine het deel van Baudouin. 2° Antoine verwerft van Gilles de Pont van Lamine, van Ide, zijn vrouw, dochter van Badelot de Buxhon en getrouwd eerst met Gilles, zoon van Mervelhois de Lamine, en van Baudouin, zoon van gezegde Ide en gezegde Gilles le Mervelhois, hun deel in deze alleus. 3° Antoine verwerft van Simon gezegd Mones, zoon van Libert de Geneffe, echtgenoot van Johanna, dochter van gezegde Badelot de Busson van Lamine, zijn deel in deze alleus.
1349 :Johan Pangnoteauz, maire en schepen van het hof St Paul, gezegd van de prevoost, zetelend te Remicourt (Hemricourt), laat weten dat voor hem zijn verschenen Antoine de Busson van Lamine, enerzijds, dame Lingnore, zijn vrouw, ten tweede deel, Magriete, weduwe van Baudouin, broer van Antoine, met Jean de Skendremakle en Wauthiers gezegd van Hautepenne, zijn voogden, ten derde deel, dragen over aan Antoine, verschillende gronden te Lamine sur le rivat gezegd Wilhvot, bij de weg die gaat van Remicourt naar Momalle, en petite vaux et az sacelles, achter Remicourt.
1422 :Het hof van leenmannen van Sint-Jan, te Luik, brengt een akte uit acterende dat op 17 mei 1420, Wilheme le Clockier, ridder, burgemeester van Hoei, ten titel van z’n vrouw, dochter van Maheal de Lamine, heeft verheft een huis en gronden te Laminne.
1424 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat de testamentaire uitvoerders van Jehan de Hodeige, klerk en burger van Luik, hebben verheft allodiale gronden te Laminne (plaatsen “en Parys, al Skamineal”), te Hemricourt (plaatsen: la large Chavée de, Hemricourt te Jeneffe), te Hodeige (plaatsen: alle Chiwexhalle), te Lantremange (plaats: en Parfontvauz) en ze heben getransporteerd aan de kapelanen van Sint-Jan.
1472 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat drie van hun afgevaardigden zich hebben begeven naar Laminne waar Thiry de Seyve heeft verheft 35 roeden grond, samen in 3 bunder “à la voie de Laminne à Waremme”, op de hoogte van Pousset, aan hem toekomende via z’n vrouw Isabeaut, dochter van wijlen Rausse de Latinnes, door vererving van z’n ouders.
1581 :De schepenen van Luik laten weten dat Mathieu Leclerc heeft bepaald 2 vaten spelt rente op zijn goederen, onder andere zijn huis en zijn brouwerij te Laminne, ten voordele van de kapelanen van Sint-Jan, die hem hiervoor 197 florijnen betaalden.

Lantin

1221 :Sibylle, abdis van Robermont, laat weten dat Henri, molenaar, Henri, pelletier, en Hawide, kluizenares van Saint-Christophe, overdragen aan de abdij van Robermont 5 morgenland grond te Lantin.
1227 :Het huis van de leprozen van Cornillon laat weten dat Simon dit offelt, kannunnik van Saint-Materne, hun heeft gelegateerd 10 bunder te Lantin.
1331 :Verheffing voor het feodaal hof van Luik door Gerard de Malaise van 2 bunder gelegen tussen Villers Saint Simeon en Lantin.
1347 :De abdij van Val-Benoit staat toe aan Maron en Catherine de Lantin drie bunder en 4 roeden voor een huur van 12 jaar.
1354 :Het kapittel van de kerk van Sint-Lambert geeft in huur de brouwerij van Lantin.
1372 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Gobert Frongneteau, burger van Luik, heeft overgedragen aan Lambert Rousseau, schepen, een grond gelegen op de weg van Lantin.
1389 :De maire en de schepenen van Lantin laten weten dat Lambert de Tilhu, van Lantin, heeft overgedragen aan Jean gezegd Precheoir 3 morgen lgrond gelegen “alle Vaies”.
1399 :De maire en de schepenen van Lantin laten weten dat Robert de Saint-Laurent, kannunnik te Luik, stipulerend voor het kapittel van Sint-Pieter, heeft overgedragen ten voordele van Jean Noiel van Bleret, kannunnik van Saint-Jean l’Evangeliste en Ile, te Luik: 1° verschillende gronden gelegen te Lantin, opgemeten door Jean Garin van Vottem, op de plaatsen alle Tomballe, deseur le Hardichevoie, en le vaaz, komende van het hof van Lantin tegen 7 deniers per bunder, 2° een hof, huis, tuin een aanhorigheden, gezegd het hof Lardenois, omvattende 9 grote roeden en 10 kleine “parmi le moitiet de chinque ouz et le moitiet d’une poille de cens par an”, 3° een ander hof etc.., renende aan de kerkhof van de kerk van Lantin, aan Jean Precheur et au warissas, 4 ° aan ander hof gelegen te Lantin “devant lep uche emy le ville”, ...
1410 :De maire en de schepenen van Lantin laten weten dat Renier Yerteit, vicaris van Saint-Albert en Ile te Luik, testament uitvoerder van Jean Noiel van Bleret, kannunnik van Saint-Jean-l’Evangeliste, heeft overgedragen aan Jacquemin, zoon van wijlen Jean van Bleret, burger van Luik, en van Marie van Bleret de drongen uit 1399 (zie boven)
1412 :Arnoul de Pereuz, priester, pastoor van Saint-Servais te Lantin, laat weten dat, voor zijn leenmannen, Thonar de Fexhe gezegd de Beaurewar heeft overgedragen aan de testamentaire uitvoerders van wijlen Jean de Haccourt, kannunnik van Sint-Lambert, een grond gelegen te Lantin.
1413 :Nicole de Malmedy, kapelaan van Saint-Lambert en voogd van Henri de Straile, rector van het altaar Saint-Nicolas te Lantin, laat weten dat Jean, zoon van wijlen Jean de Bleret, heeft verheft een hof, huis, tuin en aanhorigheden te Lantin “devant le puche”, omvattende 7 grote roeden grond.
1414 :Marie, weduwe van Jean de Bleret en Jean, zijn zoon, geven viir de eerste vruchtgebruik en voor de tweede eigendom aan Wautier, zoon van wijlen Gilet Lambechon, van Lantin: 1° 6 roeden grond “alle Tombelle”, 2° een half bunder “deseur le Hardice voie”, 3° 3 morgen “en le valz”, 4° een hof, huis, tuin en aanhorigheden “le court Lardenois”, 5° een hof, huis, tuin en aanhorigheden “devant le puche”.
1421 :De maire en de leenmannen van het gezworen hof van het kapittel Sint-Jan Evangelist, te Luik, laten weten dat Jean de Bleret, kapelaan van deze kerk, in uitvoering van het testament van Jean Noiel de Bleret, kannunnik van Sint-Jan, heeft getranfereerd ten gunste van het altaar Sint-Catherine 20 vaten rente spelt, te nemen op gronden gelegen te Lantin. 1° 6 roeden op de plaats alle Tombelle, 2° een half bunder deseur le Hardiche voie, 3° 3 morgen land op de plaats dit en le Vauz, 4° een hof, huis, tuin en aanhorigheden gezegd hof Lardenois.
1427 :Notariële akte bij dewelke Walter de Lantin, een van de tiendeheffers van het kapittel Sint-Lambert te Lantin en omstreken, erkent dat de tienden op een perceel grond gelegen tussen Hombroux en Lantin behoort tot de kannunniken van Saint-Materne en niet tot het kapittel van de cathedraal.
1437 :Voor het gezworen hof gezegd “delle Chambre”, verheft Thomas de Herve, klerk, vertegenwoordigend de kerk en het huis van Cornillon, een weide “gisans dessours les murez delle court de Lantins, deseurs le floixhe alle maire”.
1438 :Akte van de schepenen van Lantin laten weten de opmeting en afbakening van gronden van het kapittel van Sint-Lambert in deze plaats, Maire: Jean Paske de Lantin.
1448 :Het hof van de leenmannen van Sint-Pieter laat weten dat Jean Paske van Lantin en Henri, zoon van Bertrand des Bressines, zijn schoonbroer, hebben verheft, elk, de helft van 22 roeden grond gelegen op de plaats dit à paseal de Viernay, te Lantin, renende aan de heren van Chantraine, aa, de arme begijnen van Saint-Christophe en aan Jean Dapsart, schepen te Luik.
1454 :De maire en de leenmannen van het kapittel Sint-Pieter te Luik laten weten dat Jean de Mont, verblijvende te Fexhe, heeft verheft, na de dood van Pirot Ottelet, van Fexhe, een hof, huis, tuin en aangelegenheden gelegen te Lantin, “qui jadit fut prebstres Jhesus”, renende aan Jean de Chera en aan wijlen Renkin de Bierset, schepen van Luik. Nadien doet hij overdracht aan Jean en Melar, zoon van wijlen Henri le Willen d’Once, wonende te Boirs.
1456 :Voor het gezworen hof van de “Chambre”, draagt Jean Moreal, brouwer, burger van Luik, over aan het broederschap van de Heilige Gesst, opgericht in de parochiekerk Saint-Severin te Luik, gronden gelegen te Lantin, komende van het rekenhof van de jaargetijden van Sint-Lambert.
1460 :Voor de schepenen van Luik, verklaart Walter de Lantin te hebben aangenomen van het kapittel van Sint-Lambert, 48 bunder grond te Lantin, en geeft als waarborg gronden gelegen te Waroux en Xhendremael.
1464 :Joahannes de Bleret, kannunnik van Sint-Pieter, laat weten dat, voor zijn leenmannen, Wathier, zoon van wijlen Wathier de Lantin, als gevolg van het transport ten zijne gunste door Gilet Hankair de Lantin, heeft verhefd; 1° 6 grote roeden gelegen alle Tombelle, te Lantin, renende aan de gronden van Cornillon, aan de erfgenamen van Weri le Cannoine de Bolzée en van Thonar de Voroux; 2 ° een half bunder desseur le Hardice voie, renende aan de erfgenamen van Jacques de Paifves de bakker; 3° 3 morgenland en le Vaulx, renende aan hospitaal Saint-Jean-Baptiste, aan Gilet Lambechon en aan Lambert le Tilhou; 4° een hof, huis, hof en aanhorigheden gezegd le court le Ardenois te Lantin, renende aan Werixhas; 5° een hof, huis, tuin en aanhorigheid gelegen voor “le puche” van Lantin.
1508 :Transport gedaan door Lambert Thiriair aan zijn zonen Jean en Lambert van huizen en goederen gelegen te Lantin, op dewelke de kapelanen van Sint-Pieter een rente hebben van 8 vaten spelt.
1542 :Voor de schepenen van Lantin verkoopt Jean Pacque, brouwer, aan Radoux de Hombroux, 3 vaten spelt rente op een huis en brouwerij bewoond door gezegde Jean Pacque.
1542 :Voor de schepenen van Luik verkoopt Jean de Fyes gezegd de Fays aan Rigaud de Ganghelt, procureur, 4 vaten spelt rente op een huis te Lantin en op een grond gelegen te Xhendremael.
1546 :Voor de schepenen van Luik wijst Jean Pacque, de jonge, van Lantin toe aan Cloes de Chevalbardeit, commissaire, burger van Luik, twee vaten spelt rente op een huis en brouwerij te Lantin.
1550 :Voor de schepenen van Luik wijst Mathieu Frechon van Lantin toe aan Radou de Hombroux een vat spelt rente op een huis gelegen te Lantin.
1551 :Voor de schepenen van Luik verkoopt Jean Pasque, brouwer van Lantin, aan Jean, zoon van Radou de Hombroux, 12 setiers spelt rente, op het huis en de brouwerij van Lantin.
1565 :De burgemeester en schepenen van Lantin, laten weten dat Simon, zoon van wijlen Jean Frechon van Lantin, verheft een huis gelegen te Lantin .
1577 :Voor de schepenen van Luik geven Renard Giltea, kannunnik van Saint-Materne, meester Pierre van der Smissen, kapelaan van Sint-Lambert, en Johannes Mexhlinia, ontvanger van de begunstigden van de cathedraal in naam van deze begunstigden in leen aan Piron Jadoule van Hognoul, verblijvende te Lantin, de rechten die ze hebben op gronden te Xhendremael en te Lantin.
1587 :Voor de schepenen van Luik doet Jean de Saive gezegd le Mayeleur afstand aan de begunstigden van Sint-Lambert, die er terugbetaling van doen, een rente van 3 vaten spelt gehypotheceerd op een huis en brouwerij te Lantin.
1587 :Voor de schepenen van Luik staan André de Fumal, echtgenoot van Catherine Gangelt en consoorten af aan het broederschap van Saint-Luc, die het in feite terugkoopt, een rente gehypotheceerd te Lantin.
1587 :Voor de schepenen van Luik verklaart Philippe Oems, groot boekhouder van de begunstigden van de kathedraal dat Gilles Loyarts de terugkoop heeft gedaan van 13 setiers spelt rente gehypotheceerd op de goederen van wijlen Jean Pasque van Lantin.
1588 :Voor het gezworen hof van de “Chambre” verkoopt het kapittel van Sint-Lambert aan Gilles Miche, zijn groot baljuw, 100 brabantse florijnen cijns op de erven van Lantin, Liers en Xhendremael...
1598 :Voor de schepenen van Luik verkopen Marie de Veve, weduwe van Gilles Miche, groot baljuw van de kathedraal, en haar kinderen aan Jean Damen a Mierlo, kannunnik van Sint-Lambert, een rente van 100 brabantse florijnen, in 1588 overgedragen door het kapittel van de kathedraal aan Gilles Miche en aangeduid te Lantin, Liers en Xhendremael.

Lantremange

1314 :Notariele akte bij de officiaal bevestigen dat “Johannes de Lonz, heer van Agimont en van Walehain” en zijn echtgenote Mathilde verkopen aan het kapitten van Sint-Barthelemy zes bunder, 12 grote roeden en 9 kleine roeden gelegen te Lantremange.
1331 :Het allodiaal hof laat weten dat de kinderen van Henri de Bovenistier in bezit gesteld zijnde van een grond te Lantremange deze afstaan aan Jean Hio, dewelke deze geeft aan de bénéficiers van de kerk Sint-Lambert.
1356 :De mayeur en de schepenen van Lantremange laten weten dat de weduwe van Jean Maton en haar tweede echtgenoot Thibaut de Langdris, ridder, geven aan de twee dochters van Jean Maton en aan hun echtgenoten het vruchtgebruik van enkele gronden, waarvan de eigendom is verlaten van de ene in het voordeel van de andere.
1371 :Het schepenhof van Lantremange laat weten dat Gilbar de Spausse meerdere gronden heeft overgedragen aan Henri de Boxhoul, die ze afstaat aan zijn zoon Guillaume.
1394 :Het hof van Lantremange sur Geer, op verzoek van Jehan de Meffe, kapelaan van Sint-Jan, verleent een acte vermeldend dat Jehan de Puchey, in uitvoering van een verkoop van twee vaten spelt rente hij als tegen voorwaarde meerdere stukken grond te Lantremange gegeven heeft (gezegde plaatsen: sur le comble de Bleret, derriere le cortil delle Motte, enla petite Champiotte).
1445 :Voor de maire en de schepenen van Lantremange oordelend volgens de luikse wet, wijzen Helwy, weduwe van Jean le Beal, heer van Hemricourt en van Lantremange, Guillaume le Beal, jonkheer en Jean de Saive, echtgenoot van Isabelle le Beal, zus van Guillaume, toe aan de “Aumone” van de kathedraal 8 vaten spelt op de gronden van de tiende van “Lute dites les Engiers”.
1460 :Het gezworen hof van de chambre geeft een oordeel ten gunste van de Aumone van de kathedraal van Luik, die eist van Godgaff de Looz, burger van Luik, 8 vaten spelt rente gehypotheceerd op “les engiers delle ville de Lantremengne”.
1700 :Voor het hof te Lantremange, oordelend volgens de wet van Aken, Leonard del Thour en de weduwe Pierre Lhoes verheffen van het kapittel Heilig Kruis, gronde gelegen in deze jurisdictie.

Lauw

1231 :H. proost, en het kapittel van het Heilig Kruis laten weten dat Wendelmonde en Béatrix van Tongeren, zusters, hun hebben gegeven vier bunder en vier roeden grond te Lauw.
1244 :Moeilijkheden ontstaan tussen de overleden Herman, voogd van Lauw en het kapittel Heilig Kruis dat hier bepaalde inkomsten bezat zoals de rechtspraak, de boetes, enz. Er volgt een akkoord dat wanneer het kapittel grond wilt kopen, ze de andere partij verwittigd, zodat deze laatste één derde kan kopen. Verder mag de voogd en zijn officieren geen lasten heffen op deze gronden.
1246 :Robert, bisschop van Luik geeft aan het kapittel Heilig Kruis zestig vaten spelt als rente te Vreren in ruil voor inkomsten, van de molen en de heerlijke rechten te Lauw. De bisschop geeft ook aan het kapittel vierendertig kapoenen te Vreren, plus elf marken en elf (sous) te ontvangen op de halle en de tolplaats van Huy, voor het verlies van de rechtspraak de boetes en de plaatsing van de molen van Lauw. Zijn niet inbegrepen bij deze overdracht aan de bisschop de landbouwgronden van het kapittel te Lauw, een hof gezegd Boverie en de (bubulcus) die er verblijft en de grond die dient voor de tapijten gegeven aan de kerk het Heilig Kruis en de grond die het kapittel in leven houdt van Ywan, koormeester en van de proost van het Heilig Kruis.
1246 :Het kapittel van de kerk Saint-Croix, laat het akkoord weten dat ze gesloten hebben met Robert, bisschop van Luik, betreffende de afstand van een deel van het grondgebied van het dorp Lauw tegen gronden gelegen te Vreren en renten op de hallen van Hoei.
1246 :Jean de Conteyo proost, Jean, deken, en gans het kapittel van Saint Lambert bevestigen dit akkoord betreffende de “villa” te Lauw.
1265 :Katherina, abdis van Robertmont, laat weten dat Gerardus de Verton, deken van Sint-Jan, heeft gegeven aan haar abdij 3.5 bunder grond te Aaz, 4 en 1/3 grond te Hermalle en 6 bunder grond tussen Lauw en Crisnée.
1269 :Het kapittel van Sint-Lambert staat af aan de religieuzen van Burtscheid, bij Aken, zijn tienden te Herstappe en Lauw.
1323 :Het kapittel van Heilig Kruis geeft in huur, voor hun leenhof, aan dame Maron, weduwe van Henri de Beures, een hof en aanhorigheden gelegen te Lauw, dichtbij de weg van Wouteringen naar Koninksem.
1333 :De Officiaal van Luik laat weten dat sire Jean, rector van de kerk van Lauw, heeft ontvangen in hypotheek van Heilig Kruis, vertegenwoordigd door meester Jean Hansanc, kannunnik, 10 roeden grond gelegen te Lauw, bij de gronden die deze rector voorheen ontvangen heeft van de monniken van Rutten, op de voorwaarde dat dat hij niet bouwtop deze 10 roeden, enkel bomen en wijnstokken.
1334 :Colard li Chier d’Otrange verkoopt aan de kerk heilig kruis tien vaten spelt renten op een half bondergrond behoren de tot het hof van de bischop van Luik te Lauw.
1345 :Pirons, gezegd Pirekins van Lauw, laat weten dat voor hem en z’n gezworen leenmannen, “lig rans Clouses delle Wege, demorant alle petit Wege”, heeft verkocht aan het kapittel van Heilig Kruis, vertegenwoordigd door de kapelaan Jean Copeis van Waremme, een gehypotheceerde rente op een weide gelegen “al petit Wege”, voor Anchulen linde etc.
1348 :De schepenen van Lauw laten te weten dat Jean Trenchans en Guillaume Buscars hebben verkocht aan het kapitel heilig kruis, vertegenwoordigd door Jean de Waremme, kapelaan, gronden gelegen op de plaats gezegd Adentap, ultre le cachie a chayne, al capt etc .
1362 :Het gezworen hof van Heilig Kruis laat weten dat de mambouren van de armen van Lauw, te weten sire Daniaus, priester, Jean Neve, zoon van dame Adilhe, en Renier Renechons, hebben verehft twee vaten gehypotheceerde spelt op 2 bunder grond gelegen te Lauw, de volgende “nattes poilhuwes”: 1° “une grande large natte qui stat devant le grand alteit, de le longheche de cheli”; 2° “le longe natte devant l’aulteit pour le dyake et le subdyake, qui s’estent delle large natte devant dit juxhes aus greis emmi le cuer”, 3° “trois petits pechos de nattes pour le presbiteir”, 4° “onk petit pechot de natte pour lire l’euwangele deleis le treishorre”, 5° “les formes deseurtrannes et desotrannes toutes plaines de nattes”; 6° “deusx nattes treverssames une devant l’aygle et l’autre devant le pulpitaine”, in de kerk Heilig Kruis.
1362 :Het allodiaal hof te Luik laat weten dat Maron, dochter van wijlen Colet Blondien de visser en van Maron Buchair, heeft verheft 22 roeden grond gelegen te Lauw, in de vrijheid Tongeren en omgeving, die ze hield van Jean Buchair de visser, z’n grootvader, echtgenoot van Maron de Freloux.
1365 :Het allodiaal hof te Luik laat weten dat Maron, dochter van wijlen Colete Blondien, de visser, en van dame Maron Buchair, heeft getransporteerd aan het kapittel Heilig Kruis, vertegenwoordigd door Denis van Othée en Jean Hoches, kannuniken van deze collegiale, 22 roeden grond gelegen te Lauw.
1369 :De maire en leenmannen van het lage hof van de bisschop van Luik te Lauw laten weten dat Jean, zoon van Jean Trenchans, en Guillaume Buscairs hebben getransporteerd aan het kapittel Heilig Kruis gronden gelegen te Lauw, op plaatsen gezegd Adentap, al tapt, deleis le sase et Gerairfosseit.
1369 :De maire en leenmannen van het lage hof van de bisschop van Luik te Lauw laten weten dat Jean Scadineaulz van Thys heeft getransporteert aan het kapittel Heilig Kruis een vat spelt rente gehypotheceerd op een grond gelegen op de weg van Thys naar Lauw, bij de gronden van Lambert de Fétines.
1406 :Guillaume Boileawe, kapelaan en rector van het altaar Saint-Jean–Evangeliste, te Sint-Lambert, laat weten dat voor zijn leenmannen, Lambert, zoon van wijlen Rawessin Trenchant, heeft verheft een grond gelegen te Lauw.
1427 :Voor het feodaal hof van Rasse de Gavre gezegd de Herimez, proost van Saint-Croix, Jean de Goerle, koopt, ten voordele van de kapelanij getsicht te Sint-Lambert door Arnold Buck, kannunnik te Luik, een rente gehypotheceerd te Lauw.
1527 :De schepenen van Luik manen deze van Tongeren aan recht tegeven aan de kannuniken van Saint-Materne, in het proces tegen Herman Stevens van Lauw, om hen in bezit te stellen van een grond gelegen te Lauw.
1647 :Gilles Germis, van Lauw, zuivert, uit handen van Nicolas Plenevaulx, ontvanger van Heilig Kruis, het beslag van een bunder gelegen te Crisnée.

Lexhy

1332 :Het kapittel van Sint-Lambert laat weten dat het heeft afgestaan aan Adolphe de la Marck, bisschop van Luik, de heerlijkheden Hannesche, Moxhe en Evegnée, in ruin voor de heerlijkheden van Lexhy, Goreux, Hombroux en een klein dorpje bij Alleur.
1362 :Maron, weduwe van Goffin Scorteit van Velroux, laat weten dat zij heeft “lanssagiet et donneit de tenir de my hiretablement a trechent si que lansaige”, voor haar leenmannen, aan Guillaume le Damoiseal, een huis, gelegen op de plaats gezegd alle Croihet, te Lexhy, en gronden die gespecifieerd zijn, voor een maille de cruycens.
1366 :Het hof van leenmannen van Jean de Rouveroy laat weten dat Jean Hanozeal van Roloux heeft overgedragen aan de kannunniken van de kerk Sint-Lambert een grond gelegen tussen Lexhy en Rouveroy.
1380 :Arnoul de Horne, bisschop van Luik en graaf van Loon, laat weten dat Henri de Guigoven, ridder, en zijn broer Arnoul hebben overgedragen aan Thomas de Jehay gronden gelegen tussen Lexhy en Velroux “en lieu c’on dist a Sawechial”.

Liers

1240 :Henri, abt van Saint-Laurent, Wery de Fontaines en Renier d’Oreye, ridders, scheidsrechters, doen uitspraak over een geschil tussen de abdij van Florennes en Jean, ridder, avoué van Liers, betreffende de tiende en gronden te Liers.
1264 :Guillaume, deken en het kapittel van de kerk Heilige Martin te Luik staan af in het belang van hun kerk, aan Nicolas gezegd le Veuf, burger van Hoei, 20 bunder te nemen in hun onbebouwde gronden op de plaats gezegd “de Malaise en de Longsart”, in het gebied van hun Cours de Liers.
1311 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat het klooster van Florennes heeft verkocht aan het kapittel van de kerk Sint-Lambert hun alleu die ze bezat te Liers
1338 :Het kapittel van de kerk Sint-Lambert geeft in leen aan Jean de Liers, jonker, het kasteel en domein van Liers, met gronden, renten, rechtspraak en voogdij van de rechtspraak (la justice dite de la Vieille cour).
1348 :Het kapittel van de kerk van Sint-Lambert stemt toe dat Jean, voogd van Liers, kan beschikken om zijn huis aan een mannelijke nakomeling te geven “sauf la haulteur, signorie et le droit de notre eglise”.
1350 :Een notariele akte laat weten dat Jean, voogd van Liers, ridder, heeft overgedragen aan zijn zoon, voor de feodale leenmannen van het kapittel van de kerk Sint-Lambert, het fort van Liers, behalve het vruchtgebrruik voor hem en zijn vrouw.
1353 :Het Allodiaal hof van Luik laat weten dat Maroie weduwe van Libert de Horion, transporteert aan Gilles de Rocour, “cangiers” van Luik, een grond gelegen tussen Liers en Anixhe, op de weg die gaat van Fexhe naar Luik, tussen de gronden van Jean d’Oborne, ridder, en deze van de erfgenamen van Jean Bonan de Preit.
1360 :Jean Pangnecheal draagt over aan het kapittel van Sint-Lambert, voor de viering van het jaargetijde van Jean Camfechire, een grond gelegen te Liers.
1361 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Gilles de Rocour, wisselaar te Luik, heeft getransporteerd aan het kapittel Heilig Kruis, vertegenwoordigt door kanunnik Jean de Sebres, een grond gelegen tussen Liers en Inixhe, eertijds verworven van Maroie, weduwe van Libert de Horion.
1372 :Voor het allodiaal hof van Luik verkoopt Ide de Crisnée, weduwe van ridder Guillaume de Rouveroy, voogdes van haar minderjarige zoon, aan Humbert Corbeau de Hognoul, jonker, 25 vaten spelt rente gehypotheceerd op goederen van het kapittel Sint-Lmabert te Liers.
1373 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Guillaume de Coir, ridder, handelt voor het kapittel van de kerk Sint-Lambert, om bepaalde gehypotheceerde renten op gronden te Liers en Fize-le-Marsal terug te nemen.
1373 :Bertrand de Liers, ridder, en zijn zoon, geven in landdurende pacht, aan Lambert Rousseau, schepen van Luik, een goed gelegen te Liers (le court, maison, jardien et assieze qui fut jadit Biertrain de Liers, jonker et terroir c’on dist en Bailhieu etc).
1376 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Jean de Coir, schepen, van z’n moeder ontvangen hebbende een rentebetreffende goederen te Liers, deze voegt bij een andere rente afhangende van het hof van Fize, en ruilt met Lambert Rousseau, ook schepen van Luik, tegen 15 vaten spelt rente gehypotheceerd op een wijngaard gelegen Hors – Chateau.
1386 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Guillaume de Rouveroy, jonker, heeft overgedragen aan het kapittel van de kerk Sint-Lambert 2 vaten spelt bezwaard op gronden gelegen tussen Liers en Rocour.
1388 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Lambert Rousseau, Jean, zijn zoon en Jean de Brahier, zijn bloedverwant, overdragen aan het kapittel van de kerk Sint-Lambert gronden gelegen tussen Liers en Rocourt.
1390 :Eustache Frankhomme, Hombert, kannunnik van de collegiale Heilige Martin en Gilles Coirbeaul, kannunnik van de kerk St Croix, kinderen van Hombier Coirbeaul de Hollogne, schepen vanLuik, verheffen een rente van 13 vaten spelt rente. Deze rente zijn bezwaard op goederen gelegen te Liers.
1392 :Voor het allodiaal hof van Luik, Baudouin, zoon van Humbert Corbeal de Hognoul, schepen van Luik, staat af aan Jean de Froymont een rente van 4 vaten op de tiende van Liers en een grond gelegen te Hognoul.
1393 :Voor het allodiaal hof van Luik, Gilles Corbeal de Hognoul, kannunnik van Saint-Croix, staat af aan het kapittel van Sint-Lambert, een rente gelegen op gronden te Liers.
1393 :Het gezworen hof van de kathedraal, gezegd delle Chambre, laat weten dat Jean Gylos d’Anyche, wegens het testament van wijlen zijn oom Thybaud d’Anyche, een grond verheft gelegen te Liers, op de plaats gezegd “alle Luaxhe” en draagt het over aan Gerard Damme Geele de Voroux.
1395 :De maire en de schepenen van Vorous-lez-Liers laten weten dat Franckot, zoon van Renson de Preit, l’entailleur de draps, heeft overgedragen aan Gerard, zijn zoon, het vruchtgebruik die hij had op de helft van 3 morgen grond gelegen tussen Liers en Milmort, renende aan Mathias de Laiwiche, Lambert de Brouc, van Haccourt, Jean de Liers, deken van Sainte-Croix, Jean Chaboy, Jean voogd van Liers etc..
1405 :Voor het allodiaal hof van Luik, Jean Rosseal en Thiri Clos, zijn schoonbroer, alle twee schepenen van Luik, dragen over aan Guillaume de Bubais van Jupille, verblijvende te Liers, een grond gelegen tussen Liers en Hareng, renende aan Gilles, heer van Andrimont, voogd van Liers.
1407 :Voor het gezworen hof van de Kathedraal, te Liers, “dite la Viescour”, Thiri Thiroulle van Vottem draagt over aan Jean des Fraisnes een grond gelegen te Liers.
1410 :Voor het gezworen hof gezegd “le vies court à Liers”, verheft Libert, heer van Odeur, jonker, bij vererving van zijn vader wijlen Libert d’Odeur, ridder en schepen van Luik, een grond “en lieu condist Chauchimont” en draagt het over aan “Rawesien Wilheame de Villeir”.
1411 :De schepenen van Milmort, laten meten, op verzoek van Thiry Clouz, schepen van Luik, een grond dat deze heeft verkocht aan Guillaume de Bubais en die gelegen is tussen Liers en Hareng. (2 bunder en 23 kleine roeden)
1422 :Guillaume Surlet, verblijvende in de straat “Cchoudelistrée as treystez en ylhe”, laat weten dat, voor zijn leenmannen, Guillaume de Bubais heeft verheft een grond gelegen te Liers.
1429 :Voor het hof van Voroux-lez-Rocour, Guillaume Surlet, verblijvende in Chodelistrée, draagt over aan de “Aumone” van de cathedraal goederen gelegen te Liers en Voroux.
1439 :Voor de maire en de schepenen van het kapittel van Sint-Lambert te Liers, dragen Simon, Jean, Piron, Gilles en Phelipekin, zonen van wijlen Philippart de Voroux, een bunder grond over aan de begunstigden van de kathedraal.
1439 :Simon en Phelipekin, zonen van Philipart de Liers, laten weten dat gezegde Phelipekin heeft verkocht aan de begunstigden van Sint-Lambert 3 vaten rente spelt die gehypothekeerd zijn op een bunder grond gelegen te Liers.
1441 :Simon, zoon van Philipart de Liers, Jacques de Fraisne en Jean Piron nemen de tienden en gronden die het kapittel van Sint-Lambert bezit te Liers.
1448 :Simon, zoon van Philipart de Liers, en Gilles, zijn broer, terugnemers van de tienden en gronden van Liers, rekenplichtig aan het kapittel voor meerdere jaren cijns, zetten Bertrand des Bressinez gezegd de Vottem en Louis le Béchu zich garant voor het terugbetalen van deze sommen door de terugnemers.
1448 :Opmeting van de gronden van Liers, gedaan op vraag van het hof gezegd Saint-Jean de Florennes.
1448 :De schepenen van het hof dat Conrard de Bubais, heer van Vierset en Andrimont, voogd van Liers en van Hoei, burgemeester van de stad Luik, bezit te Liers, komen tussen bij de opmeting van de gronden van het kapittel van Sint-Lambert in deze heerlijkheid. Maire: Jean Thonard van Bierset.
1452 :Akte van de schepenen van Liers betreffende de plaats waar de betogen voor het hof gehouden wordt en een bestaande put kortbij het kerkhof.
1460 :Voor het allodiaal hof van Luik, draagt Jean Scrupkin van Liers, over aan Jean Digma, priester, kannunnik van Saint-Materne, een grond gelegen tussen Liers en Hareng.
1460 :Voor het allodiaal hof van Luik, draagt Jean Scrupkin van Liers, echtgenoot van Adèle de Bombaye, over aan Jean Digma, priester, kannunnik van Saint-Materne, een grond gelegen tussen Liers en Hareng.
1471 :Voor de deken en de feodale mannen van de kathedraal Sint-Lambert, Conrard de Bombaye, zoon van wijlen Gilles de Bombaye, heer van Vierset, voogd van Liers en van Hoei en kleinzoon van Conrard de Liers, draagt over aan Georges Duret, raadgever van de hertog van Bourgogne “en mayeur van son Isle leis Liège”, het hof, huis, motte en versterking van Liers, de gronde, brouwerij etc.., de rechtspraak van Liers “condist delle viez court” en de voogdij op de heerlijkheid dat het kapittel van de kathedraal bezit te Liers en men noemt “le justice sains Johan” een grond gelegen tussen Liers en Hareng.
1505 :Voor de maire en de schepenen van Vottem “hors franchise” en de gezworen leenmannen van Vingnis gezegd de Pissamollin “dedans franchise” verheft het kerkfabriek van Sint-Lambert, vertegenwoordigd door Noël des Trois Dis, priester, een grond gelegen op de plaats gezegd “Martinvaul”, tussen Liers en Vottem.
1505 :Voor het gezworen hof van de Chambre, verheft Jean des Bressines, vertegenwoordigend Jean Collin en de erfgenamen Morea de Vottem, van de kerkfabriek van Sint-Lambert een grond gelegen te Martinvaul, tussen Liers en Vottem.
1520 :Voor de maire en de schepenen van het hof van de voogd van Liers verkoopt Jamin de Fraisne aan Guillaume Dorne, kannunnik van Saint-Materne, een vat spelt rente op een huis gelegen te Liers.
1571 :Voor het gezworen hof van de Chambre verheft Piron Le Febvre van Voroux een grond gelegen te Liers.
1617 :Voor de maire en de schepenen van Liers, genoemd la Vieille Cour, geeft Jean de Merlemont, heer van gezegde Liers, Voroux, Corthys etc in leen aan Collard, zoon van Jacquemin d’Othée, gronden gelegen op de plaats gezegd Baulcoul.
1686 :Notariële akte waarbij dom Barthelemi-Reginald delle Brouck, procureur bij de Chartreuzen te Luik, verkoopt aan Jacques Mottar, pastoor van Villers-Saint-Simeon, en consoorten, een stuk grond gelegen tussen Liers en Villers.
1760 :Voor de schepenen van het oude hof van Liers en voor deze van het hof van Saint-Jean de Florenne gezegd van Sint-Lambert te Liers, neemt het kapittel van Sint-Lambert bezit van de heerklijkheid van Liers hun gelegateerd door wijlen Louise-Catherine Francxen.

Limont

1323 :De mayeur en de schepenen van Limont laten weten dat de weduwe van Ouri de Crottes en zijn zoon hebben verkocht aan “renteis” van de kerk van Sint-Lambert een grond gelegen tussen Limont en Remicourt (asseis pres de Hodebonas..).
1339 :De maieurvan het censaal hof van de kathedraal van Luik te Donckier: “Franckars zoon van Lambrekin de Doncheir maire van het hof van de grote kerk van Luik in het dorp Donckier verklaart dat Gonteles de Bovenistier en Wilheaume dis Willekins de Limont, testamentair uitvoerders van Gerar de Lymont, jonkheer, overdragen aan het kapittel van Sint-Barthelemy een eigendom van 16 grote roeden grond gelegen tussen Limont en Geneffe.
1340 :De mayeurs en de schepenen van Limont en Remicourt bepalen per akte de grenzen van de domeinen van Limont en Remicourt om een einde te stellen aan de geschillen tussen Jean, heer van Agimont en Remicourt en de kapittels van Saint-Lambert, Saint-Martin en Sint-Barthelemy.
1352 :Jean de Leewis, deken van Saint-Jean-l’Evangeliste te Luik, gekozen als scheidsrechter in het geschil tussen Gerard de Streel, abt van ket klooster van Saint-Jacques te Luik en het kapittel van Sint-Barthelemy betreffende de taks op een stuk van 8 bunder ebn half en 7 en half grote roeden gelegen tussen Limont en Geneffe velt zijn vonnis: Aan de abdij van Saint-Jacques wordt toegewezen de taks op 5 bunder en 9 grote roeden aan de kant van Limont, aan het kapittel de rest.
1367 :De maire en de schepenen van het hof van het hospitaal Saint-Jean van Jeruzalem te Haneffe laten weten dat Clousse delle Chivre heeft overgedragen aan Jean Blan moyne, mangon van Luikn 22 grote roeden gelegen tussen Limont en Jeneffe, op de plaats gezegd Derriere le bois az saaz Goffineaz, renende aan een grond van het altaar Saint-Jacques in de kerk van Jeneffe en aan een ander van het klooster van Paix-Dieu, voor 7 denier cijns per bunder.
1414 :Voor de maire en de schepenen van de collegiale Saint-Barthelemeus, te Limont, dragen Maroie, weduwe van Eustache de Crisnée, en Guillaume, haar zoon, over aan de kapelanen van Saint-Pierre een grond gelegen te Limont.
1425 :Het hof van leenmannen van Sint-Jan laat weten dat Henry Jamaer, zoon van wijlen le grand Jamaer, van Jeneffe, heeft verheft van het altaar Sainte-Catherine gelegen “el revestiare van Sint-Jan” twee stukken grond te Limont (plaatsen Firchoufosse, in Hodebovaux en hij heeft getransporteert aan GyleLhoest van Hemricourt, een grond gelegen te Limont.
1435 :Voor het gezworen hof van de begunstigden van Sint-Lambert, draagt Jean, zoon van Guillaume Colette van Hemricourt over aan Guillaume de Hemricourt.
1435 :Voor de maire en de schepenen van het kapittel Sint-Lambert te Limont, Jean Hurier, priester, pastoor te Limont, verheft, in naam van de begunstigden van de cathedraal, een bunder grond gelegen op de plaats gezegd “Hodebovauz”.
1440 :Voor de leenmannen van het gezworen hof van de goederen behorend tot de kerk van Jeneffe, verheffen de begunstigden van Sint-Lambert gronden gelegen “en fons de Limont”.
1443 :Renier van Limont, Henri en Robert, zijn twee zonen transporteerden een huis en gronden gelegen te Limont.
1447 :Akte van de maire en de schepenen welke de deken en het kapittel van Sint-Martin, te Luik, hebben te Limont, naar voor gebracht op vraag van Jean Rigelle, luitenant van Jean gezegd le Cockin, souverein mayeur te Limont, betreffende rechten op gronden “terciales” (1/3 vn de opbrengst moest worden afgestaan aan de heer van die gronden).
1450:Akte van het hof van de collegiale Sint-Martin, zetelend te Limont, betreffende de verheffing van een aantal gronden die gelegen zijn onder Limont.
1451 :Afkeuring van de schepenen van Luik aan het hof van Saint-Barthelemeus te Limont, betreffende een stuk grond opgeëist door Jean de Chinstrée, echtgenoot van Ozile, dochter van Eustache de Crisnée en door het kerkfabriek van Sint-Lambert.
1453 :Het kapittel van Sint-Barthelemy bevestigt zijn grote tienden van Limont voor zes jaar tegen een pacht van 238 vaten spelt aan Henri Deltour van Limont.
1453 :Waltier, zoon van Hannosseal de Burdinne, verblijvende te Limont, verklaart voor Arnult d’Orey, luitenant en maire van het feodaal hof van Guillaume van Rummen, ridder, heer van Oreye en Rosée: 1° te moeten aan het kapittel van Sint-Martin te Luik, 185 griffoenen en 12 boddreaz, 1 griffoen wordt geschat op 10 livres en 10 sous, 1 boddreaz wordt geschat op 10 sous en 10 denieren. 2° In pacht te hebben genomen van dit kapittel de tienden en de gronden behorende tot dit kapittel in het dorp Limont en die geëxploteerd worden door Gerard Buttoir.
1470 :Voor de maire en de schepenen van de collegiale Saint-Barthelemeus te Limont, verheffen Jean Linard, kannunnik van Saint-Materne, “doyneal” van de begunstigden van de kathedraal, en Martin Giele, hun hoofd-boekhouder, gronden gelegen te Limont, waarop ze 40 vaten rente hebben, voor de lis te celebreren gesticht door meester Walter de Beaurieux, kannunnik van Sint-Lambert.
1498 :Voor de leenmannen van Jean de Villers, heer van Montquintin, van Geneffe, van Aaz en van Hermée, verheft het kapittel van Sint-Lambert een rente van 20 vaten spelt gehypotheceerd te Xhendremael.
1560 :De schepenen van Luik laten weten dat Nicolas Counar heeft verkocht aan het kapittel van Sint-Jan, voor het jaargetijde van Everard de Zitter, kannunnik van Sint-Jan, 2 vaten spelt rente, een op het huis van Jehan le Charlier, te Limont, het andere op een huis te Bovenistier, kortbij de kerk.
1566 :De schepenen van Luik laten weten dat Nicolas Counar heeft bevestigd ten voordele van het kapittel van Sint-Jan, die het zal gebruiken voor het jaargetijde van wijlen kannunnik Louis de Waeze, een rente van 2 vaten spelt op z’n goederen: huis te Limont, gronden op dezelfde plaats (en lieux dits Roberfosse, voie de Stier, en la campagne de Geneffe, en la campagne alle Croisette, en Rouchis) en gronden te Haneffe.
1708 :Voor notaris Jacques Tielens, Dieudonné Donnay, procureur bij het hof te Luik, zuivert beslag aan van het kapittel Heilig Kruis, op goederen van Baudouin Braibant, gelegen in de velden van Limont en Bovenistier.

Lincent

1373 :De schepenen van de collegiale Saint-Bartheleus te Lincent verklaren dat Jean Jamin heeft getransporteerd aan Jean van Houtain, bourgeois van Luik, gronden gelegen te Lincent, op volgende plaatsen: al voie davrenay, al voie de Mares, a brouc, a forches, sour le molineal.
1375 :De maire en schepenen van het hof van de collegiale kerk van Saint-Bartholomeus, te Lincent laten weten dat Jean de Houtain, burger van Luik, heeft getransporteerd aan kapittel Heilig Kruis, vertegenwoordigt door sire Mathias de Lewis, kannunik van deze kerk, gronden gelegen op het territorium van Lincent, “alle voie d’Avrenay”.
1381 :Opmeting van het domein van het kapittel van Sint-Barthelemy te Lincent. De allodiale gronden bevatten 64 bunder, 16 grote roeden en 17 kleine roeden, gemeten met de maat van Lincent.

Lixhe

1324 :De Officiaal van Luik laat weten dat Simon, zoon van Walter de Lixhe, heeft verkocht aan Nicolas, kapelaan van Heilig Kruis, een rente gehypotheceerd op een woning te Lixhe.
1340 :Maghine, Catherine en Yde, dochters van wijlen Jean Gilleman, geven in leen aan Guillaume Bottin, hun “seroige”, lakenhandelaar te Luik, de ¾ van de gronden gelegen te Lixhe. Leenmanne: Jean Collet de leerlooier en Ywen le tondeur.
1340 :Yde Gillemande, begijn van Hors-Chateau, geeft in leen aan Guillaume Bottin, lakenhandelaar te Luik, een kwart van de gronden te Lixhe, waarvan de dochters van wijlen Jean Gilleman, haar broer, ¾ houden.
1341 :Voor de hoven van de collegiale Saint-Paul en van de abdij van Saint-Laurent, te Lixhe, staan Yde Gillemande, begijn, Guillaume Bottin, lakenhandelaar, Yde, Maghien en Catherine, dochters van wijlen Jean Gilleman, begijnen, verblijvend Hors-Chateau, af aan Jean de Lardier, ridder, schepen te Luik, gronden gelegen te Lixhe.
1404 :Jean gezegd Forgon, door erfopvolging van Jean Doye, van Lixhe, zijn vader, verheft 22 grote roeden gelegen te Lixhe, op de plaats sour les Plains, entre Lhoen en Lixhe.
1425 :Voor het gezworen hof van de collegiale SaintPaul, Jean Bofiz, rector van het altaar Saint-Jean-Baptiste in de cathedraal, draagt over aan Henri de Waroux, kapelaan, vertegenwoordigend het broederschap van het oud kapittel, een rente gehypotheceerd te Lixhe.
1452 :Elisabeth de Darandale, weduwe van Fastré Baré Surlet, jonkheer, heer van Langdris en eertijds burgemeester van Luik, en haar kinderen teweten: Jean en Roland Surlet, kannunniken van Sint-Lambert, de eerste provoost van Tongeren, Guillaume en Henri Surlet geven aan Jean Jaspart, zoon van wijlen Jean Schelart, wonende te Lixhe, goederen gelegen te Lixhe etc.
1452 :Voor de schepenen van Luik, dragen Elisabeth de Darendale, weduwe van Fastré Baré Surlet, heer van Langdris, en haar zonen Fastré, Roland, Guillaume en Henri over aan Jean Surlet, kannunnik van Sint-Lambert, haar zoon en broer goederen gelegen te Lixhe, Hallembaye en Nivelle etc.. Jean Surlet op zijn beurt doet afstand ervan aan het kapittel van Sint-Lambert.
1458 :Voor het gezworen hof van de begunstigden van de kathedraal, verheft Gérard de Waremme gezegd delle Cope d’or, burger van Luik, vertegenwoordigend sire Jean Bealfis, kannunnik van Sint-Lambert, van de broederschap Saint-Luc, te Sint-Lambert, meerdere gronden gelegen te Lixhe en Loen lez-Visé.
1497 :Voor het gezworen hof van de goederen behorende tot de begunstigden van Sint-Lambert, verheft Jean delle Rue, le drapier, vertegenwoordigend wijlen Gerard de Waremme gezegd “delle Cop d’Or”, van het broederschap Saint-Luc in de cathedraal, goederen gelegen tussen Lixhe en Visé.
1552 :De schepenen van Luik laten weten dat Johan Malcoir, van Fooz, heeft gegeven, ten voordele van het kapittel van Sint-Jan, 6 vaten spelt rente en heeft een hypotheek gesteld op al z’n goederen, onder andere op de renten die hem verschuldigd zijn te Lixhe en Eben.

Loncin

1268 :Guillaume, deken en het kapittel van Heilige Martin, te Luik, staan af aan Jean gezegd Hanart de Loncin 2 bunder vruchtbare grond af in de jurisdictie van Loncin, op voorwaarde dat Conrard, mayeur van het hof van deze plaats, die houdt en bezit deze grond, deze ook blijft bezitten gedurende zijn leven.
1348 :De abdij Val-Benoit staat toe aan Jean Toreas van Loncin, de gronden gehouden eertijds door zijn vader, voor een huur van 12 jaar.
1422 :Voor het gezworen hof van de kerk Saint-Barthelemeus, Henri de Herve, vertegenwoordigend het rekenhof van de jaargetijden van de cathedraal, verheft gronden gelegen tussen Loncin en Hollogne-aux-Pierres.
1508 :Voor de maire en de schepene van Hollogne-aux-Pierres, oordelend volgens “loySaint-Cornet d’Ente”, verkoopt Jean Cornet, verblijvende te Loncin, aan Walter Groetbode en aan Jacques de Morialmé, kannunniken van Saint-Materne, handelend voor de stichting van wijlen meester Jacques Esternelle, kannunnik van Sint-Lmabert, tegen een prijs van 13 postulants, een rente van 3 vaten spelt gehypotheceerd op een huis gelegen te Loncin gezegd “lep reit alle Trappe”.

Longchamps

1350 :De schepenen van Waremme laten weten dat sire Henri Copeit de Waremme, kannunnik, en Jean, z’n broer, kapelaan van Heilig Kruis, vertegenwoordigd door hun hof van leenmannen, hebben gegeven “e lansaige”, aan Ernus gezegd Vroemme en aan Cloes, z’n broer, zoon van wijlen Ernu mambour de Longchamps, een watermolen gelegen te Longchamps op de Jeker, tussen de molen van de bisschop van Luik en de molen van Jean zoon van Wotule de Longchamps, met z’n aanhorigheden, 55 roeden grond gelegen te Hollogne-sur-Geer, en 15 roden gelegen te Walcken of Walebrouck, komende van het hof Saint-Quentin te Petit-Axhe.
1455 :Voor het gezworen hof van de “Chambre”, draagt Henri, zoon van Jean verjus van Waremme, over aan Heyne Tielman, de bakker, verblijvende te Waremme, een weide en gronden te Longchamps lez-Waremme.

Mal

1365 :Het hof van leenmannen dat Guillaume de Grimertange bezit te Mal en Sluizen laat weten dat de testamentaire uitvoerders van kannunnik Albert de Lintres hebben overgedragen gronden en renten aan het kapittel van Sint-Lambert.
1422 :Voor het allodiaal hof van Luik, Guillaume d’Autien, oud-burgemaaster van Luik, en Johannes de Olmen, klerk, testamentaire uitvoerders van wijlen Gilles Frérar, kannunnik van Sint-Lambert, staan af aan het kapittel cathedraal, voor het jaargetijde van de overledene, gronden gelegen te Sluizen en te Mal, gekocht van Gilkar van Wihogne en komende van Henri de Bastogne, kasteelheer van Durbuy.
1524 :Voor de schepenen van Luik wijst Guillaume de Floyon, kannunnik van Sint-Lambert, toe aan Marguerite de Vinalmont, weduwe van Jean de Braibant van Limont, een rente van 12 vaten spelt, gehypotheceerd op andere renten te betalen door Governar de Hollogne-sur Geer en op goederen gelegen te Mal en te Verlaine.
1534 :Jan Symons van Sluizen verkoopt aan Hubert Smeisters een rente gehypotheceerd op een huis en gronden te Mal.
1586 :het hof van de abdij van Saint-Jacques te Luik bevestigt dat het kapittel van het Heilig Kruis een verheffing doet van 8 muid spelt gehypothekeerd te Mal.
1621 :Het feodaal hof van Repen laat weten dat de kapelanen hebben verheft een rente van 6 vaten spelt, gehypotheceerd op een huis en aanhorigheden dichtbij de pastorij van Mall.
1718 :Voor notaris Libert, draagt het kapittel van Heilig Kruis aan Lambert Lambrecht, Peter Henkars en consoorten z’n rechten om beslag te zuiveren op goederen gelegen te Mall.

Marlinnlez-Roclenge (Mechelen-Bovelingen)

1355 :Het hof Saint-Pierre laat weten dat Jean de Jodongne, verblijvende te Lantremange, heeft getransporteerd aan Herman, zoon van wijlen Scoenman de Marlinne (Mechelen), een grond gelegen te Mechelen bij Rukkelingen, opde plaats gezegd “alle wolden deleis le brucke”.
1356 :De Maire en de Masuiers van het hof Saint-Pierre laten weten dat Herman, zoon van Wijlen Scoenman van Mechelen, heeft getransporteerd aan het Kapitel Heilig Kruis, vertegenwoordigd door de kanunnik Henri Copeis, van een grond gelegen te Mechelen “par deleis Rokelenges”.
1355 :De abdij Val-Benoit geeft Jean, zoon van Eman, een hof en aanhorigheden te Mechelen tegen 9 setiers spelt erfelijke rente.
1356 :Voor het gezworen hof van de collégiale Heilig Kruis, het Kapitel van deze kerk geeft in huur aan Herman, de zoon van Wijlen Jean Scoenman van Mechelen, verschillende stukken allodialen grond gelegen tussen Bouckhout en Hédincourt, de een “asseis près delle villhe condist Kolken, deleis le terres monsaingneur Henri de Bokehout”, een andere “sour le montagne de Hedincourt”, een ander te Mechelen dichtbij Rukkelingen.
1373 :De abdij van Val-Benoit geeft aan Mathieu Robin de Marlinne gronden tegen erfelijke cijns.

Melveren

1497 :Legaat van jonkvrouw Jeanne de Mierle van een bunder gelegen te Melveren (Merwel).

Membruggen

1258 :Het kapittel van Tongeren laat weten dat een kannunnik van Heilige Jan, te Luik, Henri, hun gegeven hebben een rente van 1 en half vat spelt geconstitueerd in z’n voordeel door Willem Vrint op een grond gelegen te Membruggen.
1387 :Arnoul, bisschop van Luik, laat weten dat voor zijn feodaal hof, Jean le Beaul, ridder, en Gilbert de Gossoncourt (Gutshoven) jonker, alsook Jean de Seraing, bloedverwant van gezegde Gilbert, hebben erkend ontvangen te hebben van Jean de Bernalmont, ridder, maire en schepen van Luik, de prijs van een grond gelegen te Membruggen en te Spouwen.
1413 :Jean de Bavière, élu van Luik, staat toe aan de inwoners van Joncs (van den Byessen), van Membruggen en Rijckhoven om 2 bunder gemeentegrond te bewerken voor een termijn van 20 jaar.

Mettekoven

1417 :Voor het allodiaal hof van Loon, Collaert van Beertsheere verkoopt aan Christian Leonys van Vechmaal, een rente gehypotheceerd te Mettekoven.

Mheer

1316 :De officiaal van Luik laat weten dat Jean Hanekin heeft verklaard voor de notaris dat hij houdt van de weldoeners van de kerk Sint-Lambert een huis gelegen te Mheer.
1336 :Henri, abt van Saint-Jacques, verklaart dat Warnier, broer van de deken van Heilig Kruis Philippe le Brun, hem aangeduid heeft, op overige goederen gelegen te Bassenge en elders, de cijnsen en rente eerder gehypotheceerd op een huis gelegen te Mhee, op de kant van Wonck.
1354 :Johans li Ardenois, kannunnik van Sint-Jan, laat weten dat, voor z’n leenmannen, hij heeft gegeven aan Libiers Botton, zoon van wijlen le grand Libiers de Mont, en aan Maroie, z’n vrouw, tegen een jaarlijkse som van 3 vaten spelt een huis,tuin en aanhorigheden te Fexhe (Fehele Frairoise), enven zo 12 roeden grond, gelegen te Mheer, op de plaats gezegd “ale Haoule”.
1355 :Het gezworen hof van de abdij van Saint-Jacques gezegd Quentin, voogd van meester Philipe, deken van Heilig Kruis, heeft getransporteerd aan Jean de Facompier, kapelaan van gezegde deken,voor het kapittel van Heilig Kruis, een woning te Mheer, boven Roclenge.
1440 :Voor het gezworen hof van de “Chambre”, Verheffen Béatrix, dochter van wijlen Claus Gielis van Boleer, en Sibille, haar zus, goederen gelegen te Mheer en te Bolre (Boleer).
1448 :De maire en de gezworen leenmannen van het hof dat messire Arnoul de Reepen, verblijvende te Tongeren, bezit te Mal, laten weten dat Hoene van Mheer heeft verkocht aan Jean de Bleret, ontvanger van het kapittel van Sint-Pieter, te Luik, een rente van twee vaten spelt betrokken op een bunder grond gelegen tussen Aelst en Mheer, renende aan de gronden van Saint-Jean en Ile, te Luik, aan Bodson Tarten, aan Arnoul Buexken gezegd Bronsons, aan Paul van Aelst gezegd van den Weyer.
1557 :De schepenen van Luik laten weten dat Cloes Boux, van Meer, heeft verheft van de kapelanen van Sint-Jan een hof gezegd ’t Perdthof, te Meer, tegen 2 vaten spelt rente aan hen te betalen.
1560 :De schepenen van Luik laten weten dat de voogden van de kerk van Saint-Adalbert, te Luik, hebben gegeven om te houden van Arnult Pasque, van Houtain-Saint-Simeon, tegen 8 vaten spelt rente, gronden gelegen te Meer, op de weg van Onche, in Crelo, op de weg van Liers naar Luik en die ze in beslag genomen hebben van Johan Pasque, de jonge, van Onche, wegens niet betalen van 8 vaten spelt rente.

Middelheers

1281 :Fastré de Liwes draagt over voor het allodiaal hof van Luik aan Jean Harleiz de eigendom van een bunder en half allodiale grond, gelegen tussen Middelheer en Opheers kortbij de weg gezegd Biginteh.

Mielen-boven-Aelst

1140 :Alberon, bisschop van Luik, laat weten dat Monasses de Hierges, edelman, heeft verkocht aan de abdij van Brogne de aleeux van Mielen-boven-Aelst en Muizen-bij-Sint-Truiden.

Millen

1221 :Hugues de Pierrepont, bisschop van Luik, bevestigt de afstand die de edele mens, Daniel de Fouron, heeft gedaan aan de kerk Heilige Martin, te Luik, van het tienderecht dat hij bezat te Millen.
1284 :Het officiaal van Luik laat weten dat Cathérine, vrouw van Hanet de Streeles, schildknaap, de verkoop bevestigt van haar man aan het kapittel Heilig Kruis, van acht bunder grond te Millen en te Elst.
1294 :Rembals, heer van Linter, verklaart te geven aan Walthier, zijn neef, heer en avoué van Weilz, zijn gronden te Millen.
1307 :Brieven van de officiaal van Luik laten weten dat, voor Henri gezegd van St Croix, klerk en notaris van het hof Van Luik, dat hij opgeroepen heeft naar Millen te komen Stallins, zoon van wijlen Guillaume de Millen, ridder, Guillaume en Jean, zonen van wijlen Lambert de Millen, ridder, Juette, zus van Guillaume en Jean, en weduwe van Proust van Millen, hebben erkend in huur te hebben genomen voor 6 jaar van het kapittel van Heilige Martin, de grote en kleine tienden van Millen en Oreye, niet ibegerepen het begevingsrecht van de kerk van Millen.
1315 :Brieven van het allodiaal hof van Luik laten weten dat Watiers, heer van Weils, ridder, heeft afgestaan aan Gilon Becherons, bankier en burger van Luik, al de allodiale gronden die hij bezat te Millen en omstreken.
1318 :De schepenen van het hof van Biezen, van de Teutoonse orde, in het diocess van Luik, laten weten dat Beatrix de Saint-Johanstrée te Luik, begijn, heeft gegeven als aalmoes aan Cathelin, dochter van Jean le Cheron, burger te Luik, z’n dienstmaid en nicht, een grond gelegen op de weg van Tongeren, in het territorium te Millen.
1320 :Brieven van Adolphe de la Marck, bisschop van Luik, laten weten dat voor hem en zijn leenmannen, Jean Marteaux van Miremort heeft verheft tegen 3 marc en 5 sous, 8 kapoenen en 75 eieren rente, een deel van het begevingsrecht van de kerk van Millen en het 21e deel van de tienden van deze plaats, welke voor de rest toebehoort aan het kapittel van Heilige Martin.
1322 :Brieven van Guillaume de Millen, zoon van wijlen Lambert de Millen, ridder, heer van de helft van de bunders hierna vermeld en mayeur van het hof dat de kerk Heilige Martin heeft te Millen, bijgestaan door de schepenenvan hetzelfde hof: Jean de Koudekerke, Godefroid Cleine, Herman Pointre, Nicolas Braxator, Bauduin, zoon van Bandul, Jean Hane en Henri, zoon van Jean Mors, waar hij stelt dat Mathieu gezegd de Millen, lakenhandelaar, heeft erkent verworven te hebben van het kapittel Heilige Martin, in eeuwige huur, een huis met hof, gelegen tussen het huis van wijlen Guillaume de Busco en dit van Rnier de Millen tegen een rente jaarlijks van 24 sous. Mathieu hypotheceert een half bunder vruchtbare grond te Millen, kortbij de weg genoemd “de Elest”, tussen de grond van Godefroid le petit en deze van Walthere Fabry.
1331 :Louis, graaf van Loon en Chiny, voogd van Luik en Tongeren, en de meesters, schepenen en raadgevers van de stad Luik en Tongeren, laten weten dat de vrede beklonken tussen hen betreffende de verwoestingen begaan door deze van Luik en Tongeren op gronden van het graafschap gedurende de oorlog die ze hadden tegen de bisschop van Luik Adolphe de la Marck, te zeggen te Millen en het kasteel van Heers etc..
1356 :Overeenkomst gedaan tussen het kapitel Heilig Kruis en Jeanne Cheron, begijn, in het licht van dewelke Jeanne staat af aan het kapittel een grond gelegen te Millen en Elst en komende van het hof van de heren van Alden-Biezen in deze plaats.
1357 :Thierry, graaf van Loon en Chiny, heer van Heinsbergh en van Blankenbergen, laat weten dat voor hem en z’n leenmannen, Jean de Munchove, zoon van Eustache Franchon de Hollogne goederen van Ardenne gelegen te Millen, en verder over gedragen in eigendom aan Wilhaumes Proest.
1365 :Brieven van Jean d’Arckel, bisschop van Luik, laten weten dat, in zijn palais, voor het feodaal hof dat er zetelt, Henri Marteeaz, heer van Neuville, heeft afgestaan alle goederen die hij in leen had van de bisschop onder de jurisdictie Millen aan Wilheaume Proest de Millen, schepen van Luik.
1366 :Brieven van de schepenen van Luik laten weten dat voor hun, Jean Dodeur, zoon van Giel Polarde, heer van Odeur, heeft afgestaan wat hem toebehoorde te Millen aan Wilheaume Proest, vertegenwoordigd door Thomas de Hemricourt, kannunnik van de kathedraal van Luik en maire van het hof van gezegde Wilheaumes.
1370 :Herman de Beley, maire van het hoge hof van Millen en de schepenen van dit hof laten weten dat Wilheames de Millen, jonker en Wilheames, zijn zoon, beiden schepen van Luik, hebben verworven van Jean Scerneaux de Berneau inkomsten te innen te Millen.
1380 :Het hof van Millen laat weten dat Lambiers Robiens heeft getransporteerd aan Jacquemin de Wonke, kannunnik van Sint-Jan, drie stukken grond gelegen te Millen, op de plaats gezegd Kaldebergh.
1384 :Jackemien de Wonk, kannunnik van Sint-Jan, lat weten dat Henris, zoon van wijlen Johan Hayne, in naam van z’n nicht Griette, Lambiert, broer van Maheal, weduwe van Lambert Robien, in namvan deze, Wilheames, zoon Paniart, en Johans, gezegd Nule de Lest, heeft verhefd van hem, tegen een jaarlijkse rente van 9 vaten spelt diverse gronden te Millen en Elst.
1391 :De officiaal van Luik verklaart dat de tienden in eeuwigdurende huur zullen verkocht worden via openbare verkoop.
1391 :Ghiselbert, pastoor van Millen laat weten aan de officiaal van Luik dat hij 3 zondagen na mekaar de openbare verkoop heeft uitgehangen zoals gevraagd door de officiaal.
1391 :Jean de Bavière, bisschop van Luik en graaf van Loon laat weten: 1e dat in zijn paleis, te Luik, zijn verschenen Marguerite de Looz, dame van Thys en Fooz, weduwe van Guillaume Proest, ridder, en Guillaume, hun zoon, enerzijds en Jean de Saintron, Winand de Johancourt, Nicolas d’Awans, Thmas de Vreren, Godefrien de Bois le Duc en Bernard de Lotem, kannunniken van de collegiale Heilige Martin, anderzijds 2e dat gezegde Marguerite, bijgestaan door Jacques de Hemricourt, verzaakt aan het vruchtgebruik dat ze heeft op de grond en heerlijkheid van Millen, dat Rembaus, heer van Linter, heeft gegeven aan zijn neef, Wautir, heer en avoue van Weis, ook de goederen dardemien, gelegen in Millen, ongeveer 8 bunder, 30 sous, komende van Jean de Manshoven, zoon van Eustache Franshomme de Hollogne en dat Marguerite afstand doet van het vruchtgebruik ten voordele van haar zoon.
1396 :Het hof van Saint-Martin te Millen laat weten dat Heynricus de Kaudeberch heeft getransporteerd aan het kapittel van Sint-Jan drie vaten spelt rente die gelegateerd waren aan dit kapittel door kannunnik Johannes Proest, hij geeft terug een bunder grond te Millen op de weg die loopt naar Genoels-Elderen.
1413 :Jean de Bavière, bisschop van Luik, laat toe aan de inwoners van Millen en Mal, de gemeentegronden te bewerken, om zo te kunnen betalen de belastingen opgelegd door de hertog van Bourgondië en de graaf van Hainaut.
1424 :Het gezworen hof van leenmannen van Sint-Jan laat weten dat drie broers, Johan d’Eleste, Piete en Johan Beule hebben getransporteerd an het altaar Notre-Dame van Sint-Jan 22 roeden grond, in twee stukken gelegen te Millen, en van Faulx, bezit te Millen, draagt Jean van Coelen van Millen, over aan Olivier van Malle, kannunnik van Sint-Lambert, 18 vaten spelt als rente.
1427 :Voor maire en de schepenen van Millen en de leenmannen van het hof dat Guillaume Proist, ridder, heer van Thunes.
1427 :Bij chirgraaf voor het hof van leenmannen van het kapittel Heilige Martin, Wilheame Proiste, heer van Thiennes, van Fau en van Eskielle, draagt over aan Jean Bacheleir, kannunnik van de cathedraal te Luik, alle grote en kleine tienden, oude en nieuwe te ontvangen in de parochie van Millen, die deze Wilheame verworven heeft van het kapittel Heilige Martin, tegen 400 vaten spelt rente.
1435 :Het gezworen hof van kannunniken van Saint-Materne te Luik verklaart dat op 10 april 1352 Guillaume de Vervier, kannunnik van OLV te Tongeren, in bezit gesteld werd van een grond gelegen “in campo noncupato Buelrevelt”, niet ver van Millen.
1445:voor het hof van Adam van Guedegoven te Millen, Daniel, pastoor van Millen verkoopt aan Nicolas en Henri van Cauwenberch een rente op een huis gelegen te Millen.
1449 :Voor het hoge hof van Millen, verkoopt Simon Lievesoen aan het rekenhof van de jaargetijden van Sint-Lambert, 4 vaten spelt rente.
1449 :Voor het hof van leenmannen van Adam de Gudegoven, te Millen, verkoopt Simon Lievesoen aan het rekenhof van de jaargetijden van Sint-Lambert, 2 vaten spelt rente.
1453 :Everard Goddin, gendre van Paulus Lieffsoen verheft gronden te Millen bij Elst.
1457 :Voor het gezworen hof van de Chambre, verheft Jean van den Bossche, zoon van wijlen Guillaume van den Bossche van Millen, goederen gelegen te Millen, tegen 16 vaten rente spelt aan het rekenhof van de jaargetijden van Sint-Lambert.
1458 :Catherine, weduwe van Walter Suylen van Elst verkopen een rente op 12 roeden te Elst.
1460 :Renier Vloegels gezegd Gentis verkoopt een rente op een huis te Millen.
1461 :Henri Eycken van Millen en Tulpen, z’n zoon verkopen rente op een bunder te Millen.
1461 :Heyn Eycken van Millen verheft een bunder te Millen.
1461 :Herman Lievesoens staat af voor het leenhof van Adam de Gudegoven rechtsprekende te Millen aan het kapittel Sint-Martin, gronden die hij bezat in de velden van Millen. Dezelfde Herman neemt deze gronden nu in pacht.
1462 :Walter en Hubert, zoon van Walter Suylen van Elst verkopen rente gelegen te Elst.
1462 :Lambert Daniels en Daniel Daniels, priester, z’n broer, verkopen een rente op een huis te Millen, vroeger van Jan Blanckart.
1462 :Sire Daniel, “vesty” van Millen, verheft een huis te Millen.
1463 :Guillaume Daengels of Daniels van Millen moet een rente op een huis te Millen.
1469 :Walter van Elst moet pacht op goederen te Elst.
1471 :Jan Eycken, gendre van Jean Blanckart, van Millen, verheft grond te Millen, in de plaats gezegd Meyrevelt.
1475 :voor het hof van Cauwenbergh en van Egghertingen ontvangt Jan van den Steegen in erfpacht een huis en gronden te Millen.
1481 :Voor het hof van Cauwenberch, te Millen, behorend tot Arnold van Betho, Walter Huben van Elst transporteert gronden te Elst.
1492 :Henri Grouman herneemt de pacht over gronden te Millen.
1494 :Gisbert Burgheneer betreffende uitbating van gronden te Millen.
1531 :Notariële akte waarin Renier Maes, Paul Maes en consoorten erkennen dat diverse gronden gelegen te Millen behoren tot het kapittel van Sint-Lambert.
1533 :Transport aan het broederschap Saint-Hubert in de crypte (gelegen van Sint-Pieter), door testamentaire uitvoering van deken Jean Caridder, van een rente van 18 setiers, op gronden gelegen op deplaats gezegd le Bosch, te Millen.
1541 :De schepenen van Luik laten weten dat Johan Livezoen, zoon van wijlen Henrick Livezoen, heeft verkocht aan de kapelanen van Sint-Jan 5 vaten spelt rente genomen uit een grotere rente op goederen gelegen te Millen, tussen Millen en Elderen en tussen Millen en Mheer.
1554 :Voor de schepene van Luik bepaalt Thys, zoon van wijlen Cloes Daenen gezegd Gheuten, ten voordele van Jean Wytten, burger van Tongeren, een rente van vijf vaten spelt gehypotheceerd te Millen, Elst en Brus-sur-Geer.
1563 :Voor de schepenen van Luik draagt Mathieu, zoon van Cloes Geuten over aan Jean, zoon van Thys le Marechal van Heure-le-Tiexhe, gronden gelegen te Millen, Elst en Brus-sur-Geer, tegen betaling van zekere renten.
1625 :De schepenen van Luik laten weten dat Stienne Lambrecht, procureur van de Officialiteit en zijn schoonbroer Jean de Lovinfosse, hebben bepaald, ten voordele van de kapelanen van Sint-Jan, een rente van 10 florijnen op hun goederen (renten te Millen-bij-Tongeren, te Berleur en op een huis te Saint-Hubert te Luik).

Milmort

1368 :de schepenen van Milmort laat weten dat Jean Martheaz, verblijvend Hors-Château, heeft getransporteerd aan het kapittel Heilig Kruis een grond gelegen te Milmort, “dedens les Rennaulz”, renende aan de grond van Jacques de Fraipont, ridder enz.
1369 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Baudouin de Crommuese heeft overgedragen aan Jean Derier les aires, le lormier, aan Sente en aan Roger, zijn kinderen, het vruchtgebruik dat hij had van een helf bunder grond gelegen te Milmort, “droit ale croize”, renende aan de gronden van Beaurepart en van Masset van Milmort.
1382 :De maire en de schepenen van Milmort laten weten dat Simon, zoon van Moneton de Tier, van Milmort, “par le raison” van Sente zijn vrouw, dochter van Baudouin de Cronmuese, heeft verhefd de helft van een grond van 16 roeden groot gelegen te Milmort, achter de weide van wijlen Jean Goffreneal, renende aan de gronden van Saint-Materne, voor 8 denier cijns per bunder, plus 1 denier cijns voor de “vowerie”.
1384 :Renier de Bierset, wisselaar te Luik, laat weten dat, voor z’n leenmannen, Simon, zoon van Moneton van Milmort, heeft overgedragen aan Jean Drier les eyres le sporonier, een hof en aanhorigheden gelegen te Milmort, renende aan Hanekin le Bechut, tegen 12 denieren cijns en 2 kapoenen rente.
1385 :Jean de Derriere les Aeres, le lormier, burger van Luik, laat weten dat, voor z’n leenmannen, hij heeft gegeven à trescens, aan Piron gezegd Gerblot, van Milmort, een hof en aanhorigheden en de helft van een hof, huis, tuin en aanhorigheden gelegen te Milmort, renende aan “as preis des vivier”, “à la cour Colin Branche, à Hanekin” gezegd le Bechut etc...
1415 :Colar de Presseux, bakker, wonende Entre-deux-ponts, te Luik, laat weten dat, voor z’n leenmannen, Sente, dochter van wijlen Baudouin de Coronmeuse en weduwe van Simon Monnetonvan Milmort, voor zijn “humiers et vicarie”, en Alexandre, Jean-Simon en Baudouin, zijn zonen, voor de eigendom, hebben verheft, als nieuwe heer, verscheidenen gronden te Milmort: 1° 16 roeden achter le cortil van wijlen Jean Goffineal, renende aan gronden van de kannunniken van Saint-Materne, en afhangende van het hof van Milmorttegen 8 deniers en 1 denier cijns voor de avouerie van Milmort; 2° een hof, huis, tuin en aanhorigheden, gelegen “as preis de viviers”, renende aan Colay Piraurt en aan Henri de Broucke, afhangende van de haulteur van Milmort; 3° een hof en aanhorigheid “qui de present est unk cortys” renende aan Gerbiert le Bechut, komende van Gilles de Meeffe, burger van Luik; 4° een half bunder allodiale grond, renende aan de gronden van Beaurepart.
1415 :Gilles de Meeffe, leerlooier te Luik, laat weten dat, voor zijn leenmannen, Collar de Presseux, bakker, heeft getransporteerd aan Jean de Warnant, een hof en aangelegenheid te Milmort, voor 12 denieren cijns en 2 kapoenen rente.
1415 :De maire en de schepenen van Milmort laten weten dat Colar de Presseux, bakker, heeft getransporteerd aan Jean de Warnant, kapelaan van Sint-Pieter, 16 grote roeden, gelegen te Milmort, achter de weide van wijlen Jean Goffreneaul.
1419 :Het allodiaal hof te Luik laat weten dat Gilles, zoon van wijlen Jean le Bechut van Milmort, verheft, wegens nalatenschap van zijn ouders en deling met Thomas,Gerbert, Colar en Guillaume, zijn broers, een derde van een half bunder gelegen tussen Hareng en Milmort, renende aan Gilles le Pannetier van Seraing, jonker, erna transorteert hiij het half bunder aan zijn broers Colar en Guillaume, die het dan transporteren aan Jean de Warnant, kapelaan van Sint-Pieter.
1417 :De maire en de gezworen leenmannen van het kapittel van Sint-Pieter te Luik, laten weten dat Jean Simon en Alexandre, zijn broer, kinderen van Simon Mouton van Milmort, houden in erfpacht van de kapelanen van Sint-Pieter: 1° een half bunder allodiale grond gelegen te Milmort, “droit alle crois”, renende aan de gronden van Beaurepart; 2° een hof, een huis en aanhorigheden renende aan Hanekin le Bechut, komende van Gilles de Meeffe; 3° 16 grote roeden achter de weide van wijlen Jean Goffreneal.
1420 :Voor het gezworen hof van de kannunniken van Saint-Materne, te Luik, Renechon Malquerant verheft een huis gelegen te Milmort op deplaats gezegd “en Beche”.
1430 :Voor het gezworen hof van de kannunniken van Saint-Marterne te Luik verkoopt Thierri Panée de Hareng (Herens) aan de kannunniken van Saint-Materne 2 vaten rente spelt op een huis gelegen te Milmort.
1448 :Het leenhof van Sint-Jan laat weten dat Catherine, weduwe van Linar de Saive, heeft verheft, na de dood van haar man en haar schoonvader, Melart de Saive, van Liers, de helft van 15 roeden grond tussen Milmort en Liers (op de hoogte van Voroux), voor een vat spelt rente aan de rectors van de 12 oude altaren van Sint-Jan. Zij transporteert ze aan haar drie zonen Melart, Gerard en Collart; deze geven ze op hun beurt aan Melart, zoon van Pirard, l’entailleur van Liers, die er in bezit gesteld wordt.
1462 :Het gezworen hof van leenmannen van de kannunniken van Saint-Materne te Luik laat weten de goederen die wijlen Gielet Moreal van Lintrenge hield van gezegde kannunniken te Milmort en Arsiche.
1477 :Acte bij dewelke Gerbert de Thier verheft à trescens van Jean Bottier, ontvanger van de kapel N-D aux Degrès, een hof, schuur en aanhorigheden, op de plaats gezegd en Thier.
1506 :Voor de maire en de schepenen van Milmort Goffair, zoon van wijlen Goffineal van Chaisne en Collay, zijn broer, wijzen toe aan Rennechon, zoon van Colart Rennechon, een rente van 3 vaten spelt op een huis renende, richting Jeker aan “alle voie de beche”.
1508 :Voor de schepenen van Milmort wijst Henri Stassair, nog verplicht aan het kapittel van Sint-Lambert 34 vaten spelt toe aan hen een rente een rente van 3 vaten spelt op zijn huis gelegen te Milmort “en lieu condist en le ruwe massuyer”.
1515 :Voor de schepenen van Luik, erkent Rennechon, zoon van Collar Rennechon van Milmort, te hebben verkocht op 26 maart 1507 voor het hof van Milmort aan de begunstigden van Sint-Lambert, 3 vaten rente gehypotheceerd te Milmort.
1520 :Het hof van Milmort herverklaart een acte van 15 oktober 1517 verklarende dat Johan Closset, van Milmort, heeft getransporteerd aan z’n schoonzus Maroie, dochter van wijlen Collart Pangnon en weduwe van Johan Maghin, een rente van 4 muid spelt op 2 huizen gelegen te Milmort op de weg “rue Massuyer”.
1593 :Voor het gezwoeren hof van de “Chambre” verheft Gielet le Fèvre, zoon van Remi Malcoire een grond gelegen te Milmort.
1594 :Voor het gezworen hof van de “Chambre” verheft Renchon, zoon van wijlen Jean le Maistre, zijn huis gelegen te Milmort.
1638 :Zuivering van beslag van goederen gelegen te Milmort, genomen door de kapelanen van Sint-Pieter tegen de kinderen van wijlen Gilles Grospied.

Molins

1319 :Sire Philippe Bruni ontvangt, in naam van het kapittel Heilig Kruis, de investituur van huizen en waterlopen gelegen te Molins, bij de molen van Cornillon.
1365 :Laurent Pikar, burger van Luik, transporteert, voor het gezworen hof van Heilig Kruis, aan de pastoors van Saint-Jean-Baptiste en van Saint-Servais, te Luik, en huis gelegen te Mollins-lez-Ans.
1365 :Lambert de Lens, wisselaar, transporteert, voor het gezworen hof van Heilig Kruis, aan Gile, z’n dochter, een goed gelegen te Mollins-lez-Ans, die vroeger behoorde aan Guillaume de Gras, komende van de kerk Heilig Kruis, voor 14 sous en 6 deniers jaarlijkse cijns.
1367 :Gilles, zoon van Lambert de Lens, wisselaar te Luik, transporteert aan sire Nicholle Gilbar, priester, voor het gezworen hof van Heilig Kruis, een huis gelegen te Molins, bij Ans, tussen de molen van Cornillon en “la tenure” van wijlen sire Nichole d’Embeur, buiten de mijnen en steenkool, die gehouden zijn door deze Gilles de Lens, van Heilig Kruis, zekere goederen gelegen te Mollins lez-Ans.
1373 :De pastoors van Saint-JeaBaptiste en van Saint-Servais geven terug in de handen van de maieur van het hof van de leenmannen Heilig Kruis, zekere goederen gelegen te Mollins lez-Ans.
1373 :Henri Hierlucrin van Ans ontvant, van het hof van de leenmannen Heilig Kruis, de investituur van een goed gelegen te Mollinslez-Ans, teruggegeven enige tijd terug in handen van kapittel door de pastoors van Saint-Jean-Baptiste en van Saint-Servais.
1437 :Voor het allodiaal hof van Luik, draagt Baudouin le Pollen van Hollogne, echtgenoot van Marie Zutmine, over aan het kapittel van Sint-Lambert gronden gelegen te Molins en te Voroux-Goreux.
1441 :Hedwige, weduwe van Coen (Conrard) Bottien, geeft ten eeuwige titel aan Colaur van Glain, mijnwerker, een huis met aanhorigheden, gelegen te Molins (kortbij Ans), tegen 3 vaten gerts, waar naar alle waarschijnlijkheid de collegiale Sint-Martin later eigenaar van wordt.
1456 :Voor het gezworen hof van de “Chambre”, draagt Jeanne, weduwe van Rolland Marnettevan Mollins, over aan Martin Qui Suwe, een grond gelegen op de plaats gezegd “Quaschiquis”, komende van het rekenhof van de jaargetijden van Sint-Lambert; Martin doet vervolgens afstand aan Lambert le Bergier, verblijvende te Mollins.
1460 :Helwy Fachin (Fassin), weduwe van Jacqmin le Germeal, draagt over voor het allodiaal hof van Luik, aan Jean le Bonhomme, dakdekker, een huis met tuin en aanhorigheden, gelegen te Mollin lez-Ans, drie florijnen “de bonne monaie”, of 6 florijnen cijns, op een huis genoemd “le falieze” en op andere goederen gelegen te Mollins lez-Ans.
1460 :Nicolas, meester mijnwerker, verheft voor Jean de Verlaine, kannunnik van de collegiale Sint-Martin, een huis met hoeve, tuin en aanhorigheden, gelegen te Mollin, en die hij in leen hield van gezegde de Verlaine.
1520 :Voor de schepenen van Luik draagt Marie Sraets, weduwe van Jean de Rulingen, burger van Sint-Truiden, over aan de “Aumone” van de cathedraal.
1543 :Brief betreffende 12 setiers spelt verworven door Leonard Thonet, te Mollins-lez-Ans.
1551 :Voor de schepene van Luik legt Jean Pestia, boekhouder van de “Aumone” van Sint-Lambert, beslag op het huis “delle Falieze” en op gronden gelegen te Mollins lez-Ans.
1551 :Voor de maire en de schepenen van Ans en Mollins, zuivert Roger, zoon van Louis delle Fallize, het beslag gedaan door Jean Pestea, boekhouder van de Aumone van de cathedraal, aan op een jaarlijkse cijns het huis belastend gezegd “le Fallize”, te Mollins, gronden gelegen te “Malbier”, tegen Roger delle Falieze het beslag op een huis gelegen te Mollins-lez-Ans.
1564 :Voor de schepenen van Luik verkrijgen de gelastigden van de cathedraal.

Momalle

1325 :Vonnis van het allodiaal hof van Luik betreffende de eigendom van 3 morgenland gelegen te Momalle; Gerard Sotineaus draagt de helft van deze 3 morgenland over aan Watier de Mumalle, pastoor van Heure-le-Romain.
1348 :De maire en de schepenen van Momalle laten weten dat Oude, dochter van wijlen Hubert de Mumale, clerk, welke verblijft met Catherine de Gottehem, begijn van Saint-Christophe, heeft overgedragen aan Gilles Bacheleir, clerk, ten voordele van de kapel N.D. “seante al piet des greis Sint-Pierre”, een rente van 4 setiers spelt die ze bezat op een hof, huis.
1355 :Philippe Bruni, deken, en het kapittel van Heilig Kruis laten weten dat Nicolas Quartealz gezegd de Momalle, hun broeder, heeft gesticht in hun kerk missen en vigiles en laat daarom verschillende hypothecaire inkomsten op gronden gelegen te Momalle, Puchoul, Odeur lez-Kemexhe, Fize, Thys, op de weg van Oreye, te Oupeye, op een hof gelegen bij de vijver van het kasteel, te Eben etc, alsook op 2 huizen gelegen achter het groot slothuis, een cijns op 3 kleine huizen in de straat van “Hacheporte” te Luik.
1364 :Evrard van Vivegnis verheft, in naam van de abdis en het klooster van Vivegnis, van het gezworen hof Heilig Kruis, een bunder grond gelegen te Momalle, “forjugies” op Jan Denis, herbegier te Momalle, en schatplichtig jaarlijks 3 vaten spelt aan de kerk Heilig Kruis.
1365 :Weri Coves, van Hodeige, verheft, van het gezworen hof van Heilig Kruis, 7 grote roeden grond gelegen te Momalle, op de plaats gezegd “sur le puchul”, die aan hem werden gegeven bij z’n huwelijk met Agnes, dochter van Jean le Xhardeit van Momelette.
1404 :Het hof van Pissoul lez Momalle laat weten dat Collet, zoon van wijlen Colbiert de Puchouz, heeft getransporteerd aan Henry de Lembor, kapelaan van Sint-Jan, 23 roeden grond te Pissoul, tegen een jaarlijkse cijns aan de dame van Momalle.
1405 :Voor het allodiaal hof van Luik, Walter de Momalle, aartsdiaken van Hainaut, en Guillaume, zijn broer, beiden kannunnik van Sint-Lambert, dragen over aan Maroie, weduwe van Gilles Champion, mangon, gronden gelegen te Momalle en omstreken.
1410 :Jean, zoon van Gilles de Momelette, verheft voor het hof van de abdij van Val-Benoit de helft van een half bunder te Momalle.
1418 :Voor het gezworen hof van de goederen behorend tot de kerk van Momalle, Baudouin de Roclenge, verblijvend te Momalle, draagt over aan de begunstigden van Sint-Lambert een grond gelegen tussen Lens en Momalle. Maire: Jean Kochaur, pastoor van Momalle.
1422 :Het gezworen hof van leenmannen van Sint-Jan laat weten dat Johan Hustien de Gebierhay heeft verheft van het alttar Saint-Catherine (van Sint-Jan) het bezit van Gerbehaye (8 bunder) te Bodegnée, een huis, tuin, aanhorigheden (½ bunder) te Pac houl lez Momalle en een bunder grond in Bealfloxhe te Momalle.
1436 :Voor het allodiaal hof van Luik, dragen Walter de Momalle, aartsdiaken van Hainaut en Guillaume de Momalle, zijn broer, alle twee kannunniken van Sint-Lambert over aan Maron, weduwe van Gilles Champion, mangon, burger van Luik, gronden gelegen te Momalle, Momelette en Noville.
1436 :Voor het allodiaal hof van Luik, Gilles Champion, mangon, draagt over aan Jean de Malle, kannunnik van Sint-Lambert een deel van de gronden gelegen te Momalle, vermeld in de akte van 1405.
1458 :Gilles Pirot van Momalle verheft een huis gelegen “à coron de Momale”.
1473 :Lambert Houbotte van Velroux geeft een rente op gronden te Momalle.
1474 :Het hof van Momelette laat weten dat Desyron de Puchoulx heeft verheft een half bunder grond te Momelette en heeft getransporteerd aan z’n zoon Desyron bij z’n huwelijk. Deze stelt op dit goed en op 8 roeden grond komende van het gezworen hof van de kerk van Momalle, 2 vaten spelt rente vast ten voordele van Johan Hoyngne, priester, rector van een altaar in de kerk van Momalle.
1474 :De maire en de schepenen van Puchoul lez-Momalle verklaren per acte dat de 7e juli 1471, Franck de Momelette een grond gelegen te Puchoul overdroeg aan de begunstigden van Sint-Lambert.
1474 :Het gezworen hof van de parochiale kerk Notre-Dame van Momalle, verklaart op vraag van Henri de Preit, ontvanger van de begunstigden van de kathedraal, dat Frank de Momelette overdraagt aan de begunstigden een grond gelegen tussen Momalle en la Croisette.
1484 :Clausule van het testament van wijlen Jean Hardy; hij legateert aan de kerkfabriek van Sint-Lambert renten gehypotheceerd te Chaponseraing en Momalle.
1572 :De schepenen van Luik laten weten dat de kapelanen van Sint-Jan hebben in beslag genomen van Jehan de Mathis 16 stukken grond gelegen te Momalle (gezegde plaatsen: en Fexhelan, en la Haye, en fond de Befosse, let hier de Beaulmont, les Buffeteaulx, entre deux Tieges, sur le Riwal, en Fixhon, let hier de Viller, la stroitte Ruelle, derriere Cordinhaye) wegens niet betalen van achterstallige rente van 12 vaten spelt.
1591 :De schepenen van Luik laten weten dat de kapelanen van Sint-Jan hebben afgestaan aan Loys del Vaul, van Momalle, een rente van 6 vaten spelt die ze hadden op de goederen van Fastré del Vaul, in ruil voor een andere rente van die omvang op het huis en de goederen van gezegde Loys, te Momalle.
1603 :De schepenen van Luik laten weten dat Rigault de Lanthin, verblijvende te Momalle, heeft bepaald, ten voordele van het kapittel van Sint-Jan, een rente van 5 florijnen op zijn goederen gelegen te Momalle.

Momelette

1330 :Clarenbas, heer van Autrive, verklaart dat Fastré Pirkelos heeft getransporteerd aan de abdij van Val-Benoit 5 bunder en 14 grote roeden grond gelegen te Momelette en te Noville.
1331 :Notariële akte waarbiij Walter de Momalle, rector van de kekr van Heure-le-Romain, erkent ontvangen te hebben van Pierre Chaboteal, kapelaan van de kerkfabriek van de kathedraal, 81 livres, 12 sous en 6 denieren, voor de verwerving van 5 vaten en 2 setiers spelt rente ten voordele van het gezegde kerkfabriek, waarvan 4 vaten zijn gehypotheceerd op het hof van Gerard Sotin, te Puchoul en 10 setiers op een allodiale grond te Momelette, dichtbij de weide van Guillaume Boreit van Momelette.
1346 :Damoiselle Maron de Momelette herneemt in cijns van de abdij van Val-Benoit gronden en het tienderecht voor een tijd van 12 jaar.
1349 :De maire en de leenmannen van het hof dat Weri de Limont, ridder, bezit te Momelette, laten weten dat Maron, zoon van Jean de Malle van Villers, heeft overgedragen aan z’n twee zonen, Jean en Gilles, het vruchtgebruik dat ze had op 6 morgen grond gelegen te Momelette, tussen Gerard Pirekin van Freloux en Jean Qualier. Zodoende geeft de maire de 2 broers elk de helft voor dewelke deze aan Weri de Limont een rente betalen 15 deniers “al espine ki stat entre Geneffe en Mumelette”.
1415 :Voor de schepenen van Luik, Gilles de Coir draagt over aan de rekenkamer van de jaargetijde van de Cathedraal, gronden gelegen te Momelette, Streel, Hollogne-aux-Pierres etc.
1461 :Voor de maire en de schepenen die de abdij van Val-Notre-Dame bezit te Momelette, dragen Hubert Corbeau van Momelette, Jean, Francquin en Renard, zijn drie zonen, over aan de kannunniken van Saint-Materne gronden gelegen op de plaats gezegd op de plaats “sur Beaumont”, tussen Momelette en Noville.
1471 :Voor het allodiaal hof van Luik, draagt Franckin Corbeal van Momalle over aan de begunstigden van Sint-Lambert een grond gelegen te Momelette, komende van wijlen Arnoul Hackelar.
1505 :Voor het allodiaal hof van Luik wijst Jean Misset, molenaar, toe aan het kapittel van Sint-Lambert, onder waarborg van het belenen van de molen van Bernimollin, 7 vaten spelt gehypotheceerd op gronden gelegen te “alle voie qui tent de Mommelet à Geneffe de costeit vers Novilhe” en “en lieu condist Fexhelhon, entre Momelet, Geneffe et Novilhe”.
1574 :Voor het gezworen hof van het Heilig Kruis verklaart Mathias, zoon van Collard Servais van Noville, een grond te houden gehypotheceerd met een rente ten voordele van het kapittel van het Heilig Kruis.

Mons (les Crotteux)

1363 :Lambert Cherteaux van Mons (les Croteux) laat weten dat, voor hem en z’n leenmannen, Guillaume Boreis, de lakenman, testamentair uitvoerder van Jean Boreit, getransporteerd heeft aan de kapittel Heilig Kruis, vertegenwoodigd door Jean Tongris, kapelaan van deze kerk, een huis gelegen te Mons, gehouden door Hanes Pirars, zoon van Chockenier.
1365 :Akte van de maire en de schepenen van Mons lez-Crotteux, betreffende verworven goederen, onder hun jurisdictie, van Simon de Waroux en van Jean de Waroux gezegd van Gomsée, door Stassien Chabot, wisselaar en burger van Luik.
1393 :Voor de maire en de schepenen van Mons-lez-Crotteux, Jean, heer van Chokier, jonker, en Adam de Chokier, zijn zoon, dragen over aan het kapittel van Sint-Lambert, een huis, gronden en weiden.
1414 :De maire en de schepenen Van Mons-lez-Crotteux laten weten dat Jean Warnier van Crotteux, in bijzijn en goedkeuring van Louis Surlet, zijn schoonbroer, en van de jonge Jean Warnier overdracht gedaan heeft aan Jean de Goyer, deken, en aan Gérard de Moliens, zanger van Sint-Pieter, voor de kapel van N.D. aux Degrés: 1° d’un tirchaul morgen land, 2° 9 grote roeden achter de weide van Colat Mailheteaul.
1437 :Akte van de maire en de leenmannen van het gezworen hof van de begunstigden van de kathedraal betreffende de goederen die deze begunstigden bezitten te Mons-lez-Crotteux.
1507 :De maire en de schepene van Mons-lez-Crotteux laten weten per acte dat de goederen gehouden, onder hun jurisdictie, door Renard, zoon van wijlen messire Renard de Rouveroy, op de welke men moet betalen een rente van 11 vaten rente aan de “grenier” van het kapittel Sint-Lambert.
1513 :Terugverwijzing van de schepenen van Luik naar deze van Mons-lez-Crotteux, in de zaak van het kapittel Sint-Lambert, heer van gezegde Mons, tegen de abdij van Val-Saint-Lambert, betreffende een rente gehypotheceerd op de molen van Paweilly.
1573 :Voor de schepenen van Luik zuivert Leonard Pacquea van Chokier het beslag aan genomen tegen hem en tegen Jean Junccis, schepen van Luik, door de begunstigden van de cathedraal wegens niet-betaling van een rente van 5 vaten en 3 setiers spelt gehypotheceerd op een huis te Mons-lez-Crotteux.
1578 :Voor de schepenen van Luik wijst het kapittel van Sint-Lambert toe ten voordele van Anne de Clockier, weduwe van Jean Junccis, schepen van Luik en baljuw van de cathedraal, een rente van 250 brabantse florijnen gehypotheceerd te Mons-lez-Crotteus en Montegnée.

Montenaken

1401 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Walter Lambrexhe del Meire, na te hebben verhefd een bunder te Montenaken, op de plaats gezegd Cascom, renende aan Henri Clouter van Fresin en aan Jean Hannar van Sint-Truiden, heeft overgedragen aan Godefrin dalle Hamaide van Borleit, burger van Luik.
1412 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Jean Pulhet van Houtain-l’Eveecque heeft verheft een bunder gelegen te Montenaken, waarvan Godefrin del Hameide van Borleis hem heeft overgedragen.
1450 :Henri, zoon van Jean Woust de Montenaken (Montengney le Tiexhe ), echtgenoot van Cecile, dochter van Ghisbert Boesman van Montenaken, pastoor, ontving de investituur op een grond te Montenaken “Golendelle, Holenhecke”.
1451 :Henri Voiest, zoon van Jean Voiest van Montenaken, transporteerde aan Gerard Queyche, van Niel, een bunder te Montenaken.
1451 :Voor het censaal hof van Libert Laddeuns, te Montenaken, Jean delle Chièvre transporteert aan Jean Peeters dit van der Steencuelen rente op een bunder te Montenaken.
1526 :Uitspraak gedaan door de schepenen van Luik in een betwisting tussen Jean Maricks, kannunnik van Hoegaarden, handelend voor de minderjarige kinderen van Pierre Berwots, zoon van wijlen Jean Berwots, enerzijs, en Gerard Brugmans, anderzijds, betreffende de waarde der florijnen naar aanleiding van de verkoop van een brouwerij te Montenaken.
1563 :Lambert van Stapel alias Kempeners van Kortijs en Pierre Stas van Montenaken geven een neiuwe declaratie over gronden te Montenaken gehypotheceerd t.v.v. het Heilig Kruis.
1741 :Het kapittel van Sint-Jan verwerft op een openbare verkoop tegen 2345 florijnen 7 stukken grond te Montenaken, in verkoop gesteld door baron Jacques de Baré, heer van Houchenée, Moisnil en Maizeret.

Mulken

1496 :Hugues Ubrechs, waterschout, Jean de Sprolant, Gilles Witten, meester Walter Ongewassen, meester Walter van Elderen, meester Jacques van Nyck, Herman van der Weghen en Arnold van Herderen, schepenen van de hoge justitie van de stad Tongeren, laten weten dat, voor hen, Dierick van Puthem, verblijvende in de hoeve gezegd Ten rode, willende terugbetalen, volgens zijn verplichting in het huwelijkscontract van zijn dochter met Loyck van Horpmaal, 50 vaten spelt dat deze laatste moest aan de collegiale Sint-Martin, in de plaats daarvan een jaarlijkse rente wilt betalen van 5 vaten gehypothekeerd op 2 bunder en 11 roeden grond te Rode aan de weg van Roie naar Repen en naar Mulken.
1510 :De schepenen van Luik geven winstkans voor het kapitten van Sint-Jan die een rente van 6 vaten en een kwart spelt opeist gehypothekeerd op een bunder grond te Mulken “desolz lep reis de Coolmont” tegen Nelis van Mulken, die er het bestaan van ontkent.

Naveroulles

1335 :De mayeur en de schepenen van Odeur laten weten dat Jean Ladrier geeft aan de aalmoezen van de kerk van Sint-Lmabert 6 morgenland gelegen te Naveroules “del costeit ver le mollin a waisdre” (molen die zaden plette om de textiel blauw te kleuren).
1341 :Jean de Lardier van Naveroulle neemt in cijns gronden van Val-Benoit te Naveroule voor een huur van 18 jaar.
1344 :Hawis, begijn van Saint-Christophe, te Luik, laat weten dat de vrouw van Arnoum de la Converterie in leen houdt van haar een eigendom te Naveroule “une cort, maisons, jardin et assise en lieu c’on dist alle Tombelle”.
1349 :Voor de leenmannen van het gezworen hof van Gertrude, weduwe van Renchon d’Oreye, schildknaap, Pirot Raverdis, Klerk, geeft aan Isabelle, vrouw van Fastrar de Naveroulles, een huis en gronden gelegen te Naveroulles, renende aan Jean, zoon van ridder Amel de Bovenistier.
1434 :Voor het gezworen hof van de “Aumone” van de kerk Saint-Christophe, draagt Jean Pirlin van Villers-l’Eveque, over aan Thiry de Elborch, kannunnik van “la Table”, vertegenwoordigend het rekenhof van de “Aumone” van de kathedraal, een huis te Naveroule.

Nerem

1301 :Het allodiaal hof van Luik laten weten de overdracht van een hypotheekrente op een grond (19 roeden) te Nerem op de weg naar Paifve.
1315 :Arnold Huweneer, landmeter te Vreren, neemt in pacht voor 15 jaar, van de kerk Sint-Lambert, gronden gelegen te Nerem.
1327 :De schepenen van Nerem verklaren dat dame Yde, weduwe van Renier del Campine, heeft gegeven aan kapittel Heilig Kruis, voor de 14 kapelanen van Saint-Thomes van Canterbury, goederen te Nerem.
1328 :De schepenen van Nerem verklaren dat Stasse, zoon van Libier de Scarpembergh, heeft gegeven aan het kapittel Heilig Kruis, voor de 14 kapelanen die moeten zingen voor het altaar van Saint-Thomas van Cantorbery gesitueerd in de kerk van Heilig Kruis, onder de klokken, en gesticht door Guillaume l’Anglais, kannunnik van deze kerk, 28 roeden grond gelegen boven op Scarpenbergh.
1329 :Voor het hof van Nerem, Thomas Moise Malleplume heeft aan het kapittel van Heilig Kruis, voor de kapelanen van Saint-Thomas de Cantorbury, 1 ½ bunder grond gelegen te Nerem; Jean de Herstal, kapelaan van Heilig Kruis en procureur van dit kapittel geeft vervolgens deze goederen “en lansaige” aan deze Thomas.
1329 :Jean dit de Rulant van Nerem geeft aan het kapittel Heilig Kruis, vertegenwoordigd door Jean de Herstal, kapelaan van deze kerk, voor de kapelanen van Saint-Thomas de Cantorbery, 15 roeden grond gelegen te Nerem, op de plaats Pinteldris bij de aarden brug, achter de kapel van Floynes.
1330 :Voor het hof van Nerem, Voise gezegd Heppe en Franke gezegd Moie geven aan het kapittel Heilig Kruis, vertegenwoordigd door kapelaan Jean de Herstal, gronden gelegen te Nerem.
1343 :Voor het hof van Nederheim, Ghillebier zoon van Ghys, zoon van wijlen Maleplomme, verkoopt aa het kapittel van Heilig Kruis, vertegenwoordigd door Johan Copeis, kapelaan, een rente van 3 vaten en half spelt gehypotheceerd op gronden gelegen te Nederheim, nabij de Ghotberghe, op de plaatsen gezegd Glandembodom, Opwike etc.
1347 :Het hof van Nerem laat weten dat Elis, dochter van wijlen Lowair de Fons, heeft afgestaan aan het kapittel van Sint-Jan (vertegenwoordigd door Johans li Ardenois, kannunnik) 4 vaten spelt rente dat ze had op een huis gezegd de Peves en op een aanhorige grond.
1348 :Het hof van Onze-Lieve-Vrouw van Tongeren te Nederheim laat weten dat Radeles en Everard d’Ile, zoon van wijlen Ottelet d’Ile, van Luik, hebben verkocht aan meester Philippe Bron, deken van Heilig Kruis, een grond etc. te Nerem. Jean de Waremme, kapelaan van Heilig Kruis, wordt geïnvesteerd in nam van het kapittel.
1348 :Daniel de Stayde, baljuw van Herstal en afhangende steden, en de schepenen van Nerem laten weten dat Radus gezegd Radelet en Everard gezegd Massereis, zoon van Ottelet d’Ile, hebben verkocht aan het kapittel van Heilig Kruis, vertegenwoordigd door Jean dit Copeis van Waremme, kapelaan, procureur van Philippe, deken van gezegd kapittel, gronden, cijnsen en renten gelegen te Nederheim, “sur le paseal de Waloven”, onder l’Assergiverghel, richting Scarpembergh, aan Meynacken etc.
1348 :Voor het hof van Nederheim, Moise, zoon van wijlen Moise Maleplomme, verkoopt aan het kapittel Heilig Kruis, vertegenwoordigd door Jean Cope van Waremme, kapelaan, een rente op gronden gelegen te Nederheim.
1348 :Sire Nicole Quarteal, kannunnik van Heilig Kruis, ontvangt voor de maire en schepenen van Nederheim, de investituur van ee rente verkocht aan het kapittel door Henri de Paifves dit Godenulle.
1350 :De schepenen van Nederheim laten weten dat sire Jean de Waremme, kapelaan van Heilig Kruis, heeft getransporteerd aan het kapittel van z’n kerk, vertegenwoordigd door sire Jean de Faulconpier, 3 vaten spelt rente hem verschuldigd door Ghiese Maleplomme van Nederheim.
1350 :Voor de maire en schepenen van Nderheim, Henri de Paifve gezegd Godenul, broer van Daniel del Beke, verklaart hebben verkocht aan kapittel Heilig Kruis, vertegenwoordigd door sire Jean de Faconpier, kapelaan, en door sire Nicole gezegd Quarteal, kannunnik van gezegde kerk, een rente van 9 vaten spelt.
1353 :De schepenen van Nederheem verklaren dat Daniaus delle Beke heeft getransporteerd aan het kapitel Heilig Kruis, vertegenwoordigd door Henri deWaremme, kannunnik van deze kerk, vier vaten spelt rente gehypotheceerd op een woning gelegen te Nederheim, gehouden door Henri de Paifves.
1357 :Arbitrale uitspraak van Jean de Vieuxville, kannunnik van Saint-Jean en officiaal van Luik, en van Guillaume d’Heur, deken van Saint-Martin, uitgesproken tussen het kapittel van Hilig Kruis en Marie, weduwe van Guillaume de Scarpenbergh, schildknaap, Guillaume en Libert, z’n zonen, berffende het rect van het patronaat van de kapel nieuw gebouwd te Nederheim, binnen de grenzen van de parochie van Vreren, recht dat beide partijen beslechten. Volgens de mening van meester Jean de Gembloux, advocaat van het hof van Luik, is er besloten: 1° dat het altaar in kwestie zal verenigd worden met de kerk van Vreren, volgens het testament van Marie, moeder van Guillaume de Scarpenbergh; 2° dat deze weduwe en haar zoon hebben het patronaatsrecht gedurende hun leven, om vervolgens terug te keren naar het kapittel van Heilig Kruis.
1358 :Voor de maire en de schepenen van Nederheim dragen “Jakemins dis Jacob de Moilant”, schepen van Luik, en Marguerite, zijn vrouw, over aan de “Aumone” en gelastigde van de kathedraal, vertegenwoordigd door Henri de Lonchiens, kannunnik en koorheer van deze kerk, een stuk grond “en lieu condist sor Raytier desouz le court de Commenalhez par dessoire Berwinne”.
1361 :Voor de maire en de schepenen van Nederheim, draagt Guillaume de Schoenbeeck, jonker, met accoord van Jeanne, zijn vrouw en Agnes, gezegd Nieze, hun dochter, over aan de Aumone van de kathedraal, 10 bunder grond.
1363 :Jean Hugonis of Huenea, deken van Heilig Kruis, laat weten via een arbitrale uitspraak dat de tienden van de novenen op 18 bunder weide gelegen te Nerem behoren voor gelijke delen aan Heilig Kruis en O.L.V te Tongeren.
1364:De kapittels van OLV te Tongeren en Heilig Kruis te Luik hebbende een geschil betreffende tienden op 12 bunder weide gelegen bij het huis Scarpenbergh en de beek die het veld van Bloer verdeeld, het bruggetje “Erdenbrughe”, verbiedt te laten grazen de dieren van Nerem en reclameert de tienden die eertijds van Heilig Kruis toekwamen.
1364 :De stad Tongeren hebbende hun grenzen uitgebreid over de jurisdictie op een deel van het territorium van Nerem zonder toelating van deze gemeente e hebbende getransformeerd in weide (vroeger gemeentegronden) 12 bunder gelegen tussen het huis en hof Scarpenbergh en de beek die het veld van Bloer verdeeld, en 6 bunder grond tegenover.
1370:Het kapittel van O.-L.-Vrouw te Tongeren en het Heilig Kruis te Luik wijzen als arbiters aan betreffende hun geschil over gronden gelegen tussen de beemden van Tongeren en Vreren, Jean de Fléron, kannunik van Tongeren, Mathias de Potthem de Lewis, kannunik Heilig Kruis, en meester Jean Huweneal, kannunik van Saint-Lambert.
1370 :Arbitrale uitspraak van Jean Hugonis van Hoei, licentiaat in decreten, kannunik Saint-Lambert en proost Heilig Kruis. Toekennende aan de kerk Heilig Kruis de 10de die het kappitel van O.-L.-Vrouw hun betwistte, op de gronden gelegen te Scherpenberg. Guillaume geeft aan het kapittel z’n “hospicium”, z’n haver en stallen.
1372 :Akkoord tussen het kapitel Heilig Kruis en Guillaume gezegd de Scrapenbergh, klerk, welke pretendeert geen tienden te moeten voor de vruchten, eieren etc tussen de grachten van z’n “curia” te Scerpenberg. Op raad van de mensen, staat hij de ienden af aan het kapittel.
1375 :Voor de schepenen van Nederheim, Wéri de Lavoir, burger van Luik, Guillaume en Wéri, zijn twee zonen, transporteren aan kapittel Heilig Kruis, vertegenwoordigt door kannunik Jean Hochet, verschillende stukken grond gelegen te Nederheim.
1375 :De schepenen van Nederheim geven verslag aan Wéri de Lavoir en aan zijn zonen Guillaume en Wérotte, dat de zussen niet meedelen met de broers in de erfenis komende van hun hof; waarna Wéri drie bunders gelegen te Nederheim geeft aan zijn zonen die op hun beurt een deel geven aan het kapittel Heilig Kruis vertegenwoordigt door Jean Hochet, kannunik van deze kerk. Gezegde plaatsen: Lesgalt, le franchoise voie, le molien de Bredestade, Keul, enz.
1396 :Voor het hof van Nederheim (Nerem), Francois de Nuefvis, klerk, draagt over aan Humblet de Wihogne en aan Hannet Hanotton, zijn broer, een huis gelegen te Paifve en gronden te Nerem.
1401 :Voor het allodiaal hof van Luik draagt Henri de Roloux gezegd le Berwier over aan de kannunniken van Saint-Materne, vertegenwoordigd door één van hen: Herman de Blehen, een grond gelegen te Nerem, aan hem toekomende via wijlen zijn broer Jean le Berwier, kannunnik van Sainte-Croix.
1417 :Voor het hof van Nederheim, Lambert, zoon van wijlen Eirnair de Nuvis, draagt over aan meester Gerard Rondeaul, kannunnik van Sint-Lambert, vertegenwoordigd door meester Jean Tamison, zijn neef, een rente gehypotheceerd te Paifves-lez-Wihogne en gronden gelegen te Nederheim.
1419 :Voor het hof van Nederheim, Walthir Thirys draagt over aan meester Gerard Rondeaul, kannunnik van Sint-Lambert, een rente gehypotheceerd op een huis gelegen te Paifve en gronden te Nederheim.
1495 :Jean Symon van Nederheim over een rente voor een jaargetijde voor Nicolas Morghenster.
1505 :Gielis Beamonts van Nederheim verkoopt gronden aan het kapittel van Heilig Kruis voor de bouw van de tiendenschuur.
1562 :Uitspraak van de schepenen van Nerem tussen Mees Lemmens en het kapittel van Heilig Kruis, betreffende de schuur van Nerem.
1562 :Uitsprak in hoger beroep door het hof van het Vroenhof, tussen de kapittel van Heilig Kruis en Mees Lemmens.
1563 :Bevelschrift van koning Philippe II op vraag van kapittel van Heilig Kruis op het hoger beroep gevraagd door Bartholomeus Lemmens voor het Hof te Aken, ten voordel van het Heilig Kruis.
1566 :Rapport door het hof van Nerem en Paifve, betreffende de goederen van Nicolas Vrancken.
1569 :Proces voor het hof van Nerem tussen het kapittel van het Heilig Kruis en Guillaume Tilkin van Paifve, die de tienden voor lammeren weigert te betalen.
1569 :Uitspraak door het hof tegen Arnold Meesen van Nerem die weigert tienden voor lammeren te betalen aan het kapittel van Nerem.
1575 :Begrenzing door het hof van Nerem en Paifve, op vraag van het Heilig Kruis, van 3 bunder en 5 roeden onder hun jurisdictie.
1795:Protest van de kannunikken van het Heilig Kruis tegen de burgemeesters van Nerem betreffende de tienden.

Nivelle-sur-Meuse

1337 :Het allodiaal hof van Luik bevestigt dat Gilles de Moxhe overgedragen heeft aan Guillaume Botin enige gronden gelegen te Nivelle.
1341 :Voor het allodiaal hof van Luik, draagt Guillaume Bottin, lakenhandelaar te Luik, over aan Jean de Lardier, ridder, schepen te Luik, gronden gelegen te Nivelle-lez-Lixhe.
1427 :Het hof van Nivelle-sur-Meuse, gezegd en le Waley, laat weten dat Ernot de Nivelle heeft verheft 4 stukken grond (gezegde plaatsen: entre Liexhe en Nyvelle, à lencontre del deggle sur la voie de Treit; dessous la voie de Wyvere) hem toegevallen door nalatenschap van z’n ouders, Wathire de Nivelle en Katline.
1522 :De schepenen van Luik laten weten dat Jehan le Corbesier, van Embenne, heeft verkocht aan Thilman de Herkenrode de ouderere, kannunnik van Sint-Jan, een rente van 1 muid spelt die hij had op een bunder grond voor Lixhe, hoogte van Nivelle en la Vallée.
1575 :Voor de schepenen van Luik, Jeanne, echtgenote van Dries Gentis, in naam van haar man, en Jean Lambert van Tiége, bevestigen hun accoord van 1571 betreffende een rente van 350 luikse florijnen gehypotheceerd te Nivelle-sur-Meuse.

Noville

1271 :Voor het allodiaal hof van Luik, legateert dame Catherine, weduwe van Guillaume le Rode, ridder, haar tienden van Noville aan haar kinderen Wery, Jean en Jutte, die het vervolgens overdragen aan de abdij van Val-Benoit.
1292 :Voor het allodiaal hof van Luik, Marie, weduwe van Ameil gezegd Melar de Noville, draagt over aan haar kinderen 42 roeden grond gelegen tussen Roloux en Noville. De kinderen verkopen ze aan Colin Maillard van de Sauveniere, nadien hernemen ze deze van hem tegen 6 vaten spelt rente per jaar.
1295 :Het allodiaal hof te Luik laat weten dat dame Maron de Novilhe, gezegd de Floxhe, heeft getransporteerd aan haar kinderen: Libert, Piron, Melon, Bodechon, Hanes, Rigous, Maron en Ailid, 18 roeden grond gelegen te Noville. Deze kinderen geven hun deel aan hun broer Libert.
1295 :De Officiaal van Luik laat weten dat Libert de Noville en Renier de Clerc, z’n broer, zoon van wijlen Amel gezegd Melair de Noville, Marie de Noville, hun moeder, Jean gezegd Hannair, zoon van Libert de Noville, en Baudouin de bakker, gezegd de Noville, burger van Luik, hebben verkocht aan de kerk van Heilig Kruis 18 roeden grond gelegen te Noville.
1301 :het allodiaal hof te Luik laat weten dat sire Jean, priester, en Renkin, z’n broer, zoon van Bodon de Rolloux, hebben getransporteerd aan het kapittel Heilig Kruis, vertegenwoordigd door kannunnik Robert de Lmont, een bunder allodiale grond, gelegen tussen Rolloux en Noville, naar Fexhe-le-Haut-Clocher toe.
1301 :Het kapittel van Saint-Lambert laat weten dat voor Pierre d’Awans, notaris, Jean de Roloux, kapelaan in de kerk Saint-Denis en Renekin, z’n broer, erkennen te hebben verkocht aan het kapittel Heilig Kruisdrie bonder en drie roeden grond gelegen tussen Roloux en Noville, op deplaats gezegd “à Riweal”.
1304 :Voor het allodiaal hof van Luik, dragen de kinderen van Collin Malhar over aan de abdij van Val Benoit 4 vaten spelt per jaar op de gronden gelegen te Noville.
1307 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Ameil de Hognoul, Jean de Liers en de kinderen van wijlen Collin Malhars heeben overgedragen aan de abdij Val Benoit voor “la pitance” van hun zus Marguerite, religieuse van Val Benoit, een jaarlijkse rente van 2 vaten spelt op gronden gelegen te Noville.
1309 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Helwide, vrouw van Guillaume le Vieux, mayeur van Noville, heeft verheft de allodiale gronden die haar toevallen langs de kant van haar ouders.
1351 :De minister van het huis van Lerinnes ontvangt de verheffing van het kapittel van de kerk van Sint-Lambert voor gronden gelegen te Noville (“trois bonire alle Spinne et vint et deus vergees grandes sor la voie de Noville et de Geneffe”).
1397 :De maire en de schepenen van Roloux laten weten dat Jean de Waroux, verblijvende te Hollognes-aux-Pierres, heeft overgedragen aan Stassar de Noville, 17 grote roeden grond, gelegen te Noville “entre dois sainsons”, op de plaats gezegd alle Bruwier, tussen de gronden van de abdij van Saint-Gilles en de heer van Momalle.
1429 :Voor de leenmannen van Guillaume de Laveur, verblijvende te Momelette, Humbert Corbeal van Hognoul verkoopt aan het beneficie gesticht te Sint-Lambert door Arnold Buck van ’s Hertogenbosch, 4 roeden grond gelegen te Noville.
1615 :Voor de schepenen van Luik verkoopt Piron Petitjean van Momalle, echtgenoot van Catherine, dochter van wijlen Rigaud de Lantin, aan Gilles Pickar een grond gelegen te Noville, op het veld “du thier d’Orviller”, en geeft aan hem als waarborg een andere grond gelegen te Momalle, renende aan Florent d’Argenteau, heer van deze plaats.
1616 :De voorzitter en raadgevers van de “chambre des comptes de l’eveque” van Luik laten weten dat de omvang van de heerlijkheid van Noville of La Vallée, gegeven in leen aan Crispin Masilhon, doctor in de rechten, voogd van deze localiteit.

Oborne

1459 :Opmeting en afbakening van de gronden van Oborne, gedaan op vraag van de schepenen van het kapittel van Sint-Lambert, een vonnis uitgesproken ten voordele van het kapittel van Sint-Lambert, dat van Simon Hardi een rente van 7 ½ kapoenen eiste op goederen gelegen te Oborne.
1501 :Jean Collaer de Boelh, maire van het hof van de leenmannen van Gerard Hardy, verblijvende te Cheratte, geeft in pacht voor het gezegde hof aan Guillaume Caber twee weide gelegen te Oborne.
1502 :Voor het gezworen hof van de “Chambre”, verkoopt het kapittel van Sint-Lambert, vertegenwoordigd door de kannunniken Simon de Juliaco en Jean de Tornaco, prvoosten, de éne van Fosses en de andere van Saint-Denis aan Guillaume, zoon van wijlen Arnoul de molenaar van Emal, de molen van Oborne-sur-Geer.

Odeur

1307 :Vriendelijk accoord tussen Marguerite, abdis en het klooster Herckenrode, enerzijds en Eustache ly Franc homme anderzijds betreffende de tienden van Odeur in Haspengouw, gehouden in leen van Jean de Grules, ridder.
1311 :De Officiaal te Luik laat weten dat voor Lambert de Lens, clerc, notaris van het hof te Luik, messire Libert de Villers-l’Eveque, ridder, heeft getransporteerd aan Renard de Blarey, kannunnik van Heilig Kruis, vertegenwoordigd monseigneur Gerlac, kannunnik en koorheer van dezelfde kerk, gronden gelegen te Odeur, op de plaatsen gezegd Cornuchamps, Liboulfose etc.
1324 :Marguerite de Steyne, abdis en heel het klooster Herckenrode, willende hun schulden te betalen, verkopen aan Jean de Flémalle, schepen van Luik, zoon van wijlen Henri le Damoiseau, een jaarlijkse en eeuwigdurende rente van 66 vaten spelt die de erfgenamen van wijlen Eustache le Franchomme van Hognoul moeten aan de abdij van Herckenrode op de tiende van Odeur.
1329 :Eustache de Hamal, heer van Othée, ridder, laat weten dat Henri, zoon van wijlen de schepen van Luik Jean de Flémalle, vergezeld van zijn neef, en voogd Jan, zoon van Henri de Lavoir, heeft bij erfopvolging van zijn vader, een leen verheft dat hij bezat te Odeur.
1340 :Voor de maire en de schepenen van Odeur bij Villers-l’Eveque, laat Libert de Villers, heer van gezegde Odeur en ridder, verminderen 2 bunder grond wegens gebrek “de crenée”, cijns voor de kerkfabriek van Sint-Lambert die de beweringen van de heer betwisten.
1340 :De Officiaal te Luik noteert dat in aanwezigheid van Walter de Auble, notaris van de Officialiteit, Libertus, zoon van Libertus Labalstrire, van Villers-l’Eveque, heeft erkend voor het hoge hof te Odeur en het hof van de leenmannen van de commanderij van Chantraine, zetelend op dezelfde plaats dat hij aan het kapitten Sint-Jan 3 vaten spelt rente moet verbonden aan 8 roeden grond, gelegen te Odeur, in de plaats Venresch en op de helft van het huis van Arnoldus, zoon van Gilardus van Odoyr.
1351 :Een twist tussen het kapittel van Heilig Kruis enerzijds, sires Lambert de Kemexhe en Raes, en de abdij van Saint-Laurent, anderzijds, betreffende de tiende over een schapenstal, tussen Odeur en Crisnée, degetuigen te weten Libert Borars, Gilles en Colard, z’n zonen, Gilles le Berger en sire Philippe, pastoor van Crisnée, verklaren dat dit tiende behoort aan het kapittel van Heilig Kruis.
1358 :Jean de Hollogne, echtgenoot van Maroie, dochter van wijlen monseigneur Libert de Villers l’Eveque, ridder, staat af, voor het gezworen hof Heilig Kruis, aan Arnold, zoon van ridder Libert, zekere gronden gelegen te Odeur.
1359 :Het hoge hof van Odeur (maire: Estas, zoon van Libier de Villeir, ridder), laat weten dat het kapittel van Sint-Jan en Giles Polarde, heer van Odeur, in geschil waren: Giles hield vol dat het kapittel hem 5 sous per bunder moest; het kapittel hield vol een rente van 18 sous te moeten voor al de bezittingen. Het hof geeft de heer gelijk, maar op verzoek van z’n vader, Johan Polarde, gat hij accoord met 18 voor alles.
1363 :De officiaal van het hof van Luik laat weten dat Herman Dodeur, jonker, in pacht heeft genomen voor 12 jaar van de collegiale van Heilige Martin, ongeveer 24 bunder grond te Odeur.
1364 :Gilles Polarde, schildknaap, heer, en de schepenen van Odeur les-Villers-l’Eveque laten weten dat dame Isabelle, weduwe van Fastré Raverdit, burger te Luik,heeft getransporteerd aan Henri Baré, kannunnik van Heilig Kruis, z’n broer, 5 morgen grond te Liboufosseit achter Odeur.
1368 :Henri Baré, kannunik van het Heilig Kruis, met medeweten van Colair Borar van Odeur, geeft aan Colinet van Herstal le corduanier, een grond gelegen te Odeur, op de plaats gezegd Libofosseit.
1370 :de schepenen van Odeur bij Villers-l’Evêque laten weten dat Thiri Cornars van Othée heeft gegeven in huur aan Denis van Othée, deken van Heilig Kruis, 17 roeden grond gelegen op het territorium van Odeur.
1373 :Herman de Streel ontvangt, van het gezworen hof Heilig Kruis, de investituur van gronden gelegen te Odeur, in uitvoering van het testament van wijlen Arnoul de Villers, schildknaap; dit legaat werd geattesteerd door Jean Sapin, pastoor te Villers-l’Evecque en sire Nicole, kapelaan van dezelfde kerk.
1376 :De schepenen van Odeur bij Villers l’Evêque laten weten dat messire Denis van Othée, deken van het Heilig Kruis, heeft getransporteerd aan het kapittel Heilig Kruis, vertegenwoordigt door kannunik Jean Hochet, een grond gelegen te Odeur.
1376 :Voor de maire en de schepenen van Odeur bij Villers-l’Evêque Marguerite en Marie, dochters van Jean Floven, transporteren aan Denis van Othée deken van het Heilig Kruis, een grond gelegen “sour les Mairlierz”, op de weg die gaat van Naveroule naar Rutten.
1376 :Het kapittel van Heilig Kruis geeft in pacht, voor het gezworen hof, aan Gilles Polarde, als mambour van zijn vrouw, uitvoerster van het testament van Arnoul, zoon van wijlen Libert de Villers l’Evêque, ridder, goederen gelegen te Odeur.
1387 :Jean le Foyment, van Montegnée, laat weten dat, voor zijn leenmannen, hij heeft overgedragen aan Arnoul de Hollogne, een rente van 3vaten spelt, bezwaard op een bunder grond te Odeur.
1389 :Op verzoek van Godefroid de Bastogne, Symon de Haseur en Johan Galli, priesters, kapelaans van Sint-Jan, het hof van Saint-Servais van Maastricht te Odeur constateert per akte dat de testamentaire uitvoerders van wijlen Libiers de Strailes hebben getransporteerd aan de kunnunniken, priesters en kapelanen van Sint-Jan, 9 morgenland te Odeur voor de stichting van een dagelijkse mis aan het altaar van Sint-Jan Baptist.
1392 :Eustache de Soyes, jonker, heer van Othée, laat weten dat voor hem en zijn leenmannen, Baudouin, zoon van wijlen Humbert Corbeal de Hognoul, jonker en schepen van Luik, heeft overgedragen aan Wathier Biertes van Slins, luiks burger, en aan Marie Paske van Horion, zijn vrouw, de helft van de tienden van Odeur, waarvan Jean Franchons de Hognoul, jonker, oom van Baudouin de ander helft bezat.
1405 :Ameil Bareit (Baré) de Streel, heer van Othée, baljuw van Haspengouw, ridder, laat weten dat, voor zijn leenmannen, Ghis de Slins, verblijvende sur le Pont-d’Ile, te Luik, heeft verheft, bij opvolging van wijlen Wathier Bierte van Slins, zijn vader, de helft van de tienden van Odeur in Haspengouw, welke nu gehouden werden door Baudouin, zoon van wijlen Humbert Corbeal de Hognoul, jonker en schepen van Luik. Leenmannen: Gilles de Biernart, Guillaume de Lavoir, Conrard de Biernawe, zoon van Alexander de Lardier, Servais delle Vauls van Othée, Henry Monfran van Lauw, en Willemot (Guillaume) natuurlijk broer van de heer van Othée.
1411 :Het hof van Odeur laat weten dat Johans Hanebiert heeft getransporteerd aan Lowis de Crennewiche, kapelaan van Sint-Jan, een grond gelegen te Odeur, op de plaats gezegd “a Rywaul”.
1412 :Voor het gezwoeren hof van de goederen afhangende van de kerk van Odeur dragen dame Ide, weduwe van Daniel Wilheame en Stassar Dame Ide, haar zoon, over aan de kannunniken van Saint-Materne een huis gelegen te Odeur.
1414 :Het hof van Odeur, op verzoek van Wathir de Hexhe, kapelaan van Sint-Jan, constateert bij brief dat de kapelanen van Sint-Jan, een bunder grond te Odeur gekregen hebben, in twee stukken, beslag gelegd op Johan Gilot.
1419 :Jacques Werxheal, pastoor van Saint-Servais te Luik, verheft van het altaar SS.Bernard, Jérome en Aghisse, waarvan Louis de Crenwick rector is, een huis en een grond te Odeur.
1422 :Het hof van Odeur laat weten dat op verzoek van Lowy de Crenwycke, kapelaan van Sint-Jan, het is overgegaan tot deprocedure van opmeting van twee stukken land behorende tot Sint-Jan.
1423:Louis de Crenwyc, kapelaan van Sint-Jan, laat weten dat voor hem en z’n leenmannen, Johans Heubier, van Odeur, heeft laten verheffen door z’n natuurlijke zoon Fastré, drie stukken grond, gelegen te Odeur (a riwal desous le vilhe) en te Herstappe (op de steenweg van Tongeren naar Hoei).
1433 :Het leenhof van Sint-Jan laat weten dat in uitvoering van het testament van Lambert de Beyche, priester van Sint-Jan, Katerine, gezegd Lynet de Grasce, en haar minderjarige dochter Paket in bezit gesteld zijn van 12 roeden grond gelegen tussen Odeur en Herstappe “sous le voie de Chalvauz” tegen betaling van cijnsen.
1439 :Voor het gezworen hof van de hospitaalridders van Haneffe te Odeur in Haspengouw, verheft Jean Bofis, kapelaan, vertegenwoordigend de begunstigden van Sint-Lambert, een half bunder grond.
1439 :Voor het gezworen hof van de hospitaalridders van Haneffe te Odeur, verheffen de kerkfabriek en de begunstigden van Sint-Lambert verschillende stukken grond.
1441 :Het hof van Odeur laat weten dat Lowy de Crenwic, kapelaan van Sint-Jan heeft getransporteerd aan het kapittel 5 morgen grond te Odeur (plaats gezegd a Riwa), ten voordele van de marguillier die elke dag het Ave Maria belt ’s morgens en ’s avonds.
1457 :Jean, heer van Odeur, na verklaard te hebben voor het Allodiaal hof van Luik, in alleu te houden van dit hof verschillende gronden gelegen te Odeur, draagt ze over in eigendom aan de collegiale Sint-Martin, vertegenwoordigd door Jean de Harzee, kannunnik van deze kerk.
1507 :Voor het feodaal hof van de heerlijkheid van Othée behorende tot Eustache de Streel, jonker, doet André de Wihogne, heer van Velroux, schepen van Luik, “en acquitant Johannes de Welinnes en Johan Darmont jadit, en accomplissant certain traictiet...” overdracht samen met het kapittel van Sint-Lambert, “a cause delle verge de grand fiefs de monseigneur le costre de Liège”, aan het rekenhof van de jaargetijden van de kathedraal 17,5 vaten spelt rente gehypotheceerd op de helft van de tienden van Odeur in Haspengouw.
1513 :De schepenen van Luik laten weten dat Gerar Cawillot de Fockan, pastoor van Hour in de Famenne, heeft afgestaan aan Henri de Warpen, kapelaan van Sint-Jan, meedere stukken grond gelegen te Odeur (gezegde plaatsen: derriere les hayes d’Odeur, sur lethier de Fechier, à Libofosseit ou Croisette, en fons de Kemexhe. Deze goederen werden gelegateerd aan de kapelanen van Sint-Jan voor de dotatie van de gestichte missen door Henri de Warpen).
1534 :De schepenen van Luik laten weten dat Jehan de Beamont, kapelaan van Sint-Jan, heeft verkocht, voor 600 florijnen, aan Johan de Tournay, kannunnik van dezelfde kerk, 12 muid spelt rente. Als garantie geeft hij 8 muid spelt op goederen te Odeur. In 1565, laat het kapittel beslag leggen op deze goederen te Odeur.
1534 :De schepenen van Luik laten weten dat Henri de Warpen, kannunnik van Sint-Jan, heeft gegeven om van hem te pachten aan Johan, zoon van wijlen Masset, van Odeur, tegen betaling van 12 muid, 3 setier jaarlijkse cijns in spelt, 4 bunder en 9 roeden grond te Odeur.
1539 :Het hof van Odeur laat weten dat, op verzoek van Johan de Malle, kapelaan van Sint-Jan, ze hebben afgepaald een grond van 22 roeden groot en 15.5 kleine roeden, behorende tot de helft van de verzoeker en aan het luminaire van Sint-Jan.
1552 :Het hof van Odeur laat weten per acte, op verzoek van Lambert Hoocht, kannunnik van Sint-Jan, dat het kapittel heeft doen verheffen verschillende stukken grond die hem toebehoorden, gelegen te Odeur op volgende plaatsen: sur let hier de Chervoux, alle chaulchie, en Challevaulz, aux hayes d’Odeur, en fond de Kemexhe, en Lawiches, sur let hier de Flechier, sur le Tiege, en Werixhas.
1555 :Het hof van Odeur laat weten dat Simon Jadoul heeft erkend dat een half-morgen grond die hij houdt te Odeur, op de plaats en Challeraulx, de eigendom is van het kapittel van Sint-Jan.
1558 :De schepenen van Luik laten weten datGielet Lowet, verblijvende te Oreye, bevestigt een rente van 2 vaten spelt ten voordele van het kapittel van Sint-Jan en geeft als hypotheek 2/4 van een huis, gelegen te Odeur, hebben toebehoord aan z’n schoonvader, wijlen Symon Jadoulle, en een rente die aan hem verschuldigd is te Oreye.
1565 :Het hof van Odeur laat weten dat Gilet Melotte, van Oreye, Jean en Rigal Bodechon, schoonbroers, vertegenwoordigers van wijlen Simon Jadoulle, hebben verhefd van het altaar van Saint-Jerome en Agnes, in de kerk van Sint-Jan, het huis dat heeft toebehoord aan gezegde Jadoulle, te Odeur.
1578 :De schepenen van Luik laten weten dat Gheurt Kesselt, kannunnik van Sint-Jan, testamentair uitvoerder van wijlen Godefroid Offerman, deken van Sint-Jan, heeft gegeven aan het kapittel, in uitvoering van het testament van de overledene en voor een jaargetijde te stichten, 22 vaten rente spelt, te weten: 8 vaten die Godefroid Offerman heeft verworven, in drie keer op de goederen van Jehan Bodechon, te Odeur en Crisnée; 6 vaten die hij heeft verworven in twee keer op de goederen van Wathier Jamar, te Emael; 4 vaten die hij heeft verworven op goederen van Stassinet van Odeur, de jonge, onder andere een rente te Ferme; 4 vaten die hij heeft verworven van Libert le Caene, van Jemeppe, burger van Luik, op zijn goederen te Geneffe.
1578 :Voor het gezworen hof van de “Chambre” verheft Simon Jadoul gronden gelegen te Odeur.
1663 :Voor het hof van Odeur verheft het kerkfabriek van Sint-Lambert van Henri, baron van Berlaymont, kannunnik–terfoncier, als voogd van Florent-Henri, baron van Berlaymont, heer van gezegde Odeur, 2 bunder grond te Naveroulle.

Oleye

1322 :Jean, abt van Val-Saint-Lambert, laat weten dat hij heeft verkocht aan de abdij Val Benoit, 27 grote roeden en vijf kleine gelegen te Oleye.
1345 :De maire en de schepenen van Oleye laten weten dat Stasse, priester, zoon van Stasse van Oleye, heeft overgedragen aan Jean Mangneies, le flokenier van Saint-Lambert fontaine, burger van Luik: 1° een hof, huis, tuin en aanhorigheden gelegen te Oleye, dichtbij Jean Vairinck en tegen de brouwerij van Oleye, voor een rente van 17 setiers spelt; 2 ° een ander hof, huis, tuin en aanhorigheden gelegen te Oleye “deleis le pont et deleis Gere”, voor een rente van 3 oude gros tournois en 4 kapoenen.
1345 :Isabelle d’Oleye staat af aan haar schoonbroer Pierre gronden gelegen te Oleye op dewelke de abdij van Val-Benoit enkele cijns optrekt.
1372 :Het hof van leenmannen van Saint-Denis, te Oleye, laat weten dat Amel de Mouhin, schepen van Waremme, gronden gelegen te Oleye overdraagt aan het broederschap van “renteis” van Sint-Lambert.
1451 :Voor het allodiaal hof van Luik, stemmen Marie de Laminne, weduwe van Philippe, bastaard van Namen, Adam de Berghes, echtgenoot van Catherine en Jeanne, deze 2 laatsten dochters van eerste comparante, toe dat 60 vaten verkocht aan het kapittel Sint-Lambert door Philippe de Namur, hun zoon en broer, op de heerleijkheid van Oleye en Grand-Axhe, worden beschouwd als hypotheek voorafgaand aan schenkingen van 100 vaten op dezelfde heerlijkheid, door dezelfde bastaard van Namen, ten voordele van Jeanne, zijn dochter.
1452 :Voor de schepenen van Luik, geeft Philippe de Namur, wettige zoon van Philippe, bastaard van Namen, aan het kapittel van Sint-Lambert een rente van 60 vaten op de heerlijkheid Oleye en Grand-Axhe.
1452 :Voor het allodiaal hof van Luik, doet Philippe de Namur een verheffing van de heerlijkheid Oleye en Grand-Axhe en onterft zichzelf ten voordele van het kapittel.
1453 :Voor het gezworen hof van de “Chambre”, geeft het kapittel van Sint-Lambert de goederen van Bolsée in leen aan Jean de Vervier, wijnhandelaar, burger van Luik, tegen betaling van 100 vaten rente spelt, en 1500 griffoenen, die nodig zojn om 60 vaten rente te verwerven op de heerlijkheid Oleye ne Grand-Axhe, voor de erfgenamen van wijlen Philippe, bastaard van Namen.
1455 :Jean, natuurlijke zoon van Jean d’Oley, draagt over voor de mayeur en schepenen van Oleye aan de kerken van Sint-Martin en St Pierre te Luik, één bunder renende aan de weg die gaat van Oley naar Mouhin. Dit bunder behoorde aan z’n moeder Cecile de Bettincourt, die het ontvangen had als bruidschat van haar vader, Noël.
1470 :De maire en de schepenen van Oleye laten weten dat Rause de Waroux, heer van Voroux en de lenen van Waroux, ridder, en Guillaume de Waroux, ziijn zoon, die het beslag op de heerlijkheid van Oleye hebben verworven, hebben toegelaten aan het kapittel van Sint-Lambert het beslag te zuiveren, tegen de betaling van de renten en cijnsen waarmee deze grond belast werd.
1473 :Voor het allodiaal hof van Luik, dragen Urbain de Villers, echtgenoot van de weduwe van Jean de Falloize, en Jean de Falloize de jonge over aan Johannes de Wellinez, klerk, 7 vaten en 10 setiers spelt rente gehypotheceerd op de heerlijkheden Oleye en Grand-Axhe.
1476 :Voor het allodiaal hof van Luik, draagt Johannes de Wellinnes, klerk, over aan het kapittel van Sint-Lambert 7 vaten en zes setiers rente gehypotheceerd op de heerlijkheden Oleye en Grand-Axhe.
1501 :Cloes de Mouhin draagt over voornhet hof van Oleye aan Godefrin Sors, brouwer, verblijvende te Waremme, de eigendom van 1 bunder grond, in twee delen gelegen te Oleye.
1509 :Het hof van Oleye staat toe aan Arnold Cleyn, handelend voor het kapittel Sint-Martin en Saint-Pierre, de inbezitneming van 28 grote roeden gelegen onder de jurisdictie van voornoemd hof.
1509 :Marie, weduwe van Cloes de Mouhin, en Louis Stasse, zijn voogd, staan af, voor het hof van Oleye, aan de collegialen Sint-Martin en Saint-Pierre, zzn bunder grond gelegen onder de jurisdictie van voornoemd hof.
1518 :Vonnis van de schepenen van Luik, in de zaak Jean, heer van Modave, tegen het kapittel Sint-Lambert betreffende de zuivering van een beslag genomen door gezegd kapittel op de heerlijkheden van Oleye en Grand-Axhe. Men vermeldt, als vorige eigenaars Philippe de Namur, heer van Dhuy, Martin de Sorinnes, Jean de Modave en Marie de Sorinnes, zijn vrouw.
1555 :Agnes de Warfusée, douariere van Waroux, verklaart te hebben ontvangen van Jean Bailge, ontvanger van het kapittel van Sint-Lambert, 157 vaten en 2 “tierces” spelt, te moeten wegens een toekenning gedaan aan de abdij van Val-Benoît. De rente was gehypotheceerd op de heerlijkheid van Oleye en Grand-Axhe.
1593 :Voor het gezworen hof van de “Chambre” geeft Jean Germain, kannunnik van Saint-Materne, met de macht bekleed door Guillaume de Berghes, deken van Sint-Lambert, aan het kapittenl van de Kathedraal terug een som van 300 brabantse florijnen om te dienen ter restauratie van de molen van Oleye, vernietigd door de Spanjaarden.

Once (-sur-Geer)

1587 :Voor de maire en de schepenen van Houtain-Saint-Simeon en Once-sur-Geer, verkoopt Jean, zoon van wijlen Jean Thiry gezegd Jowea aan de begunstigden van de kathedraal een rente van 2 vaten spelt, op een kapitaal van 200 luikse florijnen, gehypotheceerd op een huis gelegen te Once.

Oreye

1298 :Hugues, bisschop van Luik, laat weten dat de drie dochters van wijlen Renier de Lexhy, begijnen, aan hem hebben afgestaan voor een erfrente, de goederen die ze bezaten te Oreye, en de jurisdictie op de helft van het dorp.
1306 :Brieven van de officiaal van Luik laten weten dat in aanwezigheid van Henri, gezegd van St Croix, notaris van het hof van Luik, dat hij eiste dat aanwezig zijn, Wery gezegd de Valle van Oreye en Marie de Odeur, zijn vrouw, enerzijds en Jehan de Momalle, kapelaan van de kerk St Martin en Mont, met Guillaume gezegd de Bergowe, mayeur van gezegde kerk te Horpmaal, anderzijds, deze erkenden voor het hof dat de abt van St Truiden in het dorp Oreye heeft, ze verkochten een genoemde kapittel gronden gelegen te Grandville, onder de jurisdictie van genoemde abt.
1333 :De officiaal van Luik laat weten dat voor Guillaume Egidii Cornuti, keizerlijk notaris en van het hof van Luik, Robin (Robert) de Millen, zoon van wijlen Eustache de Castro, heeft verkocht aan de collegiale van Heilige Martin, 4 bunder en half, waarvan een deel in de velden van Oreye, onder de jurisdictie van Jean de Fexhe, ridder, een ander deel in dezelfde velden onder jurisdictie van het hof van Jean de Clebanne, jonker, en een deel onder de jurisdictie van het hof van Oborne.
1432 :De maire en schepenen van Oreye, op vraag van Thiry, zoon van Anthoine de Kaneal, vertegenwoordigend de begunstigden van Sint-Lambert, geven een akte betreffende de bezittingen te Oreye van vermelde begunstigden.
1440 :Voor de leenmannen van het gezworen hof gezegd “de la Table”, in de kathedraal van Luik, verheffen de begunstigden van dezelfde kerk een grond gelegen op het territorium van Fize en Oreye, op de plaats gezegd “Thirichasteal”, op de veldweg van Rummen.
1546 :Voor de schepenen van Luik verkoopt Guillaume Hannozet van Oreye aan Herman de Horion, kannunnik van Sint-Lambert, 80 keizerlijke gouden carolus florijnen rente op een huis en gronden gelegen te Oreye.

Othée

1204 :De prevoost en het kapittel van de kerk Heilige Martin laten weten dat Lambert en Godefroid, broers, en Clamence hun nicht, hebben afgestaan aan de luminaire van deze kerk, 2 deniers cijns te betalen op 3 bunder en 12 roeden grond te Othée, wat ze vroeger verworven hadden van Herman de Velroux.
1216 :Arnoul, heer van Elsloo, geeft aan de abdij van Robermont 14 bunder grond gelegen te Othée.
1302 :De abt van Clervaux keurt de ruil van goederen te Othee, Omalle en Ramillies goed, tussen het kapitten van Sint-Lambert en de abdij van Villers.
1341 :Voor het hof van Othée, Eustasses de Hamale, heer van Othée, verkoopt aan het kapittel van Sint-Jan (vertegenwoordigd door de kannunniken Pieres de Frelues en Colars Grenirs), 8 vaten en 1 setier spelt renten, aan de prijs van 15 kleine Florijnse florijnen het vat. Betrekking op volgende plaatsen: desur les preits, a chesteal, en Bolennes, al voye de Tongres, assez pres delle crois, al voye de Fecherule).
1349 :Eustache de Hamal, ridder, laat weten nadat hij de tienden van Othée uit zijn feodaal hof heeft genomen, Henri de Flemalle dit heeft overgedragen aan het kapittel van de kerk Sint-Lambert.
1351 :Eustache de Hamalle, heer van Othée, ridder, verklaart dat hij aan de abdij Val-Benoit een jaarlijkse cijns van 40 sous moet.
1357 :Het schepenhof van Othée laat weten dat Henri d’Anthisnes, burger van Luik, overdraagt aan Lambert Malart, zijn schoonbroer, gronden gelegen te Othée.
1362 :Het kapitten van Sint-Jan laat weten dat Nicolaus Grenerii, kannunnik, heeft gegeven volgende goederen (vruchtgebruikvoor hem houdende: 48 roden op de plaats gezegd: alle monteye de teire de Gelres; 32 roeden op de plaats gezegd: vis paseal qui va d’Othey à Harstaples; 10 roeden sour la voie delle Wege; 30 roeden el champeigne de Riwechon.
1377 :Dom Pierre de Causter, proost van de kerk Saint-Leonard, lez-Liege, laat weten dat, voor hem en z’n gezworen hof van Luik, messire Jean le Beaul, ridder, en Gilles, z’n broer, kannunik van Saint-Martin, hebben getransporteerd aan het kapittel Heilig Kruis, vertegenwoordigd door kannunnik Mathias de Lewis, een huis te Othée.
1411 :Voor het hof van Othée, Lovy de Crenewye, kapelaan van Sint-Jan, verheft gronden, cijns en renten van het kapittel te Othée (plaatsen zijn Hameleisvals, la vie de Fecheroir, en Beyes, cortil del Porte, en Eghinhay, a cour de Froymont, le riwal deNaverol, a Fraineal etc).
1416 :Adam de Mont, klerk en ontvanger van de kerk collegiale Heilige Martin te Luik, handelend voor deze, voor Libert de Strailes, voor Catherine, weduwe van Radult de Strailles en voor de leenmannen, verheft 17 grote roeden renende aan de lenen van Ameil de Strailles, heer van Othée, ridder en aan Wilheaume Baré, natuurlijk broer van gezegde Ameil.
1421 :Hubin de Hosden, baljuw van Moha, echtgenoot van Jeanne, weduwe van Servais delle Vauls van Othée, erkent te moeten aan het kapitten Heilige Martin, vertegenwoordigd door Jean Libier van Vierme, een rente van 3 vaten spelt gehupotheceerd op 2 bunder gelegen onder de jurisdictie van Othée.
1437 :De schepenen van Othée verklaren dat Jean Pirlin, als erfgenaam van Agnes van Vreren, zijn grootmoeder, beslag gelegd heeft op de goederen van wijlen Guillaume van Vreren, vader van genoemde Agnes, wegens niet betaling van de rente.
1438 :Het hof van Othée laat weten dat Johan Perlin van Villers l’Eveque, zoon van wijlen Mathier, heeft getransporteerd aan Wilheame Gobair, brouwer, verblijvende in de brouwerij delle Hauste, tussen de 2 bruggen, te Luik, meerdere gronden gelegen te Othée en 2 renten op het huis genoemd delle Campine en op gronden gelegen te Othée, gezegd “a tyer de Naveroul; deseur de voie del Weige; a Froimont; en Hamelevauz; a la voie de Fecherou; a paseal de Xhendermaele; derier les freis; deseur les preis”.
1440 :De maire en de schepenen van Othée laten weten dat Gérard en Libert delle Ruwelle, kinderen van wijlen Gielet delle Ruwelle, hebben overgeheveld aan de kannunniken en kapelanen van de kerk St Pierre, vertegenwoordigd door Abraham, pastoor van Othée, een hof, tuin en aangelegenheden gelegen te Othée, renende aan de erfgenamen van Servais delle Vauz van Othée.
1444 :Voor de maire en de schepenen van Othée, draagt Raes de Ricke, kannunnik van Sint-Lambert, over aan de “Aumone” van de kathedraal, 4 vaten spelt rente gehypothekeerd op gronden gelegen te Othée, voor ze te gebruiken als betaling voor het dagelijks bellen van het Ave Maria in de kathedraal.
1450 :De maire en de schepenen van Othée laten weten dat Jean Poilhon, van de parochie Saint-Séverin, te Luik, door erving van Denis d’Othée, heeft getransporteerd aan Thomas de Heusier: 1° 8 grote roeden en 4 kleine gelegen op de plaats gezegd alle Chussavaie, renende aan de arme begijnen van St Christophe, aan Jean Coldra en aan Jean Daneauwe; 2° 2 grote roeden gelegen alle Tiermalle; 3° 4 grote roeden te Riwal de Villeir.
1454 :Voor de maire en de schepenen van Othée draagt Jean Pirlin van Villers-l’Eveque over aan de kannunniken van Saint-Materne een rente gehypotheceerd op de goederen van wijlen Guillaume de Frères.
1457 :Het hof van Othée laat weten dat Johan Lowy Wairan, burger van Luik, heeft verkocht aan het kapittel van Sint-Jan de helft van een rente van 13 vaten spelt en heeft daartegen over gesteld z’n goederen gelegen te Othée.
1477 :Het hoge hof van Othée laat weten dat Renir de Hollongne, kapelaan van Sint-Jan, heeft verheft in naam van de pastoor van Saint-Adalbert van Luik, 22 roeden grond op meerdere plaatsen te Othée: “en Bolleyne, derriere le corty Baré (Bareit), derriere les murs delle bata(ille)”.
1486 :Eustache de Streel, jonkheer, heer van Othée, laat weten dat voor zijn leenmannen Jeanne de Kerckem, weduwe van Jean Bolle, heer van Rijkel, Raes, Jean, Jeanne en Lisbeth, zijn kinderen, hebben toegewezen aan André de Wihogne, schepen van Luik, verscheidene goederen en renten als waarborg van een rente van 80 vaten verkocht aan gezegde André om te voldoen aan de schulden die gezegde Bolle had op de dag van zijn overlijden.
1505 :Het hof van Othée laat weten dat het kapittel van Sint-Jan heeft gegeven aan Collart delle Rualle een kleine weide gelegen te Othée tegen een jaarlijkse prijs van 10.
1505 :Brieven van het hoge hof van Othee in Haspengouw laten weten dat broeder Pierre, religieus van de orde van St Augustin en directeur van de religieuzen van Val-St-Lucie, bij St-Truiden, voor dewelke hij optreedt, heeft overgedragen aan het kapittel Sint-Martin en aan de pastorij van Horpmaal, vertegenwoordigd door Henri Ponders, ¼ van 6 bunder grond gelegen te Othee.
1530 :Het hof van Othée laat weten dat Johan Danneau heeft verkocht aan Johan Tournaco, kannunnik van Sint-Jan, een muid spelt rente op zijn goederen, namelijk op een half bunder grond te Othée, aan de weg naar Tongeren.
1531 :Het hof van Othée laat weten dat Piron le Parmentier van Juprelle heeft getransporteerd aan Johan Tournaco, kannunniik van Sint-Jan en pastoor van Othée, 1 muid spelt rente die Johan Danneau hem moest op z’n huis, gelegen te Othée op de plaats “en Froimont”.
1532 :Voor de maire en de schepenen van Othée, verkoopt Thiri Rixtel, kannunnik van “la petite Table”, aan de “Aumone” van de kathedraal, vertegenwoordigd door Jean Pesteau, kannunnik van Saint-Materne, 2 vaten spelt rente.
1552 :Het hof van Dame Marguerite de Housdain, te Othée, laat weten dat Johan Fabry, commissaris van de stad Luik en testamentair uitvoerder van wijlen Johan de Tornaco, kannunnik van Sint-Jan, heeft getransporteerd aan de kapelanen een rente van 2 vaten spelt, hun gelegateerd door de overledene tot het stichten van een jaargetijde, op al z’n goederen, onder andere op een huis gelegen in Froidmont.
1558 :Het hof van Othée laat weten dat de testamentaire uitvoerders van wijlen Tilman de Herkenrode hebben getransporteerd, in uitvoering van het testament van de overledene, een rente van 19 vaten 2 setiers spelt op goederen te Othée aan het kapittel van Sint-Jan de kapelanen.
1573 :Verdeling van de goederen van Renier Wilhemote, gelegen te Othée.
1578 :Akte voor het hof van Othee, bij dewelke Libert Lanaken, in zijn hoedanigheid van ontvanger van de collegiale Sint-Martin, overdraagt aan Servais de Soiron, 2 bunder gelegen te Othee, die hij in beslag had laten nemmen wegens niet-betaling van een rente van 3 vaten spelt.
1603 :Voor het hof van Othée, stellen de kapelanen, die beslag legden in 1602 op de goederen van Willem le Germea gelegen te Othée (une maison, en lieu dit en Mont; des terres en lieux dits à Thier de Dammevaux, derrière l’abbie, à passea de la tombe) beslag, en stelden in hun rechten de latere schuldeisers: Gilles Batta, pastoor van Othée; Henri Minasse, Mathieu de Bassenge en anderen.
1621 :Verdeling van de goederen van wijlen Collin Husson, gezegd Drisket, gelegen te Othée.
1679 :Anna-Hermelindis de Courtjoie de Grace, weduwe van Carolus-Artus a Marka, in leen verhefd door de bisschop van Luik, het kasteel, het hof, de molen, de brouwerij en de allodiale gronden van Othée welke ze erfde van haar man en zoon. Deze goederen waren bezwaard met enkele lasten, onder andere ten voordele van de kerk van Sint-Jan.
1714 :Voor notaris Caverenne, het kapittel Heilig Kruis zuivert uit handen van kapittel Saint-Martin, een beslag op goederen gelegen te Othée.

Otrange

1395 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Arnoul, zoon van wijlen Guillaume Wilkar van Awans, man van Agnes, dochter van wijlen Guillaume gezegd le Moine van Crisnée, heeft verheft een bunder weide gelegen te Wouteringen, renende aan Jean de Horpmael; 3 grote roeden, renende aan de heer van Momalle en aan wérixhas; en een rente van 18 deniers en 4 kapoenen gehypotheceerd op het hof Hanke Lovar te Wouteringen.
1403 :Arnoul Wilkar van Awans, laat weten dat, voor z’n leenmanne, hij gegeven heeft om van men te houden, aan Jean Phelippe van Wouteringen, een bunder weide gelegen te Wouteringen, renende aan de Werixhas, aan de gronden van het altaar N.D. Saint-Pierre en Saint-Andre in de kerk van Saint-André, en aan Pierre de Corswarem.
1405 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Arnoul Wilhekar, zoon van wijlen Guillaume Wilhekar van Awans, heeft overgedragen aan Baudouin Boyleawe van Vreren, klerk, verblijvende in het klooster van Sint-Pieter, te Luik, een bunder weide gelegen te Wouteringen.
1492 :Voor de schepenen van het hof van het kapittel Saint-Denis “en le vaux” te Fize-le-Marsal, wijst Henri de Elsbrouck, heer van Otrange toe aan Piron Boylevin, gezegd de lakenhandelaar, burger van Luik, een rente van 1 vat spelt op de molen van Bockeamollin gelegen te Otrange.

Oupeye

1575 :Akte verleend door de maire en de schepenen van Oupeye en van Vivegnies, op verzoek van Francois Lhoest, mayeur van Beaurieux en van Bartelemeus le Maire, gezegd van Mollin, betreffende een weide in beslag genomen op 1553 door het kapittel van Sint-Lambert, op gronden gelegen te Oupeye.

Paifve

1237 :Het kapittel van Sint-Lambert laat weten dat de uitspraak door de scheidsrechters betreffende 3 bunder te Paifve, betwist tussen de keizerlijke kapelanen van deze kerk en Eustache, ridder van Paifve.
1329 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat de weduwe van Arnoul Bernier verdeelt tussen haar zonen gronden te Paifve en te Rocour.
1376 :Uitspraak door de deken van Saint-Martin, bewaarder van de rechten van de vaten spelt, de Paifve, weduwe van Godenul de Paifve, verbonden aan Raskin de Paifve alias de Waroux en Henri en Humbert kinderen van Wilmette, anderzijds, betreffende de tiende van schapen, lammeren en lakens komende van de “curia” van wijlen Godenul, gebouwd te Paifve, binnen de grenzen van de parochie Vreren.
1361 :De schepenbank van Nerem laat weten dat Guillaume de Scoenbeck, jonker, heeft overgedragen aan de aalmoezenier van de kerk Sint-Lambert 10 bunder gelegen te Paifve.
1362 :De mayeur en de schepenen van Nederheim (Nerem) laat weten dat Henri de Libinnes heeft overgedragen aan de broederschap van het oude kapittel van de kerk Sint-Lambert, een grond gelegen te Paifve. (negen morgenland “gisante en liew c’on dist ale Wierde a Peyves”).
1365 :De mayeur en de schepenen van Nerem laten weten dat Arnoul de Hautepenne, ridder, heeft verkocht aan het kapittel van de kerk Sint-Lambert gronden te Paifve en Nerem (3 bunder en 1 morgenland op kleine percelen).

Petit-Axhe

1411 :De maire en de schepenen van Grand-Axhe geven een akte betreffende goederen toebehorend aan het kapittel van Sint-Lambert en gelegen te Saive en Petit-Axhe. Er wordt melding gemaakt van Walter de Momalle, aartsdiaken van Hainaut, te Luik, en van Arnoul de Corswarem, natuurlijke zoon van wijlen Arnoul de Momalle, heer van Corswarem.

Pietersheim

1292 :Henri, ridder, heer van Pietersheim, verheft het domein van Pietersheim van Arnold, graaf van Loon.

Piringen

1318 :De Officiaal te Luik laat weten dat Libert Botair van Rutten en Catherine, z’n vrouw, hebben verkocht aan sire Baudouin de Mollins, kapelaan van Heilig Kruis, 7 vaten spelt rente gehypotheceerd op gronden gelegen te 1° Piringen, komende van het proosthof van Widooie; 2° tussen Repen en Vrij-Hern, “supra montem de Papenberghe”, komende van het hof van Riksingen; 3° op het terrtorium van de villa Stoke, tuussen Stoke en Spelebruke, komende van het hof van Hardelingen, dat is gesitueerd tussen Werm en Sint-Huibrechts-Hern.
1441 :Ghis Obrecht verheft een huis en enige gronden te Piringen.
1587 :Art. Voss, chirurg, bevestigt voor de schepenen van Luik, ten voordele van Bauduin del Haxhe een rente van 20 luikse florijnen gehypotheceerd op een huis te Glain parochie Ans, op 6 grote roeden gelegen te Piringen, op de plaats in ’t Mulken Velt, op 3 grote roeden aan Enden Houfft bos offt Heeren bos en op 3 grote roeden grond gelegen op de plaats genoemd in bynens dael.

Pousset

1309 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Jean Boileau van Mons en zijn zussen Jutte en Anne hebben overgedragen aan de abdij van Val Benoit allodiale gronden gelegen tussen Pousset en Limont.
1342 :De mayeur en de schepenen van het hof van Pousset laten weten dat Robert gezegd du Tier de Pousset heeft overgedragen aan Jacques gezegd Malchair, kannunnik van Saint-Materne, een huis gelegen te Pousset.
1354 :De maire en de schepenen van Pousset verklaren dat “Michiel zoon van wijlen dame Maheal de Puchey, maieur van Puchey” verkoopt aan het kapittel can Sint-Barthelemy een rente van 1 vat spelt wegende op het huis en hof van Wilhemotte dis le petit, Wilhemot fis Tranoilhie.
1374 :De schepenen van Hannut laten weten dat Hellin, zoon van Renson Colette, heeft verkocht aan het kapittel van de kerk Sint-Lambert een rente die gebonden is aan goederen gelegen te Poucet.
1377 :Het gezworen hof van de kerk Saint-Gilles lez-Liège te Noville lez-Fexhe laat weten dat Gilles de Serinechamps, kannunik van het Heilig Kruis heeft verheft, voor zijn kapittel gronden gelegen op de weg die gaat van Limont naar Pousset, komende van legaten aan de zeven collegialen van Luik door wijlen meester Gilles de Pousset, procureur bij het hof van Luik.
1397 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Rassekiens de Latines, zoon van wijlen Godefroid de Brivioule, heeft getransporteerd ann Rennekiens de Bethiencourt 25 roeden grond te nemen uit 3 bunder grond,die hij heeft te Pousset.
1441 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Werau de Liriwe, kannunnik van Saint-Croix, heeft getransporteerd aan het kapittel van Sint-Jan 25 roeden grond te Pousset, aan de weg gaande naar Hemricourt.
1452 :Voor de maire en de schepenen van Pousset verheft Jean Linard, kannunnik van Saint-Materne, in naam van zijn college, een weide gelegen te Pousset, renende aan “à cortil condist Cornewailhe”.
1452 :Voor de maire en de schepenen van Pousset verheffen de kannunniken van Saint-Materne een huis gelegen te Poussetn bewoond door Herwis de Bleret.
1462 :Het gezworen hof van Doeme de Romale, te Pousset, laat weten dat Pirlot, zoon van wijlen Pirlot de Blehen, heeft getransporteerd aan het kapittel van Sint-Jan 15 roeden grond te Pousset, op de plaats “sour le mont de Blehen” en een morgen land “a Gro Bonne”.
1469 :Voor de maire en de schepenen van Pousset, draagt Gielet Pierkin over aan Collar Odair, zijn schoonbroer, gronden gelegen aan de grote weg die gaat van Waremme naar Luik, aan de weg die gaat van Pouuset naar Bovenistier, etc.. Collar Odair geeft vervolgens deze gronden als waarborg aan het kapittel van Sint-Lambert voode terugname van de “cherwage” van Pousset en Faimes (Ferme) dat Robert de Ferme hield.
1470 :Voor de maire en de schepenen van Pousset, verheft messire Jean Drack, boekhouder van de kannunniken van “la Petite Table”, in naam van de begunstigden van Sint-Lambert, gronden gelegen op de plaatsen gezegd Géramont en Broslumont, renende aan de weg die gaat van Pousset naar Hemricourt. Maire: Collart Odair.
1472 :Stas de Fyez, in hoedanigheid van erfgenaam vruchtgebruik van zijn vrouw, dochter van Jean Gielet, van Momelette, verheft, voor de maire en de schepenen van Pousset, vruchtgebruik op 21 grote roeden te Faxhaul, tussen Pousset en Laminne, vervolgens staat hij het vruchtgebruik af aan Pierre, zijn zoon, en aan Jean, natuurlijk kind van Jean-Andre de Blehen, echtgenoot van de dochter van gezegde Stas, waarna Pierre en Jean deze 21 roeden overdragen aan Cloes (Nicoles) Brugarde van Oleye.
1481 :Jacques le Tixhon, weduwnaar van Clémence le Berwier, en Jean, zijn zzon, vertegenwoordigend wijlen Jacques Belle Armée, geven aan Johannes Rixtel, klerk, burger van Luik, twee huizen gelegen, de éné “en Souverain Pont” en de ander “en Gerardrie”, waar zich mooie huizen bevonden voor de Sac de Liege en twee bunder grond te Pousset, op de velden van Hemricourt.
1576 :De schepenen van Luik laten weten dat Johan Franckotte, van Pousset, heeft bepaald ten voordele van de kapelanen een rente van 1 vat spelt op z’n goederen (huis te Pousset, grond te Laminne).

Remicourt

1300 :Opsomming van goederen gelegen te Remicourt, Noville, Wonck en Hodeige gelegeerd aan het altaar van O.L.V in de kerk van de abdij, door Marie “li Larderesse”, religieuze van Val-Benoit.
1307 :De maire en de schepenen van Remicourt laten weten dat de tienden van 9 bunder 7 grote en een kleine roede te Remicourt, welke Robert de Hemricourt eertijds gegeven heeft aan de abdij van Val Benoit nog altijd de eigendom van deze abdij zijn.
1346 :Badelos de Remicourt herneemt in cijns gronden van de abdij Val-Benoit voor een huur van 12 jaar.
1348 :Jean Peulhe, vicaris van Remicourt, laat weten dat voor hem en de “masuiers” van het hof St Jean Baptiste van deze plaats, Antoine de Bussons van Laminne zich engageert te betalen jaarlijks aan Marguerite, weduwe van Badewin, broer van gezegde Antoine, 8 vaten en half spelt voor 2 stukken grond te Remicourt, vrij van lasten.
1349 :Henri, zoon van Damme Hasse de Geneffe, maire van het hof gezegd van St Jean Baptiste te Remicourt (Hemricourt), laat weten dat, voor hem en de leenmannen od “masuiers” van dit hof, zijn verschenen Antoine del Busson van Lamine, enerzijds, Magriet, weduwe van Baldewin, broer van Antoine, Johan de Skendremale (Xhendrmael), baljuw van Haspengouw, en Walter de Hautpenne, mambour van douaire van gzegde Magriet hebben overgedragen aan Antoine: 1e 35 grote roeden en 8,5 kleine roeden te Remicourt, kortbij de weg die gaat van Remicourt naar Lamine en komende tegen de gronden van Fastré, zoon van wijlen Motet de Lamine, 2e 8 grote roeden en 9,5 kleine roeden op dezelfde plaats.
1349 :Brieven van het allodiaal hof van Luik bij dewelke het blijkt dat Antoine de Busson van Lamines heeft overgedragen aan Baudouin Panyos, schepen van Luik, de eigendom van 10 grote roeden en 2 kleine roeden vormend een alleu en gelegen te Remicourt.
1369 :De maire en de schepenen van het hof dat de deken en het kapittel van St Paul hebben te Remicourt, op vraag van Pyrars li clers de Lamines doende voor de collegiale Heilige Martin bepalen welke goederen ze gekocht hebben van Badewin Paniot. Deze goederen waren gelegen “sur le riwal dit Wilhecott, en Petit Vaus et as Sachalles”.
1371 :Jean de Falkenier van Remicourt neemt in huur een bunder grond van de abdij Val-Benoit voor een tijd van 12 jaar.
1393 :Het hof van de schepene van de cathedraal van Luik, te Limont, laat wete dat Jean Thomas, zoon van Thomas de Laminne, heeft toegestaan aan de abdij Val-Benoit 12 grote roeden te Remicourt. (sour le pasial qui tent delle Croiseleyvoie a Bovegnistirs).

Roclenge

1335 :De schepenen te Luik (Johan de Bruk de Haccurt, maire in afwezigheid voor Huet de Haccurt) zetten “en garde de loi” een artikel van het hof van Saint-Jacques te Bassage en te Roclenge. Dit artikel bepaalt de verwervingen van het hof dat de abdij van Saint-Jacques verwerft, zowel als de rechten van de voogd. Het resultaat is dat de allodiale gronden van Sint-Jan te Roclenge ontsnappen aan z’n jurisdictie.
1344 :De vice-deken en het kapittel van Saint-Jean l’Evangeliste stellen hun kapelaan Lambert de Colombres aan om voor de schepene van Roclenge en Bassenge over te dragen aan Guillaume Proest van Millen, gronden verworven van Jean, voogd van Liers.
1345 :Het hof van Sint-Jan te Roclenge (mayeur Gerard de Betonville) laat weten dat Wilhelme Proste van Millen heeft getransporteerd aan dame Maghin, weduwe van Stassin, le logir du marhé de Liège, 6 bunder, 5 grote roeden en 2 kleine Te Roclenge en 9 bunder, 14 roeden groot en 16 klein afhangende van het hof van Saint-Jacques te Bassenge.
1353 :Henril i Beauz, ridder, Johans de Brebans, Hubins Harduwins et Johans li Robiers, schepenen van Luik, genomen als scheidsrechters in het geschil ontstaan tussen de abdij van Saint-Jacques (Gerart d’Awans, abt) en het kapittel van Sint-Jan, over de jurisdictie van hun rechtshoven te Roclenge: 1° Dat de abdij en het kapittel beiden een bevoegd hof hebben in alle materies betreffende hun allodiale gronden te Roclenge. 2° Dat voor de materies betrekking hebbende op de allodiale gronden die niet afhangen Sint-Jan noch van Saint-Jacques, het hof van Saint-Jacques eerst moet gehoord worden, echter nooit zonder medeweten van dit van Sint-Jan.
1353 :De maire en de schepenen van het hof dat de abdij en het klooster van Saint-Jacques bezitten te Roclenges laten weten dat Catherine de Dynant, begijn, heeft overgedragen aan Nicole de Hanappes, priester, vertegenwoordiger van de kapelanen van Sint-Pieter, een bunder gelegen te Roclenges, “al espine deleis Mareis, contremont le voie entre les terrs delle eglise saint Jehan Ewangeliste et le terre d’on altait ki est fondeis en le eglise Saint Estevenne” voor 8 deniers cijns.
1356 :Het hof van Roclenge laat weten dat Libers Botons, zoon van wijlen le grand Libert de Fexhe le Frairouse en z’n vrouw Maroie, dochter van wijlen Gilon Rigal de Kemexhe, hebben afgestaan aan Johans li Ardenois, kannunnik van Sint-Jan, 3 morgen grond op de weg van Bassenge naar Tongeren, die meegebracht waren door Maroie als huwelijksschat.
1414 :Het gezworen hof van de leenmannen van Sint-Jan laat weten dat Johans Alaire heeft verheft, door nalatenschap van z’n vader, Johans Alaire, notaris, 14 roeden grond gelegen te Roclenge, renende aan “Grand brouke qui vat devers Bachanges” en ze hebben verkocht aan Anseaul Boirlandes, die moet betalen 2 lovignis cijns aan het kapittel van Sint-Jan.
1417 :De Officiaal van Luik informeert de pastoor van Roclenge dat het kapittel van Sint-Jan heeft besloten in eeuwigduernde pacht te geven 2 gronden van 38 roeden gelegen te Brus en te Slins en dat Nicolaus Gayne de Boirs er 6 vaten en 4 setiers spelt per jaar voor geeft. Zoals de nieuwe wet te Luik vereist moet dit voorafgaan door 3 aankondigingen.
1420 :De abdij van Saint-Jacques en het kapittel van Sint-Jan in twist over het punt of “le Grant Brouck” tussen Roclenge en Bassenge behoort tot de jurisdictie van Roclenge of Bassenge, besluiten om alle bewijzen tot bij Johan Simon en Jacquemin Scalofreal, hun raadgevers, die de zaak aankaarten bij de schepenen te Luik.
1424 :Maroie, weduwe van Jehan de Hodeige, leerlooier, laat weten dat voor haar en haar leenmannen, Henris Pirot heeft getransporteerd an het kapiten van Sint-Jan 6 morgen land te Roclenge (a Chaineal, tussen Roclenge en Houtain).
1458 :Het hof van Sint-Jan, te Roclenge, verklaart in een akte dat alle goederen gelegen onder haar jurisdictie, een jaarlijkse grondcijns van 5 denieren moeten aan het kapittel van Sint-Jan en dat elke beweging van eigendom moeten een recht van 5 sols betalen.
1459 :Het leenhof van Sint-Jan, te Luik, beslist, op verzoek van de schepenen van Luik, dat het kapittel van Sint-Jan het recht heeft de helft van 3 morgen land te Roclenge, gelegen boven het dorp, op de weg van Bassenge naar Tongeren, in te pikken wegens niet betalen van de rente van 12 vaten spelt die aan hen verplicht was. De deken van Sint-Jan, Everart de Verneholt, en 2 kannunniken, Henri Bor en Willem d’Atin, bevestigen de echtheid van de eis; Johan de Housse, die het recht van de eis betwist, wordt veroordeeld tot de kosten.
1495 :Hublot le Mangon de Roclenge duidt aan ten voordele van Jacquemin de Hasse, burger van Luik, een rente van 2 vaten spelt op een bunder grond te Roclenge.
1493 :Accoord met Baudouin de Campo van Slins over een hypotheekrente over een huis en gronden te Meers, parochie te Roclenge.
1503 :Het kapittel van Sint-Jan laat weten dat een geschil ontsproten is tussen hen en de abt van Saint-Jacques over het twistpunt aan wie de begeving van de pastorij van Roclenge toekomt, vacant na de dood van Thomas de Oha, kannunnik van Visé. Het geschil wordt opgelost: nu stelt het kapittel aan de aartsdiaken van Haspengouw voor, meester Johannes Steylant, kannunnik van Sint-Jan en de volgende keer is de eer aan Saint-Jacques.
1520 :Voor de schepenen van Luik, wijst Walter Savaige van Roclenge toe aan de “Aumone” van de cathedraal, vertegenwoordigd door Jean le Barbier, kapelaan van deze kerk, een rente van 12 setiers spelt op een huis gelegen dichtbij de brug van Roclenge.
1530 :Voor de maire en de schepenen van de abdij Saint-Jacques van Luik te Roclenge en te Bassenge doen de goede ambachten “des corduaniers et corbesiers” van Luik verbieden aan Jacques le Charpentier en Jean Henry, maire van Saint-Jean te Roclenge, gronden gelegen op de plaatsen gezegd “grand broucke” te Roclenge.
1541 :De schepen van Luik laten weten dat Henri, zoon van Johan Adam dezegd Hance, heeft verklaart, ten voordele van het kapittel van Sint-Jan, 6 vaten spelt rente op zijn goederen (huis voor de kerk van Roclenge, dichtbij Brouck te Boirs, hoogte van Brus).
1555 :Het officiaal van Luik beveelt aan de priesters van Roclenge openbaar te maken dat een grond van 4.5 roeden te Roclenge, die het kapittel van Sint-Jan wilt geven in erfpacht eeuwigdurend en waarvoor Jehan Hennet d’Aaze, van Roclenge, biedt 6 setiers spelt rente, kapittel van Sint-Jan 23 vaten spelt.
1558 :Het Officiaal van Luik laat weten dat Nicolas Le Maistre, van Roclenge, heeft erkend te moeten betalen aan het kapittel van Sint-Jan 23 vaten spelt.
1572 :Op verzoek van het kapittel, het hof van Sint-Jan, Te Roclenge, geeft een akte bevattende verschillende handelingen gedaan in 1538, 1551 en 1568 tussen Henri Riwet, Collar dele Nuesville, Bertrand Riwet, zijn zonen Henri, Gerard en Remy, zijn weduwe Marie en Henri Botinulket betreffende een huis gelegen te Vinave en een weide voorde brug, te Roclenge.
1621 :Voor de schepenen van Luik wijst Homblet de Honea toe aan de begunstigden van Sint-Lambert 20 brabantse florijnen cijns op een huis gelegen te Roclenge.
1778 :Akkoord tussen het kapittel van Sint-Jan, de abdij van Saint-Jacques, de gemeenschap van Roclenge en de pastoor van de plaats, Jacques Raskin, betreffende de heropbouw van de kerk van Roclenge.
1784 :De abdij van Saint-Jacques en het kapittel van Sint-Jan besluiten hun 2 hoven te versmelten.

Rocour

1264 :De abdij van Val-Benoit wordt in het gelijk gesteld in een betwisting tussen haar en de erfgenamen van Robert de Corswarem, betreffende 10 bunder allodiale grond te Rocourt.
1302 :Marguerite, abdis van het klooster van Herkenrode, van de orde van Citeaux en alle religieuzen van dit klooster, om zich te verschonen voor al hun schulden, verkopen met instemming van de abt van Clairvaux aan de collegiale van Heilige Martin te Luik 12 bunder, 8 grote roeden en 15 en half kleine roeden te Rocour en omstreken.
1346 :Jean le Brasseur van Rocour neemt in cijns gronden van de abdij van Val-Benoit.
1358 :Het hof van leenmannen “delle Chambre” van de kerk Sint-Lambert geeft aan Gilles de Rocour de cijnsen en renten die hij bezit te Rocour.
1362 :De mayeur van Rocour laat weten dat Colard de Fexhe, lakenhandelaar, heeft overgedragen aan Lambert Rousseau gronden gelegen tussen Voroux, Rocour en Alleur.
1368 :Het hof van leenmannen van Gobert Frongneteau laat weten dat Renwar de Fleron heeft overgedragen aan Weri de Rocourt gronden gelegen te Rocourt.
1370 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Gerard, gezegd le Germeaux d’Alleur, en zijn vrouw hebben overgedragen aan Jean, gezegd Graffe en Renchon, gezegd Werpestein, broers, gronden gelegen te Rocourt die deze op hun beurt hebben overgedragen aan de abdij Val-Benoit waar hun zus religieuse is.
1382 :Het schepenhof van Voroux laat weten dat Pierre Gerbelot, van Milmort, heeft overgedragen aan het kapittel van de kerk Sint-Lambert een grond gelegen te Rocour.
1435 :Voor het gezworen hof van de “Chambre”, verheft Lambert de Rocourt gezegd “des Balances”, smid, gioederen gelegen te Rocour, in beslag genomen door de kathedraal.
1437 :Voor de maire en de schepenen van Rocour, verheft Jean Bofis, kapelaan, een helf bunder grond in naam van de begunstigden van de kathedraal.
1439 :De maire en de schepenen van Rocour laten weten dat Simon, Jean, Gilet en Philippin, zoon van wijlen Philpart de Voroux, verblijvende te Liers, een verheffing gedaan hebben van 3 morgen land gelegen op de plaats dit à Piroit en een half bunder gelegen op de plaats dit à Richair.
1448 :Akte van de schepenen van Rocour laat weten de opmeting en afbakening van de gronden van het kapittel van Sint-Lambert in deze plaats.
1458 :Jean de Herstal, brouwer, burger van Luik, laat weten dat, voor zijn leenmannen, heeft verheft Piron Moutton, brouwer, burger van Luik, verschillende gronden gelegen te Rocour.
1470 :Voor de maire en de schepenen van Rocour, verheft Francois de Hodeige, “marguillier” van de kerk Saint-Servais te Luik, in naam van de pastorij en de “luminaire” van gezegde kerk, een grond gelegen te “en Alluwenfosse”.
1614 :Beslag gelegd door het kapittel van Sint-Pieter, tegen Antoine Thonnar, op goederen gelegen te Rocour.

Roest

1471 :het censaal hof van broeder Jacob Caillot, ridder van de orde van Sint-Jan van Jeruzalem.
1471 :Het hof van Roest laat weten dat Wouter Snyers heeft getransporteerd aan het kapittel van Sint-Jan 38 roeden grond te Roest, in 2 stukken, de een in Ppaendaele en de ander op de weg van Roest naar Sint-Truiden.

Roloux

1311 :Jean de Hozemont, schildknaap, zoon van wijlen, Jean, burchtheer van Hozemont, laat weten dat Robert de bakker van Roloux transporteert aan Piron d’Awans, clerc van Thibaud, bischop van Luik, een huis gelegen te Roloux, voor het huis van Ernechon, broer van Henri de Roloux “asseis pres de Floxhe” en bewoond door “Waltiers li bailherous”.
1317 :De Officiaal van Luik laat weten dat Pierre d’Awans, publiek notaris en van het hof van Luik, ransport heeft gedaan aan het kapittel van Heilig Kruis, vertegenwoordigd door Weri de Grace, kannunnik en ecolatre van deze kerk, van een huis gelegen te Roloux, tegen “le floxhe” (drenkplaats), vroeger bewoond door Walter li Bailherous.
1322 :Het allodiaal hof van Luik laat weten de verkoop van een grond gelegen te Roloux, door Hugues de Bassine aan twee kannunniken van Sint-Lambert.
1339:Jean Hammair, zoon van Godefroid de Roloux, krijgt in leen, van het kapittel Heilig Kruis, een hof gelegen bij de weg van Roloux, renende aan Gerard zoon van Salleis en aan deze Jean hemzelf en voorheen behorend aan “le bailheron”.
1382 :Broeder Sohier de Saint-Pol, minister van het huis van Lérines, laat weten dat voor hem en zijn leenmannen, Jean Boileau van Grandville heeft verheft in naam van het kapittel van Sint-Lambert een leen van 8 bunders grond gelegen bij de weg naar Jeneffe, op de weg van Noville, alles op het territorium van Roloux.
1419 :De maire en de schepenen van Roloux, op verzoek van Ameil de Roloux, pastoor van Horion, en in aanwezigheid van Arnuls de Tiermongne, boekhouder van het kapittel van Sint-Jan, verklaren bij akte dat rond 1409 dezelfde Ameil de Roloux heft verheft voor het kapittel van Sint-Jan, een hof, huis, tuin en aanhorigheden te Roloux, op de weg van Roloux naar Noville.
1431 :Het gezworen hof van leenmannen van Sint-Jan laat weten dat Johan Jacquemin, zoon van wijlen Godefrin de Lexhy, heeft getransporteerd aan Johan delle Hameade de Borleez 3 morgen land te Roloux, bezwaard met 14 vaten spelt rente ten voordele van de rector van het altaar Notre-Dame en Saint-Jean Evangeliste te Sint-Jan.
1434 :Opmeting en afbakening van de gronden van het kapittel Sint-Lambert te Roloux, gedaan op vraag van het schepenhof van deze plaats.
1438 :Renard de Biertinhers, verblijvende te Rouveroy, laat weten dat, voor zijn leenmannen, de begunstigden van Sint-Lambert hebben verhefd een grond gelegen te Roloux.
1493 :Voor de maire en de schepenen van Roloux, draagt Louis Preudomme, zoon van wijlen Jean Preudomme, over aan Pirot Parent van Cholkier, echtgenoot van Jeanne, dochter van Guillaume le Bovier, weduwe uit eerste huwelijk van Jean delle Hamende, een huis gelegen te Roloux, op de plaats gezegd “devant le floxhe”. Maire: Louis Bailhet.
1510 :Voor de schepenen van Luik verkoopt Jean des Escoliers, verblijvende te Awirs, man van Ailid, dochter van wijlen Pirot Paren, aan Jacques de Morialmé, proiester, kannunnik van Saint-Materne, voor een kapitaal van 200 postulats van Horne, een rente van 13 vaten spelt gehypotheceerd op een huis te Roloux.
1515 :Hof van Roloux. Pacht van een bunder grond voor 12 jaar gegeven aan Antoine de Braibant en Johan z’n zoon.
1518 :Het leenhof van Sint-Jan, te Luik, laat weten dat Johan Collin, zoon van Collin de Roloux heeft verheft van kapelanen 12 roeden grond te Roloux, ten betale van 12 vaten spelt rente.
1518 :Voor het allodiaal hof van Luik, draagt Philippe Huwair, echtgenoot van Dammydde, dochter van wijlen Helin de Blehen, aan Philippet, zoon van Bodechon de Roloux, gronden gelegen te Roloux.

Romershoven

1227 :Meester Herruardus en het kapittel Heilige Jan verklaren hun woud van Romershoven te hebben afgestaan aan ridder Villermus de Rommerurt, voor een jaarlijkse cijns van 7 vaten spelt, en de betaling van wijn, als verheffingsgeld voor elke nieuwe eigenaar. De nieuwe eigenaar belloft het woud te verbeteren en geeft als waarborg de ridders Egidius de Emmerees, Theodericus de Herkex, Gontherus de Hers en Wrind de Oppehers.
1270 :Het woud van Romershoven is toegekomen in de handen van wijlen Johannes de Rumershoven en later aan z’n broer, Walter de Dompierre. Deze laatste heeft 21 bunder uitgenomen ten voordele van z’n nicht Yda. Zoals andere stukken afgestaan zijn aan Agnes de Romershoven, aan Oda en Margareta van Schalkhoven, en an Maria en Elisabeth van Awans, begijnen. Het goed is verdeeld.
1270 :Rigaldus de Geneffia, kannunnik van Heilige Jan, en Henri de Hermale, ridder, laten weten dat ze als scheidsrechter zijn aangeduid in een contestatie begonnen door Eustachius de Rumerurt, Willem, z’n oudste zoon en z’n andere kinderen die pretenderen het recht te hebben om lasten te leggen te Romershoven op de schepenen, de inwoners en bezitters van goederen.
1308 :Pierre de Fahli, deken van Heilige Jan, en Gerard Chabot, deken van Saint-Denis, scheidsrechters gekozen door het kapittel van Heilige Jan, en Willem, gezegd Spiet, van Rumesoden, schildknaap, betreffende de heerlijkheid en rechtspraak te Romershoven (Rumesoden) geven hun uitspraak: Het kapittel is heer; hoge, middel en lage rechtspraak behoort alleen hun toe. Willem heeft alleen recht over de voogdij, daarom betaalt het kapittelhem 15 sous per jaar.
1337 :Guillaume Cornu, notaris, laat weten dat Jehan le Petit et Jehan de Meers elk hebben getransporteerd aan het altaar van SS. Jacques en Andre in de kerk van Sint-Jan, twee bunder grond gelegen te Romershoven (op de plaats: Lovehoren; deleis le pont; sur le Bruskile) en komende in deel van het hof van Sint-Jan, en een ander deel van het hof van Wilheaume van Romershoven, ridder. Vervolgens hebben de vertegenwoordigers van het altaar (Henry d’Ordenges en Colars Grenier, kannunniken van Sint-Jan) terug gegeven aan gezegde Jehans le Petit en Jehans de Meers deze 4 bunder grond met 14 andere, voor een cijns eeuwigdurend van 12 vaten haver, 2 kapoenen en 2 kippen.
1354 :Johannes de Marcka, kannunnik van Sint-Jan, aangeduid door het kapittel als levenslange heer van Romershoven, laat weten dat, met goedkeuring van Johannes de Awiria, rector van het altaar de SS Jacques en Andre te Sint-Jan, Fastrardus, zoon van wijlen Johannes le Petit, 9 roeden grond heeft uitgewisseld dat hij hield van een ander altaar tegen 10 roeden grond gelegen te Romershoven op de plaats gezegd Rencheroie, dat hem toegekomen is via Jacobus de Chinchinges (gehucht Sitsingen).
1360 :Engelbert de la Marck, bisschop van Luik, en Petrus de Monturuco, kardinaal-priester met de titel van Saint-Anastacie, aarstdiaken van Haspengouw, lat weten dat Johannes de Marka, kannunnik van Sint-Jan en oom van de bisschop, hun heeft gevraagd een altaar op te richten gewijd aan SS Jan den Doper en Nicolas in de kerk van Romershoven. Hij wilt hun doteren met een opbrengst van 17 vaten en 2 setiers tarwe te Romershoven en te Hoeselt.
1403 :Voor het hof van Romershoven, Wilheame de Briherne, Godefrien de Antshoven en Gilisken Muyssen, moordenaars van Henry Hoenen, engageren zich solidair tot het betalen van 120 gouden florijnen Hollands aan het kapittel Sint-Jan in plaats van de reizen door deze voorgesteld.
1431 :Het kapittel van Sint-Jan laat weten dat Robier de Mellins verblijvende te Soenwinkel, bij Kortessem, heeft getransporteerd aan Colar de Hodeige, leerlooier te Luik, 11 bunder weide en grond te Romershoven.
1441 :Het leenhof van Sint-Jan laat weten dat Thomas de Pont, van Diest, heeft verheft, na de dood van z’n zoon Henry, 22.5 bunder grond te Romershoven en deze getransporteerd heeft aan Raus de Printehagen.
1495 :Het leenhof van Sint-Jan te Luik laat weten dat Estienne de Luxembourg, als rector van het altaar van Saint-Jacques en André, heeft doen verheffen meerdere stukken grond gelegen te Romershoven.
1568 :Het leenhof van Sint-Jan laat weten dat Lorent de la Marck, heer van Neufchateau, Hamal, Bomal etc. heeft doen verheffen “onder de kroon, in de kerk van Sint-Jan”, meerdere gronden te Romershoven (Bossevelt int de Zawe) hem toegevallen na de dood van zijn ouders, van z’n broers Everard en Godefroid en van Everard, zoon van deze laatste.
1699 :Lambert Corselius van Tongeren, zuivert aan 20 bunder grond gelegen te Rommershoven dat het kapittel in beslag genomen had wegens niet-betalen van een rente.
1762 :Vele inwoners van Rommershoven geven een beschrijving van de goederen onderhevig aan de heerlijke cijns van het kapittel van Sint-Jan.

Rosoux

1171 :Agnes, graven van Loon, en haar zoon Gerard laten weten dat Lydico, schout van Borlo, met medeweten van z’n vrouw, Lutgarde, en z’n zonen, heeft gegeven aan Benedictus, deken van Heilige Jan en kannunnik te Loon, zes bunder allodiale grond en een weide, gelegen te Rosoux.
1210 :Louis, graaf van Loon, laat wten dat Albert de Rosoux, heef teruggebracht in z’n handen de tiende die hij van hem in leen hield, te Rosoux en dat de kerk van Heilige Jan er mee begiftigd is.
1303 :Rigaldus de Geneffe, deken, en het kapittel Heilige Jan, laten weten dat ze een ruin met de abdij van Van-Note-Dame-lez-Huy bedisseld hebben. Ze hebben afgestaan het recht om tienden te heffen op verschillende gronden (een totaal van 27 bunder 2 1:2 grote roeden), gelegen te Vorsen, Kortijs en klein Vorsen en afhangende van hun tienden te Rosoux, maar ingekapseld in de tienden van Boscalhe, behorende tot de abdij.
1344 :Het gezworen hof van de commandeur en de heren van Alden-Biezen te Cras-Avernas, laat weten dat Wautiers de Beche, verblijvende “el cuer del Tumbe”, te Montegnée, heeft getransporteerd aan meester Philippe Brune, deken van Saint-Croix (vertegenwoordigd door Johans Cope van Waremme, kapelaan van Saint-Croix), tegen een jaarlijkse rente de goederen gelegen te Rosoux: de grond gezegd le Triegh, 2/3 van een weide de 2/3 van een huis “derier le mostier de Rosuit”.
1345 :Het hof van de proost van Saint-Barthelemy te Rosoux laat wten dat Johans Cope van Waremme, kapelaan van Saint-Croix, heeft de acte doen erkennen waarbij Wauthier de Beche heeft getransporteerd aan Philippe, deken van Sainte-Croix, goederen gelegen te Rosoux. Daarboven op heeben Wautier de Beche en z’n kinderen getransporteerd ten voordele van dezelde deken een derde van een bunder, “desour le preis de Corswaremme”.
1345 :Philippe Bron, deken en kannunnik van Heilig Kruis geeft en “lansaige”, voor de leenmannen van z’n hof, aan Wautier de Beche, verblijvende te Montenaken (Montengney le ties): 1° stukken grond gezegd le triegh te Rosoux (Rosuit); 2° een weide gelegen te Rosoux, renende aan heer Fastré Pinkar van Fresin en aan Hellin de Latinne, 3° 2/3 van een huis en hof gelegen achter de kerk van Rosoux, richting Berlo, renende aan Jean de Rosoux, schildknaap, en aan Jean Pape, deze gronden en huizen zijn erfelijk gehouden van de heren van de Teutoonse orde en van hun hof te Cras-Avernas; 4° een grond gelegen te Rosoux, boven de weiden de Corswarem, gehouden van de proost van Saint-Barthemeus.
1351 :Het hoge hof van Rosoux laat weten dat Philipes Bruni, deken van Saint-Croix heeft gegeven aan het kapittel en de kapellanen van Sint-Jan de goederen, gelegen te Rosoux, waarvan sprake is in de acten van 23 januari 1344 en 14 februari 1345.
1364 :De schepenen van Luik laten weten dat Johans de Rosut, jonker, bijgestaan door z’n leenmannen, heeft erkend te hebben afgestaan tegen een zilverprijs an het kapittel Sint-Jan “toutes les droitures, profis, clains, coustumes, kalanges et anchiens usaiges” die hij kon hebben op de tiende, de schuur en de goederen van het kapittel Sint-Jan te Rosoux.
1395 :Benchewyn, deken en het kapittel van Sint-Jan geven in pacht voor 6 jaar hun tienden te Rosoux an Robiers gezegd Libier de Rosut, tegen 220 vaten spelt per jaar.
1401 :Het hof van de leenmannen van Rause de Crenwicke laat weten dat Robiers dit Libier heeft erkend te hebben gegeven, zes jaar geleden, de deken en het kapittel van Sint-Jan een bunder weide en twee bunder grond te Rosoux.
1422 :Het gezworen hof van Johan de Rosut, te Rosoux, laat weten dat Gerart de Houten, alias de Sclassin, heeft verheft dor opvolging van z’n vader, Gérart de Houten, 11 roeden grond “tussen Heuselt en Goyeit, assez pres des dois sauls” en heeft ze getransporteerd aan het kapittel van Sint-Jan.
1431 :Het hof van leenmannen van Sint-Jan te Luik laat weten dat Jehan Frerar, van Rosoux, heeft verheft na de dood van z’n vader Johan, 3 bunder, 4 roeden grond tussen Rosoux en Fresin en heeft getransporteerd aan z’n schoonbroer, Arnult Leysman, echtgenoot van z’n zus Jehenne, tegen 2 vaten spelt aan het kapittel Sint-Jan.
1458 :Het Officiaal van Luik beveelt een onderzoek in de zaak begonnen door het kapittel van Sint-Jan (die het volledige huurgeld vorderen van de tienden van Rosoux) tegen Adam de Frezien.
1519 :Het leenhof van Sint-Jan, te Luik, laat weten dat Stas de Brouck, van Rosoux, heeft verheft 4 stukken grond tussen Fresin en Rosoux, op de plaatsen “le plat tomble, à coir de Monbrouck, à coir de Papendale”, ten laste van een jaarlijkse betaling van 2 muids spelt aan het kapitel van Sint-Jan.
1551 :Voor de schepenen van Luik verkoopt Jean Godgoels, verblijvend te Groot-Vorsen, aan de begunstigden van Sint-Lambert, vertegenwoordigd door Mathieu Cristiani, kannunnik van Saint-Materne, 2 vaten spelt rente gehypotheceerd te Rosoux.
1631 :Specificatie van de grote en kleine tienden van Rosoux en Crenwick.

Rouvroy

1356 :De schepenen van Luik; beschouwend dat er slechts een gerechtshof voor de twee dorpen Lexhy en Rouvroy is, laten toe aan het kapittel van de kerk Sint-Lambert, dat er heer is, om een hof van een mayeur en zeven schepenen te Rouvroy op te richten.

Rukkelingen

1279 :Meester Johannes de Cambiis, kannunnik van Saint-Lambert e officiaal van Luik, laat weten dat het kapittel Heilige Jan heeft gegeven voor altijd, wel tegen betaling van jaarlijks 5 vaten spelt, 2 bunder te Rukkelingen aan Fastrardus gezegd le Stroit. Als garantie voor de jaarlijkse betaling geeft hij een half bunder te Rukkelingen, op de plaats “ale Spinette”.
1292 :De abt en abdij van Saint-Jacques en de deken enhet kapittel Heilige Jan hernieuwen de oude akkoorden betreffende de alternatieve collatie van de kerk van Rukkelingen.
1303 :Rigaldus, dekeb, en het kapittel Heilige Jan, laten weten dat de abdij van Saint-Jacques hun toegelaten heeft een opvolger voor de huidige pastoor van Rukkelingen, Johannes de Turrinus te presenteren.
1314 :De schepenen te Luik laten weten dat in hun aanwezigheid, de maire en de schepenen van het hof van Sint-Jan te Rukkelingen een verslag gegeven hebben zeggende dat het kapittel heer, trefoncier is te Rukkelingen, dat een hof (maire, schepenen en boswachter) instleert dat 3 vergaderingen houdt per jaar en grenzen bepaalt en jurisdictie uitoefent in het gehucht van Sint-Jan.
1561 :De schepenen van Luik laten weten dat Jan Linard, van Bettincourt, heeft verkocht aan Jehan, zoon van Arnult van Pont d’Oley, een grond gelegen kortbij “de boix de Horne et Mollin-lez-Waremme”, op de hoogte van Ruklingen of Boeckhou.

Rutten

1365 :Testament van kannunnik Jean le Bel betreffende legaten van 6 bunder grond gelegen te Rutten aan de kerk Sint-Lambert.
1368 :De maire en de schepenen van de hoven groot en klein welke de heer de Horn bezit te Rutten laten weten dat Dom Hélin, abt van Saint-Jacques, testamentair uitvoerder van wijlen Jean Spadric, handelaar te Luik, heeft getransporteerd aan Denis van Othée, deken van Heilig Kruis, voor het kapittel, gronden gelegen te Rutten op volgende plaatsen: alle petite tombe, Heysse ley bome, renende aan de erfgenamen van Jean Chodron, ridder, aan Bernard van Eygre, kannunnik van Saint-Lambert etc...
1379 :Het schepenhof Van Rutten laat weten dat Gilles de Lavoir heeft overgedragen aan de “beneficiers” van Sint-Lambert gronden afhangende van dit hof (en fon del Tombe).
1396 :Richmoydis de Abbendorp, abdis van Borcette (Burtscheid) en de kannunniken van Saint-Materne, moeilijkheden hebbende rond de tiende op grondenn gelegen tussen Rutten en Villers l’Eveque, sluiten een akkoord dat de abdij de tiende ontvangt maar jaarlijks 3 setiers spelt geeft aan de kennunniken.
1401 :Adam, heer van Oupeye en van Herstal, ridder, staat Henri de Gesves, heer van Goesnes, jonker, toe te beschikken, per testament, over 14 bunder gevattende ongeveer de helft van het leen dat hij bezit te Rutten.
1409 :Adam, heer van Oupeye en van Herstal, ridder, laat weten dat voor zijn leenmannen, Philippe de Vy, aartsdiaken van de Ardennen, Jean van Stralen, kannunnik van Sint-Lambert, en Vincent Roussel, kannunnik van Nijvel, testamentaire uitvoerders van Jean Giele, provoost van Luik, hebben verhefd goederen die deze laatste bezat te Rutten en Hamal, verder hebben ze 10 bunder afgestaan aan het kapittel van de kathedraal, voor het jaargetijde van gezegde provoost.
1411 :Adam, heer van Oupeye en van Herstal, ridder, laat weten dat, voor zijn leenmannen, Jean Daltien van Montegnée heeft overgedragen aan het kapittel van Sint-Lambert, voor de stichting van een jaargetijde van de bisschop Arnoul de Horne, gronden gelegen te Rutten, o.a. “quatuorse verges grandes et awyt petittez gisant entre lep lache de la batailhe deraine et la justice d’Otée, joindant sour le costeit vers Otey la diwte justiche d’Otée la parmy passe ly voie qui tent de Otey vers Tongre, joindant, sur le costeit vers Riwechon, auz terres delle houlte messe de Riwechon”.
1411 :Voor de schepenen van Rutten, Vincent Rosselli, kannunnik van Nijvel, testamentair uitvoerder van Jean Giles, kardinaal, prevoost van Luik, staat af aan het kapittel van Sint-Lambert 10 bunder gelegen te Rutten, voor een jaargetijde van de afgestorvene.
1413 :Jean Egidii (Giles), zoon van Jean Egidii, is toegelaten als eerste rector van een gesticht altaar te Sint-Lambert door wijlen Jean Egidii, kardinaal en provoost van Luik en begiftigd met 19 feodale grond gelegen te Rutten.
1418 :Voor het hof van Rutten, verwerft het kapittel van Sint-Lamberteen grond als schenking van het jaargetijde van wijlen Giselbert de Gruysbeke, kannunnik van de cathedraal van Sint-Lambert.
1443 :Uitspraak van de schepenen van Rutten betreffende 9 vaten en half rente behorende tot het kapittel.
1472 :Jean, graaf van Nassau en Vianden, heer van Breda en Herstal, komt overeen met het kapittel Sint-Lambert, dat deze 2 mannen aanstelt om de 4 lenen die de kathedraal bezit te Rutten te bedienen; elke man verheft 2 lenen, ze worden onmiddellijk vervangen bij overlijden en zullen 13 gouden florijnen betalen bij de verheffing van elk leen.
1474 :De maire en de schepenen van Rutten laten weten over een gesloten akkoord tussen het convent de la Passion (der noet Gods) te Tongeren en de aumone van de kathedraal te Luik, betreffende 12 grote roeden grond afhangende in leen van de heer van Rutten en gelegen onder zijn jurisdictie.
1597 :Brief “de debitis” toegestaan door de Raad van Brabant aan het kapittel van Sint-Lambert wegens de goederen, cijnsen en renten die deze bezit te Rutten, brabantse grond.
1701 :Henry Mignon, notaris, staat af aan de kapelanen van Sint-Jan, voor de stichting Nicolai, een bunder grond gelegen te Rutten op de plaats gezegd “alle Tombe”.

Saive

1335 :De schepenen van Grand-Axhe laten weten dat Jean de Ciplet, zoon van zaliger Libert de Fawe, heeft verkocht aan het kapitel heilig kruis een grond gelegen te Saive in Haspengouw.
1335 :De schepenen van Grand-Axhe laten weten dat Philippe de Ciplet, zoon van wijlen Libert de Fawe en broer van Jean de Ciplet, heeft verkocht an het kapitel het heilig kruis, vertegenwoordigt door de kannunnik Henri van Hoegaarde, vier bundergrond gelegen te Saive in Haspengouw, “Contremont les savenier”, enz renende aan de gronden van Saint-Jean en Ile, van monseigneur Hubert, ridder en heer van Saive, van Jean van Sint-Truiden, “hostelier” van Huy.
1358 :Rapport van de schepenen van Saive in Haspengouw, afgegeven op vraag van sire Henri Copeis de Waremme, kanunnik van Heilig Kruis, herinnerend het eerder gedane transport aan de kerk Heilig Kruis door Jean de Houtens, verblijvend te Luik, van een hof en gronden gelegen te Saive. Deze eigendom was onderworpen aan verplichtingen jegens Louis heer van Saive, ridder, en jegens een klein altaar gebouwd in de kerk van Celles.
1415 :Thierri, heer van Saive in Haspengouw, laat weten dat, voor hem en zijn leenmannen, Libert Bovon, van Bovenestier, echtgenoot van Catherine, oudste dochter van wijlen Baudouin Rouffart van Mons, gezegd ook van Waleffe-le-Chateau, heeft overgedragen een grond gelegen te Saiveten voordele van het altaar Saint-André gesticht in het oude koor van Sint-Lambert.
1680 :De kapelanen van Sint-Jan vervolgen de vertegenwoordigers van Gabriel Huppe, de betaling van 1 vat spelt rente slaande op goederen gelegen te Saive in Haspengouw.

Schuerhoven

1254 :Christiaan, avoué van Sint-Truiden, staat af aan de prevoost en aan het kapittel van Sint-Lambert 10 bunder van zijn alleu gelegen te Schuerhoven.

Sint-Huibrechts-Hern

1223 :Weri, abt van Val-Saint-Lambert, laat weten dat hij door een arbitrale uitspraak een eind gemaakt heeft aan de twist tussen de kathedraal van Sint-Lambert enerzijds en Daniel de Mulken en Gilles, zijn zoon, ridders anderzijds betreffende de eigendom van een grond gelegen te Hardelingen, die wijlen Guillaume de Heers, kannunnik van Sint-Lambert, had gelegateerd aan deze kerk.

Sint-Truiden

1240 :Robert, bisschop van Luik, geeft voorrechten aan de weldoeners van een nieuw hospitaal opgericht in de Stapelstraat te Sint-Truiden. (daarvoor bevond het zich in de koor van het klooster)
1314 :Adolphe, bisschop van Luik, in akkoord met het kapittel van de kerk Sint-Lambert, reorganiseert de schepenbank van Sint-Truiden om de troebelingen te verzachten die in deze stad heersen.
1408 :Baudouin, heer van Montjardin, van Diepenbeek en van Boyenhoven, chatelain van Waremme, belooft de clausules na te leven van het contract van 3 oktober 1395 tussen Baudouin, zijn vader en de abdij van Gorze, betreffende de aangroei van gronden te Velm en te Sint-Truiden.
1459 :Voor de maire en de leenmannen van het hof van de bisschop van Luik te Sint-Truiden, voor deze van de abdij van Sint-Truiden en voor andere censale hoven, verkoopt Christiaan van den Boessche, kannunnik van Sint-Lambert aan het kapittel van de kathedraal zijn goederen en heerlijkheid gezegd “Ter Biest”.
1467 :Toegestane capitulatie door de hertog van Bourgondie van de stad Sint-Truiden, op voorwaarde dat de poorten, torens, muren en versterkingen van de stad zullen worden vernietigd en de grachten worden volgegooid, dat de artillerie, de tenten en paviljoenen van de stad zullen worden gegeven aan de hertog etc..
1470 :Voor de maire en de leenmannen van de bisschop van Luik te Sint-Truiden, geeft Baudouin Zuerinx aan Marie Ballen een huis gelegen te Sint-Truiden, “in die hamerstraete”.

Slins

1260 :De mayeur en de schepenen van Luik verklaren dat Herman, zoon van Nicolas de Slins, riider, heeft verkocht aan de kerk van Luik goederen die hij bezat te Slins, Boirs en Brus.
1261 :Akte van het allodiaal hof van Luik bij de welke het kapittel van Sint-Lambert ontvangt van de abdij van Val-Saint-Lambert de allodiale goederen en renten die deze abdij bezat te Slins, en staat af in ruil de heerlijkheid van Ivoz.
1313 :Het kapittel van de kerk Sint-Lambert verheft van Renier de Neufchateau het leen van Slins en Boirs, en stelt hem Bauduin de Hollogne voor als leenman.
1319 :Het allodiaal hof laat weten dat Marie gezegd Saive en anderen afstaan aan Jean delle Porte, kapelaan van de kerk Sint-Lambert, een grond gelegen te Slins.
1348 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat de kinderen van Jean Benoît, wijnbouwer, hebben overgedragen aan het kapittel van de kerk van Sint-Lambert 5 bunder grond gelegen te Slins en te Fexhe.
1348 :Voor het gezworen hof van de Kamer, in de kerk te Luik, Arnoul dit Wilhechopeauz de Slins, voor hem en voor dame Maron dite du Chateau de Slins, transporteert aan het kapittel van Heilig Kruis, vertegenwoordigd door sire Jean Martino, koorheer en kannunnik van deze kerk, een grond gelegen te Slins, komende van wijlen Jean Chalon de Slins, broer van denoemde dame Maron, en van dame Maghin, vrouw van eerder genoemde Arnoul Wilhechopeauz.
1356 :Het gezworen hof van Notre-Dame te Maasricht, te Slins, laat weten dat Hannekin de Tilhice heeft getransporteerd aan Henri Hannekele de Fexhe, gronden gelegen te Slins.
1361 :Het gezworen hof van Notre Dame de Maastricht te Slins les-Fexhe laat weten dat Gilles de Rocour, wisselaar te Luik, heeft getransporteerd aan het kapittel van Heilig Kruis, vertegenwoordigt door kanunnik Jean de Sebres, gronden gelegen te Slins.
1361 :De schepenen van Vottem, buiten franchise, verklaren dat Jean le Cokin en Boudewijn de Herstal, allodiale mannen, hebben bevestigd het transport van gronden gelegen te Slins, gedaan, beetje ervoor, door Gilles de Rocour, wisselaar te Luik, aan het kapittel van Heilig Kruis.
1371 :Het gezworen hof van het kapittel O.-L.-Vrouw van Maastricht, te Slins, laat weten dat Henroteau, zoon wijlen Henri Hanrekelle van Fexhe, heeft afgestaan ten voordele van het kapittel Heilig Kruis, alle rechten die hij kon heffen op goederen gelegen te Slins.
1378 :Gérard Li Maistre, als voogd van Pirot zijn zoon, geeft aan Gerard delle Marche, wijnbouwer, burger van Luik, een grond gelegen tussen Slins en Houtain-Saint-Simeon.
1385 :Gerard le Maistre, burger van Luik, laat weten dat voor zijn leenmannen Jaquemair, zoon van wijlen Gerard delle Marche, burger van Luik, heef oevergedragen aan Giloteal van Hoei, wijnhandelaar, burger van Luik, een grond gelegen tussen Slins en Houtain-Saint-Simeon.
1405 :Jean de Saint-Georges, pastoor van Fexhe-lez-Slins, laat weten dat, voor z’n leenmannen, Baudouin gezegd Bodeneal van Slins heeft verheft, van een nieuwe heer, 3 morgen land, gelegen te Slins, op de plaats sour le Fonds des vaches, “pres des sausez qui furent Rause de Fexhe”, renende aan de weduwe van Rennewar de Pont d’Avroy, eertijds burgemeester van Luik, op de plaats gezegd à Bruis, renende aan wijlen Henri Hamevaus van Boirs, aan de weg “qui vat de Sains-Victeur a Bors” en “alle chavee qui vint aus sauses Becho”, 2° 8 grote roeden op de plaats dit Foilheaul, renende aan Ghuys de Slins en aan de erfgenamen van Jean de Houtain, schepenen van Luik.
1422 :De maire en de leenmannen van het gezworen hof van de kerk St-Victor te Glons sur Geer, laten weten dat Biernier, zoon van Jean le Ron de Brus, heeft getransporteerd aan Jean de Kemexhe, verblijvende in de straat du Pont te Luik, 1° een bunder gelegen te Slins.
1429 :Giles d’Aelst (de Lest) verblijvende te Slins, laat weten dat, voor z’n leenmannen Biernier le Ron de Brus en Catherine, zijn vrouw, hebben afgestaan aan Warnier de Bierset, kannunnik van Sint-Piter, zes morgen land gelegen te Slins, “sour le viez voie de molin”, een grond gelegen te Slins.
1429 :Voor de leenmannen van Colaur de Renewar van Fexhe, Colay de Voroux draagt over aan de begunstigden van Sint-Lambert een grond gelegen te Slins.
1434 :Guillaume de Wavre, kannunnik van Saint-Jean, vice-prevoost van Luik, vertegenwoordigend Jean de Ligne, prevoost, verklaart dat, voor de leenmannen van gezegde proostdij, Colart Biertelot, zoon van wijlen Stassin Biertelot, heeft overgedragen aan Hubert d’Heur, zijn “seroige”, een grond gelegen te Slins.
1455 :Renechon delle Fouarge, maire en voogd van het hof van de luminaire van de parochie Saint-Victor te Glons, laat weten dat, voor de leenmannen van dit hof dat de deken van de collegiale van Sint-Pieter te Luik, Arnoul Faber, voor zijn confraters de kapelanen en Henri de Wihogne voor het kerkfabriek van Sint-Pieter hebben verheft van het luminair een bunder grond gelegen te Slins, renende “vers Gaire alle voie qui tent de Sains-Victeur à Bors”, aan de erfgenamen van “Cesteaul de Selins et de Guillaume Malcortois, et alle Chavée”.
1459 :Jean Pater van Heur en Arnoul de Froymont transporteren een rente die vroeger Jean delle Abbye van Wonck en Fastré, z’n zoon hadden op een huis gezegd “l’hospital de Sliens”, te “Cestelon”.
1479 :hof van Gielet Malparlant van Slins.
1521 :Victor le Tixha, van Glons, bevestigt een rente van 1 muid spelt ten voordele van het kapittel van Sint-Jan, op z’n goederen, een huis en aanhorigheden te Petit-Slins en een weide “alle Basse Slins”.
1528 :Voor de maire en de schepenen van Slins zuiveren Collart, zoon van wijlen Phelipkin le Sauveur en Antoine Wathier, zijn schoonbroer, de inbeslagname aan gedaan door de “Aumone” van de cathedraal op gronden gelegen onder de jurisdictie van Slins.
1541 :Jean Libot, licentiaat en advocaat, transporteert aan Goris, zoon van Ernot de Champs van Slins, een bunder te Slins, op de plaats gezegd Jettefouze.
1632 :De schepenen van Luik laten weten dat Libert Kinet, van Slins, heeft bepaald ten voordele van de kapelanen van Sint-Jan, een rente van 10 florijnen op zijn huis “elle vau” te Slins en op andere goederen te Fooz, tussen Houltain en Fexhe, tussen Villers en Juprelle.

Sluizen

1348 :De abdij Val-Benoit staat toe aan Jacques Weuskin het tienderecht op Sluizen voor een huur van 3 jaar.
1371 :Catherine de Muchehaie, abdis van Val-Benoit, verheft voor de prevoost van Maastricht en zijn leenmannen het tienderecht dat de abdij houdt van hen te Sluizen.
1374 :Voor de notaris verzaakt Daniel gezegd van Malle, klerk, die van de abdij Val-Benoit zekere tienderechten in de gemeente Sluizen hield en te laat was bij te betalen, aan de cijnzen, na gemeen accoord stelt men scheidsrechters aan die de som bepalen die hij nog moet aan Val-Benoit.
1452 :Henri Vos moet rente op een huis te Sluizen.
1478 :De schepenen van Luik doen uitspraak in een proces aangegaan door Mathier van Tongeren, echtgenoot van Marguerite, weduwe van Jehan Grenier, die eist van Ysabeal Grenier en van Johan, haar zoon, een rente van 12 vaten spelt die volgens hem aan hem beloofd was in het huwelijkscontract en die hem toevallen op gronden te Sluizen, Schachins etc. Deze gronden vallen onder de wet van het Roomse Rijk en niet onder de wet van Luik. Het hof verklaart zich onbevoegd.

Spauwen

1237 :Conon, ridder, heer van Heers, laat weten verkocht te hebben een deel van zijn leen te Spauwen, hij herneemt een leen van de bisschop van Luik zijn alleu van Wandegnies (Chievres).
1436 :Voor het gezworen hof van de “Chambre”, verheffen Ernult d’Elest en Stasse Gentes, echtgenote van Ide en Isabeau, dochters van wijlen Henri Fort van Tongeren, een eigendom gelegen te Grote-Spouwen.
1447 :De schepene van de “ban” van Kleine-Spouwen (Overspauden) laten weten de opmeting en afbakening van de gronden van het kapittel Sint-Lambert te Spouwen.
1496 :De waterschout en de schepenen van Gote-Spauwen dat het contract tussen Henri van Gelck, schepen van Maastricht en consoorten anerzijds en het kapittel van Sint-Lambert vertegenwoordigd door meester Renier Bormans, kannunnik, anderzijds betrffende een eigendom gelegen te Grote-Spauwen.

Streel

1334 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Colar Coletars, van Jemeppe, jonker, overdraagt aan z’n zus een grond gelegen te Streel.
1336 :Louis, voogd van Streel in tegenwoordigheid van de feodale mannen: Gerard de Vileir, Humbert Corbeal de Streel en zijn zoon Fastré Baré laat weten dat de kinderen van Collin de Streel hebben overgedragen aan Jaquemar de Metz een huis en grond gelegen te Streel “entre le court Gerard de Vileir” en het hof van Jacquemar.
1336 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Warnier de Velroux, gegeven heeft aan de aalmoezen van de kerk van Sint-Lambert een grond gelegen te Streel.
1343 :Louis, voogd van Streel, laat weten dat, voor hem en z’n leenmannen, Herman de Streel heeft verzaakt in het voordeel van Libert, zoon van Jean l’Anneit de Fexhe (en echtgenoot van Marie, dochter van gezegde Herman), aan het vruchtgebruik dat hij had op 8 grote roeden grond gelegen te Streel “deseur le bressine” tussen Libert de Streel en Guillaume de Horion, van Fexhe.
1370 :Mabille, weduwe van Louis, voogd van Streel, laat weten dat Colard de Metz heeft overgedragen aan het kapittel van de kerk Sint-Lambert, voor zijn feodaal hof te weten Herman de Streel, Fastré Baré de Streel, Ameil zoon van Libert de Fexhe en Johan le Keuz, de helft van een eigendom gelegen te Streel.
1435 :Jean, voogd van Streel, laat weten dat, voor hem en zijn feodale mannen, Gerard Polstlauwer, deken van de collegiale Sint-Pieter, heeft verheft in leen, 8 grote roeden grond gelegen te Streel, “desseeur le bressine”, renende aan gewezen Amel de Streel, ridder, aan Gossuin de Champs de Fexhe, etc .
1458 :Voor het gezworen hof van de Chambre, Agnes, weduwe van Guillaume Broeve van Goreux, draagt over aan Jean Collart le Fèvre van Streel, haar zoon uit haar eerste huwelijk, goederen gelegen te Streel belast met een rente ten voordele van het kapittel van Sint-Lambert.
1461 :Voor het feodaal hof van de abdij van Saint-Laurent lez-Liege, verheft Hubert Corbeau van Momelette, een grond gelegen te Streel.
1474 :Voor het feodaal hof van de abdij Saint-Laurent bij Luik, verheffen Thiry d’Awans en Jean Lienart, kannunniken van Saint-Materne, in naam van hun broeders, een grond gelegen te Streel.
1562 :Voor het feodale hof van de hoge voogdij van Haspengouw verkoopt Jean de Lonchin, jonker, heer van Gentinne, te Boffu en Tahier, burgemeester van Luik aan het kapittel van Sint-Lambert, 30 daalders rente gehypotheceerd op gronden gelegen te Streel.

Thys

1330 :In aanwezigheid van notaris Henris de Wasege, het hof van leenmannen van de prior en van het convent van de Ecoliers van Luik te Crisnée constateert dat de leenmannen aanwezig en toekomstig van diverse goederen gesitueerd te Thys (a tyege desos le voie ki vat de Fies a Relh; derriere le cortil Henrike de Tis; devant le bressine) moeten een jaarlijkse cijns van 3 vaten spelt aan sire Henris de Masuik, kapelaan van Notre-Dame, in de kerk Saint-Laurent, bij Luik.
1330 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat de zoon van Radus des Prez, ridder, heeft overgedragen aan Gilles de Fize, kapelaan van de kerk Sint-Lambert, gronden gelegen te Thys (en lieu con dist sur lemon delle fontaine), te Wouteringen, te Crisnée en te Herstappe.
1339 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat de weduwe van Jean de Metz, van Crisnée, het vruchtgebruik dat ze had afgestaan op een allodiale grond gelegen tussen Thys en Oreye, aan haar zoon, dewelke dit dan weer heeft overgedragen ten voordele van de kapelanen van de kerk Sint-Lambert.
1340 :De mayeur en de schepenen van het hof van Thys laten weten dat Wenric Patras heeft overgedragen aan Henri de Houtain, kapelaan van Saint-Gilles, een grond gelegen tussen Thys en Wouteringen.
1352 :Het hof van de leenmannen van de kerk van Thys, op aanvraag van Aielis de Harduemont, begijn, en op verzoek van maieur, Johan Noiel, pastoor van Thys, geeft een nota af over een verleden datum waarop Agisse de Hornoir heeft getransporteerd aan deze Aielis, ten voordele van “la maison por Dieu com appelle de Juprelle”, een vat spelt rente op een grond van 7 roeden te Thys, komende van het hof.
1361 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Gilles d’Alleur, zijn broer en zijn schoonbroers hebben overgedragen aan Collart d’Embour en Gilles Textor goederen gelegen te Thys. Deze laatsten geven het vruchtgebruik aan de weduwe van Arnold Garin, hun schoonmoeder.
1368 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Henri Hamevaus van Boirs overdraagt aan Thomas le boulanger, van Luik, de helft van de verschillende alleux te Thys waarvan Humbines, zoon van Gilles Textor, de andere helft houdt.
1381 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat de testamentaire uitvoerders van Gilles de Fize, kannunnik van Saint-Materne, hebben overgedragen aan het collegevan kannunniken van Saint-Materne gronden gelegen te Thys, Wouteringen, Crisnee en Herstappe.
1441 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Guye, dochter van wijlen Rigaud de Thys, weduwe van Gilbert delle Motte, en vrouw van Herman de Henesdale, heeft verheft het vruchtgebruik van 22 grote roeden weide gelegen te Thys, renende aan de werixhas en aan de heer van Momalle. Ze staat het nadien af aan Rigaud en Isabelle delle Motte en haar schoonbroer Guillaume de Hemricourt en deze geven het aan meester Jean de Berlo, priester.
1455 :Jean de Berlo, priester, kapelaan van de collegiale Saint Jean l’Evangeliste en Ile, te Luik, laat weten dat, Rigal delle Motte, zoon van Gilbert delle Motte, is in bezit gesteld van 22 grote roeden weide gelegen te Thys, renede aux werixhas de Thys en aan de heer van Momalle.
1495 :Voor de leenmannen van Herman d’Eynatten, heer van Thys, wijst Jean de Thys, maire van Lummen, eerder al 50 florijnen ontleend aan zijn neef wijlen Rigaud de Thys, schepen van Luik, toe aan juffrouw Oude, weduwe van gezegde Rigaud, terug verbonden met Thomas Péronne, schepen van Luik, een weide gelegen te Thys, “en lieu condist derier le motte à Wotrange”, zoals gehypotheceerd met een rente van 5 vaten spelt tot afbetaling van de geleende som.
1546 :Voor de maire en de schepenen van Thys verheft Jean Pestia, ontvanger van de afgevaardigden van Sint-Lambert, twee stukken grond gelegen tussen Thys en Wouteringen, behorend tot de afgevaardigden.
1768 :Verdeling tussen het kapittel Heilig Kruis en dat van Saint-Denis, van de tienden van de vruchten van grong gelegen op de plaats Brabant, te Thys.

Tongeren

1318 :Het gezworen hof van de bisschop van Luik, te Tongeren, verklaart dat de bisschop Adolphe in leen heeft gegeven aan Arnoul Drufkint zijn huis te Tongeren, waar hij voorbehoudt het logement voor hem en zijn opvolgers, en de halle van deze stad.
1460 :Johan van Tongeren, doctor in de medicijnen, burger van Luik, laat weten dat Josse le Mignon, oppidain van Tongeren, heeft verheft van hem een huis en aanhorigheden, gelegen buiten delle Heymelinghen, poort van Tongeren, op de plaats gezegd Termoer, tegen de muren van de stad, tegen betaling van een half vat rente.
1539 :Testament van meester Arnold Roberti van Tongeren, kannunnik van het Heilig Kruis. Hij legeert z’n huis op de markt bij het huis “e la Barbe d’Or” aan z’n vaderlijke oom Arnold van Tongeren, kannunnik van Saint-Lambert of aan Boudewijn Waes, z’n neef (zoon van z’n zus Mechtilde).
1555 :Voor de schepenen van Luik, verkoopt Richard d’Elderen, verblijvende te Maastricht, aan het kapittel van Sint-Lambert, vertegenwoordigd door Johannes Bailge, boekhouder, 33 florijnen en 7 patars cijns op een grond gelegen te Tongeren, op de plaats “Trapparbercht”, en op een weide gelegen bij de oude muren van gezegde stad.
1618 :Ferdinand, aartsbisschop van Keulen, bisschop van Luik, verklaart dat de stad Tongeren toch in bezit houdt, de weiden, gemeenten en aanhorigheden die de stad omringen, tegen een prijs van 300 gouden rijnse florijnen jaarlijks en de banale molen “au braz” tegen en jaarlijkse prijs van 100 gouden florijnen.
1620 :Ferdinand, aartsbisschop van Keulen, bisschop van Luik, ontleent voor de behoefte van het prinsbisdom een som van 4500 gouden florijnen aan Godefroid de Bocholt, heer van Oreye en Kortessem, drossard van Peelt en Grevenbrouck, en geeft hem in leen een rente van 300 gouden florijnen te betalen door de stad Tongeren voor de huur van weiden rondom de stad.

Trognée

1438 :Het gezworen hof van leenmannen van Sint-Jan laat weten dat Godiscal de Truwengnees heeft getransporteerd aan z’n schoonbroer het derde van meerdere stukken grond te Trognée (gezegde plaatsen: deleis le Spinet, le Boscailhe, lep reit Godefrois de Hollongne, en Hemonvauz) aan z’n schoonbroer, Jacob le bastard de Marsain.

Ulbeek

1497 :Georges van Gutshoven koopt van Gielis van der Linden een half bunder grond te Ulbeek.
1535 :George Thoenis van Ulbeek verkoopt aan Gisbert Elsrack, kannunnik van het Heilig Kruis, een rente op 9 bunder gelegen bij Ulbeek, op de plaats gezegd “dat bosvelt”.
1536 :Gieles van Elsrack van Alken verheft na de dood van Gisbert van Elsrack, z’n broer, een rente te Ulbeek, vroeger van George Thonis van Gutshoven.
1538 :Voor de schepenen van Luik, Jan van Herckenrode, verblijvende te Ulbeek, verkoopt aan ’t kapittel van het Heilig Kruis, een rente gehypothekeerd op gronden te Ulbeek.
1539 :Voor de schepenen van Ulbeek transporteert George van Gutshoven aan Jan van den Voert 5 roeden grond.
1539 :Voor de schout en schepenen van Ulbeek, geeft George van Gutshoven in handen van Gerard van den Hove, schout, bepaalde vijvers gesitueerd bij het Heyden Hof, ter compensatie voor het nadeel berokkend aan de schout.
1540 :Voor de schepenen van Ulbeek transporteert George van Gutshoven aan Mathieu Lambrechts 15 roeden bos.

Vaux et Borsut

1343 :Voor de schepenen van het kapittel van Fosses te Vaux lez-Borset in Haspengouw, Colin delle Motte de Vaux, verkoopt aan het kapitel van Heilig Kruis, vertegenwoordigd door de kapelaan en teller Jean Copeis van Waremme, acht vaten spelt rente gehypotheceerd op gronden gelegen op het territorium Vaux et Borset, renende aan Wilhemair zoon Naveaus, Huwar de Bodeheis, de weide Buttoir zoon van wijlen heer Amele de Warnans, het huis van wijlen heer Kakoit de Warnans, juffrouw Oude le béghine, de grond van wijlen heer Ernu de Warnans etc.

Vechmaal

1092 :Noch Lambert de Tidebechen (Diepenbeek), avoué van de kerk Heilige Martin te Luik, noch een van z’n erfgenamen, heeft recht om iets op te leggen of te eisen in het deel van Vechmaal dat toebehoort aan de kerk Heilige Martin.
1138 :Walter, die z’n deel van tienderechten in Vechmaal heeft afgestaan aan de abdij van Stavelot, Wibald, abt van deze abdij geeft het met toestemming van z’n medebroeders aan de kerk Heilige Martin te Luik tegen een rente van 2 denieren.
1181 :Aan de proostdij van de kerk van Heilige Martin komen toe: Milheim, Borneheim, tienderecht van Breust, de kerk van Vechmaal en van St Remacle, de molen van Heure, verder recentelijke aanwinsten te Anixhe (gemeente bij Fexhe-Slins), Assesse,Ouffet, Liers, Frocurt, Jodogne, Mettecoven, Grace, de rechtspraak te Vechmaal, te Breust en Heure, Canne, Horpmaal, Millen en Hoegaarden.
1277 :Jean de Canbis, kannunnik en officiaal van Luik, laat weten dat, dat voor Lambucius, notaris van het hof van Luik, zijn verschenen de deken en het kapittel van Heilige Martin te Luik, enerzijds en Henri en Gilles, broers, anderzijds, deze laatsten verkopen aan de eerste 13 bunder en half gelegen tussen Herk en Vechmaal.
1301:De Officiaal van Metz laat weten dat Marguerite, echtgenote van Arnold, geneesheer te Metz, heeft toegestemd met de verkoop van goederen van haar man, gelegen te Vechmaal.
1321 :Acte verleden voor de notaris Godefroid Roleaz, waarbij Pierre gezegd de Cortis, priester, erkent dat hij permanent vicaris is, en geen priester van de kerk van Vechmaal.
1334 :Brieven van de officiaal van Luik laten weten dat voor Gilles de Momalle, priester en notaris van het hof van Luik, zijn verschenen Walter, pastoor van de kerk van Vechmaal, en Gilles, zoon van ridder Walter de Hinnisdael, enerzijds, Clerembault de Sauveniere, Arnold de Nyle, kannunniken van de kerk Heilige Martin, anderzijds, waarbij de eersten zeggen te hebben geleend van de tweeden als vertegenwoordigd hun kerk, voor 3 jaar, de grote en kleine tienden van Vechmaal tegen een prijs van 220 vaten spelt en 10 livres was.
1334 :Godefroid de Lewis, priester stemt in met de bepalingen van de kerk Heilige Martin om permanent vicaris te zijn te Vechmaal.
1359 :Acte voor noatris Henri gezegd de Wesere, van Halen, betreffende een pacht van 9 jaar gegeven door Alexander van Heur, kannunnik van Heilige Martin en handelend voor deze, aan Jean gezegd Vuelken, de grote tienden van Vechmaal.
1382 :De mannen van het allodiaal hof van de graaf van Loon laten weten dat, onder de linden die zich bevonden voor de ingang van de kerk van Loon, waar ze gewoon waren te vergaderen, zijn verschenen Lambert Noeprinck van Vechmaal, in hoedanigheid van erfgenaam van zijn broer Jean, pastoor van Horne, welke heeft verklaard te verkopen aan het kapittel Heilige Martin, vertegenwoordigd door Jean de Ghoryns, pastoor van Vechmaal en ontvanger van het kapittel, een rente van 1 vat haver gehypotheceerd op een huis en aanhorigheden, gelegen te Vechmaal, op de plaats genaamd “dat nouwe Ghoet” en toebehorend aan Jean de Hex.
1394 :De boekhouders van de beneficiers van de kathedraal geven aan Henri de Hoiers gronden gelegen op het gebied van Vechmaal en Heurne (Horne).
1401 :Het kapittel van Sint-Lambert laat bijeenkomen voor het allodiaal hof van Loon, de erfgenamen van wijlen Wautier d’Oleye, ridder, om het bezit te verkrijgen van 53 roeden grond gelegen bij Heurne-Saint-Pierre. De gronden ziijn afkomstig van Lisbeth, dochter van wijlen Boudewijn, zoon van wijlen Wautier d’Oleye, ridder. De mambour van Lisbeth is Louis de Saint-Martin, wapenman, burger van Luik.
1404 :Jean de Manshoven, wonende te Vechmaal erkent te houden van het kapittel Heilige Martin, 10 grote roeden, gelegen bij de hoeve van Manshoven kortbij de weg die leidt naar Loon tegen een rente van 12 setiers spelt.
1404 :Het kapittel van Sint-Lambert ontvangt, voor het allodiaal hof van het graafschap Loon, het bezit van 53 roeden grond gelegen te Heurne-Sint-Pieter, vermeld in de acte van 1401, en welke ook opgeëist werd door Herman van Hex. Deze beweerde ze gekocht te hebben van Herman Robeerts, welke ze had van Baudouin d’Oleye, en deze laatste van Walter d’Oleye, zijn vader.
1414 :De maire en leenmannen van het gezworen hof dat de beneficiers van Sint-Lambert hebben in de stad laten weten dat de goederen die de beneficiers hebben te Vechmaal, kortbij Hinnisdael.
1441:Guillaume van Heurne, censaal hof te Heurne.
1508 :Voor het allodiaal hof van Loon, wijzen Jean en Guillaume de Horn, broers, toe aan Meester Guillaume Zebots 2 vaten spelt rente op hun huis gelegen te Horne.
1565 :De religieuzen van de abdij van Villers verschijnen voor het allodiaal hof van Loon en dragen over een Denis van Hinnisdael gronden gelegen te Vechmael, in ruil tegen andere gronden gelegen in de heerlijkheid “Grate onder Hecx” en te Vechmael.

Velroux

1297 :Het allodiaal hof van Luik laat wten dat Thierry Maxheir, van Velroux, heeft afgestaan aan zijn kinderen een grond gelegen tussen Fontaine en Velroux, en dat deze laatsen het overgedragen hebben aan de kerk Sint-Lambert.
1370 :Jean d’Arckel, bisschop van Luik verklaart dat “damoisel Mese filhe jadis a Rauskin de Hermeez, Ameilez filz Ameil dit Damoxhan de Velrues ses marit, Rigal de Hermeez son oncle” in zij handen overbrengen, ten voordele van het kapittel van Sint-Barthelemy, vier bunder en half gelegen te Velroux, leen van de prins-bisschop.
1391 :Johans de Nandren, heer van Velroux, jonker, laat weten dat voor hem en z’n leenmannen, Lowys de Marneffe, zoon van wijlen Arnu le Villain, ridder, heeft getransporteerd drie stukken grond, gelegen tussen Velrous en Lexhiet en tussen Velrous en Berses ten voordele van het kapittel van Sint-Jan.
1471 :Voor de baljuw en de raadsmannen te Luik, wijst Rigaud de Thys toe aan de begunstigden van de kathedraal, een rente van 13 vaten 2 setiers en 2/3 spelt. Deze rente is gehypotheceerd op censale en allodiale goederen gelegen te Velroux, Lantremange Mouhin.
1475 :Voor het feodaal hof van Luik, verheft meester Thiri de Zanctes, kannunnik van Sint-Lambert, in naam van de Aumone van de kathedraal, een grond gelegen te “à Saweheial en Agimont, haulteur de Velroux”.
1506 :De “Aumone” van de kathedraal, vertegenwoordigd door Peter de Hoxem, verheft voor het feodaal hof van Luik een grond gelegen te “auz abbeauz en Agimont, haulteur de Velrouz”.

Verlaine

1369 :Yernekins de Wasseige, maire van een hof van leenmannen te Verlaine, laat weten dat Guillaume de Villers heeft overgedragen aan Herman de Zancte, kannunnik van Luik, een hof en aanhorigheden gelegen te Verlaine, tegen een jaarlijkse cijns. (une court, mainson, bressinne, jardien seans alle Stanche deseur Verlennes)
1421 :Louis de Borsuhoudende hof, zowel voor hem als voor Jean de Soheit, laat weten dat voor zijn leenmannen “comme pardevant court jurée des deux cours condist de Borsoit”, Lambert de Kasseal, of de Casseaul, verblijvende in de straat Biernair-en-Ile te Luik, heeft verheft 2 bunder en half grond gelegen tussen de vier grachten, te Borsu, gehucht van Verlaine.
1470 :Voor het gezworen hof van de Chambre, verheft Jean Doyen gezegd de Chodron, zoon van Guillaume Doyen van Haneffe, van de rekenkamer van de jaargetijden van Sint-Lambert, goederen gelegen te Verlaine.
1576 :De schepenen van Luik laten weten dat de testamentaire uitvoerders van wijlen Jacques de Tolleto, kapelaan van de cathedraal, hebben gegeven aan het kapittel van Sint-Jan, om de legaten van 100 florijnen rente die aan hen waren gegeven door de overledene te vervolledigen: 1° 43 florijnen cijns vervorven van Rigaut Hawea en van Dirick, zijn zoon, toekomende van Marie de Reepen z’n eerste vrouw, op de charuage van Saulcy te Verlaine; 2 ° 36 florijnen cijns, verworven van Coen Souhar op goederen te Saint-Georges; 3° 17 florijnen cijns, verworven in twee keer van Gielet Houbar, op goederen te Freloux; 4° 14 florijnen cijns, verworven van Jehan Libert, op goederen te Warfusée.

Veulen

1323 :De mayeur en de schepenen van Veulen laten weten dat dame Osa en haar zoon hebben erkend te moeten aan de weldoeners van de kekr Sint-Lambert een rente gehypothekeerd op een grond te Veulen (op deplaats gezegd Druvenborne).
1342 :De mayeur en de schepenen van Veulen laten weten dat Gilles, kleinzoon van schepen Robin, heeft overgedragen 20 en half roeden gelegen te Veulen aan het kapittel van de kerk van Sint-Lambert.

Viemme

1373 :Het allodiaal hof te Luik laat weten dat Johan de Villers, kapelaan van Sint-Jan, heeft getransporteerd aan Jacquemins de Wonck, kannunnik van dzelfde kerk, 22 roeden grond, in twee stukken, gelegen tussen Ayneffe en Viemme, op de plaats genaamd en le Champnotte.
1375 :Voor het allodiaal hof van Luik, Jakemes Punifier, kannunnik van Sint-Jan, ransporteert aan Jekemien de Wonck, kannunnik van dezelfde kerk, 7 roeden groot weide, tussen Ayneffe en Viemme, op de plaats gezegd “en le Champnotte” en 7 roden groot grond, tussen Ayneffe en Borlez, op de weg naar Iernawe.
1384 :Jacquemien de Wonk, kannunnik van Sint-Jan, laat weten dat, voor z’n leenmannen, hij heeft gegeven aan Collengnon, zoon van wijlen Arnult Ponchar van Borlez, gronden en weiden tussen Ayneffe en Viemme (alle Champaingnotte) en tussen Ayneffe en Borlez, tegen een jaarlijkse rente van 4 vaten spelt.
1450 :Henri delle Chaulcie, oud burgemeester van Luik, verheft gronden gelegen op de hoogte van Viemme, hem toegevallen van Marie, zijn vrouw, dochter van Lynard le Berwier en van Marie.
1512 :Voor de schepenen van Luik duidt Rennechon de Borleit aan aan Guillaume de Bleret, burger van Hoei, 6 vaten rente op goederen gelegen te Viemme, Borlé, Waleffe, Aineffe en Celles in Haspengouw.
1552 :Renier Bormans en Jean Maechs, kannunikken van Heilig Kruis, verheffen in naam van het kapittel een bunder aan het Kruisa (a la croix) te Viemme.
1579 :Verheffing van de tienden te Denville en te Hafflignoul van een bunder grond gelegen aan “la Croix” te Viemme, komende van de abdij van Stavelot door het Heilig Kruis.

Vieux-Waleffe

1602 :Het kapittel van Sint-Lambert en Herman de Bourgogne, baron van Fallais, maken een akkoord betreffende de heerlijkheid van Latinne. Het kapittel behoudt het bezit van de heerlijke rechtspraak en van 15 grote roeden grond op het territorium van Vieux-Waleffe. Herman de Bourgogne behoudt de oude tienden en deze van 8 bunder en 6 roeden gelegen “au tiége à Leawys”.
1619 :Ferdinand de Baviere, bisschop van Luik, geeft de heerlijkheden van Vieux-Waleffes, Marneffe en Pitet aan Herman de Bourgogne, graaf van Fallais, tegen de prijs van 800 rijksdaalders.

Villers l’Eveque

1200 :Gautier, deken van Sint-Lambert en abt, brengt terug tot 10 die kleine prebenden van de kerk Notre-Dame te Villers-L’Eveque.
1215 :Ludolf, aartsdiaken van Luik, staat de ontvangsten van de kerk van Villers-L’Eveque toe aan de kannunniken van Saint-Materne.
1218 :Hugues, bisschop van Luik, laat weten dat Eustache de Fooz aan hem heeft afgestaan de avouerie van Villers-L’Eveque die hij in leen hield van de avoué van Haspengouw.
1227 :Hugues bisschop van Luik, laat weten dat voor het nut en de veiligheid van zijn bisdom de grond van Maidiéres wisselt tegen de stad St-Truiden en met de kerk van Metz waarmee met dewelke hij zich engageerd te betalen een rente van 20 mark op de Halle van Huy, op de tolplaats of op een grond te Villers l’Eveque.
1232 :Thibaut de Loncin en Elisabeth, zijn vrouw, dragen over aan de abdij van Val-Benoit goederen gelegen te Loncin (5 bunder) en 2 bunder te Villers-l’Eveque.
1232 :Jean, bisschop van Luik, laten weten dat een burger van de stad heeft gegeven aande kannunniken van Saint-Materne een grond gelegen te Villers-l’Eveque (vier bunder groot).
1234 :Libert, ridder van Othee, maakt zijn uitspraak bekend betreffende de tiende van een grond gelegen te Viller-l’Eveque en waarop Libert Lardenois, ridder van Villers, de eigendom betwist met de kannunniken van Saint-Materne.
1235 :Otto, deken van Saint-Paul, enHumbert Corbeau, ridder van Awans, laten weten dat Libert gezegd l’Ardennois, ridder, heeft afgestaan ten gunste van de kannunniken van Saint-Materne de avouerie en de tienden van een grond gelegen te Villers l’Eveque.
1249 :Simon, gezegd Offes, kannunnik van Saint-Materne, doet schenking aan zijn medebroeders van een grond te Villers l’Eveque waarvan hij het vruchtgebruik houdt.
1252 :De baljuw van de bisschop van Luik, aangesteld door de deken van Maastricht om de eis te onderzoeken van Bauduin de Foret op “la none” op een grond gelegen te Villers l’Eveque, verklaart dat ze toebehoort aan de kannunniken van Saint-Materne.
1275 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Eustache de Villers l’Eveque heet gegeven aan de kannunniken van Saint-Maternus 22 roeden alleu gelegen op de plaats Gobierval, te Villers l’Eveque.
1290 :Het kapittel van Sint-Lambert laat weten dat de kannunniken van Saint-Materne in huur hebben gegeven, voor 24 jaar, aan Louis Palhet, de tiende en la “none” van 6 bunder gelegen tussen Villers l’Evaque en Kemexhe.
1342 :Het allodiaal hof te Luik, laat weten dat Libiers Larballestrier heeft getransporteerd aan Johans de Bastongne, kapelaan van Sint-Jan, een huis en aanhorigheden te Villers-l’Eveque, een allodiaal komende van Clemenche de Rokelenges.
1344 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Libert gezegd l’Arbaletrier heeft afgestaan aan Gerard de Saint-Pierre, kapelaan van de kerk Sint-Lambert, een half bunder te Villers-l’Eveque “deleis les terres les filhes dame Maron de Holengnules d’une part et les terres Masset fil Masset de Converterie”.
1344 :De maire en de schepenen van Viller-l’Eveque noemen de goederen op die Collar Frère-Meneur, hun maire en co-schepen, bezit in hun jurisdictie.
1361 :Hat allodiaal hof te Luik laat weten dat Lorette, weduwe van Colar Frère-Mennoir van Villers-l’Eveque, heeft overgedragen aan Jean del Haste, kannunnik van Sint-Pierre, voogd van de kapel N.D., het derde van een hof, huis, tuin en aanhorigheden op de plaats gezegd Bertemont, te Villers-L’Eveque, tussen de hoven Petitpas richting Treit, Arnoul Chokonier en Libre Quatre-et-Mailhe “vers le mostir”. Colar Moreaz, schildknaap van messire Adam de Chokier, maire van het hof, geeft aan gezegde Jean del Haste.
1370 :Het hof van Villers l’Evecque laat weten dat Thomas, zoon van wijlen Daneal de Riwechons (Rutten) heeft getransporteerd 27 roeden grond te Villers aan Johans Michelos, bakker, burger van Luik, tegen een jaarlijkse cijns van 7 denieren en een munt per bunder.
1374 :De scheidsrechters van de kannunniken van Saint-Materne en de “masuiers” van Villers-l’Eveque en Naveroulle spreken zich uit betreffende de tienden van deze plaatsen.
1380 :De schepenen van Luik, antwoord gevend op hoger beroep aan de kannunniken van Saint-Materne, beslissen dat Libechon de Tilhoul moet aan genoemde kannunniken een rente op de goederen van wijlen Collar Frere-Meneur, van Villers-l’Eveque.
1383 :De mayeur en de schepenen van Villers-l’Eveque laten weten dat Jean de Bolsée heeft overgedragen aan Henri Oneal, kannunnik van Saint-Materne, gronden gelegen in deze plaats (gissantes alle Tombelle).
1384 :De mayeur en de schepenen van Villers-l’Eveque laten weten dat Guillaume gezegd l’Arbaletrier heeft overgedragen aan Henri Oneal kannunnik van Saint-Materne, een half bunder grond in deze localiteit.
1386 :Het hof van de leenmannen van de kannunniken van Saint-Materne, laten weten dat Jean Colo, van Villers-l’Eveque, heeft overgedragen aan Hanet Roselhon 34 roeden grond gelegen in deze localiteit (e lieu c’on dist les Marliers).
1392 :Voor de schepenen van Luik een akte gegeven op 24 april 1344, bij de welke het hof van Villers-l’Eveque de goederen opsomt van Collars Frère-Meneur, maire en schepen van gezegd Villers.
1396 :Gerard Fastrelot van Villers l’Eveque wou het teruggaan van 2 gronden die de collegiale Heilige Martin had gekocht van Guillaume le Bolengereal van Fexhe verhinderen. De collegiale is accoord mits betalen van de waarde van het goed.
1397 :Bertrand de Veteri Vineto, abt van Saint-Jacques, bewaarder van de goederen en voorrechten van de geestelijke stand, behandelt het geschil ontstaan tussen de kannunniken van Saint-Materne en Jean Loncle van Hognoul, betreffende de tienden op stoffen in de parochie Villers-l’Eveque. Jean Loncle weigert deze tiende te betalen, aangezien de kapel van Hognoul op de scheidingslijn van zijn eigendom is gebouwd gezien anders de te grote afstand met de kerk van Villers, zijn voorouders hebben hiervoor vrijstelling bekomen deze tiende te betalen.
1399 :Voor de maire en de schepenen van Villers-l’Eveque, Fastré de Bolzée staat af aan de kannunniken van Saint-Materne gronden gelegen op de volgende plaatsen: alle tombelle, en le eawiche etc.
1399 :Voor het gezworen hof van Saint-Materne, te Villers –l’Eveque, Henri Solos ontvangt de investituur van een grond, tegen een rente van een half vat spelt.
1399 :De kannunniken van Saint-Materne geven een globale kwitantie aan Gerard Fastrelot, van Villers-l’Eveque, die van hun heeft gehouden 17,5 bunder grond.
1402 :Voor het gezworen hof van de kannunniken van Saint-Materne te Villers-l’Eveque, wijzen de mambours van Jeanne, minderjarige dochter van wijlen Thomes Golet van Villers-l’Eveque toe aan de kannunniken de erfgenissen op een hypotheek van een rente van 4 sous, 2 kapoenen etc..
1410 :“Rawesien Wilheame” van Viller-l’Eveque, verblijven de in Souverain-Pont te Luik geeft in leen voor zijn leenmannen aan Ernoton, zoon van Ernaur de Paifve een huis gelegen te Villers-l’Eveque “fourmis et excepteit d’icelle dicte tenure les masures Johan Datien de Montengnéeznet monsigneur le privoust de Liege”.
1411 :Catherine, vrouw van Warnair de Borghesteyne, burger van Luik, weduwe uit een eerste huwelijk met Collar de Tawe, laat weten voor haar leenmanne dat Evrekin de Roloux heeft overgedragen aan Arnoul, zoon van de “grote” Ernair de Villers, een grond gelegen te Villers-l’Eveque.
1412 :Afspraak tussen de kannunniken van Saint-Materne enerzijds en Guillaume Broyne van Odeur en Stassar Dame Yde, anderzijds betreffende de huur van de tienden van Villers-l’Eveque.
1413 :Voor het gezworen hof van goederen afhangende van de kannunniken van Saint-Materne draagt Renier de Juprelle over aan Rausin Wilheame de Villers-l’Eveque een huis gelegen te Villers op de plaats genoemd “emmy le ville”.
1415 :Voor het gezwoern hof van goederen afhangende van de kerk van Villers-l’Eveque draagt Corbeal, zoon van wijlen Pirotteal van Momalle over aan de kannunniken van Saint-Materne een huis gelegen te Villers-l’Eveque “devant le mostier”.
1418 :Gilles Gobin, kannunnik van Saint-Barthelemeus, luitenant-proost van Luik, voor Jean de Ligne, verklaart dat Jean de Tombeur, van Hognoul, heet verheft, voor de leenmannen van de proostdij, een huis te Villers-l’Eveque, later draagt hij het over aan Pierre Wérotte.
1419 :Het gezworen hof van kannunniken van Saint-Materne, te Luik, laat weten dat Marguerette Grippaur, weduwe van Franchois Piraur, burger van Luik, heeft een grond gelegen te Villers l’eveque, alle basse voie van Fooz, getransporteerd aan het kapittel van Sint-Jan.
1422 :Gieles Gobin, vice-proost te Luik en Lynard de Bierses, pastoor van Saint-Adalbert, laten weten dat ze hebben toegestaan dat Maroie, weduwe van Colaur de Bierses, zal worden begraven bij de Frères-Precheurs. Maroie heeft gegeven aan Saint-Adalbert, haar parochiekerk, 6 vaten spelt rente op goederen gelegen aan de weg die loopt van Villers naar Fooz.
1422 :Voor de leenmannen van Warnair de Borghesteyne, burger van Luik, verheft Arnoul, zoon van “grand Eirnaurt” van Villers-l’Eveque, gronden gelegen in gezegde Villers.
1427 :Jaqueme, zoon van Arnult Wilkar van Awans verheft, voor het hof van leenmannen van Jean Mathier, lakenhandelaar en burger van Luik, meerdere gronden die komen van gezegde Mathier en gelegen zijn onder de jurisdictie van Viller l’Eveque en deze van Odeur.
1427 :Het hof van de leenmannen van Sint-Jan, laat weten dat Henri Solos, verblijvende te Luik, in de straat Saint-Christophe, heeft verheft, door nalatenschap van z’n ouders, een hof, huis, tuin en aanhorigheden te Naveroule (Villers l’Eveque) dat hij houdt van de kapelanen.
1427 :Uitspraak van het gezworen hof van de kannunniken van Saint-Materne te Luik in de zaak: gezegde kannunniken tegen Bertrand de Froidecourt betreffende een rente op een grond gelegen te Villers-l’Eveque “en lieu condist Roveroit sour les Marliers”.
1430 :Voor het gezworen hof van de goederen behorend tot de begunstigden van Sint-Lambert, Jean Lippe verheft goederen gelegen te Villers-l’Eveque.
1431 :Voor het gezworen hof van de kannunniken van Saint-Materne te Luik dragen Gilles de Visé, dokter en Catherine zijn vrouw over aan Pierre de Kemexhe een grond gelegen te Villers l’Eveque tegen 6 vaten spelt rente te betalen aan de Kannunniken van Saint-Materne.
1432 :Het gezworen hof van “Chambre” verklaart dat op 16 januari 1385 Nicole Sarto, kannunnik van Sint-Lambert in bezit gesteld is van een eigendom te Villers-l’Eveque.
1432 :De officialiteit te Luik, verplicht, op vraag van de kannunniken van Saint-Materne, hun te betalen de tienden van 9 morgen land gelegen in de parochie van Villers-l’Eveque.
1433 :Voor het allodiaal hof van Luik, draagt Jacques Wilkair van Awans over aan Jacques de Bierses een rente op gronden gelegen te Villers-l’Eweque, Odeur etc, die hij bezat in uitvoering van het testament van wijlen zijn nonk Guillaume Wilkair, schepen van Luik.
1435 :Voor het gezworen hof van de kannunniken van Saint-Materne te Luik verheft Maroie, weduwe van Piron de Gravioule gezegd de Prustin, burger van Luik, een grond gelegen te Villers-l’Eveque, te Roveroit, op de plaats gezegd let hier de Hollandre.
1438 :Eustache de Hognoul erkent te moeten aan de kannunniken van Saint-Materne 507 “livres”, 19 “sous”, voor de kosten van een proces betreffende de tiende op enkele gronden gelegen te Villers-l’Eveque.
1438 :Voor het gezwoeren hof van de kannunniken van Saint-Materne te Luik draagt Noël, zoon van Collar Pierar van Kemexhe over aan Jean Collar en aan Masset del Kevertrie een grond gelegen tussen Villers-l’Eveque en Hognoul.
1438 :Masset delle Convertrye, maire van het hof van Guillaumle Rawesin, laat weten dat voor de leenmannen van gezegde Guillaume, heeft verheft Ernoton, zoon van Ernard de Paifve, een huis geleghen te Villers-l’Eveque.
1440 :Guillaume Rausin van Villers-l’Eveque laat weten dat voor zijn leenmannen Francois Weiron van Odeur, echtgenoot van Martine van Paifve, heeft verheft een huis gelegen te Villers-l’Eveque.
1440 :Het leenhof van Sint-Jan laat weten dat Johan en Moes, kinderen van Balduwin de Boirs, hebben verheft de helft van een huis en aanhorigheden, gelegen te Villers-l’Eveque, komende van hun oom Bertrand de Boirs, tot het betalen aan de kapelanen van Sint-Jan de helft van een rente van 2 vaten spelt.
1442 :Voor de maire en de schepenen van Villers-l’Eveque, verheffen de begunstigden van Sint-Lambert een grond, tegen een jaarlijkse cijns van 7 denieren per bunder, te betalen aan de ontvanger vannde bisschop.
1444 :Voor de maire en de schepenen van Villers-l’Eveque, verheft Masset delle Cuvietrye, erfgenaam van Philippe de Liers en Maroie, zijn vader en moeder, meerdere stukken grond.
1444 :Voor de leenmannen van de kannunniken van Saint-Martin, te Luik, draagt Amelot, zoon van Hanetoule van Kemexhe, over aan Jean Collaur en aan Masset delle Cuviertrye, een bunder grond gezegd het bunder “de Bairbyer”, op de hoogte van Villers-l’Eveque.
1444 :Voor de maire en de schepenen van Villers-l’Eveque, draagt Guillaume Rausien over aan Masset delle Cuvertrye gronden gelegen bij de weg “des Larrons”.
1446 :Voor het gezwoeren hof van de kannunniken van Saint-Materne verkoopt Guillaume Rausin aan de kannunniken van Saint-Materne 10 setiers spelt rente op een grond gelegen te Villers-l’Eveque.
1453 :Voor het gezworen hof van de goederen afhangende van de “benefeciers” van Saint-Lambert verheft Jean Godard van de broederschap Saint-Luc een huis en gronden te Villers-l’Eveque.
1454 :Arnoul delle Novilhe de Ferme laat weten dat voor zijn leenmannen Francois Weron heeft verheft een huis gelegen te Villers-l’Eveque.
1457 :Jean Pirlin van Villers-l’Eveque, geeft zijn goederen ten voordele van Libert delle Rualle van Othée, omdat deze zich borg stelde voor de terugbetaling van een som ontleend door gezegde Pirlin van Joassart de Cellier gezegd de Kokeroul.
1459 :Jean de Hollengnoulle, Franck zoon van Corbeal de Momallme en Jean Collar verklaren terug genomen te hebben van de kannunniken van Saint-Materne de grote en kleine tienden dat deze bezitten te Villers l’Eveque, Naveroulhe, Hollogne-sur-Geer, Fooz en aanhorigheden, voor een termijn van zes jaar, tegen 500 vaten spelt elk jaar, 11 setiers witte bonen, 23 setiers andere bonen, 11 livres was, 55 livres d’amandes, 11 livres peper, 100 gerbes de paille en 11 setiers de navette; de verkrijgers moeten een stier houden voor deze periode en de hagen onderhouden.
1471 :De kannunniken van Saint-Materne geven in pacht aan Frankin van Momalle, Jean Collar van Villers-l’Evecque, Gilles Pollarde van Villers en Thiry Macoir van Hognoul, de tienden van Villers l’Evecque.
1475 :Guy de Brimeu, heer van Humbercourt, graaf van Meghem, etc., luitenant van de hertog van Bourgogne, beveelt het kapittel van Sint-Jan te laten genieten van de goederen die deze hebben in beslag genomen van Gerard, zoon van Johan Colart de Villers-l’Evecque, wegens niet betalen van rente, desondanks dat deze waren geconfisceerd ten voordele van de hertog van Bourgogne.
1481 :Jean Damesart, commissaris van de stad Luik, geeft aan Renier de Vrolo, verblijvende te Villers-l’Eveque, een huis “blocckehuis” etc.., “seant devant le court delle abye les seigneurs de Saint-Materne”, en een weide en tuin genoemd “le court de Landois”, alles gelegen te Villers.
1485 :Notariële acte waarbij de kannunniken van Saint-Materne in pacht geven de grote tienden van Viller-l’Eveque aan de maire van Villers-l’Eveque Jean Renchon, Pirot de Tiège en Francois Halloy. Notaris: Johannes Spirinc.
1507 :Voor de schepenen van Luik, geeft Johan, zoon van wijlen Gerard Collart de Kemexhe, om zich te bevrijden van 20 florijnen die hij moet aan het kapitten van Sint-Jan, 7 roeden grond, te Villers-l’Eveque, op de plaats “sur les Marliers”.
1513 :Terugverwijzing van de schepenen van Luik naar het hof van Villers l’Eveque, in de zaak van de kannunniken van Saint-Materne tegen André Francois, betreffende de betaling van een cijns van 10 kapoenen en 6 sols.
1516 :Voor de schepenen van Luik, geven André Francheu en Francheu, zijn zoon, aan de kannunniken van Saint-Materne, vertegenwoordigd door meester Guillaume Doerne, gun hoofdboekhouder, een weide en een “xhace ou petite piece”, te Villers l’Eveque.
1518 :De maire en de schepenen van Villers-l’Eveque, verklaren per acte, op vraag van Jacques de Morialmé, kannunnik van Saint-Materne, dat op 6 juli 1517 gezegde Jacques, zowel in zijn naam als van zijn broeders, liet stoppen, tegen Gilles de Bollet en Henri Bollet, zijn zoon, let inzaaien van 2 stukken grond gelegen te Villers.
1523 :Vonnis van de schepenen van Luik in de zaak: de kannunniken van Saint-Materne, vertegenwoordigd door Gilles de Laminne, hun ontvanger, tegen Jean Baduyn, maire van Momalle, betreffende de inbeslagname van gronden gelegen te Villers-l’Eveque.
1524 :Voor de maire en de schepenen van Villers l’Eveque, doen Pirson Mathier, burger van Luik, en Jean Linard, zijn schoonbroer, een deling van hun goederen.
1527 :Het gezworen hof van leenmannen van Sint-Jan laat weten dat Jehan Vigielot, pastoor en Johan delle Thour, momber van de kerk van Hognoul, hebben verheven om te houden van de Mandé van Sint-Jan, een grond van 9 roeden, gelegen te Villers l’eveque, op de plaats gezegd “en Leawiche”, ten laste van betaling van 1 muid spelt rente aan de Mandé.
1528 :Voor de schepenen van Luik draagt Pirchon Mathier van Villers l’Eveque, burger van Luik, over aan de Augustijnen op Avroy, vertegenwoordigd door broeder Jean Cremeers, religieuze van dit klooster, 2 vaten spelt rente gehypotheceerd te Villers l’Eveque.
1530 :Voor de schepenen van Luik verkoopt Pirchon Mathier, burger van Luik, aan de Augustijnen op Avroy 2 vaten spelt rente gehypotheceerd te Villers l’Eveque.
1533 :De schepenen van Luik laten weten dat Gerard du Vivier, van Xhovemont, heeft teruggenomen 27 reoden te Villers-l’Eveque, als verwante van Collienne le Rade, die ze heeft getransporteerd aan Johan de Thournay, kannunnik van Sint-Jan en die deze heeft afgestaan aan Henry de Warpen, kannunnik van St Jan.
1540 :Lambert de Kanne en Jean, zijn zoon, verblijvend te Villers-l’Eveque, dragen over aan Jean Linar, schrijnwerker, onroerende goederen gelegen in dit dorp.
1545 :De deken en de medebroeders van het concilie van Tongeren laten weten waaraan de hoofdelijke tiendeheffer en de gemeente zich moet aan houden in de herstellingne en onderhoud van de parochiale kerk. Het betreft de kerk van Villers l’Eveque waarvan het college van Saint-Martin de tiendeheffer is.
1561 :Voor de schepenen van Luik verkoopt Collar de Bodechon aan het rekenhof van de jaargetijden 2 vaten spelt rente op een huis en goederen te Villers-l’Evecque. Het geld was afkomstig van een terugbetaling door Guillaume de Horion, echtgenote van de dochter van wijlen Jean Huyn d‘Amstenraed.
1567 :De schepenen van Luik veroordelen Florkin Malcoir te betalen aan de kapelanen een rente van 6 vaten spelt dat zijn vader, Gregoire Malcoir, had bepaald in hun voordeel op 4 januari 1543 op goederen gelegen te Villers l’Eveque (gezegde plaatsen en fonds de Voroux, alle voye de Fexhe et en Monhaye).
1568 :De kannunniken van Saint-Materne geven in leen aan Noël le Hault een huis dat ze bezitten te Villers-l’Eveque.
1572 :Testament van kannunnik Joannes de Villari. De testator laat aan z’n broer Nicolaus goederen te Villers l’Eveque; hij beschikt over z’n andere goederen ten voordele van Petrus, Nicolaus en Jacobus, natuurlijke kinderen van Elisabeth de Enckevoert.
1593 :Voor het gezworen hof van de “Chambre” verheft Mathieu, zoon van wijlen Jean Lienart een huis te Villers-l’Eveque.
1617 :Zuivering van een beslag gedaan, door het kapittel van Sint-Pieter, tegen Jean Renier, van goederen gelegen te Villers-l’Eveque.
1635 :Akkoord tussen het kapittel van Sint-Pieter, Piron Pierre en consoorten, betreffende de betaling van een rente te Villers-l’Eveque.
1642 :Het hof van Villers-l’Eveque laat weten dat Gilet Baré heeft bepaald, tegen 100 florijnen, een rente van 6 florijnen op een half bunder grond te Villers-l’Eveque, ten voordele van de kapelanen van Sint-Jan.

Villers-Saint-Simeon

1457 :Alexandre Sandron, burger van Luik, laat weten dat, voor zijn leenmannen, heeft verheft Jean Graffe van Fraipont, het kapittel van Sint-Lambert vertegenwoordigend, gronden gelegen te Villers-Saint-Simeon en Juprelle, onder andere “sour le Berwinne”.
1460 :Voor de maire en de schepenen van Villers-Saint-Simeon, draagt Rigaud du Vivier over aan Humbert de Vivier, voogd van Grâce, zijn zoon, goederen te hebben behoord aan wijlen messire Gerard de Bastogne.
1508 :Voor de maire en de schepenen van Villers-Saint-Simeon en Juprelle verkopen Piron d’Heur, schepen van Luik, Gielet en Pieron, ziijn 2 zonen, aan meester Henri ex Palude, kannunnik en koorheer van de cathedraal, 20 vaten spelt rente op een eigendom genoemd “le court de Durbut” gelegen te Villers.
1508 :Volgens het rapport van de experts noemt de gilde van de schrijnwerkers van Luik de herstellingen op die Jean le Charpentier moet herstellen aan de hoeve van Villers-Saint-Simeon, werken die niet uitgevoerd zijn volgens de regels. (St Lambert)
1512 :Voor de maire en de schepenen van Villers Saint-Simeon en Juprelle, zuivert Henri ex Palude, kannunnik-koorheer van Sint-Lambert, de inbeslagname gedaan door Jean Bertollet, ontvanger van de cijnsen van de kathedraal te Juprelle, aan van de eigendom gezegd de Durbut die behoorde aan Helman Burin.
1513 :Op vraag van de koorheer van Sint-Lambert, van Lambert Loweneal, “son bovier”, en van de kinderen van Helman Burin, gaan de maire en de schepenen van Villers–Saint-Simeon verder met het bezoek en de schatting van een grond gelegen onder hun jurisdictie.
1514 :Voor de maire en de schepenen van Villers–Saint-Simeon en Juprelle, zuivert Jacques de Juprelle de inbeslagname aan van een huis, toren en tuinen etc. genoemd “le court de Durbut”, te Villers wegens niet betaling van 20 vaten spelt rente door Henri ex Palude.
1535 :Terugverwijzing van de schepenen van Luik naar het hof van Villers en Juprelle, in de zaak van Jean en Jacques, zoon van wijlen Heilman Burin en van Marguerite, dochter van wijlen Jean Courtjoie en van Agnes, dochter van wijlen Rigaud de Vivier, van Villers Saint-Simeon tegen Maroie, weduwe van Jacques de Juprelle betreffende een weide gezegd “le Kadoux”, in leen gegeven in 1456 door de cathedraal aan Rigaud de Vivier, voogd van Grace.
1569 :Voor de schepene van Luik verkoopt Mathieu Wilhoule van Juprelle aan de “Aumone” van de cathedraal, vertegenwoordigd door meester Gilles Spinar, 18 florijnen cijns op een weide en hof gelegen “sur les berwinnes” te Villers-Saint-Simeon.
1783 :Het kapittel van Sint-Lambert staat toe dat Pierre Collard bouwt op een stuk grond gelegen te Villers-Saint-Simeon.

Vinalmont

1466 :Voor de schepenen van Luik geeft Jean le Proidhomme, schepen van Luik, onder waarborg van een rente van Jean de Corbion, zijn schoonbroern aan meester Thiry Godissault, kannunnik van Sint-Lambert, een andere rente gehypotheceerd op de brouwerij van Vinalmont.

Visé

983 :Keizer Otto II, op verzoek van z’n peetvader, Theodoricus, bisschop van Metz en van z’n nicht Béatrice, geeft voor altijd aan Notger, bisschop van Luik, voor de kerk Sainte-Marie en Saint-Lambert, de inkomsten van de tol op de markt van Visé die hij voordien tijdelijk aan Beatrice had gegeven.
1362 :Het hof van leenmannen dat het kapittel van de kerk Sint-Lambert bezit te Visé, laat weten dat Renard Petit en Jacques Hustin hebben overgedragen aan gezegd kapittel meerdere gronden komende van dit hof en van het hof van “Signeez”.
1547 :Broeder Guillaume Hermanni, prior van convent van Sint-Leonard bij Luik gezegd Bons-Enfants, verheft gronden te Visé. Hetzelfde gebeurde op 11 maart 1559, door prior Guillaume de Haneffe alias delle Vaul.
1549 :Opmeting door het schepenhof van Visé van gronden, weiden en goederen van de collegiale Heilig Kruis te Visé.
1560 :Broeder Christophe de Gernaie, ridder van de orde van Sint-Jan van Jeruzalem, commandeur van Corswarem, verheft als beheerder van de grootmeester van de commanderie van Luik, gronden te Visé.
1568 :Het kapittel van het Heilig Kruis neemt z’n goederen te Visé terug op ten tijde van het beleg van de stad door de prins van Oranje.
1571 :Voor het gezworen hof van Sint-Lambert te Visé, transporteert Dries Gentis, zoon van zaliger Lyon Gentis, burger te Maasricht, aan Jean Lambert, de Tiége van Nivelle, een rente gehypotheceerd op een huis en gronden gelegen te Visé, op de plaats gezegd Goirheit, Quassecques, voor de Brug etc..
1596 :Jacques Vervy, echtgenoot van Marie Hawea, bevestigt ten voordele van Stas de Froidmont, wijnbouwer, burger te Luik, een rente op goederen te Visé op volgende platsen: Gorheit, voor Wadrée etc.
1717 :Verklaring gedaan voor notaris Libert door Claude Rigaz en Wathy Philippar, van Nivelle, overnemers van de viskwekerij van Heilig Kruis.
1737 :Henri Lescrinier, oud burgemeester van Visé, verkoopt aan Gilles Mollin de jonge een huis gelegen bij de brug van Navagne, jurisdictie van Visé.

Voroux

1241 :Robert, bisschop van Luik, laat weten dat Antoine, ridder van Momalle, heeft gelegateerd aan de abdij van Val-Benoit 122 vaten spelt op gronden gelegen te Voroux, Noville en Horion.
1264 :Jacques, ridder, heer van Celles, staat af aan de abdij van Val-Benoit 13 denieres en 1 luikse obole jaarlijkse cijns alsook 6 en halve setiers spelt jaarlijkse rente die de abdij hem moet voor 3 bunder grond die ze houdt van hem te Voroux en Lantin.
1294 :Libert gezegd d’Ans en zijn vrouw, burgers van Luik, erkennen verkocht te hebben aan de kannunniken van Saint-Materne 2 bunder gelegen te Voroux.
1301 :Voor het allodiaal hof van Luik wordt de abdij Val-Benoit in bezit gesteld van de allodiale gronden behorend tot Isabelle, dochter van Libert de Kokeroul, religieuze van Val-Benoit.
1303 :Hat allodiaal hof van Luik laat weten dat Lambechon gezegd de Richelle heeft afgestaan aan het kapittel van Sint-Lambert een rente op gronden te Voroux.
1318 :Testament van Fastré Baré, kannunnik van de kerk Heilige Martin te Luik waarbij een gift an de kerk van Voroux-lez-Liers.
1326 :Voor de maieur en de schepenen van Voroux en voor het hof van Fastré Baré, ridder en schepen van Luik, te Voroux verschijnt Arnult de Tilhiche, ridder en dame Helvy zijn vrouw van de ene zijde en Henri dit le Blavier, schepen van Luik; de eerste veerklaren te verkopen aan de laatstgenoemde 2 bunder grond afhangende van het hof van Voroux.
1345 :Renuard le Visa ou Wixhas, van Voroux, ontvangt, voor het hof van leenmannen van Heilig Kruis, en innavolging van het transport gedaan in het voordeel van sire Jean Pesson, kannunnik van Saint-Materne, te Luik, de investituur van een huis gelegen te Voroux, vroeger behorend tot Fastré le Crech.
1352 :Het hof van Val-Benoit rapporteert dat de abdij 17 erfelijke setiers spelt heeft op gronden te Voroux.
1354 :De mayeur en de schepenen van Voroux en het leenhof van de permanente vicaris van Voroux laten weten dat Renier le Veau, van Bierset en André, zoon van Gerard du Puits, hebben afgestaan aan het kapittel van de kerk Sint-Lambert gronden en een hoeve te Voroux “en lieu c’on dist à Fraine”.
1365 :De testamentaire uitvoerders van “Groz Wery de Rocourt” dragen over aan Jean, gezegd Michiet de Liege, gronden gelegen te Voroux tegen een cijns aan de abdij Val-Benoit. (lieu con dist en Couchimont)
1419 :Guillaume Surlet, verblijvende te Chodelistrée, laat weten dat, voor zijn leenmannen, Rennechon de Voroux, zoon van wijlen Jean delle Cherauz van Vottem, heeft verheft, in naam van zijn moeder, gronden gelegen te Voroux en te Rocour.
1429 :Voor het hof van Voroux-lez-Liers, Philippar de Voroux, draagt over aan Guillaume de Voroux, kapelaan, vertegenwoordigend de begunstigden van Sint-Lambert, een grond gelegen te Voroux.
1429 :Philippar de Voroux, verblijvende te Liers, bekrachtigt de overdracht van een rente gehypotheceerd te Voroux, gedaan door Simon, zijn zoon, aan meester Guillaume Boilaiwe, kannunnik van Sint-Lambert, vertegenwoordigend het rekenhof van de “Aumone” van de cathedraal.
1437 :Gerard de Villers, verblijvende in Feranstrée, en Jean de Laveur, verblijvende in Mexhawe, laten weten dat, voor hun leenmannen, Jean Collard van Voroux heeft verhefd meerdere gronden te Voroux.
1448 :De maire en de leenmannen van het kapittel van Sint-Pieter laten weten dat Catherine, weduwe van Leonard de Fraine, heeft getransporteerd aan Melard, Gerard en Colard, haar kinderen, het vruchtgebruik: 1° de helft van een half bunder grond gelegen te Voroux, renende aan de refgenamen van Guillaume de Boubais; 2° een half morgenland renende aan “doiiair de Liers” en aan de gronden van Robermont.
1501 :Voor de schepenen van Luik, doet Collard de Cologne, secretaris kamerheer van de schepenen afstand van 6 vaten rente spelt gehypotheceerd te Voroux-lez-Liers, die hij verkocht op 22 april 1497 aan Jean Braxatoris, kannunnik van “la Petite Table”, vermeldend in naam van de gestichte mis te Sint-Lambert van wijlen meester Antoine Esternelle, vervolgens draagt hij gezegde rente over aan, alsook een andere van 5 vaten gehypotheceerd te Fexhe aan Jean le Tindeur, schepen van Luik, die er de “rescosse” van deed als verwant langs zijn vrouw van Gerard Tollet.
1508 :Voor de schepenen van Luik staan de kannunniken van Saint-Materne af aan Jean le Tindeur, schepen van Luik, een huis pas nieuw gebouwd, gelegen “az teristz en Ysle à Liege”, renende aan de zusters van Hasque, tegen een rente van 6 vaten spelt gehypotheceerd te Voroux-lez-Liers.
1567 :Voor het feodaal hof van de hoge voogd van Haspengouw, laat het kapittel van Sint-Jan meerdere gronden gelegen te Voroux verheffen.
1545 :Transport, gedaan aan de kapelanen van Sint-Pieter, van een rente van 2 vaten spelt op een huis genaamd het leen delle Bressine, te Voroux-lez-Liers.

Voroux lez-Bierset

1304 :Het kapittel Heilig Kruis koopt aan de weduwe van Renward de Vaes een half bunder te Voroux-lez-Bierset.
1357 :Colard de Ruilhier, gendre van Renard le Vipas van Voroux, ontvangt van het hof van leenmannen van Heilig Kruis, vervolgens van de scheuring aan hem gedaan door z’n schoonvader, de investituur van een huis gelegen te Voroux-lez-Bierset.
1420 :Het gezworen hof van de goederen behorende tot de begunstigden van de cathedraal laat weten, op vraag van Jean d’Heure, bischoppelijk kapelaan, dat Renard gezegd de kannunnik heeft verheft een huis gelegen te Voroux-lez-Bierset.
1422 :Het gezworen hof van de begunstigden van de cathedraal geeft een akte, op vraag van Jacques de Crexhant, kannunnik van Saint-Materne, betreffende een grond gelegen te Voroux-lez-Bierset.
1435 :Het gezworen hof van de “Chambre” beslist in het voordeel van het kapittel Sint-Lambert over een twist tussen deze en Warnier de Voroux, betreffende een gehypothekeerde rente op een huis gelegen te Voroux-lez-Bierset.
1443 :Voor de maire en de schepenen van Voroux-lez-Bierset dragen Colar, guillaume en Charles, zonen van wijlen Jean Colaur van Voroux, en Jean de Riwe, hun schoonbroer, over aan de kannunniken van Saint-Materne gronden gelegen te Voroux.
1446 :Voor het hof van de leenmannen van de goederen behorend tot het “luminaire” van de kerk Sint-Lambert van Voroux-lez-Bierset, verheft Jean Boffis, kannunnik, vertegenwoordigend de begunstigden van de kathedraal van Luik, een bunder grond, renende aande erfgenamen van wijlen Jean de Searing, jonkheer en schepen van Luik, en aan Gilles de Metz, burgemeester van de stad.
1446 :Het gezworen hof van de kannunniken van Saint-Materne verklaart per acte dat op 29 januari 1368 heeft verheft Thiriar de ... een huis gelegen “à fragne” te Voroux-lez-Bierset, nadien draagt hij het over aan Guillaume, pastoor van Velroux.
1456 :Voor de maire en de schepenen van Voroux-lez-Bierset verheft Jean Lynart, kannunnik en boekhouder van het college van Saint-Maternen verschillende gronden.
1457 :Voor het gezworen hof van de “Chambre”, draagt Simon le Berwier, wijnhandelaar, over aan Arnoul Arnt, die het terug gehaald heeft van Henri de Hermée, verblijvende in Vesquecourt te Luik een huis gelegen te Voux lez-Bierset.
1465 :Jean, zoon van Bodechon delle ville de Voroux ontvangt de investituur van een huis en gronden te Voroux lez- Bierset.
1473 :Voor het gezworen hof van de Chambre, draagt Collar, zoon van Collar de Tilhou, verblijvend te Hermée, over aan Johannes Lorceal, klerk, een huis gelegen te Voroux-lez-Bierset, tegen 4 vaten rente spelt.
1473 :Akte van de maire en de schepenen van Voroux-lez-Bierset, laten wetende, op vraag van het kapittel Sint-lambert, dat de goederen die renende aan de jurisdictie van Fexhe-le Haut-Clocher, “sont movans er censaige delle dite haulteur de Vorouz”.
1482 :Voor de schepenen van Luik, Catherine, weduwe van Jean Lorceal, in uitvoering van een accoord met de begunstigden van Sint-Lambert, geeft hen een rente van 3 vaten spelt gehypotheceerd te Voroux-lez-Bierset.
1524 :Voor de schepenen van Luik verkoopt Jean Herman aan meester Henri Kuerinx, stipulerend op de testamentaire uitvoering van wijlen meester Simon de Juliaco, doctor en kannunnik van Sint-Lambert, vier vaten spelt rente gehypotheceerd te Voroux-Goroux lez-Bierset.

Voroux-lez-Rocour

1354 :De schepenen van Voroux-lez-Rocour verklaren dat Lambuce Colons de Saint-Servais heeft getransporteerd aan het kapittel van Heilig Kruis, vertegenwoordigd door de kannunnik Nicole Quarteaus, een grond gelegen te Voroux, achter de hagen van ridder Berthous Bareis (Baré), heer van deze plaats etc.
1362 :De maire en de schepenen van Voroux verklaren dat “damoiselle Marguerite femme a Gilet de Rocourt” verkoopt aan Gilons Bacheliers de Soverainpont, klerk, procureur van het kapittel van Sint-Barthelemy en ten voordele van dit kapittel, een rente van 7 vaten spelt die aan hem moesten betaald door “Ysabeaul femme jadis monsangnour Henry de Rocourt chevaliers”, wegende op drie bunder en 8 grote roeden gelegen te Voroux.
1403 :Libert d’Odeur, jonker, zoon van wijlen Libert d’Odeur, ridder en schepen te Luik, laat weten dat Guillaume de Bubais, man van Marguerite, dochter van wijlen Jean Pirike van Liers, heeft verheft van een nieuwe heer, meerdere gronden te Voroux, te Rocour en in het gebied van Jean, voogd van Liers, jonker, op plaatsen en le Comine, en Ronvas, sour le Hardy paseal.
1405 :Brieven van het hof van Voroux lez Rcour laten weten dat Jean de Strailes, Robiers de St Laurent en Jacques Groye le 1e deken en andere kannunniken van de cathedraal van Luik, hebben verkocht aan de collegiale van Heilige Martin, een rente 2 vaten spelt bezwaard op gronden te Voroux.
1410 :Voor de maire en de schepenen van Voroux-lez-Rocour, draagt Libert, heer van Odeur, over aan “Rawesien Wilheame de Villeir, manant en Souverainpont à Liege”, gronden gelegen “à Peroul, alle Hardiche voie”, etc.
1418 :Voor het hof van Voroux-lez-Rocour, Guillaume de Vauz, maire van Avroy, draagt over aan Guillaume Surlet, verblijvend in Chodelistrée, gronden gelegen te Liers en te Voroux.
1418 :Gilles d’Aywaille, lakenhandelaar, verblijvende in “Draperie” te Luik laat weten dat voor zijn leenmannen Rausin Wilheame van Villers, verblijvende te Souverain-Pont, gronden heeft verheft gelegen te Voroux-lez-Rocour, belast met een rente van 16 vaten spelt ten voordele van de kannunniken van Saint-Materne.
1435 :Isabelle, weduwe van Gerard de Sainte-Marguerite, smid, burger van Luik, laat weten dat, voor haar leenmannen, Jean Scorpin, van Liersn heeft verheft, in naam van z’n vrouw, meerdere gronden gelegen te Voroux, Rocour en Liers.
1455 :De maire en de leenmannen van het kapittel Sint-Pieter, te Luik, laten weten dat Jean de Bleret, kannunnik van deze kerk, in naam van het kapittel, heeft laten ontnemen aan Jaquemin de Lonchines, schepen van Luik, enkele ervingen en gronden gelegen te Voroux-lez-Liers en Rocourt, wegens wanbetalingen.
1458 :Bertrand, zoon van Jacquemin delle Cheraux, verheft goederen te Voroux.
1459 :Voor het gezworen hof van de begunstigden van Sint-Lambert, draagt Collart de Voroux, brouwer, verblijvend en Pierreuse, vertegenwoordigend Benoît de Voroux, aan Guillaume le Mariscal, gronden gelegen te Voroux lez-Rocour.
1461 :Adam Broyne verheft een huis en gronden te Voroux-lez-Bierset.

Vorsen

1474 :Het gezworen hof van de Chambre verklaat per akte dat de 13e juli 1438, Gerard de bastaard van Vorsen verhefde van de Aumone van de cathedraal, een grond gelegen tussen Vorsen en Crenwick.
1474 :Het hoge hof van de ban van Grote Vorsen, op vraag van Christian de Werfengies, vertegenwoordigend Marie van Werfengies gezegd Vilters, weduwe van Robert van Vorsen, geeft een akte betreffende de laatste wilsbeschikkingen van gezegde Robert.
1622 :Het kapittel van Sint-Lambert stelt vast het verlies van de dorpen Velm en Kleine Vorsen, in leel gegeven op 18 november 1619 aan Laurent Dormael door de bisschop van Luik. Het kapittel van Saint-Jean is weerhouden als bezitter van deze grond.

Vottem

1315 :Het kapittel van de kerk Sint-Lambert, staat af aan Henri de Saint-Servais, burger van Luik, steenkoolmijnen onder 5 bunder grond gelegen tussen Vottem en Besonhez tegen een recht van “terrage”.
1337 :Brieven laten weten dat voor notaris Henri Henrici de juffrouwen Ydule, Jeanne en Engyne de Vottem, zussen, voor het hof van St Lambert te Vottem hebben overgedragen aan de collegiale Heilige Martin, de eigendom van 4 morgenland gelegen bij het dorp Vottem.
1339 :De maire en de leenmannen van het hof Sint-Pierre laten weten dat Jeanne de Nuvis, dochter van Jean de Nuevis, stichtster van het altaar Saint-Jean-Baptiste in de kerk Sainte-Catherine, te Luik, in uitvoering van het testament van haar zus Jeanne, verheft een terrein gelegen op de plaats gezegd sor Lonbur, te Vottem, tussen Henri le Beal, ridder, schepen te Luik, en de armen van de stad.
1354 :Het allodiaal hof te Luik laat weten dat Thibaud de Lardier, Isabelle delle Thore de Fexhe, z’n zuster, Adam de Hozement, heer van Chokier, testamentaire uitvoerders van Jean de Lardier, ridder, en Weri de Limont, ridder, in naam van Agnes, z’n vrouw, hebben verkocht aan Gilles de Rocour, wisselaar te Luik, 12 setiers spelt rente gehypotheceerd op een grond gelegen bij het pad dat gaat van Vottem naar Rocour, en andere renten gehypotheceerd te Vottem.
1358 :De schepenen van Luik laten weten dat Gilles de Rocour, bankier te Luik, heeft verkocht aan het kapittel van de kerk Sint-Lambert, enkele renten en een domein op het territorium van Vottem.
1361 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Gilles de Rocour, wisselaar te Luik, heeft getransporteert aan kapittel Heilig Kruis, vertegenwoordigd door de kanunnik Jean de Sebres, allodiale renten gehypotheceerd te Vottem, verworven door de testamentaire uitvoerders van Jean de Lardier, ridder en schepen van Luik.
1361 :Het allodiaal hof te Luik laat weten dat Gilles de Rocour, wisselaar te Luik, heeft getransporteerd aan het kapittel van Heilig Kruis, vertegenwoordigd door de kannunnik Jean de Sebres, gehypotheceerde allodiale renten te Vottem, verworven van de testamentaire uitvoerders van Jean de Lardier, ridder en schepen te Luik.
1370 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Gilles Chabot, ridder, een grond gelegen te Vottem heeft overgedragen aan zijn neef Jean d’Oha, de welke het verder overdraagt aan het kapittel van de kerk Sint-Lambert.
1377 :Het leenhof van Sint-Jan (mayeur Binchevins, deken) laat weten dat Johan Galli, rector van het altaar Saint-Ambroise, heeft getransporteerd ten voordele van Wilheme Wilhemar Gobar, van Vottem, 46 roeden land te Vottem en een half vat spelt, ten koste van 8 vaten spelt te betalen jaarlijks aan de rectors van het altaar. De 46 roeden bevonen zich “alle voye d’Upey; alle cauchie de Liers, a passeal qui vat a Vottemme a noves bressinnes”.
1384 :De schepenen van Luik, zetelend tussen Sainte-Marie en Sint-Lambert, laten weten dat Rase de Mons, testamentair uitvoerder van Guillaume Boileau, heeft overgedragen aan het kapittel van Sint-Lambert gronden gelegen te Vottem. (bij de weg van Oupeye en op het wegje van Tawe)
1393 :Antwoord op hoger beroep van de schepenen van Luik aan het gezworen hof van kannunniken van Saint-Materne, verklarende “que Johannin, maris à Gielhe, fille de dame Marie Bodar, ne doit avoir vesture d’une courte, maison, jardin séante à Votemme; anchois doit celi heritaige demorer bon heritaige a Henry li Charlier si que maris à Ysabeal, fille a Gielet Michar, qui tot seul est demoreis heure de son père”.
1396 :Jean Borleis, schepen van Luik, en Libert Colingnons van Saint-Leonard, mijnwerkers, kopen van het kapittel Sint-Lambert de concessie van de steenkoolmijnen onder de grond gelegen te Vottem.
1415 :Wauthiers en Biertrans, broers, kinderen van wijlen Wauthier de Froidcourt, jonker, geven aan Lambert de Lens, aan Godefroid de Xhuneumont, aan Piron gezegd le Bolengier, aan Piron Moreaul, aan Wilheaume de Marche, aan Biertan de Vottem, aan Jean de Ferier en aan Mathier del Chayne, als uitbater van de mijn gezegd “del cheval en Biernalmont”, de mijnen en kolen van de grote ader van Bernalmont die zich bevinden onder een stuk grond van 3 bunder, 13 grote en 10 kleine roeden, gelegen te Vottem. Er is gestipuleerd dat de nieuwe concessionarisseren aan de afstaners de negende schaal (emmer) betalen als de winning kan plaatsvinden zonder te vechten tegen het water en de 14e emmer als de winning kan plaats vinden “desous eywe ou a forche deywe” (wanneer de steenkool zich bevindt onder water).
1421 :Voor de leenmannen van Clarisse, weduwe van Marsille de Holset, ridder, verheffen Humbert Corbeal d’Alleur, jonker, echtgenoot van Maroie, dochter van wijlen Lambekin Burlureal, Jean en Renechon, zonen van wijlen Jean de Cheraz van Vottem goederen in beslag genomen door Clarisse, op Thiri delle Creyr en Lambekin Burlureal; deze goederen bestaan uit wijngaarden en gronden gelegen te Vottem, aux Tawes en te Slins, het huis en de eigendom van Creyre gelegen te Tawes en te Coronmeuse “deleis pond, là ons assemble lu croye”.
1421 :Voor het gezworen hof van de kannunniken van Saint-Materne te Luik draagt Maroie, weduwe van meester Gilles de Meeffe, leerlooier, over aan Thonon de Hareng (Herens), smid, een huis gelegen te Vottem gezegd “le court qui fut Bolet”.
1422 :Stassien de Blehen, le potier d’étain, verblijvende op de Pont d’Ile, laat weten dat, voor zijn leenmannen, Gilles de Fowedair en Marie, zijn vrouw, weduwe van Jean Fastreit (Fastré), hebben verhefd een huis gelegen te Vottem.
1437 :Notariële akte in uitvoering van de welke Guillaume de Wavre, kannunnik van Saint-Jean te Luik, vice-prevosst, vertegenwoordigend Jean de Ligne, prevoost, geeft aan Piron Moreal en aan Bertatrand, zoon van Jamolet des Bressinnes, alle tienden van Vottem behorende bij de proostdij.
1444 :Jean Chavée, echtgenoot van Catherine, weduwe uit een eerste huwelijk met Laurent de Waxhen, “vairenscohier”, laat weten dat voor haar leenmannen Stassin de Blehin, tingieter, heeft verheft een huis gelegen te Vottem.
1449 :Stassin de Blehen, potier d’étain, laat weten dat, voor zijn leenmannen, Goffind’Ensival heeft overgedragen aan Hellin de Warnant, abt, en aan het klooster van Beaurepart een huis gelegen te Vottem.
1452 :Ciprion de jonge, in naam van het hospitaal van Sint-Abraham te Luik, verheft een huis met tuin en aanhorigheden, gelegen te Vottem, die ervoor gehouden werd door Louis de Crenvick, rector van het altaar de SS. Jerome, Bernard en Aghise voor de eetzaal van Sint-Jan. Dit goed werd verheft op 16 januari 1473, door Jehan Warnier van Vottem.
1452 :Voor het hof van de “Chambre”, stelt Jean le Bailhier van Vottem in ten voordele van het kapittel Sint-Lambert een rente van 4 vaten op een huis gelegen te Vottem.
1456 :Jean de Holzet, natuurlijke zoon van Corselis de Holzet, verheft voor het feodale hof van Luik, de exploitatie van “craie croyere” gelegen tussen de poort van Saint-Walburg en Vottem.
1458 :Voor het gezworen hof van de kannunniken van Saint-Materne te Luik dragen Jean de Froidcoourt, burger van Luik, en Paulus Dame Yde, zijn schoonbroer, over aan Marie de Saint-Nicolas, abdis, en aan het klooster van Vivegnis, twee woningen te Vottem.
1461 :Catherine, weduwevan Jean Chavée, en in een eerste huwelijk van Laurent de Waxhen, “earenxhohier”, laat weten dat, voor haar leenmanne, Henri de Diest, burger van Luik, en, Maroie, zijn vrouw, weduwe in een eerste huwelijk van Stassin de Blehen, potier d’étain, hebben overgedragen aan Jean Digma, kannunnik van Saint-Martin, een huis gelegen te Vottem.
1463 :Sire Jean Digma, kannunnik van Saint-Materne, laat weten dat, voor zijn hof van leenmannen, broeder Mathieu de Bierset, monnik van Beaurepart, heeft aangezuiverd, in naam van zijn klooster, de inbeslagname door gezegde Jean Digma, op een huis gelegen te Vottem.
1463 :Voor de maire en de schepenen van Vottem, “hors franchise”, dragen Jean en Martin, zonen van Jean Collin van Vottem, over aan Piron zoon van Gielet Masset, een stuk grond renende aan de weg die gaat van Hareng naar Luik.
1477 :Het leenhof van Sint-Jan te Luik laat weten dat Piron, zoon van Gielet Masset van Fowendair, heeft verheft, te houden van het altaar Saint-Ambrozijn, 1e stichting, te Sint-Jan, de helft van meerdere stukken grond gelegen “entre Rogiervaulx et Votemme, alle chachie de Liers et deseur la maison Henry Moreal” ten koste van het betalen aan de rector van het altaar de helft van een rente van 8 vaten spelt.
1478 :Akte van de schepenen van Vottem “hors franchise” en de gezworen leenmannen van Pissamollin “dedans franchise”, betreffende de tienden van het kapittel van Sint-Lambert te Vottem.
1481 :Brieven van de maire en de schepenen van het hof van Vottem en de leemannen van Vingnis, gezegd de Pissamolin, die laten weten dat Godefroid de Crenwick, naar aanlaiding van het overlijden van Godefroid Boileau en als vertegenwoordiger van zijn moeder, na verheffing van diverse gronden te Crenwick, deze overdraagt aan Bauduin de Mangnee, kannunnik van Sint-Martin.
1482 :Bauduin de Mangnee, priester en kannunnik van de collegiale Sint-Martin, draagt over, voor zijn leenhof, aan Godefroid de Crenwick, leerlooier, de eigendom van de gronden te Vottem.
1496 :Noel de Fanchon, kannunnik van Sint-Jan, Oulry en Baulduin de Polleur, broers en het klooster van de zusters van Saint-Claire, en Royal te Luik, verheffen, elk voor hun deel, een rente van 12 vaten spelt op gronden gelegen te Vottem (plaatsen: en Martinvaux tussen Liers en Vottem; sur le Mont, au buisson damoiselle Agnes; alle voie de Milmorte à Herstal).
1497 :Brieven van de maire en de leenmannen van het gezworen hof gezegd delle chambre in de kathedraal van Luik, laten weten dat het kapittel van deze kathedraal verschillende gronden te Votten in beslag hebben genomen wehgens wanbetaling, Pierre de Herves, kannunnik van de collegiale Sint-Martin, heeft de kathedraal z’n goederen terug verheft in hun naam.
1505 :Voor de schepenen van Luik geeft Agnes de Houtain, echtgenote van Wathier Dary gezegd de Dalphin, aan Collar de Chaweheid en aan Jeanne Dary, zijn vrouw, dochter van gezegde Wathier en aan hun kinderen 12 vaten spelt rente gehypotheceerd te Vottem.
1509 :Voor het gezworen hof van de goederen behorend tot de armen van de stad Luik, verkoopt Lambert, zoon van Badon van Vottem aan de begunstigden van de cathedraal voor de mis uitgevonden na het Te Deum, vier vaten rente gehypotheceerd te Vottem.
1509 :Voor de maire en de schepene van Vottem “hors franchis” en gezworen leenmanne van Vingnis gezegd Pixhamolin, draagt Lambert de Cheval, voorspreker, vertegenwoordigend wijlen Agnes de Houtain, over aan Renchon le Germeal van Vottem, wegens uitzuivering van een beslag, verschillende gronden gelegen op het territorium van Vottem.
1514 :Testament van Noël de Fanson, kannunnik van Sint-Jan, legaten van renten te Vottem en Hombroux voor z’n jaargetijde.
1517 :Voor de schepenen van Luik verkoopt Henri de Lonchin, echtgenoot van Marguerite, dochter van wijlen Renier van Rullingen, met accoord van zijn schoonbroers Jean en Lambert van Rullingen aan de prijs van 75 florijnen aan Jacques de Morialmé, kannunnik van Saint-Materne, een rente van 3 vaten, 3 setiers en een derde spelt gehypotheceerd te Vottem.
1525 :Terugverwijzing van de schepenen van Luik naar het hof van Vottem, “hors franchise”, en aan de gezworen leenmannen van Vingnis “condist de Pixhamollin dedens franchiese”, in de zaak: Jean le Barbier, priester, beschermd door de begunstigden van de cathedraal, tegen de vertegenwoordigers van wijlen Wathier de Germea van Vottem en Dannea, zijn zoon, voor niet-betaling van 1 vat rente gehypotheceerd “en thier deseur Vottemme”.
1530 :Voor de schepenen van Vottem, hors franchise, en de leenmannen van Vingnis gezegd de Pixhamollin, “dedans franchise” geeft meester Pierre de Chestea, boekhouder en sprekend in naam van de kerkfabriek van Sint-Lambert in leen aan Jean Morea, een grond gelegen te Vottem.
1535 :De schepenen van Luik laten weten dat Johan en Wilheaume Morea, zoon van wijlen Wilheame Morea, van Vingnis, hebben getransporteerd aan Johan Dizier de oudere, kapelaan van Sint-Jan: 1 een rente van 1 muid spelt die Maghin Jacque, van Vottem, hen moest, vertegenwoordigd door Mathir, zoon van Lambert Rogier, op een bunder weide en hof te Vottem.
1547 :Voor de maire end e schepenen van Vottem “hors franchise” en gezworen leenmannen “de Vingnis condist Pixhamollin dedens franchieses”, duidt Henri Vivier aan de “mandés” van de kathedraal 2 florijnen en 5 “aidans” rente op zijn huis gelegen te Tawes “empres le creyr”.
1556 :Voor de schepenen van Luik geeft Gilles de Laminne, handelend in naam als testamentair uitvoerder van wijlen sire Jacques de Marialmé, terug aan André le Germea het bezit van gronden gelegen te Vottem, waarvan hij het beslag deed op 14 maart.
1564 :Voor de schepenen van Luik verkopen Arnold delle Creyr en André Germea aan de kannunniken van Saint-Materne aan de prijs van 200 luikse florijnen een rente van 2 vaten spelt gehypotheceerd op 2 huizen gelegen te Vottem.
1570 :Notariele akte in uitvoering van dewelke Wynand de Wyngaerde, deken van Sint-Lambert, en meester Cloes Miche, sous-mayeur en oud burgemeester van Luik verklaren per arbitrale uitspraak tussen ket cathedraalskapittel en Jean de Chauheid, burger en commissaris van de stad, betrffende 12 vaten spelt rente gehypotheceerd te Vottem en komende van de testamentaire uitvoering van wijlen sire Jacques de Morialmé.
1574 :Uitspraak gedaan door de schepenen van Luik, in hoger beroep van een vonnis van het hof van Vottem, in de zaak van de weduwe van Gilles le Baillieu en Gilles, zijn zzon, tegen de kannunniken van Saint-Materne, betreffende en rente gehypotheceerd op een huis gezegd “la court qui fut Bolset”, gelegen te Vottem.
1661 :Deling tussen de kinderen van wijlen Wathieu del Vaux en van Catherine Bernier. De onroerende goederen zijn gelegen te Vottem.

Vreren

1005 :Keizer Henri II bevestigt op vraag van Notger de stichting van Heilig Kruis en geeft aan de kannunniken de kerk van Vreren.
1079 :Ermengarde, gravin, geeft aan de kerk van Sint-Lambert, goederen gelegen te Waremme, Berlingen, Gelmen, Loon, Rummen, Kuringen en te Bree. De bisschop Henri, van zijn kant, staat het vruchtgebruik af van 2 boerderijen gelegen te Vreren en te Alken.
1079 :Adelard en z’n echtgenote Billa geven aan de kerk Notre-Dame en Saint-Domitien te Hoei, een “curtis” te Vreren. Dit goed wordt door de aartsdiaken Boson aan Belise, klein-dochter van Adelard (dochter van z’n zoon Boson) gegeven.
1141 :Alberon II bisschop van Luik bevestigt aan de kerk Heilig Kruis het bezit van de tiende van de parochie Vreren waarover betwisting was met het kapittel van Tongeren.
Jean Reneri van Vreren verkoopt een rente op een terrein gelegen te Vreren.
1196 :Keizer Henri geeft aan de kerk van Luik zijn goed te Vreren op voorwaarde dat 2 kannunniken alle dagen een mis opdragen voor de voorspoed van het keizerrijk.
1222 :Henri, koning, bevestigt aan het kapittel Sint-Lambert de schenking van het dorp Vreren gedaan door z’n voorouder en engageert zich haar rechten te verdedigen tegen de ondernemingen van de hertog van Brabant.
1288 :De officiaal van Luik verklaart dat, voor Henri de Looz, klerk, notaris van het hof van de officiaal is verschenen Jean, priester, dezegd van Saint-Leonard, testamentair uitvoerder van wijlen Libert gezegd le Casewin, zijn vader, verklaren te laten aan de kerk van Sint-Bartelemy een rente van 3 vaten spelt belastende een bunder grond gelegen te Vreren in diverse percelen waarvan 7 grote roeden op de gezegde plaats “Graveiswinkele, inter villas de Oyre et Wihongne, Elkenshaghe, Hamelerekele”.
1289 :Heur, Rutten en Lauw Accoord tussen meester Gilles, deken, en het hele kapittel Heilig Kruis, enerzijds en de abdis van Burtscheid, in het diocees Keulen, anderzijds, betreffende de perceptie van de tienden in de parochies Vreren, Heur, Rutten en Lauw. De limieten zijn getrokken tussen Hamal en de weide van de bisschop van Luik, tot de plaats genoemd in het dialect Steimbier, naar Crisnée en Ormelingen, tot de jeker; hetzelfde, tussen Lauw, Wouteringen en Vechtmaal, tot de straat genoemd “chaussée”, op deze wijze dat elke partij door de ruil de tienden heft die vroeger de andere partij hief.
1292 :G. deken van Heilig Kruis en gans het kapittel verklaren dat de gronden van de grote tienden te Vreren en Nerem zijn opgemeten en in pacht gegeven aan Godenul de Wihogne, Olivier de Nederheim en Michel gezegd Chois, die voor elk bunder, een half vat spelt betalen. De gronden bevatten 1008,5 bunder 5 roeden, niet meegeteld de wegen, grachten en veldwegen.
1304 :Het allodiaal hof van Luik verklaart in een geding tussen Hankins Blokeham, van Maastricht, die pretendeert dat Renekins van Vreren, gezegd Buene, en z’n broers zonder recht een hof en huis hielden te Vreren, “deleis le maion le vies maior”. Na meerdere hoorzittingen, verklaart het hof dat Renekins en z’n broers niet moeten “osteit de lur bune tenure”.
1316 :De Officiaal van Luik verklaart dat Henri en Stassin, zoon van wijlen Godenul de Wihogne, Arnold Huvenere en Stassin de Provendere heben erkend verkregen te hebben van het kapittel Heilig Kruis een deel van de tiende te Vreren en een ander deel te Nerem voor 596 vaten.
1318 :Testament van Theodoricus de Hollandia, kannunnik van Sint-Jan, stichter van het altaar Sint-Catherine en Sint-Agnes, die hij toevertrouwde aan Cono van Oley, kapelaan in de kerk Saint-Pholien. Hij legateert goederen te Oleye, Darion, Vreren, Vrieshers bij Tongeren, en een huis in de parochie Saint-Adelbert te Luik. Hij laat goerderen te Gingelom en renten voor het oprichten van een tweede kapelaan bij deze altaren.
1318 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Isabele, dochter van de dame de Laminne en weduwe van Fastré de Fize, heeft getransporteerd an Henri, zoon van Godenul de Wihogne, een grond gelegen te Vreren.
1320 :Het allodiaal hof laat weten dat Henri, zoon van Godenul de Wihogne, heeft getransporteerd aan Renard de Blarey, kannunnik van Heilig Kruis, voor het kapittel, een grond gelegen te Vreren, “dessous lef ons delle Heyme”, en tussen Rutten en Lauw.
1321 :De vrouw van Fastré de Fize verkoopt aan de kapelanen van de kerk Sint-Lambert een rente van 2 vaten spelt te Vreren.
1322 :Daniel de Freeren, zoon van wijlen Anold de Paifves, neemt in huur de tienden van Vreren, voor 280 vaten spelt, een maat wijn en stro.
1323 :Het allodiaal hof te Luik laat weten dat Pirons gezegd Pietres en Johan, broers, kinderen van Buene de Freres, hebben verheft een derde van een hof en huis, leen gelegen te Vreren voor het huis van de oude mayeur, hun te beurt gevallen door de dood van hun broer Renekin. Johan heeft z’n deel overgedragen aan Pirons en deze heeft het vervolgens getransporteerd de hele eigendom an Heni de Freres, de bakker.
1330 :Kapittelordonnantie betreffende de verdeling van wijn, kaarsen, kapoenen en kippen van Vreren aan de kannunniken.
1335 :Meting, gedaan door de schepenen van Vreren, van gehypothyceerde gronden tengunsten van het kapitel van heilig kruis.
1336 :Het allodial hof te Luik laat weten dat Pietres de Freres, zoon van Buene, heft verheft de delen van een hof, huis en aanhorigheid, voor het huis den de oude mayeur, te Vreren, die aan hem toekomen na de dood van z’n broers en hij transporteert deze eigendom aan het kapitten Sint-Jan, vetegenwoordigd door Henris de Peves, zoon van Godenule de Wihogne.
1345 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat de testamentaire uitvoerders van Lambert de Stavelot, kannunnik van Rutten, hebben gegeven aan het kapittel van de kerk van Sint-Lambert, om zijn jaargetijde te vieren een grond gelegen te Vreren “en lieu c’on dist en le Heyme”.
1352 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat in uitvoering van het testament van Giloteau, bewaker van de klokken, de kannunnik Herman de Xanten heet overgedragen aan de aalmoezenier van de kerk Sint-Lambert gronden gelegen te Vreren.
1360 :Het hof van Vreren laat weten dat voor haar, de maires en leenmannen van het gezworen hof gezegd alle Eyghenwert hebben verklaard dat het kapittel van Sint-Jan een rente van 6 vaten spelt bezit op een huis, tuin en aanhorigheden die van Libier Roeling waren, gelegen “sor le tiers entre Freeren en Nederhein”.
1361 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Gilles de Serainchamps, kannunnik van la Petite-Table, heeft verheft, voor de kapelanen van de kerk van Sint-Lambert en voor de pastoor van de kerk Saint-Remy, 16 roeden grond gelegen te Vreren.
1363 :De mayeur en de schepenen van Vreren laten weten dat Ghyken Dorpers heeft gegeven in leen aan “communs renteis” van Sint-Lambert, een grond gelegen tussen Vreren en Tongeren.
1365 :Pierre, priester-kardinaal met de titel van Sainte-Anastasie, aartsdiaken van Haspengouw, laat weten dat het altaar Saint-Nicolaas in de parochiale kerk van Vreren vacant wordt door het overlijden van sire Thilman, het kapittel Heilig Kruis en Gilles de Wihogne eisen het presentatierecht op en duiden aan als titularis van dit beneficie, enerzijds; Lambert de Momalle en anderzijds Jean de Wihogne, z’n eigen zoon. De aartsdiaken beslist dat de presentatie van Lambert de Momalle de enige valabele is.
1366 :Hubert van Heur, vicaris van de kapel van Heur-le-Tiexhe, verklaart verkocht te hebben aan het kapittel van Heilig Kruis, vertegenwoordigd ddor kannunnik Mathias de Lewis, een rente van 3 vaten spelt, voor de betaling voor de welke hij geeft in garantie verschillende gronden gelegen te Vreren, op de plaatsen gezegd “Grunegracht, ultra viam Francigenam”.
1372 :Jean, gezegd Kemp, vicaris van de kerk van Vreren, laat weten aan de aartsdiaken van Haspengouw, dat hij Henri, gezegd de Luber van Odeur, alias de Bossuto, in bezit stelt vann een gesticht altaar in de kerk van Vreren door Jeanne van Juskerien, weduwe van Henri de Paifve.
1373 :Voor de schepenen van Luik verkoopt Jean delle Tour van Fexhe, zoon van wijlen Guillaume de Mokines, jonker, weduwe van Isabelle, dochter van wijlen Jacques Chabot, ridder en schepen van Luik, aan Herman de Cologne, ook schepen van Luik, gehypotheceerde rente te Vreren, Wihogne, Xhendremael, Bierset en Fexhe-Slins.
1392 :Voor het schepenhof van Vreren, Henri de Rolloux gezegd le Berwier staat af aan de kannunniken van Saint-Materne een grond afkomstig van Jean le Berwier, broer van Henri.
1414 :Het gezworen hof van de abdij Saint-Jacques te Luik geeft aan Jacques Scalloufreal, de investituur van de eigendommen gelegen te Vreren, hebben behoord aan wijlen Guillaume de Horion, de oude, ridder en aan Jean le Pollen d’Alleur, heer van Waroux, jonker.
1422 :Het hof van leenmannen van Sint-Jan, te Luik, laat weten dat Gilot en Jehan, zoon van wijlen Pietkin Potar, verblijvende te Bastogne, hebben verhefd, krachtens het testament van hun broer, wijlen Jacques de Bastogne, priester en korheer van Sint-Jan, verschillende grondenn op de hoogte van Vreren.
1430 :Marguerite delle Fontaine, weduwe van Gielet Champion, mangon, burger van Luik, laat weten dat ze heeft gegeven om van haar te houden aan Nyelles, zoon van wijlen Piettre Boxhet, van Vreren, gronden gelegen te Vreren voor de welke ze betaalde aan wijlen Wauthier de Modale 5 vaten spelt en een andere grond gelegen te Vreren, op de plaats gezegd el Heyme, voor de welke ze betaalde 4 vaten spelt aan de rector van het altaar Saint-Blaise, in de collegiale Sainte-Croix.
1451 :Jean Willoys d’Odeur moet een rente op grond te Vreren.
1454 :Het leenhof van Sint-Jan, te Luik, laat weten dat Jehan en Willem, zonen van Jehan Weyken hebben getransporteerd ten voordele van Willem Caperon gronden gelegen te Vreren, tegen betaling van grondcijnsen, 4 vaten spelt aan het kapittel, aan de kapelanen en SS Jerome, Bernard en Aghise van Sint-Jan.
1501 :Meester Thomas Vosters, kannunnik van Heilig Kruis wordt rector van de kerk van Vreren.
1515 :De schepenen van Luik geven ongelijk aan het leenhof van Sint-Jan. Het kapittel van Sint-Jan en Lambert Gheister vervolgden wegens goederen te Vreren en Nerem, de weduwe van Johannes Vorsters, z’n zoon, Thomas en verwanten, Lambiet de Vivengnis, Henry de Soy en Johan Wolters, wegens een rente nog te moeten betalen in 1472 aan wijlen Collar Watlet van Heure die er een stuk als bruidschat aan z’n dochter Aelid had meegegeven.
1525 :Voor de schepenen van Luik verkoopt Jean, zoon van wijlen Ottelet de Fumal, burger van Luik, aan Gerard Jamar, mambour van de cardinaal-bisschop van Luik, vertegenwoordigend meester Jean Ferret, kannunnik-koster van Luik, testamentair uitvoerder van wijlen meester Arnold Hujoel, ook kannunnik van Luik, 6 vaten spelt rente gehypotheceerd te Vreren.
1536 :Paschase de Sprimont, priester en Jan Huben, momber en meester van het kerkfabriek en van de armentafel van de Heilige Geest, te Vreren, willen verkopen en hof met aanhorigheden en grachten rond het kerkhof te Vreren, kortbij het Vroenhof, maar de verkrijger mag nooit bouwen op de muur van het kerkhof, noch bedekken of afbreken.
1536 :Voor de schepenen te Luik staat Jacob Hellyf van Vreren aan het kapittel van het Heilig Kruis een terrein af van 1,5 roede, gesitueerd aan de kerk te Vreren en genoemd “dat capittles hoefken”, renende aan de kerk, aan de weg, aan ’t Vroenhof en aan de kerkhof.
1572 :Het kapittel van het Heilig Kruis neemt gronden gelegen te Vreren in beslag wegens niet-betaling door de abdij van Beaurepart van een rente.
1585 :Voor het hof te Vreren, Piron Borchy, verblijvende op deze plaats, verkoopt aan het kapittel van het Heilig Kruis, een woning gelegen “in die Kerckestraet”.
1689 :De bisschop van Luik, verklaart op vraag van het kapittel van het Heilig Kruis, dat de tienden en de uitvoerders ervan niet onderworpen zijn aan militaire kampementen.
1694 :Verslag over de verschillen tussen het kapittel van het Heilig Kruis en de abt van Beaurepart, betreffende de rente op gronden te Vreren.
1699 :Pierre-Alexandre Falloise, abt van Beaurepart, verheft 98 bunder grond gelegen te Vreren.
1700 :Accoord tussen de abdij Beaurepart en het kapittel Heilig Kruis, betrffende een rente van 60 muids spelt op goederen te Vreren.
1712 :Vor notaris Charles Frérart, gaan ket kapittel Heilig Kruis en het begijnhof Sint-Christophe accoord over de tienden op 3 bunder gelegen onder de jurisdictie Vreren.
1713 :Voor notaris Henri Mouilhet, Godefroid Gromelier, pastoor te Vreren, zuivert een beslag aan van het kapittel Heilig Kruis, van een grond gelegen te Vreren.
1717 :J.P.L., bisschop van Porphyre, vicaris generaal van het bisdom Luik, geeft toestemming aan de abdij van Sint-Gilles een transactie te doen met het kapitel van Heilig Kruis, betreffende tiende op 2 bunder grond te Vreren.
1721 :Voor notaris Natalis, verheffen Jean Smeisters en Mathias Kelers, van Heur, van het kapittel van het Heilig Kruis, een grond gelegen te Vreren.
1726 :Accoord voor notaris Frerart tussen het kapittel van Heilig Kruis en Jeanne Tilkin, van Paifve, weduwe van Marc Antoine over de tiende van lammeren geheven te Vreren.
1752 :Ordonnantie van de Staatsraad van de Verenigde Provincies aan de inwoners van Nerem en Paifve, om mee te geven met deze van Vreren en Wihogne voor de reparatie van de pastorale toren en huis van Vreren op een vraag van J.Meyers, pastoor van Vreren en aanhorigheden.
1765 :Protest van het kapittel van het Heilig Kruis tegen de tekortkomingen van de inwoners van Vreren, Wihogne, Paifve en Nerem, betreffende de tiendeklok en de nok van de kerk van Vreren.
1774 :Uitspraak van het hof van Vreren, Heur en Wihogne (Neudorp), tussen de overnemers van de tiende van het Heilig Kruis en Gilles-Jaspar van Nerem.
1779 :Suppliek van het kapittel van Heilig Kruis bij de paus om 40.000 florijnen te lenen om tussen te komen in de kosten van de reconstructie van de kerk van Vreren en Ellemelle.
1780 :Conventie tussen het kapittel Heilig Kruis en Jean Martin voor de constructie van een nieuwe schuur aan de cijns van Vreren.
1785 :Conventie tussen het kapittel van Heilig Kruis en Paschalis Printhagen, pasoor te Vreren, betreffende de constructie van een pastoraal huis te Vreren.
1791 :Overeenkomst tussen het kapittel Heilig Kruis, Arnold-Paschal Printhagen, pastoor van Vreren en Jan Meyers oud-pastoor van dezelfde parochie, betreffende het beneficie van Sint-Nicolas te Vreren.

Waleffe

1215 :Thomas, aartsdiaken, Wescelinus, abt van Saint-Jacques, en meester Johannes de Nivellia, kannunnik van Heilige Jan, gekozen scheidsrechters door de partijen, beslissen dat het patronagerecht van de kerk van Waleffes behoort tot de abdes en het klooster van Val-Notre-Dame en dat Reinerus de Forcillis, ridder, de pastorij onverwijld heeft gegeven aan Hugo, klerk, zoon van Robert de Berlo, ridder.
1225 :Paus Honorius bevestigt aan de kerk van Luik het bezit van Moha en Waleffe.
1308 :De Officiaal te Luik laat weten dat Fastré de Waleffe-le-Château en Oston, z’n zoon, hebben ontvangen voor 12 jaar, van meester Makarius, kannunnik van Saint-Lambert, 5 bunder op het territorium van Waleffe.
1335 :Het kapitel heilig kruis koopt aan Libert Rauxheal de Waleffe een grond gelegen op het territorium van Waleffe en komende van het hof van de heer van Saive, op de weg van Donceel naar Hollogne, achter Saive pesserende, renende aan de Armen van Celles, de grond van Louis de Saive, ridder, en deze van Gilles de Pitey, ridder.
1336 :Sire Jean de Waremme, teller, verheft, in naam van het kapittel Heilig Kruis, van het hof van Pinkard de Fresin, een grond gelegen te Waleffe-le-Chateau.
1362 :Hugues, abt van Stavelot en Malmedy, laat weten dat een vertegenwoordiger van het kapittel van de kerk Sint-Lambert heeft verheft, voor zijn leenmannen, gronden gelegen te Waleffes.
1365 :Sire André de Herstal, in naam van de kerken van Saint-Pierre, Saint-Martin en Heilig Kruis, verheft 5 bunder grond gelegen te Waleffe-le-Chateau, op de plaatsen “a bokeal à Hemericourt, à longeville, supra montem Walevie Sanctie Petri, alvolette” etc.
1400 :Voor het feodaal hof van Luik, Jean de Haccourt verheft de chatellenie van Waleffe-le-Chateau, uit hoofde van een overdracht aan hem gedaan door Jacques de Hemricourt en Jacques de Gothem, ridders, Martin Loys, ecolatre van Saint-Jean en Quentin de Thuin, testamentaire uitvoerders van messire Jacques de Langdris.
1421 :Voor het hof van Hosden, Jean de Trognée, Jean Spiroul en Agnes de Halloy, zijn vrouw, dragen over aan Jean Baldin van Latinne gronden gelegen achter Viex-Waleffe.
1480 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat de kapelanen (vertegenwoordigd door een van hen, Renier de Hollongne sur Geer) hebben verheft een rente van 2 vaten spelt op 3 stukken grond te Waleffe-le-Chateau (plaatsen: Deseur Hemricourt, te Lovegnoul). Deze rente is hen gelegateerd door wijlen Jacquemin de Wonck, kannunnik, om een verdeling te doen op de dag van Sainte-Catherine, voor een mis en gezang van psalmen.

Waremme

1082 :Met toestemming van Henri de Verdun, bisschop te Luik, geeft de zeer nobele dame Ermengarde aan het altaar van Saint-Marie-Madeleine, in de crypte van Heilig Kruis, een molen en brouwerij gelegen te Waremme, bij de brug.
1113 :Het kapittel van Heilig Kruis hebbende geleend 30 marcs van Alger en Balderic echtgenoot van Yda, voor de restauratie van de brouwerij en molen te Waremme.
Jean Conrar van Voirte verblijvende te Waremme verheft het molenplein te Waremme.
1181 :Raoul de Zahringen, bisschop van Luik, staat af aan het kapittel van Saint-Paul, het pastoraat van de parochiale kerk van Waremme, in ruil voor het leen van Nandrin, een dorp dat het kapittel van Saint-Paul niet kon verdedigen tegen de aanvallen van de kasteelheer en het garnizoen van Clermont.
1230 :Baudouin, ridder van Geneffe, verklaart in het bezit gesteld te zijn van de chatellenie van Waremme door de beschop van Luik, aan welke hij trouw verklaart, en zijn opvolger zal niet trouwen buiten een allodiale familie.
1236 :Jean, bisschop van Luik, laat weten dat het kapittel van Sint-Lambert heeft gekocht van Bauduin de Geneffe, ridder, de tienden van Waremme.
1281 :Het officiaal van Luik verklaart dat het kapittel Heilig Kruis voor lange tijd geeft aan Fastré de Berlo, zoon van wijlen Eustache de Berlo, ridder, een molen gelegen te Waremme bij de brug, met een hof en stal bij brouwerij die rond de molen lagen.
1309 :De Officiaal te Luik laat weten dat Jean de Bovinia, deken, sire Gerlache, koorheer en het kapittel van Heilig Kruis hebben gegeven aan Walter gezegd Wotuel de Longchamps, schildknaap, de watermolen gelegen te Waremme, bij de brug, met hof en aangelegen brouwerij etc.. voor 20 vaten spelt van Haspengouw en dit jaarlijks.
1324 :De Officiaal van Luik laat weten dat Jean, zoon van wijlen Wotule de Longchamps, schildknaap, heeft verheft van het kapittel van Helig Kruis en van haar gezworen hof, een watermolen gelegen te Waremme, met een hof en brouwerij en aanhorigheden en 2 buner grond gelegen te Waremme, op de plaats gezegd Chaveal en op de weg die gaat van Faimes naar Bleret, op de plaats gezegd “l’Espinne”.
1325 :Meester Jean de Nucerio, deken van Sint-Pierre, verheft een leen van de bisschop van Luik, in naam van zijn kapittel, 8 bunder en 3.5 roeden klein, gelegen tussen Waremme, Faimes en Bleret, verworven van Hubin de Saint-Martin, schepen van Hoei.
1340 :Adolphe de la Marck, bisschop van Luik, laat weten dat Jean de Longchamps, zoon van wijlen Wotule, heeft gegeven aan de kerk Heilig Kruis 2 bunder grond te Waremme, waarvan één deel “parmi le voie de Berlout dou costeit dever le horich”, in bijzijn van z’n leenmannen verenigd in z’n paleis.
1343 :Het kapittel van Heilig Kruis geeft in leen, voor z’n leenmannen, aan Jean de Longchamps, zoon van wijlen Wotule, z’n watermolen gelegen in de stad Waremme, “deleis le pont, à miske le cuer”, en “le stal delle bressine”, nog enkele gronden.
1351 :Het kapittel van Sint-Lambert en deze van Saint-Paul maken een akkoord over de reparatie van de grote klok van de kerk van Waremme.
1357 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Arnold, zoon van Hellin de Villers-le-Bouillet, heeft verheft gronden gelegen te Waremme.
1361 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Arnoul Hellin van Villers-le-Bouillet, heeft overgedragen aan het kapittel van de kerk Sint-Lambert 41 roeden grond gelegen te Waremme.
1371 :Jean, zoon van Wotoule de Longchamps, transporteert aan kapittel Heilig Kruis, voor het hof van de leenmannen van de collegialen, de watermolen te Waremme, kortbij de brug met het hof en de stal van de brouwerij.
1373 :Terugave gedaan door Jean, zoon van Wotule deLongchamps, voor het gezworen hof Heilig Kruis, ten voordele van kapittel van deze kerk; betreffende de molen van Waremme en een opbrengst op het huis gelegen tussen het hof van de brouwerij en de grote weg die komt voorbij het huis.
1377 :Meting gedaan door Roger de Seves, arpenteur, in aanwezigheid van het hof van Waremme, van 2 bunder grond gegeven in contregage door Jean de Loncamps aan het kapittel Heilig Kruis.
1384 :Voor het allodiaal hof van Luik draagt Raes, heer van Laminne, ridder, over aan Clous brugair van Hartange een grond gelegen “sur les fossés van Waremme”.
1385 :Voor het allodiaal hof van Luik, draagt Jean, zoon van Henri Bertelo van Waremme, over aan Guillaume de Borlées, wijnhandellar, burger van Luik, een grond gelegen op de “fossés” van Waremme.
1401 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Jean de Bierlooz, schepen van Waremme, heeft overgedragen aan Jean de Riwe, kapelaan van Sint-Pieter, verschillende gronden gelegen bij Waremme, op de plaats “en le Cuestalle, ale Horite etc..”, renende aan Rigault d’Oleye, Jean Yerteit, Guillaume de Waroux, ridder, Jean de Longchamps, de gronden van Saint-Croix.
1409 :Jean Gaielier van Waremme verheft voor Jaquemin de Voroux, maire van het hof van leenmannen van Rennekins de Bettincourt, kannunnik van de collegiale St Jean, te Luik, 2 gronden gelegen te Waremme, welke hij verklaart te houden van Rennekin de Betteincourt.
1411 :Voor het allodiaal hof te Luik, Marguerite, weduwe van Jean de Bierloz, de Waremme, Jean en Henri, zijn 2 zonen, dragen over aan het kapittel van Sint-Lambert, vertegenwoordigd door Guillaume de Brunshorn, kannunnik van Saint-Bartholomeus, een grond gelegen “sur les fossés de Waremme”.
1412 :Voor de schepenen van Luik, Renekin Braibechon van Hodeige draagt over aan Lambert delle Vaux van Kemexhe gronden gezegd Hoeflant, gelegen op het territorium van Waremme.
1420 :De officiaal van Luik, op vraag van de luikse schepenen, beveelt de pastoor van Waremme-le-Chateau in z’n kerk bekend te maken, drie opeenvolgende zondagen, dat de deken en het kapittel van Heilige Martin, de intentie hebben te verkopen de weide genaamd “le cortis Proidhomme” gelegen te Waremme, kortbij de weg die gaat van Longchamp naar Hoei.
1420 :Voor de maire en de schepenen van Waremme, Jean Yerteit, burger van Luik, verkoopt aan meester Gerard Rondeal, kannunnik van Sint-Lambert, twee huizen gelegen te Waremme, op deplaats gezegd Missegay.
1421 :Voor het gezworen hof van Rigaud de Mouhin, Jean Firetoutjus, kapelaan van Sint-Lambert, draagt over aan de kerkfabriek van de cathedraal, een grond gelegen tussen Petit-Mouhin en Waremme. Leenmannen: Jean Thomas, pastoor van Waremme.
1429 :Akte van de schepenen van Waremme betreffende de goederen gelegen onder hun jurisdictie en behorend tot de “Aumone” van de cathedraal.
1430 :Jean Libiert de Viermes verheft voor Andrier le Berwir en de leenmannen van het hof van deze laatste, verscheidene vruchtbare gronden te Waremme en omstreken, die hij in achterleen hield van gezegde Andrier.
1434 :Warnier de Bierset, kannunnik van Sint-Pieter, in naam van het kapittel van deze kerk, verheft van het feodaal hof van Luik, acht bunder, 6 roeden groot, drie en half klein gelegen op de “haulteur de Waremme”.
1436 :Voor het hof van leenmannen van Gérard Rondeal, deken van Sint-Lambert, dragen Warnier de Mon, Heyneman, Servalx, Jean en Ottair, kinderen van Marguerite de Vierme, over aan Henri Elihon van Bierloux, een weide, hof etc.. gelegen te Waremme, op de plaats gezegd Missegay.
1440 :Akte van de schepenen van Waremme betreffende het opmeten en afbakenen van gronden van het kapittel van Sint-Lmabert te Waremme.
1450 :Gosuin de Champs en z’n zoon Jean de Champs transporteerden diverse goederen onder de jurisdictie van Warfusée.
1450 :Het leenhof van Libert de Blarey, te Waremme, laat weten dat Gotgaffe van Loon, burger te Luik, heeft getransporteerd aan de kapelanen en de luminaire van Sint-Jan, 44 roeden grond aan de weg van Waremme naar Lantremange.
1452 :Paulus le Corbesier, verblijvende te Waremme, door het transport door Jean, zoon van Conrard de Waremme, verheft het molenplein bij de brug te Waremme.
1453 :Het feodaal hof van Luik laat weten dat Jean Jaquemin gezegd Fabry, kannunnik van Sint-Pieter, in naam van deze collegiale, heeft verheft een derde van meerdere gronden gelegen te Waremme, au Rylewal, in de vallie van Faimes (Ferme),en la petite champangneetc, in uitvoering van het testament van Jean Lybert van Viemme.
1455 :Het gezworen hof van leenmannen van de collegiale Saint-Martin en Mont, te Luik, laat weten dat Henri le Bollengier, van Waremme, zoon van Henri Tilman, van Hasselt, heeft verheft als nieuwe heer, van de luminaires Saint-Martin en Sint-Pieter, een huis dite du Lion, gelegen te Waremme, renende aan het hotel du Falcon, meerdere gronden gelegen te Longchamps, sur le petit riwal, derrière les fossés, en Bussonvaulx, sur la chaussée Brunehot, à Vert fosseit, derriere Hertangne, sur le holt wech etc.
1470 :Guillaume le Marisschal, van Waremme, verheft een huis gelegen te Waremme, genoemd “le hault et la basse Boeskelle”.
1476 :Voor de maire en de schepenen van Waremme, draagt Stassin Froingnoulx van Voroux lez-Bierset, over aan Henri van Crisnée, kunstsmid, burger van Luik, een grond gelegen op de plaats gezegd “en le campingnot”.
1497 :Jean Goffin, zoon van Goffin Goffar van Bleret restaureert een huis van z’n vader te Wareme.
1508 :Voor het gezworen hof van de Chambre, verheft Herwis, zoon van Gerard Noel van Waremme, van het kapittel van Sint-Lambert en de haar “Aumone” een huis gelegen te Waremme op de plaats gezegd “Messegaye”.
1552 :Voor de schepenen van Luik verkopen Marie de Roumal, weduwe van Richard de Mouhin en zijn zonen Richard en Jean aan Jean Junccis, baljuw van de cathedraal, vertegenwoordigend “le Salve” gesticht te Sint-Lambert door wijlen Herman de Horion, kannunnik van deze kerk, 18 brabantse florijnen rente, gehypotheceerd op de goederen gelegen onder de jurisdictie van Waremme, tussen Mouhin en Rukkelingen.
1576 :De schepenen van de stad van Waremme-le-Château gaan over tot de afbakening van gronden bij de scheiding tussen Waremme en Bleret.
1596 :De schepenen van Luik laten weten dat Mathier le Clerk van Laminne, verblijvende te Waremme, heeft bepaald ten voordele van de gestichte jaargetijden van Sint-Jan, een rente van 4 ½ florijnen en heeft zijn goederen gehypotheceerd, onder andere een tuin, gelegen achter de fossés van Waremme, op de plaats gezegd Fraipont, die z’n vrouw, Elisabeth Goesens, heeft verworven op 17 februari 1587.
1602 :Overdracht van een grond gelegen te Waremme, door de kapelanen van Sint-Pieter aan Mathieu Jossart.
1687 :Tansactie geregeld tussen het kapittel van de kathedraal van Luik en de collegiale Saint-Paul te Luik betreffende de constructie van het koor, van het transept en het schip van de kerk van Waremme. Een arbitraire uitspraak van het jaar 1353 had beslist dat de kathedraal, die een derde van de tienden van Waremme ontving de kosten van de constructie van het schip moest betalen en het kapittel van Saint-Paul de andere derde ontving de constructie van het koop moest betalen. Er werd beslist dat op hun beide kosten het transept werd gebouwd.
1701 :Overdracht, gedaan door Mathieu Jossar, aan Francois Cornelis, van een terrein gelegen te Waremme, voor het klooster van de Recollets.
1759 :Verhuur van een huis, brouwerij etc. gesitueerd te Waremme, Rue du Pont, kortbij de poort van Sint-Truiden, door de Sepulchrines van Waremme.

Warfusée

1454 :Akte van de schepenen van Saint-Georges in Haspengouw betreffende “het recht van de dode hand” verkregen op de landerijen van Waleffe, op de goederen van de kerk.
1455 :De schepenen van Luik manen deze van Warfusée aan het geschil tussen het kapittel van Sint-Lambert en Arnoul de Hamal, heer van Warfusée, niet uit te diepen alvorens er hoger beroep is geweest.
1455 :De schepenen van Luik manen voor de tweede keer deze van Saint-Georges en Warfusée aan niet verder te gaan, zonder hun onderzoek, het geschil opgekomen tussen het kapittel van Sint-Lambert en Arnoul de Hamal, heer van Warfusée, uit te spitten.
1463 :Voor de schepenen van Luik wijzen Lambert Wilmar van Seraing-le-Chateau en Lambert, zijn zoon, toe aan de “Anniversaires” van de cathedraal, 10 roeden grond gelegen te Warfusée op de plaats gezegd Ferutombe onder de jurisdictie Seraing-le-Chateau en 22 andere roeden gelegen “dessoubz ladicte ville de Seraing le Casteal, vers Odoulmont”.
1475 :Akte van de schepenen van Saint-Georges en Warfusée, betreffende het recht van de dode hand van de heer van gezegde Warfusée; het bestaat uit “la plus belle feste fumelle à quattres pieds fendus que tel portant vesturreavoit à jour de son trespas”. Dit recht verplichtte allen die erfgoederen bezaten in de heerlijkheid, zowel leken als geestelijken, kloosters en abdijen. De heer van Warfusée was toen Arnoul de Hamal, kannunnik en koorheer van Sint-Lambert.
1479 :Arnoul de Hamal, koorheer van Sint-Lambert en heer van Warfusée, laat uitvegen op de kerkfabriek van de kathedraal, een grond gelegen onder zijn jurisdictie te Warfusée, wegens geen verheffing en dode hand.

Warnant

1577 :Voor de schepenen van Luik verkoopt Guillaume, zoon van Hadelin van Warnant, handeland voor hem en zijn broer, Nicolas, aan de begunstigden van de cathedraal 10 brabantse florijnen cijns gelegen te Warnant in Haspengouw.

Waroux

1234 :Arnold, graaf van Loon en Chiny, laat weten dat de abdij van Val-Benoit 20 bunder allodiale grond verwerft te Waroux.
1275 :De officiaal van Luik laat weten dat de weduwe van Libert gezegd le Polen de Waroux heeft verkocht aan de kerk van Sint-Lambert 10 bunder grond gelegen te Waroux.
1368 :Jean, sire de Landris, ridder, laat weten dat de abdij Val-Benoit heeft verheft van zijn feodaal hof 8 bunder en 1/3 morgenland te Waroux.
1495 :Voor de maire end e schepenen van Waroux, verheffen Jean de Weert, priester en Jean d’Othée, avant-parlier, in naam van de kerkfabriek van Sint-Lambert, een half bunder grondgelegen “en Corbealfons”, renende aan Henri de Hemricourt, aan de kinderen van de ridder van Horion en aan Raes de Waroux.
1570 :Voor de schepenen van de heer van Waroux verkoopt Jean Baldon, verblijvend te Bourdon lez Xhendremael aan de kerkfabriek van Sint-Lambert een rente gehypotheceerd op gronden gelegen te Waroux.

Wellen

1356 :Herman de Colongne, deken, en Jean delle Haaste, zanger van de kerk Sint-Pierre, voogden van de kapel van N.D. “al piet des greis Saint-Piere”, laten weten dat, voor hun leenhof hebben ze gegeven “a tenir delle capelle mismes hiretablement a trescens si k’en lansage”, aan Robin Martin, van Bettincourt, en komende van hun hof te Waremme, en verschillende gronden te Wellen, op gezegde plaatsen Scuerhoven achter Corswarem, alle Hierstroite, of Milehof, voor meerdere cijns te betalen voor het hoge hof te Waremme.
1403 :Testament van Martinus de Welnis, kannunnik van Sint-Jan. De testamenteur sticht zijn jaargetijde te Sint-Jan en in de kerk te Wellen (legs au luminaire et au marguillier van deze kerk). Hij legateert z’n goederen aan zijn zoon Petrus en wilt indien deze de leeftijd van 25 niet bereikt, dan zullen de legaten gegeven worden aan het altaar Saint-Nicolas te Wellen.
1422 :De schepenen van het hospitaal van Munsterbilzen, onder de jurisdictie van Wellen, laten weten dat Jean de Belke, kannunnik van Saint-Pierre, heeft gegeven in erfpacht aan Conrad Trounen van Wellen, 18 roeden grond voor 3 vaten rente, onder de garantie van een goed te geven renende aan het huis van Doemheels.
1438 :Voor het censaal hof van meester Johan Scatseen, pastoor te Wellen, verwerft het kapittel van Sint-Lambert, een rente voor het jaargetijde van Arnold de Wellen, keizerlijk kapelaan in de kathedraal.
1458 :Voor de maire en de leenmannen van het hof van de heren van Biezen te Wellen, ontvangt het rekenhof van de jaargetijden van de kathedraal drie “royaux” rente.
1516 :Voor het hof te wellen ontvangt Denis van Noteler van Gielis Neven 3 roeden grond gelegen te Wellen.
1711 :Francois-Lambert de Sélys, kannunnik en groot-deken van Sint-Lambert te Luik, provoost van Maaseik, heer van Abswellen, wijst aan Jean Rubens, burger van Loon, toe de mairie van de heerlijkheid van Abswelllen.

Werm

1455 :Brieven laten weten dat voor Guillaume Van Aelst, Nys Geerlys, Tielman Joyen, Jean Morren, Lambert Gielys, Tielman Stoemans en Goyvaert Vanden Borne, de 1°, mayeur, en de andere, schepenen van het hof dat de abdij van Averbode bezit te Rukkelingen, zijn verschenen Jean van Artun gezegd Van Liecke, dewelke heeft overgedragen ten voordele van de kerken St Pierre en Sint-Martin, te Luik, een rente van 3 vaten spelt bezwarende een herberg dragende het embleem van een rode leeuw, te Werm en 28 roeden grond te Rukkelingen.

Wez

1363 :Renier le Carlier, Jean d’Arden, Denis le Carlier en Colin, broers, Gerard Wibiers, Jean Henric le Clerc enBiertous Behurdeal verheffen, van het gezworen hof van Heilig Kruis, 2 hoven gesitueerd te Wez, met ee morgen wijngaard gelegen op de laats “alle pixeroit ou Scopito à Weis”, voor erving van heer Lambert Morkin.
1405 :Frankotte le Coirbesier, wonende Hors-Chareau, te Luik, maire van het leenhof van Jean de Laveur, laat weten dat Jean gezegd li Puissant heeft overgedragen aan gezegde Jean de Laveur de helft van een hof, huis, stordoir, tuin, wijngaard en aanhorigheden gelegen te Wez.
1548 :De schepenen van Luik veroordelen Gerard de Glen, mijnwerker, tot betalen van 4 vaten spelt die hij gelegd had, de 9e juli 1545, op een huis alle Pixherotte, te Weis, ten voordele van Johan Spirlet, dewelke dit getransporteerd had, de 31e oktober 1545 aan de kapelanen.

Widooie

1329 :Het hof van laten dat de proost van Corbie bezit te Widooie bevestigt dat de beschreven gronden in de acte van 22 december 1318 behoren aan Maghien del Savnire en dat Thirion, zoon van wijlen Libert Botair van Rutten, deze houdt “en arrentement”.
1341 :De schepenen van Luik, op vraag van Nicole Quarteaus en van Guillaume de Modave, kannunniken van Heilig Kruis, keuren het testament goed waardoor Maghien del Savenire, nicht van wijlen Baudouin de Molins, kapelaan van Heilig Kruis, laat aan gezegde kerk 3 bunder grond gelegen te Widooie.
1588 :De maire en de schepenen van Tongeren verklaren dat verleden 8 maart Arnold d’Amstenraedt, heer van Geleen en Wachtendonck, toelating heeft gegeven aan Marguerite de Bocholt, zijn vrouw, om de goederen en tienden van Widoye te verkopen. (aan Winand Wyngaerde, proost van Luik, Conrard de Gavre, proost van Saint-Martin, Jacques Carondelet, kanselier, Henri Dom, officiaal, Godefroid de Bocholt, koorheer, Jean de Horion, Jean Damen de Myrlo, officiaal van het kapittel Sint-Lambert, de tienden van Haren, Bommershoven en Widoye tegen 12.000 brabantse florijnen, hetzij 400 brabantse florijnen per bunder. Ze hadden niet genoeg geld en leenden 3200 brabantse florijn van Anne, de weduwe van Jonas Ertwecht, een luikse wijnhandelaar. Ze gaven een een rente van 300 brabantse florijnen aan Denis Ertwecht gehypotheceerd op een huis gelegen te Xhendremael en op de tienden van Widoye, Haren en Bommershoven.)
1588 :Specificatie en opmeting van de tienden van Widoye, Haren en Bommershoven.

Wihogne

1244 :Simon, deken van het concilie van Tongeren laat weten dat er betwisting is gerezen tussen het kapittel Heilig Kruis en de kerk O.L.Vrouw te Tongeren, betreffende de kleine tienden van het huis van R. gelezen Savage, gelegen te Wihogne.
1283 :Het kapittel Heilig Kruis laat weten dat Marie, weduwe van Thomas de Wihogne, ridder, geeft aan haar kinderen: Stassin, Hanekin, Yde, Aigletine gezegd de zachte en Massotte, acht bunder grond gelegen “à la dyale fosse, en riwal, à lonc boniere”, op het grondgebied Wihogne, waarvan zij vruchtgebruik had; waarop haar kinderen het doorgeven aan Walter gezegd “le Hongre”, tweede echtgenoot van deze dame.
1286 :Gilles de Wihogne, deken van het Heilig Kruis, laat weten dat Massotte, zoon van wijlen ridder Thomas de Wihogne en dame Maroie, zijn deel van gronden gelegen te Wihogne op de plaatsen “alle dyaulle fosse et delez les riwez”, heeft verheven en getransporteerd aan Walter le Hongre, zijn stiefvader.
1288 :Walter gezegd le Hongre verkoopt aan het kapittel Heilig Kruis twee bunder en negen roeden grond te Wihogne op de plaats “outre le riwal”.
1338 :Jean Percheval van Wihogne draagt over aan de abdij van Val Benoit verschillende gronden gelegen te Wihogne.
1349 :Gilles delle Pire “Ly logiers”, burger van Luik, laten weten dat Maroie le Gren houdt van hem, betalend 2 “lovegnyes de cens”, twee stukken grond gelegen te Wihogne, op de plaats gelegen Alle Navire, kortbij de gronden van heer Gilles le Bron, etc.
1353 :“Johan filz Giles del Pire le logiers”, laat weten dat Maroie de Gren de lui heeft verheft van hem en zijn leen mannen 2 stukken grond gelegen te Wihogne, op de plaats gezegd (alle Naviere).
1358 :Jean Delle Pierre le Logiers, zoon van Gilles, laat weten dat, voor zijn hof van leenmannen, Marron li Gren, heeft getransporteerd aan François Pikart, kanunnik Heilig Kruis, voor het kapittel, grond gelegen te Wihogne.
1368:Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Jean d’Oteye van Dolhein heeft getransporteerd aan Jean d’Eyghre, koorheer van Heilig Kruis, meerdere gronden te Wihogne, renende aan Gillekin van Durbuy, Johan Pirike van Heur, de juffrouw van Geyves, de abdij van Saint-Gilles.
1374 :Lambert, zoon van Godefoid gezegd Maffroit de Wihogne, geëxcommuniceerd, op vraag van kapittel van Heilig Kruis, omdat hij weigerde de tienden op lakens en schapen op z’n “curia” te Wihogne verklaart dat hij toestemt te betalen.
1375 :Het allodiaal hof van Luik laat weten dat Jean de Huten, verblijvend te Saint-Hubert, te Luik, en Jean Martino, koorheer van Heilig Kruis, testamentaire uitvoerders van Jean d’Eyghre, kannunik van het Heilig Kruis, hebben getransporteerd aan het kapittel van deze kerk twee bunder grond gelegen te Wihogne.
1382 :Johans de Weis, kapelaan aan Sint-Jan, laat weten dat hij heeft gegeven aan Johan, gezegd Mainfreu de Wihoigne, voor 6 vaten spelt per jaar, twee stukken grond gelegen “az hayettes”, te Wihogne, en aan de weg van Peywes (Paifve), naar Vreren.
1397 :Clemence de Bombaye, abdis van Val-Benoit, laat weten dat zij heeft toegestaan aan Gilchon de Wihogne verschillende gronden.
1410 :Voor het allodiaal hof van Luik, Gonthier d’Oumal gezegd Mailhair draagt over aan het kapittel van Sint-Lambert, voor het jaargetijde van wijlen meester Jean Louis, koster en kannunnik van de cathedraal, gronden gelegen te Wihogne, en de 27 ste, september gronden gelegen te Vreren en Heure-le-Tiexhe.
1415 :Voor het gezworen hof van Saint-Croix te Luik, dragen Guillaume en Jean le Pollereal, zoon van Jean le Polen d’Alleur, heer van Waroux en van Marguerite, dochter van wijlen Guillaume de Bialrewair de Fexhe over aan de boekhouding van de jaargetijden van Sint-Lambert, goederen gelegen te Wihogne.
1438 :Jean, zoon van Gielchon de Wihogne, Guillaume Mallaise en consoorten nemen in leen gronden van Wihogne, Nerem en Paifve.
1446 :Voor het allodiaal hof van Luik, verheft Maroie, weduwe van Guillaume Travilhant, twee stukken grond te Wihogne /td>
1459 :Voor het allodiaal hof van Luik, verheft Doem de Kerckem, echtgenoot van Jeanne, dochter van wijlen Renier de Navagne, ridder, gronden gelegen te Wihogne en draagt ze over aan Cloes de Houxhem, wijnhandelaar, verblijvend in de Pot d’Or en Ile te Luik.
1460 :Voor het allodiaal hof van Luik, draagt Cloes de Pot-d’Or, wijnhandelaar, burger van Luik, over aan Conrard de Horion, kannunnik van Sint-Lambert, gronden gelegen te Wihogne.
1575 :Henri Gilson van Wihogne erkent te moeten betalen jaarlijks aan het Heilig Kruis 18 vaten spelt voor de pacht op gronden te Wihogne.
1586 :Voor de waterschout en de schepenen van Vreren en Diets-Heur draagt Hugues Militis, deken van OLV te Tongeren over aan de “cletis” van de kathedraal van Luik de rente van 6 florijnen gehypotheceerd te Wihogne, die hij verworven heeft van zijn broer Claude Militis.

Wintershoven

1600 :Voor de maire en de schepenen van Wintershoven staat het kapittel van Sint-Lambert af aan Guillaume de Lamboy gezegd van Dessener, heer van Wintershoven, 12 bunder weide en gronden gelegen in gezegde Wintershoven, tegen betaling van een cijns van 100 brabantse florijnen, gehypotheceerd op de 12 vermelde bunder hierboven en op 7 andere bunder gelegen bij het huis van Dessener, jurisdictie van Wintershoven.

Wonck

1302 :Meester Lambert, deken, en heel het kapitel van Heilig Kruis verklaren dat Jean de Hollogne, kannunnik van Saint-Lambert en proost van Saint-Jean-Evangeliste, hun gegeven hebben 5 bunder te Wonck.
1316 :Testament van Ysabeaus, gezegd la Larderesse. Legaten van haar huis aan ded armen. Stichting van een altaar opgedragen aan OLV en Saint-Gilles, in de kerk van Sint-Adelbert, met een dotatie van 20 vaten spelt rente te Wonck, Verlaine, Hemricout, Othée, Lymont. De begeefster benoemt de voogden van het altaar en wilt dat de eerste van haar 2 klein-neven die priester zijn er rector van worden.
1364 :Het allodial hof te Luik, op vraag van Jean Martino, kannunnik en koorheer van Heilig Kruis, en van Renechon van Bierset, wisselaar te Luik, testamentaire uitvoerders van wijlen Helias van Saint-Servais, kapelaan van Helig Kruis, plaatst Jean Hochet, kannunnik van deze kerk, in naam van het kapittel, in bezit van gronden gelegen te Wonck en Houtain-Saint-Simeon.
1402 :De maire ende schepenen van Wonck laten weten dat Franke de Bruest, pastoor van Wonck, heeft overgedragen aan Lambert Badus, z’n zoon, een half bunder grond, gelegen te Wonck, renende aan Henrard Char van Veaul en aan Saint-Jean-l’Evangeliste Franke deed op z’n beurt overdracht naar Jean de Laveur.
1402 :De maire en de schepenen van Wonck laten weten dat Franke de Bruest, pastoor, heeft overgedragen aan Jean de Laveur 1° een bunder gelegen “ale spine de Wonk” 2° 3 morgen land “sour les plaines de chaiene”.
1404 :Guillaume de Eycke, klerk, plaatsvervangend maire van het leenhof van Jean de Laveur te Luik, laat weten dat Lambert Badut, zoon van Franke de Bruest, pastoor van Wonck, heeft verheft, van de nieuwe heer, een half bunder gelegen te Wonck, op de weg van Froidmont, tussen Henrar gezegd Char-de-Veal en een grond van Saint-Jean-l’Evangeliste.
1419 :Het hof van Wonck verklaart dat bij akte dat mevrouw Jehanne, weduwe van Wilhame de Gemblouz, heeft getransporteerd aan de kapelaans van Sint-Jan, 7 stukken grond te Wonck (genoemde plaatsen: deseur le pas; deleis le Berwine; a Crottes; en Hevechimont; a Wigchawee; vers les sachalles de Falle; a Loverichefosse).
1419 :Het hof van Wonck laat weten dat Adielhe, weduwe van Johanes de Widremale, burger van Luik, uitvoerende een contract gedaan door wijlen haar man, heeft getransporteerd aan Amelotte, zoon van wijlen Ernaur Wilhekin de Wonck, twee stukken grond (28 roeden) gelegen te Wonck, op de plaatsen dezegd en Oho en onder Hardimont.
1427 :Voor de leenmannen van Gregoire de Marscalle, deken, en van Jean de Mollins, vice-proost van Saint-Paul, Jean de Goerle koopt van Humbert de Pas de Wonck, ten voordele van het gestichte benefice door Arnuld Buck, “scelleur” van Luik, een rente van 8 vaten spelt gehypotheceerd te Wonck.
1431 :Het leenhof van Sint-Jan, op verzoek van Thibau de Treist, kannunnik van Sint-Jan, verklaart per acte dat een dag geleden Amelot, zoon van wijlen Yernair Wilkin, van Wonck, heeft verheft van de kapelanen, van het kerkfabriek en des dosreaux (pueri duodeni van Sint-Jan 3 stukken grond te Wonck (op plaatsen: en Oho, sour Hardimont, en Hachimont)).
1441 :Henri Hustin van Wonck, zoon van Renchon de Horion, transporteert een bunder grond te Wonck.
1450 :Jean Mulkeal, ontvanger van collegiale Sint-Martin en handelend voor deze, verheft voor het hof van Wonck-sur-Geer verschillende gronden.
1456 :Voor het hof van Jean de Viseit, leerlooier, wordt een huis gelegen te Wonck (sur le Jonckeur) verheft.
1456 :Arnold de Wonck, zoon van Jean Mouilhar, verheft een huis te Wonck (sur le Jonckier).
1457 :Christine, weduwe van Gerard Ernair, en haar kinderen verheffen een huis te Wonck, te Jonckier.
1459 :Catherine, dochter van Jean Gilet van Bassenge verheft door transport van Hustin du Chasteal van Wonck, een bunder te Wonck.
1461 :Het gezworen hof van leenmannen van Sint-Jan laat weten dat Piron de Rolloux, rentenier van het goede ambacht van pelletiers van Luik, heeft verheft van Mandé en Luminaire van Sint-Jan, in naam van de gilde, gronden te Wonck, geconfisceerd op Wathieu d’Atin en z’n medeplichtigen, tegen een rente van 22 vaten spelt.
1499 :Het leenhof van Sint-Jan te Luik laat weten dat de kapelanen van Sint-Jan beslag gelegd hebben op de vertegenwoordigers van Wilhemme d’Emben 2 stukken grond van ongeveer 2 bunder op deplaats “elle Fosse”, de ene “a la voie d’Emben à Wonck”, de andere “a la voie delle Slahelle”, wegens het niet-betalen van een rente van 2 vaten spelt. Gielet, zoon van Johan le Maire delle Naye, heeft dit beslag gezuiverd en in bezit gesteld.
1519 :De schepenen van Luik, laten weten dat Wathier des Bressines heeft verkocht aan Henri Adam, kapelaan van Sint-Jan, z’n schoonbroer, een rente van 2 muid spelt die hij verworven heeft op 9 mei 1519 van Johan Falket, van Wonck, op een huis gelegen te Wonck.
1541 :Transport gedaan door Jean le Marchant, handelaar, aan Ernotte Bechet, van Wonck, van gronden gelegen te Wonck, gehypothekeerd ten voordele van het kapittel Sint-Pieter.
1707 :Voor notaris Bartholomé Donnéa, Jean d’Heur en consoorten verheffen, van het kapitel Heilig Kruis, een bunder gelegen te Wonck, op de plaats gezegd “desseur le Chera”.

Xhendremael

1158 :Paus Adrianus bevestigt een overdracht gedaan door kardinaal Gerard betreffende de tiende te Xhendremael.
1349 :De abdij Val-Benoit staat toe aan Wathelet, zoon van Hanere de Xhendremael, gronden voor een huur van 12 jaar.
1351 :De mayeur en de schepenen van Xhendremael laten weten dat de inwoners van deze gemeente scheidsrechters hebben aangeduid om een einde te stellen aan de twist met het kapittel van de kerk Sint-Lambert betreffende de banale rechten van de molen van Oborne.
1395 :Walter Gawenaus, juré des eaux te Luik, laat weten dat, voor z’n leenmannen, Chrétienne, weduwe van Jean Houtelette van Xhendremael, heeft overgedragen aan Yde, weduwe van Jean Hannot, z’n zoon Géradon vertegenwoordigend, 1° gronden gelegen te Waroux, op de plaats gezegd “en Pevilhe”, renende aan de gronden van Saint-Hubert van de Ardennen, van de kapelaan van Alleur, de armen van Luik en de dames van Val-Benoit; 2° een hof, huis, tuin en aanhorigheden te Xhendremael, renende aan “a werisas qui tent de Liege à Looz”, ...
1405 :Voor het gezworen hof van het hospitaal Saint-Abraham, te Luik, werkt Humbert de Bernalmont aan het herverkrijgen van een derde van de eigendom “dite Buxheteal”, gelegen op de gronden van Xhendremael, en van Vottem.
1416 :Authentieke copie afgegeven door de schepenen van Luik in hoger beroep in een proces tussen het gezworen hof van de colllegiale Heilige Martin tegen Guillaume de Xhendremael, ridder, kasteelheer van Montenaken betreffende het beslag dat de collegiale heeft gedaan op al z’n goederen te Xhendremael wegens niet betalen van een rente van 10 vaten spelt. Deze rente was al aangegaan door Jean d’Othée, jonker, voor en na dat hij ridder werd en Jean de Xhendremaal ging heten. Deze Jean was vader van Guillaume. (Volgens Lefort, Jean de Xhendremaal was burggraaf van Montenaken, baljuw van Haspengouw en schepen van Luik) De toren en het huis van Xhendremaal, die in de slag van Othée gedeeltelijk verwoest en afgebrand was, was een alleu van Guillaume.
1431 :Marie, weduwe van Guillaume de Viernay, laat weten dat, voor zijn leenmannen, Jean Surlet heeft verheft, in naam van Jacquemin Surlet, jonkheer, zijn vader, een huis gelegen te Xhendremael.
1434 :Voor de schepenen van Xhendremael, draagt Walter de Modave, oud-burgemeester van Hoei, over aan Jean de Ponthoz, het vruchtgebruik van een rente gehypotheceerd te Xhendremael en te Viernay, een rente die Jean de Ponthoz vervolgens afstaat aan de “Aumone”, voor de jaargetijden en begunstigden van de kathedraal.
1439 :Gielet, zoon van Philpart, verblijvende te Liers, vraagt aan de maire en schepenen van Xhendremael aan akte betreffende de goederen die hij bezit van het familiehoofd van z’n vrouw Marie, dochter van wijlen Baudouin de Canone de Milmort, vertegenwoordigend Robert le Viez, maire van Liers, en Lambert, zijn broer, te weten: 1: 9roeden groot en 10 kleine “a Thier de Ailuche vers Malaixhe”, renende aan Jacques Chiny, kapelaan van Saint-Lambert; 2: 17 grote roeden en 13 kleine kortbij Florez, 3: drie grote roeden sur le Viseusevoie, 4: 11 grote roeden onder Tiermalle en Gertrudfosse vers la ruelle de Wihogne, renende aan het hospitaal Saint-Lambert en de begijnen van Saint-Christophe, 5: 7 grote roeden achter de cortil Hannon le Ronchien.
1443 :Voor het gezworen hof van de “Chambre”, neemt het kapittel van Sint-Lambert beslag op goederen gelegen te Xhendremael.
1445 :De maire en de schepenen van Xhendremael laten weten dat Gielet, zoon van wijlen Jean Paske van Lantin, na leenverheffing te hebben gedaan als man van Agnes dochter van wijlen Baudouin le Canone, heeft getransporteerd aan Jaquemin Bellarmée, mangon te Luik: 1° 9 grote roedenen thier d’Aluche, renende Hankineal de Trico; 2° 17 grote roeden en 11 kleine kortbij Florez, renende aan het hospitaal Saint-Mathieu “c’on dist alle Chayne”; 3° drie grote roeden dessous le Viseuzevoie, renende aan Jean de Xhendremael; 4° 17 grote roeden en 11 kleine gelegen “en Gist dessous le Terméal”, achter de weide van Hanoron Ronchin, kortbij de Chabottez, renende aan Isabelle de Juprelle, aan Alexandre de Jardin, de kapel van Viernay, de heren van Biezen te Maastricht.
1474 :Akte van de schepenen van Xhendremael betreffende de opsplitsing gedaan door Jean de Straile, jonkheer, aan Henri de Hemricourt, heer van Willerzies, zijn neef, van de goederen gelegen te Xhendremael, waarvan een deel werd gehouden van het kepittel Sint-Lambert.
1475 :Voor de schepenen van Xhendremael draagt Henri de Hemricourt, heer van Willerzies over aan het kapittel Sint-Lambert het huis gezegd “la cour à Vivier”.
1479 :Jean Mabilhet verkoopt voor het hof van Xhendremael aan de collegiale van Sint-Martin, voor dewelke optreedt Bauduin de Mangnee, kannunnik van deze kerk, een rente van 4 vaten spelt bezwaard op goederen gelegen te Xhendremael.
1496 :De kapelanen van de collegiale Saint-Servais te Maastricht verkopen een rente van 20 vaten spelt gehypotheceerd te Xhendremael, hun bij leven gegeven door Georges Duret, raadgever van Karel, hertog van Bourgondië, voor het stichten van een dagelijkse mis.
1509 :Akte van het hof van Xhendremael in Haspengouw, aangevraagd door Gerard de Hauchee en Jean de Sart, kannunniken van de collegiale Sint-Martin, betreffende de onroerende goederen en renten die de collegiale bezit onder de jurisdictie van gezegd hof meer bepaald de eigendommen overgedragen door Henri de Hemricourt aan Hubert de Malaixhe, schepen van Xhendremael en aan zijn zoon Henri. Het hof neemt akte van aan akte van 26 juni 1501 waarbij Henri de Hemricourt, heer van Wilrezy, in tegenwoordigheid van Masset (Thomas) Polade van Hodeige, heeft overgedragen al de goederen die hij bezat te Xhendremael en die aan hem toegekomen zijn via Wery (Walter) de Vernay, van Guillaume de Vernay en zijn echtgenote, van meester Jean de Strailhe en Jean des Champs, aan Hubert en Henri de Malaixhe, vader en zoon, die door Henri de Vivengnis, toen mayeur van Xhendremael, in bezit gesteld zijn.
1520 :Voor de maire en de schepenen van Xhendremael verkoopt Barthelemi, zoon van Grand Bertrand aan meester Guillaume Doerne, kannunnik van Sint-Lambert, 2 vaten spelt rente op een huis gelegen te Viernay.
1520 :Voor de schepenen van Luik wijst Jeanne Kack, weduwe uit eerste huwelijk van Lambert Christien gezegd le Ghis, en uit een tweede huwelijk van Jean Renar, alle twee “halliers” en haar kinderen, Lambert, Thomas en Martine Christien, deze als echtgenote van Noël de Résimont, toe aan het kapittel van Sint-Lambert een rente van 7 vaten spelt gehypotheceerd te Xhendremael, voor de verwerving van het huis “Petit Destrit” te Luik, gelegen “sur le pasea tendant de Juppreille à Floret”.
1522 :Terugverwijzing van de schepenen van Luik naar het hof van Xhendtremael, in de zaak van het kapittel Sint-Lambert tegen Henri Rennekin gezegd le grand Henri de Xhendremael betreffende een grond.
1528 :Voor de schepenen van Luik verkoopt Jean Paske van Lantin aan Radou de Hombroux 2 vaten spelt rente gehypotheceerd te Xhendremael.
1532 :Vonnis van de schepenen van Luik in de zaak van het kapittel van Sint-Lambert tegen Jean Dromar van Xhendremael betreffende een grond gelegen op de weg van Malaxhe naar Xhendremael.
1533 :Voor de maire en de schepenen van Xhendremael verkopen Jean Onclin en Piron, zoon van Pirchea de Loncin, aan de “Aumone” van de kathedraal hun rechten op een rente van 2 vaten spelt op een weide gezegd “delle Barberesse” gelegen te Xhendremael.
1534 :Voor de schepenen van Luik verkopen Bastin en Michel, zoon van wijlen Stienne Bastin aan het kapittel van Sint-Lambert een grond gelegen te Xhendremael.
1545 :Voor de schepenen van Luik verkoopt Jean Pasque van Lantin aan Rigaud de Gangelt, burger van Luik, vijf vaten spelt rente gehypotheceerd te Xhendremael.
1548 :Voor de schepenen van Luik verkopen Jean Pasque van Lantin de oudere en Jean, zijn zoon, aan de begunstigden van Sint-Lambert vijf vaten spelt rente gehypotheceerd te Xhendremael en te Lantin.
1570 :Voor de schepenen van Luik wijst Jean Badon toe aan de kerkfabriek van de cathedraal 3 vaten spelt rente op een huis gelegen te Xhendremael.
1571 :Voor het gezworen hof van de Chambre verheffen Tilman Baré en Gilles Hancket een huis gelegen te Xhendremael.
1587 :Voor de schepene van Luik betalen de begunstigden van de kathedraal en het broederschap van Saint-Luc het kapitaal van diverse renten gehypotheceerd te Xhendremael terug door middel van sommen komende van giften hun gedaan door Jacques Libert, licentiaat in de rechten, Herman, graaf van Reneburgh, de heer van Berlo, Godefroid d’Erp en Peter Hongne, kapelaan van Sint-Lambert.
1755 :Notariële akte waarbij het kapittel van Sint-Lambert afstaat aan het bisschoppelijk seminarie van Luik zekere gronden te Xhendremael, Villers-l’Eveque en Jupprelle tegen andere op plaatsen errond.

Zepperen

1515 :Voor de waterschout en de schepenen van het kapittel Saint-Servais van Maastricht te Zepperen draagt Jan van der Biesten verblijvend te Maastricht, over aan het kapittel van Sint-Lambert goederen en renten gelegen of gehypotheceerd te Zepperen.