Soldaten van Napoleon

 

Uitreksel uit de dodenlijst van het tijdelijk hospitaal te Den Haag vermeldt Jean Craninx, korporaal in de 76 e cohorte, 9 e compagnie van de 1 e ban van de nationale garde , zoon van Eustache en Adele Van Dal, geboren 14 augustus 1788 . Hij was geboren te Gelinden, canton Sint-Truiden, departement Nedermaas, in bovengenoemd hospitaal binnengebracht op 21 september 1812 en overleden op 28 september 1812 tengevolge van koorts .

Uitreksel uit de dodenlijst van hospitaal van Jablanowskij te Warschau vermeldt Buvings Gilbert , fusilier in het 65 e regiment der infanterie, 1 e bataljon 5 e compagnie . Geboren te Gelinden, binnengebracht in het hospitaal op 10 mei 1808 en gestorven 30 juli 1808 aan koorts en schuurbuik .

Uitreksel uit dodenlijst van 48 e regiment 1 e bataljon vermeldt Leemans Henry , opgeroepen in 't jaar 14 napoleontische tijdrekening, zoon van Barthelemy en van Claes Smets, geboren te Gelinden, gestorven in 't hospitaal St. André in Oostenrijk op 10 december 1809 aan koorts .

Brief volgt van Henry Leemans aan z'n ouders : “ Maart den 11 1809 tot Bareijth .

Zeer beminde vader en moeder en zusters en broeder ik laat u weeten als dat ik nog vrees en gezond ben en het zelve hoope van u ook en ik heb u een brief over drij maanden geschreven daar ik nog geen antword op gehad als nu met den brief met van jan stevens en ik moet u nog schrijven want Daar is groote aprensie van te vertrekken zoo verzoek ik u van mij een geld te zenden want ik heb het groot van noeden anders zouden ik u niet schrijven daarom want als gij mij zend dan moet gij niet te lang wagten nu verders verzoek dat mij ook laat weeten hoe het met mij broeders gaat den een die krank is en den ander die in dienst is onder wat regement hij is en waar hij is verders heb ik u niets meer te schrijven opdat mij indagtig zijt in het gebed want ander kan ik u niet meer schrijven u beminde zoon hendrikis leemans 48 regiment 3 e corps de 2 e divisionde la armee de Rhin a Bareijth .

Jan stevens laat u weeten dat ik mij conneteins beg ontfangen en dat ik nog vrees en gezond ben en heb het zelve van u gehoort en ik Dank u van herten daar voor u Beminde zoon Jan stevens “

Nu volgt een brief van z'n broer die ook dienstplichtig was : “ gerardus Leemans , geschreven den 5 februarius in het jaer 1808

Seer beminden vader ende moeder zusters ende broders ik kan niet maenkeren van aen u te wenschen een salich aenstaende hogtijde van paesschen ende ik laet weeten alsdat ik nog fris en gesont ben soodat ik hoope dat het met u van gelijken is ende ik laet u weeten alsdat ik tegenwordig in schlesien been bij de groote aermij ende dat wij aldaer gelegert sijn op de dorpen en in de steden ende dat ik tegenwordig 6 weeken ben bij mijn regiment ende van het nieuws van diet land kan ik niet veel vertellen alsdat die menschen hier soo wel straffen hebben als bij ons wegens conterpuer ende loesevinge der soldaten ende weegens den oorlog het is tegenwordig vreede met rusland ende met den koninck van pruijssen mitsdat hij niet beters en kaen want hij hij heeft bijnaer sijn geheel laendt verloeren soodat wij tegenwordig wel 100 en 50 uren ver in pruijsland seijn ende ik versieke van u , soo kaest als gij mijnen brief sult ontfangen hebben als dat gij niet moet uijtstellen van aen mij eenen brief te schrijven oft te laaten schruijven om te weeten hoedat het met u gaet of gij nog allemael fris en gesond sijt ende wat nieuws dat bij u tegenwordig is ende of gijks geenen brift hebt ontfangen van mij dedect den tijdt dat ikben vertrocken want ik hebt nog twee briven geschreven als wanner dat ik in minden( minsen ?) in garnisoen ben geweest ende dat gij aen mij soudt laeten weeten of gij alles wel hebt ontfangen uijt vlaenderen ende ik versoeke ook van u dat gij aen mij soud laeten weeten of gij geenen brieft hebt ontfangen van mijnen broder hendericus sedert den tijdt dat ik ben vertrocken de oorsaek daer van dat gij geen aentwordt hebt gehaedt afgewanner dat mijnheer peeters naer heem hadt geschreven is omdat gij niet en wel onder wat companie dat hij is want schoondat hij is geweest in antwerpen onder de derde companie soo haeft hij is bij sijn regiment gekomen is hij veraendert van companie want ik wet het tegenwordig van ondervinding wanr dat haeft met mij ock alsoo gegaen soodat het onmoegelijk is van naer hem te schrijven sonder dat hij aen u schrijft schondat het moegelijk is dat hij niet meer in het leven is maer ik hoope altijd dat hij nog in het leven is want daer en is geenen koegel gegoeten voor iedereen ende daer meede schrijve ik mijne vrindschap ende blijft fris en gesond want ik hoope van u te komen besoeken met eenigen tijdt daermede verblijve ik uwen getrouwen soone . gerard leemans chaseur dana la 4 e companie 2 e bataillon 6 e regiment d'infanterie legere en cantonnement a wintsig da la basse silesie “

Nu volgt een brief van gerard leemans vrijwilliger in het 2 e bataljon van het 6 e regiment lichte infanterie 6 e legerdeel in Spanje te Salamanque , geschreven 26 junius 1810 :” seer beminden vader ende moeder susters ende gebroeders . maer u van heerte gegroet te hebben soo en kan ik niet maen zeven van u te laeten weeten alsdat ik nog fries ende gesont ben soodat ik hoope dat het met u van gelijken is lieven vader ik ben in groot verlangen om tijding van u te ontfangen omdat ik sedert den tijdt van twee jaeren geenen brieft van u hebt ontfangen nogtans het is maert vier maenden geleden dat ik aen u eenen brieft hebt geschreven me den ik nogtans antwordt versoekt hebt soodat ik geloove dat gij dien brief niet ontfangen hebt soodat ik geloove dat gij dien brief niet ontfangen hebt soodat ik versoeke aentwod soohaeft alsgij desen brif sult ontfangen hebben ende ik versoeke dat gij mij laet weeten oftgij geen tijding meer hebt ontfangen van mijnen broder henricus sedert dat hij u heeft geschreven van warsavie de hoofstadt van polen ende ik versoeke ock dat gij mij laet weeten u gesteltenis ende nieuwigheden van ons land ende famielie of mijn suste rende broders nog bij u seijn of sij niet getroudt sijn ende ik laet u van mijnen kaent grooten alle mijne vrinden ende welbekende kameraten ende ik laet u weten alsdat ik tegenwordig ben 18 maenden in espagne soodat wij tot nu toe alle daegen in oorlog sijn want het is tegenwordig twee manden dat wij sijn om te belegeren eene stadt genaempt rodrigo dewelcke haer niet wilt overgeven als met gewelt van waepens soodat wij alle daegen in levensgevaer sijn ende daer mede verblijve ik u oodmoedigen dienaer gerardus leemans met verhoopnge van het geent dat ik van u versoeke .”

Den 11 october 1809 Warschouw schrijft Henricus Leemans soldaat 4 e compagnie 11 e bataljon van 48 e regiment infanterie in garnizoen te Warschouw : “ Zeer beminde vader en moeder Ick ben zeer verblijd dat gij nog in goede gezondhijd zijt en ick heb uw briefd ontfangen geschreeven van den 22 augustus en ick laet u weeten als dat wij tegenwoordig in Warschouw liggen in garnisoen . Dat is de hoofstad van Poolen en gij zult de goedhijd hebben van mij eenig geld overtezenden want ick ben langen tijd zik geweest het en is hier duur leven, zoo dat ick grotelijks geld nodig heb, men zegt als dat den vreden gemack is met den russishen keijzer en den koning van pruijssen zoo dat ik hopen wil als dat wij haek dit slegt land zullen verlaeten en dat wij haett terug zullen koomen want in den gansen wereld en is geen slegter land als poolen het volk is der luij en vuijl tot den adeldom die zijn vol van luijzen en onnuttighijd zoodat wij alle daegen werk hebben om ons goed te wassen om niet in de vuijligheid te koomen voorders zult gij de goedhijd hebben van naer de ouders van poelmans te gaan en hun te zeggen als dat hunnen zoon ook geld wou en hij is ook langen tijd zik geweest zijne voeten zijn bevrooren geweest en hij is tegenwoordig weder in het hospetael en hij is onder de achtste compagnie, en het eerste bataillon, voorders weet ick u niet meer te schrijven als wel mijne complementen aen u en aen de heele familien . “

Sommige brieven waren versierd met tekeningen , zie onderstaande tekeningen :