Een proeve tot genealogie van de familie

Barée

verwerkt met historische achtergronden

  in het land van Luik van 1070 tot nu .

   

Groot-Gelmen 2002

publicatie onder eigen verantwoordelijkheid

Lambert Barée

 

 

Aan alle Barés die nooit
de oorsprong van hun
naam kenden .

Voorwoord

"Als het verleden niets zou betekenen voor het heden,wat zou het heden dan kunnen betekenen voor de toekomst " , deze leuze las ik in het bureau van de heer Deblon , archivaris van het bisdom Luik . Dit gezegde is ook van toepassing op de familiekunde of genealogie . Ouderdom, beroep , karakters etc . van vroegere familieleden is soms nog terug te vinden in de huidige generaties . Men vraagt zich af “wie ben ik” of “ vanwaar kom ik “ .

“de familietraditie klopte “. Enkele jaren geleden bij het doorpluizen van enkele naslagwerken in het rijksarchief te Luik dook de naam Baré vaak op en dit wekte m'n nieuwsgierigheid . Twee vragen spookten van toen af in m'n hoofd; stamden de Barée af van Baré en klopte de familietraditie dat de Barée uit de molen van Xhendremael afkomstig waren .

“ Niets is wat het lijkt te zijn “ Zoals U zult lezen in de volgende bladzijden ben ik met m'n opzoekingen in de gedeeltelijk verbrande archiefstukken(1) geraakt tot Wilheaume le molnier dit bareit ( 1450-1520 ), die molenaar was te Xhendremael . Maar niets wordt vermeld over z'n voorouders . Verder zult U m'n argumentatie lezen waarom ze van Surlet afstammen langs moederszijde en van de Xhendremael langs vaderszijde . Daarom heb ik ook van beide families voor 1450 een historisch-genealogische schets gemaakt . Dit maakt dit werk nog interessanter, daar de Luikse adellijke familie Surlet een belangrijke familie van het prinsbisdom Luik was . Dit blijkt tevens uit het feit dat na de verdwijning van deze familie eind 16 e eeuw, verschillende families geprobeerd hebben hun afstamming aan deze van de Surlet te haken, maar allen mislukten . Een persoon is erin geslaagd ondanks gebrek aan bewijsstukken , fel protest van de luikse adel en de cathedraal , maar met de hulp van de Duitse keizer om de naam Surlet te dragen ( onterecht ) en zo de hoogste functie in het nieuwe België te bemachtigen , Erasme Surlet de Chokier, eerste regent van België ..

Alhoewel we niets te maken hebben met de oude luikse familie Baré geef ik hier toch een genealogisch-historische schets .Tussen de oude Baré en de Surlet is er iets geweest maar wat juist is moeilijk te achterhalen .

Ik hoop dat dit boek een persoonlijke verrijking zal zijn voor elke Barée en tevens wijs ik er op dat dit niet volledig is en er altijd nog aanvullingen mogelijk zijn .

Lambert Barée .

(1) Tijdens de eerste of tweede wereldoorlog is het rijksarchief dat zich in de stad bevond geteisterd door brand en de archieven van Xhendremael en Villers-l'eveque zijn gedeeltelijk verbrand .

 

A. Bespreking van de familienaam .

De familienaam Bar( r )é is niet zeldzaam in Wallonië en in het noorden van Frankrijk, zoals blijkt uit de volgende statistiek :

Baré L64 N27 S26, Barez N1 P9 , Barré L1 N37 P293 S71 , Barrez N2 P67 .

Het aantal dragers figureert na een hoofdletter : L (arrond.Luik, volkstelling van 31 dec. 1947), N( arrond.Nijvel,id.), P( départ. Pas-de-Calais, 1815 ), S (départ.Somme,1849 ) .

Barée komt niet zo veel voor en dan nog vooral in het zuiden van Limburg .

De oorzaak van deze misschrijving was te wijten aan de gebrekkige controle op de oude parochieregisters . Vanaf 1550 ( na het concilie van Trente ) werden de pastoors verplicht om de huwelijken, geboortes en strefgevallen te noteren in registers . Meestal gebeurde dit door de koster, met alle gevolgen vandien ( nl.naamsveranderingen) . Een van onze rechtstreekse voorvaderen Baré Joannes (°24/9/1695 te Villers-L'eveque ) huwde Vanheer alias Kersten Joanna (° te Lauw ) . Hij ging wonen in Lauw en al z'n kinderen werden in de parochieregisters ingeschreven onder de naam Barée .

Oude vormen : 1259 “ domini Barreti de Aloir” (2), 1269” Barretum de Alour” (3), 1315 “ Fastreis Bareis “ (4) , 1322 “ Fastreit Bareit” (5) .

 


(2) Bull.Inst.arch.Liég.,32,p.281 .
(3) Jean Ruwet, Cartulaire de l'Abbaye cistercienne de Val-Dieu (XII et XIV siècle), Brussel, 1955 .
(4) S.Borman,E.Schollmeesters,E.Poncelet, Cartulaire de l'église Saint-Lambert de Liège,5 dln, Brussel,1893-1913 .
(5) J.Cuvelier,Cartulaire de l'Abbaye du Val-Benoit,Brussel,1906 .

In Ed. Poncelet, Les Fiefs ... Ad. De La Marck (1313-1344), huit Bareit ( Barreit,Barret ) als bijnamen .

In J. de Hemricourt ( 14 e eeuw) : Amel Baré de Streel, Baré de Velroux, Guden Baré de Sart .

Etymologie: Barez is de Romeinse vorm van het Germaanse “ badwo-reda” badu-rad “strijd-raad” (6) .

Maar in Wallonië wardt Baré pas vanaf de 13 e eeuw aangetroffen en beschouwde men het als een bijnaam (7) . Baré is de voltooid verleden tijd van het franse barrer, maar in welke zin ? (8)

•  Baré is, indien het niet de verdraaiing is van het oude Barré, de voltooid verleden tijd van het oude franse barer “ de omheiningen versterken” en figuurlijk “argumenten tegen iemand inbrengen” . Als bijnaam is dit de meest plausibele verklaring .

•  Barré is va toepassing op personen die gestreepte kleren of kleren met een bonte mengeling van kleuren dragen .

In het frans ( en in de dialecten ) heeft barré de betekenis van “ gemarkeerd met een staaf, gestreept, gevlekt met 2 kleuren ( dierlijke ) .In deze betekenis zou men het kunnen toepassen op het fysieke ( gelaat, haren ) (9) .

Bij deze twee stellingen heb ik toch mijn bedenkingen ;

Teneerste bij de zienswijze van Baré als bijnaam . Het is begrijpelijk dat men destijds ( 13 e eeuw) in het land van Luik de naam Baré als een bijnaam aanzag . In onze contreien is men pas van familienamen gaan spreken vanaf de 13 e eeuw . Dus redeneerde men in het geval van Fastré Baré als volgt, Fastré is de voornaam en daar ze nog geen familienamen kenden, werd Baré beschouwd als bijnaam . Temeer omdat ze Baré konden vertalen en uitleggen ( zie hierboven ) .

Wat echter de doorslag geeft, is wat men leest in “ de spiegel van de Haspengouwse adel “, editie Jalheau 1791 (10) . Hierin vindt men George Baré als oudst gekende stamvader van het geslacht Baré, gestorven in 1072 te Trier ( destijds Duitsland) . Verder worden al z'n afstammelingen met de familienaam Baré aangeduid . Zelfs in een charter van 1259 staat geschreven “Nous Edinga de Wildenberg Feme ki su de Messire Hue Baré, & Hue son fil, faissons saveir “ . Daaruit mogen we besluiten dat de naam Baré reeds voordien als familienaam werd gebruikt . Dit is ook logisch daar in het begin van m'n uiteenzetting verwezen wordt naar barez, de geromaniseerde vorm van het germaanse badu-rad .

(6) Foertsemann,I,col.229 .
(7) Bull.Topon.,2,1928,p.190 .
(8) Alb.Dauzat, Diction. Noms de famille France,p.26-27 .
(9) J.Herbillon, Le nom de famille Bar( r )é,VW LIX, 1985, 189-190 .
(10) J. de Hemricourt, Miroir des nobles de Hesbaye, ed.Jalheau,Liège,1791,p.75 .

Vervolgens is er de tweede verklaring als zou de naam Baré, afgeleid zijn van het franse barré en dus verwijzen naar gestreepte kleren of lichaamskenmerken . In 1297 “ frere Johan des Bareis xx sous et a chascun frere du couvent des Bareis et des Croisiers xx derniers, a freres menoirs de Liège “ (11).

In het midden van de xiii de eeuw, vestigden de Carmelieten zich in de straat, hedentendage Carmelietenstraat ( Carmes ) genaamd . De opening van deze weg is te wijten aan de oprichting van een klooster en noemde zich vooreerst Rue Neuve ( Nieuwstraat ), maar ging vervolgens doorgaan onder de naam Rue des Barrés . En ziehier de oorzaak .

Oorspronkelijk droegen de Carmelieten op hun volledige witte jurk een eveneens witte mantel, behalve dat het binnenste deel was opgedirkt met gele of zwart-grijze horizontale strepen . (12) Zinspelend op hun klederen, noemde het volk de Carmelieten de gestreepten ( Les Barreis ) (13) .Zodoende ams men sprak over de straat waar het klooster zich bevond, men de straat van de gestreepten bedoelde ( Rue de s Barrés ) .

Deze naam had niet lang reden van bestaan . Slechts een kwart eeuw na de oprichting van het klooster, vroeg Paus Honoré IV, die op de pauselijke troon in 1285 zat, aan de Carmelieten omp hun klederdracht aan te passen . Ze plooiden zich naar de wensen van de kerkvorst en begonnen een bruine rok met witte mantel te dragen . De straat verloor prompt de naam des Barrés en nam deze van Rue des Carmes aan . Alhoewel zij enige tijd in de XIV eeuw nog de naam Rue des Barrés droeg . (14) Ook Parijs heeft om dergelijke redenen haar Rue des Barrés, die bleef bestaan . Het was daar ook dat de Carmelieten hun eerste klooster hadden . (15)

 

(11) J.Cuvelier, Cartulaire de l'Abbaye de Val-Benoit, Brussel,1906 .
(12) J.d'Outremeuse,t.V.,p.444.- 1337: Vers les Bareis ( PL,r.16,f.9).
(13) 1281 : Bareis, C.de Borman, les échevins,t.I,p.438 .
(14) C.de Borman, les échevins,t.I,p.458,-1330: Maison qui fut Symon enle rue des Bareis ( Lettre des aisemenches de la Cité ) .
(15) Tiron, Histoire et costumes des Ordres Religieux,t.i,pp. 111-112 .

 

B. Plaatsen te Luik waar de naam Baré vermeld wordt .

Basse Wez :

Een waterdoorloop heeft bestaan in een ver vervlogen tijd nabij Wez . Z'n bestaan wordt geattesteerd door een zin welke wij halen uit een titel die dateert van de jaren 1272 tot 1275 .

Apud Wez sunt thelonium et pontenagium que tenet violent dominus Barretus ( Cathédrale,Petit Stock,p.53) .( Nabij Wez is de brug die gehouden wordt door de woeste heer Barretus . Hier gaat het om de stamvader van al de latere Baré de Wez , die veelvuldig voorkomen in de oude geschriften .

Batte :

De eigenaar van “ La Tête d'Or “ in 1759 was Philippe de Sellier, ten titel van huur hem gegeven door baron de Baré, heer van Moisnil .

Bauduin le Lainier :

1337; Dois maisons ki sient en le rue Bauduin le lignier, ke tient maîstre Bareis joindant des Croisiers ... ( Cart.Pauvres en Ile,r.15,f.29 ) .

Chaussée des Prés :

Op de hoek van de oude straat Sint-Eloi bevond zich het huis “ léopard”, (16) meer dan 3 eeuwen geleden zoals in de 18 e eeuw .

1612 : Huis “ du Léopard renende in de richting van de brug van Amercoeur het straatje Sint-Eloy ( C.F.,r.249,f.49) .

Rue Saint-Croix :

grafschriften : Henri Bareit .

Curtius :

De fabrieken van Gravioulle behoorden toe voor een derde aan Jean-François-Ignace, baron de Baré, heer van Moisnil. ( tijdens de franse revolutie en het keizerlijke regime ) .

Dominicains :

grafmonumenten : aan het koor :”Fastré Baré de Surlet de Lardier, vroeger burgemeester van Luik, ridder, V jaar 1391, Jean, zijn zoon, V jaar 1400 .

De kloosters: gedenkinscripties ; Fastré Baré delle Cange ( 1335) .

Voor 1789, de gemeenschap bestond uit een twintigtal personen o.a. Raymond Baré .

(16) Léopard was de naam van het huis heropgebouwd door Fastré Baré de Canges rond 1300 en zo geheten daar op het wapenschild van de Baré een luipaard stond . Het bevond zich in de straat Féronstrée ( kort bij het prins-bisschoppelijk paleis ) .

Ecorces :

De 30 e mei 1421, het ambacht van de leerlooiers wordt hoofdeigenaar van de molen Pillechoule . De akte van verwerving werd gedaan onder vorm van een gift voor het Allodiaal hof, door de ridder Ameil Baré de Strailhe .

Feronstrée :

“Au leopard “ werd terugopgebouwd rond 1350 door Baré de Canges, heer van Velroux en van Beaufraipont .

Fastré Baré de Surlet, meester van de stad (1467-1468) had z'n residentie een beetje verder dan de rue Potierue .

1475: Maison delle Coppe d'Or, voor het huis dat was van Baré Surlet in Saint-Jehanstrée ( E.L.,r.35,f.233) . Maison delle Coppe d'Or, liggende voor het huis van onze meester Bareit ( Ibid,r.20,f.207) .

Haye :

De mijn van la Haye in een verheffing in de archieven van Communs Pauvres, opgemaakt in ‘t jaar 1337, signaleert een conventie per chirograaf (17) “ del ovrage des huilles devant Saint-Gilles que Mess. Bareit, Johan de Flémalle et leurs compangnons doient ovrer “ ( 1337,PI,r.16,f.94 ) .

Hors Château :

Jean de Laveur legeerde het hotel in 1438 aan Meester Baré Surlet (C.I.,r.4,f.500). De parochie Saint Jean-Baptiste begon van links, rue Mère Dieu, op de hoek van dewelke het belangrijke hotel , in bezit van M.Shlin, destillerder, was . Op zijn plaats herrees in de xve eeuw het hotel Baré de Surlet, meester van Luik ( 1433, Cathed. Cour des Tenants, 271 ) .

Het hotel dat de hoek maakte ( coutiron) van Richonfontaine en was aanpalend aan de woning van Nicolas de Laveur, was bezet in 1436 door de waardige Baré de Surlet, meester van de stad (CI,r.3,f.32) .

Residerende in z'n eigendom helemaal tegen de oude kerk van de Ursulinnen in 1792 M.Christophe de Lom, jonkheer en Mme Marie-Ernestine , baronnes de Baré, zijn vrouw .

Rue Saint-Hubert :

Le Barbeau had een lang bestaan, gesignaleerd door Hemricourt in z'n “ Miroir des Nobles, , het hoteldat dit schild uithing, had dus als meester Renkin de Kemexhe, die huwde de dochter van Henri Baré de Pierreuse .

Het hotel ( het verblijf) gezegd au Champion ( richting St.Martin) verviel in nalatenschap in ‘t jaar 1435, aan Henri delle Chausée de Geneffe . Een kind van deze Henri, Marie verbond zich in 1443 met Fatsré Baré, de jonge, die de nieuwe bezitter werd van het huis du Champion in 1452 en 5 keer burgemeester werd van de stad, stierf op 8 oktober 1467, gedood door een lans in de slag van Brustem .

(17) Chirograaf was een document dat bestond uit twee stukken, een voor elk der partijen en met dezelfde tekst, dat diende als bewijs .

Jean-Baptiste :

Een diploma van het jaar 1189 van het kapittel van Saint-Croix laat ons niet onwetend over de namen van de werkelijke collateurs of patrons van de parochie in die tijd . Ze vervulden deze taak daar zij afstammelingen waren van de stichters . Ze noemden Henri de Cologne en Marthe . Op datum van 1237 verscheen een derde patron . Volgens Jean d'Outremeuse was Marthe de dochter van Simon Bareit .

Grafmonumenten : Fastré Baré Surlet, heer van Chokier, meester van de stad, V 1 april 1438, in de kapel des Fonts .

Lambert :

Het hotel of waar Jean Surlet verbleef, zoon van Fastré Baré Surlet, wordt kannunnik van Saint-Lambert in 1433 .

Laurent :

In 1568, de prins van Oranje zet de faubourg ( buitenwijk) van Saint-Laurent in vlammen; 29 huizen werden verbrand, geplunderd, waaronder meerdere mooie en edele o.a. deze van Lambert Baré .

Chef en abt van de gemeenschap van Saint-Laurent, Fastré Baré 1355 .

Laveur :

De dochter van Wery de Lavoir, geheten Ide, huwde Fastré Baré de Surlet, meester van de stad vanaf 1381 .

Marche :

Helemaal tegen “la Couronne de Roses “is het huis vormend het verlengde van de straat Neuvice . Sinds de xiii eeuw tot het begin van de xxe eeuw, was ze gekend onder de naam “la Chaîne d'Or “. In 1449, het huis van de ketting ( chaîne) behoorde aan meester Fastré Bareit, dit delle Grevece, verblijfende te Keulen . Hij stond, datzelfde jaar, twee huizen “ la Chaîne” en “ Chapeau des Roses” af aan het ambacht van de schippers ( CESL,t.V,n°2693) .

Marguerite :

Faubourg Marguerite 1396 : Maison, jardin, vingne, fours delle porte Sainte-Marguerite, joind.à ly de Corneillon molin, d'un costeit et à Jacquemin de Chens, le bollangier, et alle vingne qui fut Bareit, et s'extend tout al delong az fosseis delle Citeit, laqeuil tenure fut jadit Sevrin le procureur (R. de Saint-Martin en Ile,15) .

Martin :

grafzerken : Fastré dit Baré, kannunnik en stichter van een altaar ( V 1318) .

Meersen :

1378; Huis in het steegje de Meersen Toreng palende aan het huis dat was van Ernul le Petit en aan het huis van Thonar Bareit, kannunnik van St.Denis ( Par.Saint-Catherine, Stock,1440-1480,f.49 ) .

Michel :

Uitreksel uit de brief aux Aisements van de stad :- Messire Fastreis Bareis, voor het derde in de Savenière, siz sols .

Neuve :

1445 : damois.Maroie Baree, voorbidster van St.Xristofle, van de kant richting Maas ( R. de Saint-Martin en Ile ) .

Paul :

N°10 actueel, 519 oud. In het begin van de 19 e eeuwhad ze als gasten Jacques-Ignace de Baré en MFG de Goer, zijn vrouw .

Pierreuse :

1423 : een dagwand wijngaard, liggende achter het huis van de pastoor van Saint-André, palende richting les Prineurs, aan Johan de Villeroux, van beneden en van boven aan een wijngaard toebehorende aan Fastreit Bareit Surlet, jonkheer ( EL,r.3,f.123) .

1454 : Maison delle Cloche, en Pierreuse renende van bovenaan het huis Jacquemin de Crissegnée van beneden aan het “ Fleur de Lis”, en langs achter aan de wijngaarden van onze meester Bareit Surlet ( Par.Saint-Michel,r.1454,f.42) .

Richeron Fontaine :

1433 : Maison nostre Maître Baré Surlet, faisant le couterons de Riceron fontaine ( Cathedrale, Cour des Tenants, 271) .

Rome :

De 13 e april 1819, een onderzoek werd gevraagd door Marie-Anne de Baré, voorgangster van Othée .

Ruisseau :

Fontein van Tawes, links van de Thier te Luik ( rieu des Tawes), activeert de molen gezegd Pixhamolin .

1406 : Vingne jadis Johan de Mes, qui tient ou est Johan Bareit de Weize, gisans deseur le riwe a Tawe ( Par. Sainte-Catherine, Stock, 1440-1480,f.81 ) .

Sauveniere :

Thier de la Sauvenière et bevond zich bedekt met wijnranken tijdens de middeleeuwen .

1330, 25 okt. Messires Fastreis Bareis, pour tier en le Savniere siz sols (CESL,t.iii,p.365) .

Strailhe :

Goswin de Strailhe, zoon van Eustache de Strailhe, was een bloedverwant van Jean de Strailhe, burgemeester in 1440,1445,1451 en in 1456. Na te zien getrouwd rond 1431, met Marie de Seraing, weduwe van Guillaume de Vierney de Xhendremaele,is deze Jean de Strailhe, geboren uit Ameil Baré de Strailhe, ridder, en van N. de Hamal, gestorven in 1473 ( R.H.,.148) .

Tanneurs :

De afbakening van het kwartier van de leerlooiers is officieel gebeurd voor de eerste keer in ‘t jaar 1417 . Maar de maatregel reikte niet tot een aantal compagnons die zich buiten de perimeter bevonden o.a. Jean Baré en zoon .

Tilleuls :

In de middeleeuwen, had Pierreuse zelfs , op z'n gelijike hoogte, dichtbij de residentie van Thibauld de Lardier, waarin z'n bloedverwant Fastreit Baré de Lardier, ridder,hem opvolgde, een plaats genaamd aux Tilleuls .

Volière :

De woning van de Capucijnen werd overgedragen voor de helft aan Lambert Dehasque en aan Alexander Baré .

Xavier Neujean :

Het lokaal van het gemeentelijk Instituut Sint-Jan heeft een oude adellijke woning, toebehoord te hebben aan Mme weduwe de Woot de Trixhe, geboren als de Baré de Comogne, vervangen .

 

C. Notities :

Saint-Jean-Baptiste :

1. Jehan Baré, † 8 september 1438, Isabeaul zijn vrouw, † de nacht van het feest van St.George 1426 en Jehan, hun zoon, † in ... ( drie blazoenen waarvan twee met de wapens

van Baré, Receuil d'epitaphes ) .

2. 16 februari 1571 :

Voor de “ Cour privée delle Chambre, Tilman Baré en Gilles Hanchet verheffen, op de jaargetijden van St.Lambert, een huis gelegen te Xhendremael ( Registre gezegd aux Cens et Rentes des anniversaires fol.6 ) .

3. Villers-l'eveque :

Baré ( derier les hayes sire Libert RP Liasse (1687) (Messire Libert Baré d'Othée wordt geciteerd in 1611) CJ Odeur 21 (=6545),7).” Mollin de Naveroulles “ .

4. Fexhe-le-Hault-Clocher :

Bareit ( court q. emprès des bressine,J.d'amont à Tiege entendus le real chemin de Liège à Waremme, vers Geer à preis_) (C.J. 7,5v° 1550)” preit à tiege, du'un dis le preit Bareis,j. d'amont audit tiege” ibidem,fol.1:” un jardin appellé le preit Bareit, et ou y at maison, et stablerie, que ledit Thibault (Rigo) depuis at fait faire j.d'amont a real chemin “C.J. 3,36v° (1600) “ huis, palende van boven aan de grote weg of baan lopende van Luik naar Waremme, richting Maas tegen de baan aan de kerk van gezegde Fexhe en richting Maas aan een weide vroeger gezegd de weide Baré” C.J. 11,129 (1734) . Deze weide, lopende aan de oude brouwerij en ingekapseld in de distilleerderij Hector . De naam van een tak van de stam de Streel ( Baré de Streel), volgens Herbillion, maar volgens mij foutief .

5. Jean Baré d'Anthisnes :

De akte noemt hem Pareet d'Antines, zonder voornaam; eertijds gevangene te Bassweiler, onder de heer van Oupeye;i.t. 170 mout, 1374 : de vair au sautoir, in het hart bealden met een luipaard ( Sceaux armoriées des Pays-Bas et des Pays avoisinants par J.I.H. de Raoult, 1898) .

Te Anthines was eertijds een llen Baré of het huis van Omalius .De ingang wordt gevormd door een kleine triomfboog ondersteunende een enorme beslagen poort . Onmiddellijk bevindt zich links een groot en zeer mooi meestershuis . Daar tegenover, een grote trap geflankeerd door uitgewerkte zuilen leidende naar een park , genivelleerd en omgeven door hoge muren . De rest van de vierkantshoeve wordt gevormd door weiden, paardestallen, stallen en het huis van de pachter, een echt fort met dikke muren . Twee enorme en imposante hoektorens vervolledigen het geheel .

6. Hubin Baré :

Ronde zegel 20 mm, bruine was van Hubins Bareis, chevalier, zoon van Fastreit Bareit, ridder en schepen van Luik, mambour (18) van de kapel van Chantemerle, de 11 e januari 1336, bevestigd en getransfixeerd aan een akte van 13 augustus 1331” . A.E.H. Huy-Ville ( sceaux armoriées de Hesbaye recueillis par Boullet et présentés par René Waltier, Société des Bibliophiles Liégeois 1985 ) .

(18) Mamboer was een soort voogd, maar in de brede zin, namelijn onderhoud, gerechtzaken etc ..

 

D. Inventaire analytique des Chartres de la Collégiale de Sainte-Croix à Liège par Eduard Poncelet :

Tome 1 .

p xxviii: pierre tombale: Henri Bareit .

p.lxxxix :chanoines:-Berthold Bareit: fils de Fastré Bareit, seigneur de Voroux . De 20 e januari 1326, stond de paus hem een kannunikaat toe van Sainte-Croix met vooruitzicht op een prebende (19) . Hij was reeds kannunnik van Sainte-Foillon te Fosses ( Fayen, Lettres de Jean xxii,t.ii,p.15,n°1679 ) .

-Henri Bareit, 1364. Dood op 4 juli 1372 ( Reg.102-Reg.Avin 183,fol.265- Mémorial conservé à la cure de Sainte-Croix ) .

p.108, n°258: 29 juni 1318 schepen : Fastré Bareis .

p.142,n°358:getuige :Fastré Bareit, ridder, schepen van Luik (6 oktober 1333 ).

p.181,n°480:19 mei 1349: getuige Jean Asson Bareit, pastoor van Saint-Séverin, te Luik .

p.208,n°570:26augustus 1354:een stuk grond gelegen te Voroux-les-Rocour, achter de haag van ridder Berthous Bareis, heer van gezegde plaats .

p.210,n°576:17 mei 1355:Leenmannen, Jean Bareis de Havelange .

p.215,n°591:1 juli 1356; een woning gelegen voor deput dichtbij des Bons-Enfants aan Fastré Bareit .

p.216,n°595 :1 februari 1357, getuigen; Fasré Bareit d'Ocquier, monnik van Saint-Laurent .

p.229,n°639:24 jan.1361:allodiale mannen; Fastré Bareit de Sark .

p.249,n°703:4 juni 1364; Henri Bareis, kannunnik van Sainte-Croix te Liboufosseit achter Odeur .

p.264,n°745: 7 juli 1366; getuigen Henri Baré .

p.274,n°773:1367 Berthold Bareit .

p.277,n°784: 26 juli 1368: Henri Bareis .

p.279,n°790:12 maart 1369 Henri Bareyt .

p.294,n°831 :9 juli 1372 : Fastrard dit Bareit, voorbidder van Saint-Nicolas te Glain, Fasrard dit Bareit, ridder van Saint-Servais.

p.306,n°873: 1375 Henri Bareit legeert ...

p.320,n°919: 27 juli 1378: leenmannen: Fastré Baré ..

p.353,n°1034:23 juni 1386: Thonnard Bareit, kannunnik van Saint-Denis .

p.412,n°1238:allodiale mannen Jean Bareit de Wez ( 4 nov.1405).

p.419,n°1264:7 nov.1409 Jean Baré de Wez .

p.422,n°1273:13 aug.1410 allodiale mannen Jean Bareit .

p.482,n°1479;15 april 1428 geleend aan Jean Bareit .

p.520,n°1608:1 maart 1439 schepen van Fexhe-le-Haut-Clocher Fastré Bareit de Fexhe, Fastré Bareit de Roloux .

(19) Prebende is een geldelijke vergoeding verbonden aan een canonicaat ..

 

E.  Cartulaire de l'abbaye de Val-Benoit .

p.367,n°282: 29 maart 1322 Fastreit Bareis .

p.558,n°406 : 8 september 1368 “ Gile Bareit, tenans de Jean de Saint-Martin et Couvent de Notre-Dame des Carmes, profession, li covroir .

p.626,n°449: 12 december 1378 “ Hubin Baré de Voroux “ .

p.629,n°451: 18 juli 1379 “ Hubin Baré de Voroux “ .

p.658,n°468:20 febr.1383 “ Testament van Fastré Baré, kannunnik van Saint-Paul et heer van Beaufraipont .” .

 

F.   Inventaire des chartres de St.Martin à Liége .

1366: Fastreis Bareis; kannunnik van St.Paul te Luik, tstamentait uitvoerder van Hubin Bareit, in z'n leven ridder en schepen van Luik, voogd van Jean de Beaufraipont, zoon van Hubin .

 

G. Inventaire analytique des Chartres de la Collégiale St.Jean l'Evangeliste te Luik .

1642 11 jan. Het hof van Villers-l'eveque laat weten dat Gilet Baré voor 100 florijnen een rente van 6 florijnen op een half bonder grond te Villers-l'Eveque, heeft vastgelegd ten voordele van de kapelaans van St.Jean ( Stock des chapelains, II, 293) .

 

H. Inventaire des archives du Val Lambert .

1259 : Fastré Barez, ridder voor het allodiaal hof te Luik, heeft verkocht aan Fastré Barez, pastoor van St.Martin te Luik, 11 morgenwand et zes roeden en half grond, alles gesitueerd te Rocour .

1427 : Maire van het hof van Momalle: Fastreit Bareit de Fexhe .

1426: Maire van het hof van Pousset les Momalle: Fastré Bareit de Frellous .

1410 tot 1437 : Bareit de Wez, lid van het allodiaal hof te Luik en schepen .

1513: Fastré Baré en Tilman Baré, heer van Chokier, luitenant van het feodaal hof te Luik van de prins-bisschop .

1509 : Jean Bareit de Tilleur verheft het leen dite de Mani ( Manixhe) .

 

I. Cartulaire de l'eglise de Saint-Lambert de Liége .

deel 2,p.484: Guillaume ‘ Wilheame), zoon van Fastré dit Baré d'Alleur, ridder,neemt in leen van de bisschop van Luik en van z'n kapittel zijn huis van Beaufraipont, dichtbij Chénée . (20)

deel 3,p.502,Fastreis Bareis, zoon van Humbeir Corbeal de Strele .

deel 4,p.481 : Fastré Baré de St.Servais, jonker, 1371, getuige .

deel 4,p.474 : getuige Fastré Bareit de Streele .

deel 4,p. 181 : Wilheaume Bareit, getuige .

1455 : Fastré Baré dit delle Greveche was de zoon van Jean du Bois delle Greveche en van Marguerite , dochter van Jean Bareit de Wez .

1423 : 6 september : Bertrand de Liers transporteert een leen “ dit gout van der Marck” aan Jean Bareit in 1440, dit gaat over aan z'n nicht Catherine .

 

F. De verschillende takken . (21)

Baré de Comognes, de Velroux, d'Alleur , de la Canges ou Cambges, de Voroux, de Pierreuse, de Strailhe .

Allen ontsproten uit de stam der Allemans ( Duitsers ) .

(20) Het kasteel van Beaufraipont bevind zich aan de oevers van de Ourthe, te Chenée .
(21) Hemricourt,” Miroir des nobles de Hesbaye”, ed. Jalheau, 1791 .

 

 

Baré de Comognes ( de Moisnil gesproten uit deze van Comogne ) .

Droeg van zilver met een rood luipaard gekroond met een kroon van vijf punten van oud goud , daar boven uit stekende een harnas van zilver gekroond met goud met dekklederen van zilver en rood, daarboven een uitstijgende leeuw in z'n rechterpoot een takje laurier ( natuurlijke) houdende .

Heyneman de Comognes, in ‘t graafschap Namen, was gehuwd met N., zeer dappere jonkvrouw van Jacques du Lardier & van N. jongste dochter van Fastré Baré de la Canges, heer van Voroux & van Beaufraipont, waarvan een mooi en groot aantal kinderen, allen mensen van eer en in een gezonde sociale status dankzij de gunst en bescherming van de graaf van Namen .

Nota betreffende de afstamming van deze Baré volgens Ridder J.-P. Ruzette . Volgens hem zijn de Baré, deze die van oorsprong de regio van Dinant hebben en die een keper droegen als karakteristiek meubel, waarvan afstammen de baronnen de Baré d'Houchenée, de burggraven de Baré de Comognes en Baré, heer van Maredsous . Deze families hebben de wapens van de oude Baré ( regio Luik zilver met rood luipaard ) overgenomen en bereidwillige genealogen hebben een denkbeeldige band gesmeed met deze families .

Indien er een denkbeeldige band zou bestaan is het deze in de bovenstaande paragraaf .

Hieronder vindt U het wapenschild die enkele Baré droegen die afstamden van deze Baré, nl. Jacques Baré, heer van Moisnil . Na z'n overlijden heeft de gemeente Moisnil dit wapenschild geusurpeerd .

Zie onderstaande tekening uit “ Les délices du pays de Liége “ van Saumery .

Het kasteel van Jacques de Baré, heer van Moisnil en waar men in de linker bovenhoek z'n schild ziet .

 

Heyneman of Herman wat hetzelfde is, Baré de Comognes, derde van de naam, ridder, Hoge en souvereine baljuw van het graafschap Namen, verhief het leen van Comognes, in ‘t jaar 1350, tot souverein baljuwschap van Namen, in ‘t welk z'n vader en z'n voorvaderen zijn genoemd . Het huis van Comognes was gesitueerd te Noville-des-Bois, op twee lengten van Namen . Deze Heyneman was de zoon van Heyneman Baré de Comognes, tweede van die naam, jonker, dood op 4 mei 1348,1 van Catherine, dochter van Jean, heer van Rixensart, “ comme il est conste par une chartre de l'an 1335, ou il est dit “ nous Heneman Baré de seur dis & Damoiselle Katherine de Rixensart notre femme & Heneman nos fil, reconnissons &etc. Ze zijn begraven te Rixensart, nabij Waver, hun graf draagt de volgende 4 kwartieren ;

Baré, Clermont, Rixensart,Arschot .

Deze Heyneman; tweede van die naam, was een zoon tussen de andere kinderen van Heyneman Baré de Comognes, eerste der naam, ridder, gedood in de slag van Kortrijk, 11 juli 1302, (22) & van Agnes de Clermont, dochter van Louis de Walcourt, gezegd de Clermont, ridder, Sire de Harzé, Groot-voogd van het markiezaat van Franchimont, gestorven 11 januari 1321, geboren uit Louis Baré, Sire de Comognes, gedood met z'n vader in de slag van Woeringhen in 1288, waar hij tot ridder werd geslagen, & van Marie N., dood op 1299, dochter van Guillaume, gezegd Mauclerc, de Hemricourt,& en van Catherine, dochter van Gilles, Sire de Berlamont, die begraven liggen te Hemricourt (23) onder hun grafsteen met acht kwartieren ;

Baré , Wildenberg , Wassenberg , Kessel

Hemricourt, Autrive , Berlaimont , Coucy .

Deze Louis was de zoon van Hugues Baré, derde met die naam, gedood met z'n zoon in hogergezegde slag, & van N., dame van Comognes, dochter van Gerard, Sire de Wassenberge, zoon nog van Hugues Baré, tweede met die naam, ridder, begraven in de kerk van Sint-Pantoleon te Keulen; in ‘t jaar 1252,& van Edinga de Wildenberghe, comme il en conste par une chartre de l'an 1259 “ Nous Edinga de Wildenberg, Feme ki fu de Messire Hue Baré,& Hue nos fil, saisons savoir & etc . Deze Hugues geboren uit George Baré, derde met die naam, die leefde in 1223, & van Elisabeth de Muylerepas in Limburg, zoon van Hugues Baré, eerste met die naam, ridder, die leefde in 1203,& van Eleonore Sterman, zoon van George Baré, tweede met die naam,jonker in 1178,& van N., dochter van de heer van Falquenstein, zoon van Conrad Baré, ridder; & van Cleopatre de Roode, gezegd de Gelderen, zoon van Wolfard Baré, ridder,& van Marie von Liechtenstein, zoon van Wolfart Baré, ridder, die leefde te Trier in 1102, & van Marguerite von Wirtenstein; deze Wolfard, had als broer Arnoul Baré, waarvan we later nog spreken .

Deze twee broers waren de zonen van George Baré, eerste met die naam, ridder, gestorven te Trier, ‘t jaar 1072,& van Eleonore Minckle .

(22) In de Guldensporenslag vochten een 300-tal walen mee onder de leiding van de graaf van Namen, die een zoon was van de graaf van Vlaanderen, Gwijde van Dampierre .
(23) Hemricourt is het huidige Remicourt .

Deze Heyneman, Baré de Comognes, derde met die naam, waarvan hoger sprake, leefde in 1357 “vermengde de luipaard, zoals z'n zoon met de wapens van de heerlijkheid Comognes, die waren van zilver, gezaaid van hermelijn, met drie rode vorken, 2 & 1, was getrouwd met Jehenne, dochter van Jacques, gezegd Jacquemin de Lardier, jonker, burger van Luik,& van N. , jongste dochter van Fastré Baré de Voroux, de jonge, dit de la Canges, ridder, heer van Voroux & van Beaufraipont, schepen van Luik,& etc . Ze hadden twee zonen en twee dochters .

Marie, die abdis was te Marche-sur-Meuse .

Isabelle, huwde met Arnoul Lombard .

Heyneman Baré, oudste zoon die volgt .

Henri Baré de Comognes, tweede zoon, Sire de Nameche, Hoge en souvereine baljuw van het graafschap Namen, in ‘t jaar 1367,68 & 69 . Charter van Guillaume, eerste graaf van Namen, van ‘t jaar 1382, in ‘t welk wordt onderschreven van de dekens en kannunniken, van de kerken Saint-Pierre & van Saint-Aubain, Heneman Baré de Comognes, Henri, Sire de Nameche, z'n broer, Louis de Juppleu, ridder & anderen .

Heyneman ( oudste zoon, Baré de Comognes, vierde van die naam, jonker,baljuw van Wasseige, in 1377, verhief het leen van Comognes, alsook het baljuwschap, droeg zoals z'n vader; hij is geciteerd als broer van hogervermelde Henri, in ‘t zelfde charter, van ‘t jaar 1382, stierf op 18 december 1396; begraven in de kerk van Wasseige, onder z'n graf, zijn de 4 kwartieren:

Baré , Rixensart, Lardier , Baré .

Hij was gehuwd met Catherine, dochter van Hubert de Waha, & van Agnes de Wynant Rode . Ze hadden 7 zonen ;

-Hubin Baré, oudste zoon die volgt .

-Messire Jacquemin Baré de Comognes, tweede zoon, ridder, gestorven rond 1407; huwde Marie, zuster van Jean & van Jacquemin de l'Ardennais, Sire de Spontin .

-Heyneman Baré de Comognes, derde zoon, was getrouwd met N., waaruit een zoon, die volgt en twee dochters, Marie, oudste, die huwde Agneal de Bredines et Jehenne, jongste die huwde met Jehan de Huppigny .

- Jehan Baré de Comognes, de jonge, verhief in 1422, 23 januari, al de nalatenschappen hem toegevallen na de dood van z'n vader .

- Fastré Baré de Comognes, vierde zoon, Chatelain (24) van Samson, in ‘t jaar 1408 & 14; huwde Jehenne N., Charter van Guillaume II, graaf van Namen, ‘t jaar 1394, door hetwelk, hij mooie privilegies toestaat aan deze van Temploux, waarin staat, onder de welke onderschreven Henri de Longchamps, Hugues, Sire de Spontin, Heyneman, Baré de Comognes, Hubin & Fastré de Comognes z'n zoon, Warnier, Sire de Gelieresses etc .

Ze hadden 4 zonen, te weten, Colart, Henrat, Libellion Baré de Comognes, heer van Tiller, in ‘t graafschap Namen & Jean Baré de Comognes, baljuw van de grond van Fernalmont, in ‘t jaar 1423, de 3 e september .

(24) is burchtheer ef kasteelheer .

-Henrar Baré de Comognes, vijfde zoon, jonker, châtelain van het kasteel van Namen “ Comme il en conste, par un acte de l'an 1392, la nuit Sainte-Barbe, demeuroit dans la rue de Notre-Dame, portoit à trois forches, stierf rond 1398, huwde damoiselle Catherine N., de welke de bourgeoisie verhief op 20 augustus 1415 . Charter van Guillaume, eerste graaf van Namen, die toestaat en afstond aan z'n zoon het pensioen dat hij jaarlijks hefde op de koninklijke schatkamer te Parijs . Deze akte dateert van 1383, waaronder tekenden Jean de Fumale, Warnier, Sire du Château Thierry, Hubin Baré de Comognes, ridder, Henrart de Comognes, châtelain de Namur, z'n broer en anderen . Ze hadden vier zonen en drie dochters .

.N. , oudste dochter, huwde Jean Rideal de Francourt, waaruit Jean, Heyneman& Hubailles .

.Marie, tweede dochter, huwde Henri delle Spinée. Ze hadden 2 zonen, te weten Renechon& Henri, Jehenne, hun zus trouwde met Ernoul delle Vastine .

. Jehenne, derde dochter, geboren 1394, dood zonder nakomelingen1468, huwde 1°Clarembault de Bourge, dit de Berlaimines 2° Anseal de Blehen, dit de Hallet, zoals uit z'n testament blijkt in 1468, de 2 e november .

.Jean Baré de Comognes, oudste zoon, verbleef te Gravere te Namen, verhief de bourgeoisie op 8 augustus 1412 .

.Warnechon Baré de Comognes, tweede zoon .

.Henri Baré de Comognes, derde zoon, kannunnik van Saint-Aubin te Namen .

.Heyneman Baré de Comognes, vierde zoon, droeg zoals z'n vader, was schepen van de hof te Fexhe in 1400, heer van Bovesse, had z'n hotel te Gravere, te Namen, in 1409, huwde Sibille, dochter van Jacquemin des Cambges,& van Agnes Masson, waaruit Henri Baré de Comognes .

- Heyneman Baré, zesde zoon van Heyneman Baré de Comognes, vierde van die naam,& van Catherine de Waha, was kannunnik en Gand-Chantre van de collegiale kerk van Saint-Aubain te Namen, dood de eerste juni 1420, begraven in dezelfde kerk .

-Jean Baré de Comognes, zevende zoon, schepen te Namen in 1420, verbleef te Seilles, stierf in ‘t jaar 1425; huwde Marguerite, zus van Renewart d'Atrive .

-- Hubin Baré, oudste zoon van Heyneman Baré de Comognes, en van Catherine de Waha, ridder, Pair van het kasteel te Namen in 1398 (25) , provoost van Poilvache, verbleef in de straat Notre-Dame, tegen het kasteel; was present in ‘t jaar 1403, toen de graaf van Namen het recht van de dode hand (26) afschafte voor die van Saint-Denis, & Sarteau en stierf in 1404, 16 december; begraven in de kerk Notre-Dame te Namen, was gehuwd met de edele dame Isabeal de Kerckem; als weduwe huwde ze Jean de Walcourt, dit de Rochefort, heer van Orjo & van Barche . Ze hadden 4 zonen en 4 dochters .

. Marguerite, oudste dochter, was gehuwd 1° Jean delle Tour du Pondsloup, waaruit Margueriteen 2° Jamar Colli, schepen te Gembloux

. Catherine,tweede dochter, huwde Jean de Bois de Waseige. Ze hadden Jenne, die huwde Godefroid de Walho, waaruit Odienne, verbonden met Johan Maigne, de jonge, burger te Namen .

. Jenne, derde dochter, huwde Henin de Hemricourt .

. Marie, vierde dochter, huwde Baudouin de Gohey .

. Jacquemin Baré de Comognes, oudste zoon, jonker,heer van Falize, stierf in 1418; hehuwd met Marie, dochter van Philippe de Fumal, schepen & souverein seneschalk ( schenker ) (27) van graaf Jean van Namen in 1419 .

. Hubin Baré de Comognes, tweede zoon, heer van Hunoy, & kannunnik van Andenne .

. Hubinon Baré dit Hubinon Fanial, wat betekent bruine van Gemeppe; derde zoon, verblijvende te Beufey in ‘t jaar 1426,28 januari .

. Hubaille Baré de Comognes,vierde zoon, jonker, Sire de Nameche, droeg de volle wapens, stierf op 15 maart 1456, begraven in de collegiale van Saint-Aubain, tot cathedraal verheven in 1550; huwde N. Gomblen . Ze hadden Jacques Baré, jonker, leefde in 1470, die huwde Jehenne de Huldenberghe, waaruit Jean Baré, jonker, die huwde Catherine, dochter van Thibault de Bollines . Ze hadden meerdere kinderen, onder andere Jean Baré, jonker,hehuwd met jonkvrouw Marie de Gembloux, waaruit de stam ontstond die zich in de stad Namen vestigde .

 

----------------------------

 

Arnoul Baré, ridder, waarvan hierboven sprake & broer van Wolfard Baré, was gehuwd met Marie de Stol;denberg . . Ze hadden Georges Baré, tweede van die naam, ridder, stierf de tiende juli 1148; huwde met Odille N. waaruit Georges Baré, jonker, derde met die naam, die huwde Eleonore de Werdenburg . Ze hadden Wolfart Baré, dood te Keulen, gehuwd met Marie de Clettenberg, waaruit Wolfart Baré, kapitein in dienst van de duitse keizer Frederic II, die huwde Edewige de Wodemont . Ze hadden meerdere kinderen, Fastré Baré was de vierde zoon die kwam wonen in Haspengouw, Land van Luik, jn 1231; huwde met Marguerite de Fologne de Velroux, waaruit Fastré Baré de Velroux le vieux, die volgt .

(25) Pair was de gelijke onder de gelijken, naar het voorbeeld van de franse koning die een Pair was tussen de andere hertogen , prinsen en graven ( als hij ze niet kon bedwingen ) .
(26) Dode hand was het recht van de heer om het beste stuk uit de nalatenschap van een onderhorige op te eisen .
(27) Seneschalk was een figuur kort bij de baas, stond meestal in voor z'n huishouding .

 

Nota: Hoe zijn deze Baré er toe gekomen om in Haspengouw te komen wonen .

Eerst is het goed om weten,- schrijft de luikse notaris Jacques de Hemricourt ( V 1403),- dat gans het land van het bisdom Luik is en afhangt van het keizerrijk, waarvan het een leen is en hommage (1) moet doen . Vanaf de verovering in 925 tot in februari 1793, is het gebied van het keizerrijk . Zijn souverein is de duitse keizer . Dus als men het reilen en zeilen in het prinsbisdom beter zou begrijpen , zal men soms de situatie van z'n souverein moeten bekijken . Luik heeft eigen instellingen en eigen vrijheden verkregen door de zwakke positie van de duitse keizer na de investituurstrijd . Tweede element van verzwakking was de rivaliteit tussen de Welfen en Staufen en de opkomst van de feodaliteit in Duitsland .

Voor men op die drie punten zou ingaan en hun belang voor de Baré uit de doeken doet, probeer ik de herkomst van hun wapen ( luipaard) in een context te plaatsen .

Veel van de edelen die aan de kruistochten meededen , waren met verstomming geslagen door de weelde en kennis die men in het Oosten vond . In vergelijking met de edelen uit het oosten waren ze barbaren . Ze kenden geen specerijen, geen verzorging, astronomie etc . De wilde dieren; leeuwen , luipaarden etc. gingen ze dus op hun schilden zetten, want in onze contreien waren deze onbekend . Ook is men pas in de 12 e eeuw wapenschilden beginnen te gebruiken om hun te onderscheiden in toernooien .Zelfs in Venetië was het wapen van leeuw en luipaard gekend , en meestal was dit een rustplaats alvorens de grote plas over te varen . Over de kleuren kan men zeggen dat rood( moed, durf ) en wit ( eer, zuiverheid ) de eerste heraldische kleuren zijn . (2)

Vooreerst de investituurstrijd die draaide rond de benoeming van de bisschoppen, in't bijzonder te Luik, tussen de wereldlijke macht ( Keizer , zoals van ouds ) en de geestelijke macht ( Paus ) , die opgestookt werd door de franse koning , die z'n aarstvijand de duitse keizer een hak wilde zetten . De keizer wou absoluut zoveel mogelijk bisschoppen benoemen, daar ze hun ambt niet aan hun kinderen konden doorgeven en zo dus telkens naar de keizer terugkwam . De paus won deze strijd door de keizer telkens te excommuniceren, waardoor hij verstoten werd uit de ganse christelijke wereld en z'n onderdanen hem niet meer moesten gehoorzamen .

Ten tweede door de strijd de Welfen ( de opstandige kant van de keizerlijke familie) n de Staufen ( de duiste keizer, Frederic Barberossa, Frederic II, Conrard etc .) Uiteindelijk zullen de Welfen het halen na 1250 . Wolfart Baré was kapitein in dienst van de Frederic II en heeft dus maar het zekere voor het onzekere genomen . Z'n familie heeft Voroux-les-Liers als heerlijkheid gekregen via de abdij van Prûm die deze gronden bezaten . Maar men kan ook opwerpen dat ze door de duitse keizer naar Luik werden gestuurd om een oogje in het zeil te houden . We vinden ze later terug als schepenen en burgemeesters . Het waren ervaren politici die meermaals tot het ambt werden geroepen .

Ten derde door de erfelijkheid van de lenen ( graven, baronnen etc.) kreeg de keizer minder greep op z'n vazallen .

(1) Hommage is de eed van trouw en onderdanigheid die men bij een leenverheffing deed, naast het lateriële aspect vb. een stuk aarde geven als symbool van grond .
(2) Bij een gewapend treffen kreeg men meestal bloed op z'n kleren, vandaar rood en wot .

 

Baré de Velroux, dit d'Aleur .

Droeg van zilver met een rood luipaard .

Baré d'Aleur, heer van Beaufraipont . De genoemde Fastré Baré de Velroux,de oude, verbleef te Velroux, heer van Beaufraipont; het is te weten dat de Baré van de tak van Velroux zich aan de kant van de Waroux schaarden tijdens de oorlogen in Haspengouw ( zie later de strijd tussen de Awans en de Waroux ), maar dit gebeurde pas na de slag van Dommartin, jaar 1325 . Ze waren lange tijd in discussie met hun neven van Velroux, Warnier de Luxembourg, de Bierset, gezegd de hond, z'n broers en z'n kinderen, wat hem verplichtte , Messire Baré de oude, die de chef was van z'n familie, om zich terug te trekken met meerdere van z'n neven uit Velroux, om zich te gaan vestigen in Alleur, nemende aldus de naam van Messire Baré d'Alleur, huwde N. oudste dochter van Guillaume de Dammartin,d'Awir, de Lexhy, de Waroux, gezegd de oude, ridder, heer van Waroux,& van Oude de Moylenacke .

In een akte van 13 juli 1285 wordt “ Fastradus dictus Bareis” leenman van graaf Henri VI de Luxembourg voor z'n leen van Alleur ( Wampach, Urkunden-und Quellenbuch zur Geschichte der altluxemburgischen Territorien V,n° 144) . Dezelfde Fastrad figureert als getuige in een andere acte van leenverheffing , gedateerd 1286 ( Wampach, UQB V,n° 159 ) en als getuige van het fameuze verdrag van Roermond gesloten tussen de graaf van Luxemburg en de graaf van Gelderen eind mei 1288, twee weken voor de slag van Woeringen ( Wampach UQB V,n°231) . Waarschijnlijk heeft deze Fastrad deel genomen aan deze slag in de rangen van de luxemburgers . Fastrad Bareis d'Alleir wordt een laatste keer vermeld in de lijst der vazallen van graaf Henri VII van Luxemburg op datum van 1309 ( Wampach UQB VII,n° 1279) . (3)

-z'n zoon, Guillaume Baré de Velroux, gezegd van Aleur, heer van Voroux & van Beaufraipont, leefde in 1291; huwde Ide. Hij had één zoon ( zie hierna) en drie dochters .

-z'n tweede zoon en broer van Guillaume, Fastré Baré, gezegd Baroteau, de Velroux, dit d'Alleur, ridder, schepen, in 1301, souverein-burgemeester (4) van Luik in 1308, verbleef vroeger te Hanret of Hanreche, in't graafschap Namen, werd gedood in 1312, de 3 e augustus in ‘t gevecht dat het volk had tegen de edelen in de stad van Luik ( later meer ); was gehuwd met N., waaruit Marie, die huwde met Godefroid de Somerée ; Op de tabel hierna ziet men 4 kinderen .

- een dochter die getrouwd was met Henri de Rahier, jonker, burger van Luik en burgemeester in 1321 etc .

(3) Deze gegevens uit de Wampachs zijn opgezocht door Dr. Ulrich Lehnart, stadsarchivaris te Trier , waarvoor m'n oprechte dank .
(4) Burgemeester is eigenlijk pas gekend vanaf de 15 e eeuw als begrip, tot dan gebruikte men mayeur . De ambtsomschrijving was toen ook anders en niet hetzelfde zoals we nu een burgemeester kennen .

 

Notities op de tabel die volgt :

10 Abdij van Val-Saint-Lambert, charters n°258 (1259),288 (1265) .Collegiale van Saint-Martin, charters n°102,107 (1277,1278, jaren waarin wordt vermeld Wéri, kannunnik van Saint-Martin, broer van gezegde Fastré Bareit ) . Een charter van 25 juni 1291 bewijst dat ridder Fastré Baré d'Alleur een broer had genaamd Bartholomé ( Cartulaire de Saint-Lambert,II,p.485) . Pauvres en Ile,reg.n°11,fol.87:” Johans Blondins doit pour une maison ... De ce rent ons 12 deniers al mère Barote d'Aloir et à Haleit et à Conrat “ . Verkooren, Charters van Luxemburg,I,pp.235,238 (1285,1286, dit laatste charter citeert ook Thomas Corbeau d'Anthisnes, neef van Fastré) . Archives du Nord, te Lille, Chambre des Comptes, B,223,n°2745 ( zegel beschreven door Demay, Sceaux de la Flandre,n°889 ( jaar 1286), onder de foutieve naam Barnage la Fontaine ) .

Fastré Bareit d' Alleur speelde een belangrijke rol in de oorlog gezegd “ de la vache de Ciney “, in 1276 ( B.C.R.H.,5°série,VII,p.503 ).

Nota :

Het jaar 1275, er was een buitengewoon mooi tornooi te Andennes waar aanwezig waren de graaf van Namen, de hertog van Brabant, de graven van Luxemburg, de Bar, van Vlaanderen en een groot aantal ridders . Kortbij de teneten van de ridders had een beestenmarkt plaats . Een genaamde Rigaud de Corbion, boer of burger van Ciney had een koe die gestolen was en zocht de dader op de markt . Hij kwam erachter dat een inwoner van Jallet, grond behorende tot de heer van Goesnes . Rigaud spoedde zich tot bij de burgemeester van Ciney , tevens groot-baljuw van de Condroz . Deze magistraat kon geen enkele autoriteit laten gelden te Jallet ( Andennes), maar wou de dader toch straffen . Onder mooie beloften trok hij de dader naar de luikse gronden en hing hem op aan een boom langs de weg, ondanks de vertegenwoordigers van de heren van Jallet, Goesnes en Beaufort . Deze wilden zich wreken en met de hulp van de Brabanders en Namenaars vielen ze de Condroz binnen, verdedigd door de Luikenaars . Dit spijtig voorval, in feite als reden de eeuwige rivaliteit tussen de prins-bisschop en de graaf van Namen, duurde 2 jaar . Het prinsbisdom ondergedompeld in bloed, de Condroz bedekt met ruïnes, Haspengouw verwoest, 30 steden verwoest en 15.000 mensen gedood was de trieste balans .De luikenaars hadden in een slag 6000 brabanders gedood en dit betekende het einde van de oorlog .

Rond 1280, zijn geciteerd heer Fastré Bareit de Bolsée, pastoor-priester van Cens in de Ardennen, en Maron, zijn zus, en ook Guden, Béatrix, Maguin en Osilie, dochters van de heer Baré del Sart ( Pauvres en Ile,reg.n°11). Men komt in 1278 tussen de allodialen van Luik, Henri Bareit tegen ( Val -Saint-Lambert,chartre n° 366) .

11 Poncelet,Fiefs,p.74, Cartulaire de Saint-Lambert,VI: transport van gronden naar Fize-le-Marsal en naar Kemexhe . Naar aanleiding van een acte van 1 augustus 1310, Jean de Willembrenges, kannunnik van Saint-Lambert, stond af aan het kapittel van Saint-Denis de tienden (5) te Gutsehoven, welke hij eertijds had verworven van Gossuin de Gossoncourt ( Gutsehoven) gezegd de Rivo of delle Becke en de Maheau, zijn vrouw ( Collegiale Saint-Denis, cartulaire 3,fol.258 ) .

12 Abdij van Saint-Jacques, charter van 17 december 1317, waar figureert Fastreis dit Bareis de Beafroipont, ki demoure à Hanreche, féable varlet de Jean de Flandre, comte de Namur .

13 Ibid., charter van 14 januari 1319 n.st. In deze akte wordt ook vermeld Warnier d'Ocquier, dienaar van Fastré Bareit, schepen te Luik .

14 Brouwers, l'administration et les finances di comté de Namur, chartres et règlements,II,p.20 .

15 De 24 e juni 1338, Fastré Bareit de Hanreche verklaart zich betaald, voor de diensten die hij gepresteerd heeft voor de hertog van Brabant Jean III, in de oorlog van Rolduc . Zijn zegel draagt een gekroond luipaard “ Verkooren, Chartres de Brabant,I,p.344 “ . Deze Baré stamden af van de Allemans de Velroux et droegen van zilver met een rood luipaard . Zie t.I,p.36 . Men bemerkt ook nog in 1335 en 1351, Fastré Bareit de Sart ( Saint-Martin, chartre n°180; Archives de Harff) ; in 1372, Fastré Bareit de Wez ( Archives de Harff); in 1383, Fastré Baré d'Embour ( Val-Notre-Dame,reg.4,fol.175 ); in 1464, Fastré Bareit de Parfondvaux ( schepenen te Luik, reg.29,fol.242) .

16 Rond 1372, Arnoul de Hemptinne heeft verkregen van Bareit de Hanret, echtgenoot van de dochter van Godefrin, zoon van Johan Doneal de Pontilhace, het begevingsrecht en patronaat van de pastorij van Pontilhace ( Bormans, Fiefs de Namur,I,p.120) . 1400, 25 oktober, gronden te Hnaret, renende aan de erfgenamen, Bareit, zoon Willame Bareit de Hanret ( Abbaye de Saint-Jacques, chartrier) . 1416, Jehan Bareit, zoon Bareit d'Anthisnes, ( Bormans, Fiefs de Namur,II,p.226) . 1437, Jacquemin de Sohey d'Anthisnes, echtgenoot van Isabelle, dochter van Jehan Bareit d'Anthisnes ( Ibid , fol.273) . de 10 e februari 1347, een Guillaume Bareit was priester van Lavoir ( Pauvres en Ile, cartulaire,fol.200 v° ) .

Dans oeuvres de Hemricourt, Baré of Bareit, famille 351; II, 145,418 ( notes) III, ccxxviii, 36 Voy. Lardier, Streel, Surlet .

“ Et vous fay assavoir que tous ly enfans do dit monssaignier Warnier ( de hond) prisent les dit armes de Fologne, de part leur mère, mais ils retinrent ly cry de Vellerous, à case delle hateur, et ce meismes cry ont tous ly Bareis et chilh de Graz .

Hier vinden we dus de strijdkreet terug van de familie Baré , die zelfs hetzelfde is als die van Graz ( zelfde wapenschild , bij m'n weten geen verwantschap) .

Barauteau de Beaufraipont was een neef van Warnier le chien ( de hond) .

Bareit d'Aleure ( een chartter van 13 juli 1285, geïnventariseerd door M.Verkooren, begint met deze woorden “ Je Faistreis dit Bareis d'Aluer, chevalier ( Inventaire des chartres et cartulaires des Luxembourg ( n°299), waarin Wilhelmus ( Guillaume) de Beaufraipont, zoon van messire zaliger Fatsré dit Baré d'Alour, ridder, verheft de 25 e juni 1291, z'n huis van Beaufraipont van de bisschop van Luik ( Cartulaire de Saint-Lambert, II,484 ) .

Et je soice que messires Bareis delle Canges qui fist la maison de Lupaire à Liége, fust après ce, sire de Beaufraipont, ce fut par acquest ( même ci s'en tenir à la rigueur des textes, Fastré Baré, was nooit heer van Beaufraipont . Het was z'n zoon, Hubin, die de 9 e februari 1329, het kasteel verhief door transport van Goswin de Rivo de Gossoncourt, , welke was getrouwd met Ide, weduwe van Guillaume Baré d'Alleur, car ilh ne fut nintestrais do vier monssangnur Bareit d'Aleure, mais c'estoit ses cuisins et astoient du lignage de Velleroux, delle coyste les Almans, s'y portoient d'argent à lupar de gueules .

(5) Tienden was de opbrengst voor de pastoor van een parochie en werd meestal geheven door de tiendeheffer, die de pastoor ook aanduidde .De tiendeheffer was meestal een abdij , een kapittel etc, die veel gronden in een dorp hadde n .

 

Baré de Sart .

Drie generaties zijn gekend .

•  Jehan Baré du Sart, V voor 16-7-1384, bezitter van een kleine feodale rente te Oneux . Van oorsprongallodiaal is deze gefeodaliseerd in 1345 door Gerard de Sart, kannunnik van Saint-Barthelemy te Luik, verheven in 1348 door Hanet Fachin, bakker, en, in 1361, door Jean de Fayt .

•  Jehan Baré du Sart, die verhief van 1384 tot 1422, is tevens bezitter van een huis mete weiden en gronden, waarvan hij verheft voor het feodaal hof te Stavelot op 16-1-1394 . (6)

•  Jehan Tristan de Sart, die verhet de rente op 11-10-1436 . Jean III had de bijnaam Tristan misschien van z'n vrouwelijke voorvaderen . De voornaam bestond te Sart in een familie aan de welke de Baré zich hadden verbonden .

Er bestaat misschien een band tussen deze en de Baré de Sart, vermeld in deel II van de editie van de Koninklike Academie van de werken van Jacques de Hemricourt, zelfs misschien met de Baré de Sart, die in 1322, het belfort en de motte bij Ans-lez-Liège, door vererving van z'n ouders .

(6) Institutions stavelotaines, reg.55,f° 163 v° .

 

Zie hieronder enkele foto's van detoren van Ans .

 

Baré de la Canges ou Cambges .

Droeg van zilver met een rood luipaard .

Fastré Baré, soms genoemd delle Cange, (7) ( 1301, Jean d'Outremeuse,t.VI,p.5.- 1303 (n.st.), Paweilhers.-1304, Chart. De Flône.-1307, Le Fort, 2 e série,t.VIII,p.331.-1308, Cartul. De St.Denis,t.IV,p.129.- 1313 (n.st.), Jean d'Outremeuse,t.VI,pp.175 et 180.- 1314, Lib.secund.chart.,n°50.- 1316, Chart. De St.Jacques.- 1317, pièces justificatives, - 1318, Chart. De St.Martin,n° 169. - 1321, Record de l'avouerie de Hesbaye.- 1323, Cour féodale,n°39,fol. 59 v°.- 1325, Paweilhars . - 1326, Cartul. De St. Barthélemy . - 1332, Cartul. De St.Paul, p. 183 .) is een van de eerste luikse schepenen die uit de rangen van de oude landadel kwam . Stamde hij af van ridder Fastré Baré d'Alleur, die leefde in 1259, en die heer van Beaufraipont was ? Hemricourt (8) denkt van niet, maar hij behoorde, zegt hij, tot de zijtak van dezelfde familie, deze van de Allemans . Een van de zeldzame schepenen die ontsnapten aan het bloedbad van 1312 ( Male de St.Martin ), was hij samen met Pierre Boveal, opgedragen door de graaf van Loon, om samen te werken aan het vredespact dat werd getekend op 14 februari 1313 . Hij bekwam meermaals het meesterschap van de stad en werd ridder geslagen na 1321 . Heer van Voroux door z'n tweede vrouw, verwerft hij de gronden van Beaufraipont, na uitdoving van de oudste tak van z'n familie .

Na de dood van Fastré “ Baroteal “ de Beaufraipont ( neef en zoon van Guillaume Baré d'Alleur dit de Beaufraipont) in de slag van Dammartin, nam Fastré Baré deel aan de kant van de partij van Waroux .

(7) Cange staat hier voor bankier of als inwoner van het gehucht waar de bankiers te Luik zaten .
(8) Hmericourt was de meest correcte geschiedschrijver van z'n tijd ( 1300-1400) en via z'n grootmoeder die 102 werd , is hij ook veel te weten gekomen van de families voor 1300 . Vanuit z'n functie als secretaris van de adellijke families en notaris was hij een bevoorrechte genealoog voor het luikse . Jean d'Outremeuse was eerder een fantasist en het is gevaarlijk veel geloof aan hem te hechten, alhoewel een tijdgenoot van de Hemricourt .

Nota :

Rond het jaar 1130 werd een franse prins, genaamd Raes de Dammartin, wegens politieke redenen gedwongen z'n land te verlaten . Hij kwam naar onze streken en huwde de rijke erfgename van Warfusée . Na een eeuw vormde de familie Dammartin op zich reeds een klein leger van ridders en ze bedekten gans Haspengouw met donjons en versterkte torens . Hun doel en bestaansreden was het aanvallen van elkaar en bestelen . In ‘t jaar 1297 had de tak Dammartin de Waroux als chef Guillaume de jonge .Hij was een man zo mooi en gracieus met een zacht karakter zegt de geschiedschrijving . De chef van de andere tak van de Awans was Humbert Corbeau , met een grote ambitie en oorlogen, tornooien etc waren z'n enigste tijdverdrijf .

Op het grondgebied van Awans was er een jonge ,mooie en rijke dochter Adoule, dochter van Simon Poret de Dammartin .Humbert had reeds vooraf beloofd aan één van z'n neven Gerard . Maar Adoule was verliefd op Stannonceaux, neef van Guillaume de Waroux . Stannonceaux kidnapte het meisje en vluchtte naar het kasteel van Guillaume de Waroux . Humbert riep al z'n familieleden ten strijde, belegerde het kasteel ,maar zonder resultaat . Dit was de aanleiding tot een vreselijke oorlog die duurde van 1297 tot 1335, een groot deel van de haspengouwse adel uitmoordde en 32.000 levens kostte .

Guillaume had zich niet verwacht aan zo'n brute uitval van Humbert en vroeg hulp aan de zwakke prins-bisschop Hugues de Châlons . De prins-bisschop werd op z'n beurt belachelijk gemaakt door de aanhangers van Humbert in z'n eigen stad . Na enkele strafexpedities tegen aanhangers van Humbert , waren deze akkoord om de clementie van de prins-bisschop afte dwingen . Een 15-tal ridders van Awans moesten blootvoets en hun zadels op hunrug afdalen van St.Walburg tot in de cathedraal en daar clementie vragen i tegenwoordigheid van de massa . Na deze vernedering waren de gemoederen even verzacht en men steldde ook quarantaines (9) in . Uiteindelijk kwam het tot een treffen te Loncin . Humbert Corbeau en zeven van z'n belangrijkste ridders beten hier in het stof en een aantal voetvolk . De verliezen bij de Waroux waren minder groot .

Na de dood van Humbert werd Guillaume de Geneffe aangesteld als leider der Awans en de Waroux schoven Henri de Hermalle naar voor .

Een dag in ‘t jaar 1311 kwamen deze twee chefs mekaar tegen te St.Truiden en wilden dadelijk tot de actie overgaan , maar werden door de stad tot buiten haar poorten gebracht . Henri die z'n goederen te Herck ging inspecteren, reed slachts met een paar knechten daarheen, maar Guillaume had een val opgezet niet ver van Lauw , waarlangs Henri zou passeren . Daar werd hij overmeesterd en voor dood achtergelaten . De gevluchtte knechten keerden weer tot bij hun meester en verzorgden hem met water uit de Jeker te Lauw en langzaamaan genas Henri van z'n verwondingen . Na deze laffe daad voelde Guillaume zich niet meer op z'n gemak en zocht de sympathie van het volk en het kapittel .

(9) Guarantaines of een rustperiode va 40 dagen werd ingesteld telkens er iemand een natuurlijke of onnatuurlijke dood stierf in beide takken ( wat veel gebeurde) . Maar dit gebruik werd niet altijd nageleefd . Hemricourt kon het moeilijk begrijpen dat bij een begrafenis beide families langs elkaar zaten en deden of er niets gebeurd was , en de volgende dag mekaar afmaakten .

De edelen in de stad Luik steunde de Waroux als reactie tegen het volk en het kapittel . Ondertussen was de prins-bisschop overleden en stelde het kapittel een nieuwe mambour ( voogd) aan om het machtsvacuum op te vullen . Op hun beurt stelden de edelen de graaf van Loon aan als mambour . De spanning werd ten spits gedreven door een uitval van ongeveer 500 edelen tegen het ambacht der vleeshouwers . Deze hadden vooraf lucht gekregen van deze plannen en gingen onmiddellijk in de tegenaanval en werden bijgestaan door de andere ambachten . Langzaam werden de edelen teruggedreven tot de kerk van St.Martin ( hoger gelegen ) , waar ze zich schuil hielden . Ze voelden zich gered , maar een schreeuw uit het volk riep op tot in brand steken van deze kerk en zo gebeurde . Bijna elke edelman stierf, behalve een tiental , waaronder Fastré Baré . (10)

Zes maanden werd een bestand gesloten, maar dat werd nooit gevolgd . De belangrijkste slag die toen volgde had plaats te Dommartn in 1325 .Een 350-tal Waroux-ridders en voetvolk en de Awantais liepen de morgen van 25 augustus mekaar plat . Guillaume zocht Henri op in de strijd en doodde deze . Bij het zien van dit vluchtten de Waroux en lieten een 65-tal riiders achter . Pas in 1335 zou deze zinloze oorlog stoppen . Na de dood van Fastré “ Baroteal” de Beaufraipont aan de zijde van de Waroux, namen de Baré deel aan deze oorlog aan de zijde van de Waroux .

Fastré Baré heeft afstand gedaan van z'n schepenambt, dit blijkt uit een charter van 9 oktober 1335, gezegeld door alle schepenen, waarin hij niet meer op post was op die datum . Het is dus niet meer als schepen dat hij zegelt, met acht van z'n oud-collega's, aan akte van het allodiaal hof op 5 april 1337 ( Cartulaire de Saint-Jean,fol.16) .

De 22 e juni 1336, Fastré Baré, sire de Voroux, en Hubin, z'n zoon, ridders, stonden af aan de graaf van Henegouwen, vertegenwoordigd door Henri de Roloux, jonker, meerdere delen van renten en gronden welke ze in eigendom hadden, in ‘t dorp Forest, dichtbij la Rochette ‘ Saint-Genois, Monuments anciens,t.I,p.358) .

Fastré Baré de Velroux,d'Aleur, de Voroux, de jonge, dit de la Canges, ridder, schepen en burgemeester van Luik, in ‘t jaar 1315-18-23 & 26 liet het huis bouwen met het embleem “ luipaard” te Luik . Hij ligt begraven bij de Dominicanen te Luik, en als grafschrift “ Chy giest Fastré Baré de Voroux, Chevalier, Eskevin & jadis maistre del Cité de Liége, ky trespassa l'an MCCCXXXV . Hij werd voorgesteld in een kleed van ridder, & droeg op z'n wapenschild een gekroonde luipaard . Hij huwde N. tweede dochter van de heer Hubin de Huy . Ze hadden vier jongens en twee dochters .

* Hubin Baré de Velroux, d'Aleur, de Voroux, dit de la Canges, ridder, schepen te Luik, heer van Beaufraipont, verhefde in ‘t jaar 1338, voor het feodaal hof te Luik, het leen van deze heerlijkheid, huwde Agnes, dochter van Eustache de Dammartin, de Warfusée, de Hermalle ,dit de Chantemerle, ridder . Waaruit één zoon die stom was ,& stierf zonder erfgenamen .

(10) Fastré Baré delle Cange, werd later terug schepen zoals men kan zien in de lijst van schepenen van 1317 en werd een vertrouwensman van de graaf van Loon .

Deze zoon, genaamd Jean de Beaufraipont, had in 1366 als voogd z'n oom Fastré Baré, kannunnik van Saint-Paul ( Chartres de Saint-Martin,n°255) .

Hubin was zeer sterk en krachtig van lichaam . Hubin Baré, nog geen ridder zijnde, verhefde de 9 e februari 1329 het kasteel van Beaufraipont, door transport van Goswin de Gossoncourt ( Poncelet,Fiefs,347) . De 14 e november 1331 schonk hij aan z'n vrouw Agnes “ fille monseigneur Stassin de Chantemerle,”( Ibidem,357) . Opgeleid tot het ridderdom, lijkt het dat z'n vader afstand deed in z'n voordeel rond 1338 van z'n functies als schepen te Luik . Men kent niet de datum van z'n overlijden, die zich rond 1366 moet situeren, ten laatste ( De Borman, Echevins,I, 190 ) . (11)

* Berthout Baré de Velroux,d'Aleur, e Voroux, dit de la Canges, ridder, heer van Voroux & de Boubay, burgemeester van Luik, in 1346; Henri de Soleil , burgemeester van ‘t vorig jaar, verbannen door een uitspraak van 14 juli 1346, werd hij vervangen de 12 e juli 1345, hij werd kapitein van de luikenaars gecreëerd tijdens de slag van Vottem de 8 e juni 1346 . Berthout huwde N. (Agnes), zus van Antoine le Blavier, de Gemeppe, dood in 1357, begraven met haar echtgenoot , in de kerk St.Remy te Liers, dochter van Antoine dit Thonon le Blavier, schepen te Luik,& van Marie Paniot . Zijn grafschrift vermeld “ Cy gist Dame Agnes la Blavier, femme Monseignor Bertout Baré, Chevalier, Sire de Bobaix ( Bombaye) et jadis maître de Liége, ki trespassa l'an 1357 “ Naveau et Poullet, épitaphes,p.245n°1920 ) . Berthold Baré, reeds kannunnik te Fosses, verwerft, onder andere, door pauselijke brieven van 20 januari 1326, een vooruitzicht op een prebende te Saint-Croix ( Fayen,n°1679) . Maar, de clericatuur achter zich latende, was hij vanaf 1337 de echtgenoot van Agnes le Blavier . Hij was heer van Voroux en meester van Luik in 1346 . Ze hadden drie zonen : (12)

- Antoine dit Thonar Baré, kannunnik van de cathedraal van Luik en leefde in de hoedanigheid van kannunnik van St.Denis te Luik in 1377, 6juli . Antoine of Thonnar Baré de Voroux, nog kannunnik van Saint-Denis in 1367 ( Cartulaire,n°148), en kannunnik van de cathedraal in 1395 ( De Theux,II,161) . Hij was benoemd te Saint-Denis op vraag van het kapittel, aan ‘t welk Berthold Baré, ridder en heer van Voroux, grote diensten had bewezen tijdens z'n magistratuur ( Analectes,XV,51 ) .

- Fastré Baré de Velroux,d'Alleur, de Voroux,dit de la Canges, jonker, heer van Voroux, verkocht deze heerlijkheid in 1380 aan Raes de Warfusée de Waroux .

- Hubin Baré, dit de la Canges, heer van Beaufraipont, verblijvende te Beaufraipont, huwde N. dochter van Lambert Lardeur de Gemeppe, zonder erfgenamen . De 7 e juli 1380 Hubinet Baré , verheft Beaufraipont, in navolging van het testament van messire Hubinet Baré, ridder, schepen te Luik, zijn oom, en met de toestemming van de bisschop van Luik ( Cour féodale,n°42,fol.39). Maar het volgend jaar, zien we hem gedwongen om het leen af te staan aan Thonon Lardeur de Jemeppe, z'n schoonbroer .

Deze twee laatste broers zijn te beklagen, daar ze op dat ogenblik nog weinig goederen hadden .

* Fastré Baré, de Velroux,d'Alleur, de Voroux, dit de la Canges leefde als kannunnik van de collégiale kerk van Saint-Paul in 1344 en als ontvanger van de bisschoppelijke tafel te Luik in 1344 . Hij leefde nog in 1373 . Hij was zeer bedreven in de krijgskunst . Fastré Baré was reeds kannunnik van Saint-Paul, toen de paus hem een vooruitzicht tot prebende toestond te Châlons ( Fayen,n°1680) . In 1342, op vraag van de graaf van Henegouwen, stond paus Clement VI aan dezelfde Fastré Baré een prebende toe te Saint-Denis ( Berlière,Suppliques,n°132) . Na de dood van Adolphe de la Marck ( 3 november 1344), benoemde het kapittel van Saint-Lambert een zekere Hugues, ontvanger van de bisschoppelijke tafel . De mambour Louis d'Agimont deed hem afzetten en benoemde de kannunnik die ons bezighoudt, en die ondanks de tegenkantingen van het kapittel, de functoe opnam ( qui contra inhibitionem capituli malta levevit ) . Het kapittel excommuniceerde hem en Baré deed beroep op de Heilige Stoel . Ondertussen werd de volksbeweging bedreigend en de mambour moest toegeven en Fastré Baré verliet z'n ambt ( Hocsem,p.476) . Hij verkrijgt wel nog een prebende aan het kapittel van Saint-Martin en wordt geciteerd als kannunnik van deze twee collegialen in 1356,1366 en 1369 ( Chartres de Saint-Martin,n°255; Cartulaire de Saint-Paul, 239,299,etc ) . Een zekere Fastré

dit Bareis, kannunnik van Saint-Martin, die testamenteert de 12 e oktober 1318 ( Chartres,n°169), is vanzelfsprekend verschillend van voorgaande ( Schoonbroodt, Inventaire les chartres du Chapitre de St.Martin à Liége,p. 49,n° 169 .

Een van de testament-uitvoerders was Fastré Baré, schepen te Luik,; tussen de legaten- een stichting van het altaar der gelukzalige Magdalena, Catherina en Gertrude ) .

Nota over Baré de Saint-Paul; ( Hemricourt,ed.1900,II,86), Item, à Praelhon, 3 bonniers et demi de preit en une piece, gisans sous la rivière de Vesdre, qui furent messire Baret de Saint-Paul .

* Gerard Baré de Velroux, etc., de la Canges, kannunnik van de Collegiale kerk van Saint-Denis . Zoals z'n twee broers die vooraf gingen, was Gerard toegewijd aan de clericatuur . Onder-diaken en licentiaat in de rechten, was hij in 1342 geattacheerd aan het huis van Guillaume, graaf van Henegouwen, van Holland en van Zeeland, toen deze prins de paus Clément VI smeekte om een vooruitzicht van prebende toe te staan aan z'n beschermeling van het kapittel van Saint-Lambert . Alhoewel hij reeds in het bezit was van een prebende van Saint-Denis , gaf de paus toe, maar we zien niet dat Gerard er in geslaagd is toe te treden tot Saint-Lambert ( Berliere, Suppliques de Clement VI,n° 131 ) . (13)

* Een dochter was getrouwd met Monseigneur Waltier Carpeal de Haley; ridder .

* Een andere getrouwd met Jakemar de Lardier .

(11) In de editie van Salbray ( 1670), eerste editie van “ miroir des nobles de Hesbaye” zien we dat Hubin het wapenschild van Surlet droeg . Waarom weten we niet . In de editie van Jalheau draagt hij het wapenschild van Baré . Salbray is de enige die dit ooit vermeldde ???
(12) In het receuil d'épitaphes de Henri van den Bergh lezen we dat Berthout nog een andere zoon had : Hombier, jonker, die verscheen de 23 e februari 1381 voor het allodiaal hof te Luik ( Chartrier de la Collégiale Saint-Denis ) .
(13) Het hoogste kannunnikaat dat men kon bereiken was dit van Saint-Lambert, daar ze als kathedraal de meeste gronden bezat en hun kannonikaten het meeste opbrachten . Zo kan men verstaan dat elke kannunnik daar trachtte een prebende te krijgen . Van twee orde waren de Saint-Martin, Saint-Paul , Saint-Crois, St.-Jean etc .

Baré de Velroux

Droeg van zilver met een rode luipaard .

Baré de Velroux ( Guillaume), huwde Marie, dochter van Nicolas de Luxemburg, de Bierset, de Velroux, dit Moreau, ridder, & van N. dochter van Warnier de Sart, de Barxhon, waaruit twee zonen :

- Guillaume Baré de Velroux, oudste zoon zonder erfgenamen .

- Nicolas Baré, dit Moreau, wat betekend Noiraud, de Velroux, heer van Somale, in de Condroz, huwde Isabel de Hemricourt, de Vyle, dit de Somavelle . Ze hadde,n Daniël ( anderen noemden hem Guillaume), Baré de Velroux, enige zoon, heer van Somale .

Nota van Poncelet, de Borman in de 3 e editie van de “ Miroir de la Noblesse de Hemricourt, “ Baré de Velroux,355; II,388 .

“ Et ly tirée, Monsagneur Johan delle Champ, fut mariée à Bareit de Vellerous; s'en issurent Wilhelmes Bareis ( Guihelme) et Colars Moreaz ( Guillaume Baré de Velroux en Colar Moreaz leefden in 1371) ( Poncelet, Saint-Pierre,n° 231) . Deze laatste wordt er gekwalificeerd als “ schildknaap” van messire Adam de Chokier . Ly dis Wilhelmes n'at nulle hoirs . Et ly dis Colars soy mariat à Ysabeal, fille de Gerard de Vyle, s'en est uns fils tout seulement . “

Baré de Strailhe .

Droeg van zilver met een rood luipaard .

Ze ontleenden hun naam zonder twijfel aan het kasteel de Streel in de gemeente Fexhe-le-Haut-Clocher .

Guillaume Baré de Strailhe, dit le vieux, huwde N. oudste dochter van Ameil de Luxembourg, de Bierset, de Velroux, dit le Damoiseau , jonker,& van N. de Gohain de Flemalle, waaruit 3 jongens en 3 meisjes :

-N. oudste dochter, huwde de oude Nicolas Flockelet, de lakenkoopman .

- N., tweede dochter, huwde Franckar de Moumelette .

- N., derde dochter, was niet gehuwd .

- Baré de Straile, oudste zoon die volgt .

- Corbeau de Straile, tweede zoon, kannunnik van Saint-Denis te Luik .

- N., derde zoon, die priester was .

- Baré de Straile, huwde in het dorp Geneffe, hij had Ameil Baré de Straile, ridder, heer van Othée in Haspengouw, die huwde Jenne, dame van Soy, dochter van Eustache de Hamalle, heer van Soy in de Ardennenen van Othée welke heerlijkheid hij verhefde van de aarstbisschop van Keulen . Deze Ameil had twee zonen en drie dochters .

* Marie, oudste dochter, huwde Louis de Horpmael, jonker .

* N., tweede dochter, huwde Henri de Hemricourt, jonker .

* Catherine, derde dochter, huwde Jean de Trina, heer van Grune & Masbourg, weduwe van Catherine de Hemricourt, dochter van Jean .

* Eustache Baré de Strailhe, oudste zoon, die volgt .

* Josse of Jean Baré de Straile, heer van la Tour & Cherwage de Voroux, burgemeester van Luik, in ‘t jaar 1440-45-51-56, gestorven de 27 e oktober 1471, begraven in de kerk van Xhendremael in Haspengouw, was gehuwd met Marie de Beyne, dite Chabot, dochter van Jean de Beyne, dit Chabot de Jupille,ridder, heer van Emale,& Groot-baljuw van de Condroz, schepen te Luik, & van Alide Coene . Deze Marie was de weduwe van Guillaume de Viernay de Xhendremael . Aan Jean verviel ook de heerlijkheid van Velroux . In 1430, was hij een van de heren die de brief met de nederlaag naar de hertog van Bourgondië zonden ( Schoonbroodt, Inventaire des chartes de Saint-Lambert,n°1008) ; hij was één der afgevaardigden die naar Hoei werden gezonden om Louis de Bourbon er toe over te halen in z'n hoofdstad terug te keren ( Adrien d'Oudenbosch, édition C. de Borman,p.153); hij werd afgevaardigd ,in 1468, met de deken van Saint-Martin, door de secundaire kerken, om de legaat Onufrius te verwelkomen ( Ibidem,p.193); hij escorteerde Marc de Bade bij z'n binnenkomst te Luik, maar verliet later z'n partij en assisteerde bij de uitspraak van Karel de Stoute ( Gachard,t.,II,p.472) . Hij had geen mannelijke nakomelingen, maar men signaleert 2 natuurlijke zonen : Ameil en Guillaume .

Ameil de Straile was één der gelukkige luikenaren die ontsnapten aan het bloedbad van Othée; maar in welke staat van vernieling had het bourgondisch leger z'n heerlijkheid niet na gelaten ? Het dorp was geplunderd en verwoest voor een groot deel, de woningen in ruîne, de archieven zowel van de kerk als van het hof van justitie verspreid en vernietigd . Men kan zich een beeld vormen van de wanorde die toen te Othée regeerde . Ook Ameil de Straile deelde de onverzettelijke haat die de luikenaren de hertogen van Bourgondië toe droegen . Deze haat gaf hij door aan al z'n kinderen en voorzeker aan Eustache die men met z'n kinderen in al de oorlogen tegen de Bourgondiërs terug vindt . Ameil leefde nog op 22 november 1419, want dan doet hij een leenverheffing voor Guillaume de Hamal, door vererving van Adam de Kerckem .

Nota :

De 22 e september 1408 , de twee geallieerde groepen, de bourgondiërs en henegouwers, die richting het prins-bisdom een beweging maken, komen samen te Montenaken . Ze zijn reeds met een belangrijk aantal, maar niet compleet . De mensen van de graaf van Nevers en van de hertog van Savoie komen pas tien dagen later . De hertog van Bourgondië in persoon , samen met Alexander Stuart, zoon van de koning van Schotland, de prins van Oranje, en Vlaamse en Normandische edelen , ongeveer 2000 man . Daarnaast nog een duizend kruisboogschutters en handboogschutters te paard of te voet . Langs henegouwse kant (Guillaume de Bavière) henegouwse en hollandse ruiters, de graven van Namen en van Salm en luikse verdreven edelen . (14) Nog een 1000-tal henegouwse infanteristen erbij en men in totaal aan zo'n 5000 manschappen, waarvan 3/5 goedbewapend . Die dag kamperen ze ten zuiden van Tongeren, op de rechteroever van de Jeker . De graaf van Henegouwen en Namen legeren rond Rutten en Herstappe, de hertog van Bourgondië enkele kilometer naar achter . Op datzelfde ogenblik te Luik, 15-tal kilometer daarvandaan, dringt de massa aan op een onmiddelijke confrontatie met de vijand, tegen de zin van de mambour, Henri de Perwez, die wilt wachten op versterking van z'n troepen die Maastricht belegeren en de hulp van de steden in Limburg . Maar hij moet zwichten en de volgende dag , zondag 23 september 1408 zullen ze de vijand tegemoet gaan . Die zondag verzamelen de Haidroits (15) zich rond 5 uur ‘s morgens buiten de poort St._Walburg . Ze telden ongeveer 5000 burgers (16) , waaronder boogschutter-compagnieën en een 100-tal engelse boogschutters ( huurlingen) en een 500-tal wapenmannen te paard . Ook hadden ze veldkannonnen en een enorme kar bij . Het aanvalsplan was simpel; eerst de graaf van Henegouwen in de pan hakken, vooraleer de hertog kon ingrijpen . Het leger zette zich in beweging, op kop de beroepssoldaten ( voor het grootste deel boogschutters), dan de cavalerie en dan de gemeentelijke infanterie . (17) Rond acht uur bij het naderen van Othée wordt het luikse amalgaam opgemerkt door vijandelijke verkenners, die onmiddellijk de graaf en de hertog verwittigen, die op hun beurt hun troepen in gereedheid brengen .Ze kiezen voor een defensieve houding, daar ze numeriek nogal zwakjes staan . Links de graaf van Henegouwen, de hertog van Bourgondië rechts, daartuusen de boogschutters en geoefende soldeniers .Dan volgt het gebruik van de creatie van ridders . (18) Gekomen op drie boogschietlengten, ongeveer 700 m., neemt het luikse leger rechts plaats van de Bourgondiërs, tussen Othée en Rutten, kortbij de Tongerse weg waar ze hulp verwachtte . Ze had zich zo opgesteld dat de vijand metv de zon in de ogen zou moeten vechten, maar de bewolking nam toe en dit voordeel verviel . Ze stonden wel hoger, dichtbij de romeinse tomben van Othée, en beschermd door een kleine vallei . (19) De kannonnen begonnen de bulderen en dit was de enigste actie van de luikenaren . Deze defensieve houding had de hertog niet verwacht en z'n oorlogsraad adviseerde hem toch aan te vallen .Eerst werden wel een 400-tal wapenmannen te paard en 1000 soldeniers weggezonden met de opdracht een een boog rond de luikenaars te maken en hun vanachter aan te vallen . Daarna zond de hertog nog een wapenheraut naar de vijand om uitleg te vragen en een wapenbestand af te dingen ? zonder resultaat .

(14) Langs henegouwse kant 1000 man ( geoefende wapenmannen ( hommes d'armes) en de 2000 bij de bourgondische hertog, samen ongeveer 3000, wat niet zoveel was .
(15) Hiadroits zijn de haters van de wet, die verpersoonlijkt werd door de prins-bisschop en die ze reeds verdreven haden . De prins-bisschop had zich verschuild te Maastricht, dat de luikenaren belegerden . Tot deze haidroits behoorden de Baré en de Surlet . De hertog van Bourgondië was dichte familie van de prins-bisschop en kwam hem uit de stront redden .( sorry , ik vond geen betere omschrijving ) .
(16) Iedereen tussen 16 en 70 jaar kon meevechten . Henri de Perwez heeft er daarvan nog veel in de stad gelaten, die volgens hem toch nutteloos op het slagveld zouden zijn .
(17) Dit was ook de orde van opstelling voor de strijd . Deze zogenaamde gemeentelijke infanterie bestond vooral uit arme stadsmensen en ze waren zeer slecht bewapend . De hertog heeft dit na de slag geloochend om z'n overwinning niet te minimaliseren .
(18) Een ridder was niet noodzakelijk een edelman, meestal wel . Hij genoot de meeste hoogachting , hoger dan andere edelmannen die geen ridder waren . Bij vergaderingen stond een ridder vooraan en werd met ontzag naar hem geluisterd . Dit was dus in ‘t begin geen adellijke titel, maar een beloning voor moed , later wilden de edelmannekens natuurlijk die titel als een deel van hun stand zonder iets te moeten doen ( een slag uitvechten) .
(19) Er bestaat nog een tumulus bij Othée en de gracht die de luikse linie beschermde was dichtbij Savatte( gehucht) tussen de grens Rutten en Othée, met het beekje “ le russon” , die niet meer bestaat .

Dat een deel van de bourgondiërs vertrokken is,is ook de luikenaars niet ontgaan . Ze denken dat deze vluchtten, maar Thierry de Perwez wijst hun erop dat ze langs achteren zullen aanvallen en wilt hun direct onderscheppen met elite-ruiters . De luikenaren echter verwerpen dit omdat ze vrezen zonder beschermende cavalerie te vallen . (20) Thierry en de luikse edelen namen daarop op de eerste lijn plaats, samen met de artillerie, de engelse boogschutters en cavaleire op de flanken en de slecht bewapende bullebakken vanachter . Rond 13 uur zet het bourgondisch leger z'n aanval in , wordt opgehouden door hun wapenmannen met harnas te voet die vaak moeten halt houden om uit te blazen en tevens moeten ze de kanonballen ontwijken . Op het ogenblik van het eerste treffen wordt de achterhoede aangevallen door de troepen die in een boog om hun heen hadden gezwormen . De verwarring is totaal onder de slecht bewapende achterhoede en een deel vlucht naar een aanliggend dorp . Achtervolgd door de vijandige troepen , krijgt de achterhoede weer ademruimte en hergroepeert zich . Even lijkt het erop dat de luikenaars de balans in hun voordeel doen overhellen , maar dan keren de achtervolgende troepen terug naar de achterhoede en wordt de slag vlug beslecht . Rond 14.30 uur zijn de bourgondiërs zeker van de overwinning . De meeste luikenaren zijn gestorven door verdrukking en door de vijandelijke pijlen . Even later komen de Tongenaren nog aangestormd, menende dat de luikenaren aan de winnende hand waren . Daar ze vlug hun stommiteit inzien, proberen ze nog te vluchten , maar 300 tongenaren laten op hun vlucht nog het leven .

Hieronder een foto van de tumulus en van het slagveld gezien vanaf “het heilig huisje” te Herstappe .

 

 

 

Eustache de Straile, ridder ( 1422-1467 ) .

Eustache wordt gesignaleerd als heer van Othée in 1422, in het eerste register van het hof van justitie welke men bezit na 1408; hij verkrijgt de trouwplegingen en de verheffing van z'n feodale leenmannen .

( uitreksel uit het eerste register van hof van Justitie Othée 1422 ) “ Chy apres sensiwent ly cens et ... que on doit a ystasse de Straile alle vilhe dotee je jour Saint ... etc .

Premierement les hoirs Jehan baré ... ii St et ii cap. “ (21)

 

Een stichting gedaan in de kerk van Othée geeft gedetailleerde inlichtingen over Eustache en z'n nakomelingen . Zie hier de tekst “ Pour les recommandations qui sont à faire touts les jours de dimanche de l'an, a scavoir pour Messire de Streelles, Madame Catherine son espouse et pour damoiseau Gossewin son fils, pour Sire Eustasse dernièrement trépassé, pour Mademoiselle de Momalle son espouse, pour aussi leurs soeurs damoiselles Isabeal, Maroye et Idelette et pour toutes les âmes de leurs amis trépassés “ . Deze stichting gaat terug tot 1490 en is te danken aan Eustache III de Straile .

Dit document heeft ons toe gelaten om de identiteit van Goswin de Straile na te gaan welke men verwisselde met Goswin de Strale welke men deed afstammen van Jean de Straile, heer van Velroux . M. ridder de Borman heeft een fout verbeterd van Le Fort (22) die Catherine Vandenbosch als vrouw van Eustache zag ? Deze echter huwde rond 1432 met Catherine de Wideux of de Widoie, dochter van Jean, heer van Herck-Saint-Lambert ( Leodium, année 1907,p.40) .

Er is geen melding gemaakt in de stichting van twee kinderen waarvan het bestaan zeker is . Ameil en Jeanne die huwde met Jean de Lonchin, heer van Bierset .

De andere dochters : Ide huwde Lambert Vandenbosch, zoon van Lambert Vandenbosch, jonker, heer van Moppertingen en van Gellick, en van Anne de Gelinden, erfdame van Gorslieux, Groote-Spauwen, Jonchout en Hoelbeck . Lambert Vandenbosch was heer van Moppertingen en van Chastelineal en diende met onderscheiding in de legers van de hertog van Brabant . Zijn broer Gui, heer van Canne, van Spouwen en Moppertingen was seneschalk van het graafschap Loon en een der vrienden en partizanen van Guillaume de la Marck .

Marie huwde Jean le Clokier, en ten slotte Isabelle .

Een natuurlijke zoon , Eustache genaamd, huwde Isabelle delle Vaux de Kemexhe . Een jaargetijde voor z'n zielerust, gesticht in de kerk van Othée, is gelegd op z'n huis dat zich bevond tegenover de kerk van Momalle .

In 1430, Eustache, samen met andere heren, werden gezonden om de hertog van Bourgondië uit te dagen ; de 17 e maart 1433, verhief hij in leen van de graaf van Loon een feodaal en censaal hof gesitueerd te Eygenbilsen en te Martenslinde ( de Borman, in Leodium, jaar 1907,p.40) ; in 1454, verkreeg hij van Jean de Heinsberg, bisschop te Luik, een prebende in het kapittel van Saint-Lambert voor z'n zoon Ameil, zeer tot ongenoegen van de hertog van Bourgondië, die de kandidatuur steunde van Louis de Bourbon, toen nog student te Leuven ( Adrien d'Oudenbosch, édition C. de Borman,p.36, notes,p.302); in juli 1456, was hij één der ridders die Louis de Bourbon escorteerden bij z'n intrede in de stad, maar, in 1465, verkoos hij de partij van Marc de Bade ( Ibidem,p.107) ; in oktober 1467, was hij één der kapiteins in de slag te Brustem waar hij stierf samen met z'n natuurlijke zoon . hij werd begraven in de kerk van Aelst waar z'n dochter Marie, echtgenote van Jean le Clokier, een jaargetijde heeft gesticht voor z'n zielerust . Catherine de Wideux , zijn echtgenote, werd begraven in de kerk van Othée .

(20) Hadden de luikanaars naar Thierry geluisterd, dan hadden ze de slag gewonnen , maar ja zij waren geen beroepssoldaten .
(21) Zoals U verder zult lezen waren de eerste Baré die in Othée opdoken van Fexhe-le -haut-Clocher en van dezelfde familietak nl . ook genoemd de Straile . ( zijtak) .
(22) Wapenheraut Le Fort heeft de meeste genealogieën van adellijke families te Luik te boek gesteld .

Ter bestraffing van z'n deelname aan de slag van Brustem, drie van de raadgevers van de hertog van Bourgondië, Pierre de Hacquenbach, Jacques Monmartin en Jacques d'Orssant ontvingen elk een rente van 50 livres, vlaams geld van 40 gros la livre, gehypothekeerd op al z'n goederen, roerend en onroerende en speciaal op de gronden van de heerlijkheid Othée en het dorp Hamal . Deze drie raadgevers van de hertog deden deze leenverheffing voor het feodaal hof te Luik, de 7 e november 1467 ( Cour féodale de Liége, reg.46, fol.69, cité dans de C. de Borman, op.cit. ).

Nota :

Louis de Bourbon, prins-bisschop van Luik, die eerst z'n eigen stad had moeten verlaten, werd op 16 september 1467 verjaagd uit z'n fort te Hoei door z'n rebellerende onderdanen .Hij ging zich verschansen te Brussel . De oorlog was nu onafwendbaar .

Karel van Bourgondië verzamelde z'n leger . Het zou een der grootste van z'n rijk zijn , ongeveer 20 à 30.000 man, ruiters en voetvolk . Op 27 oktober staat hij voor St.Truiden om het te belegeren . De stad was juist op tijd versterkt door 3000 man voetvolk onder leiding van ridder Renard de Rouvroy . Ondertussen hadden de luikse rebellieleiders ook niet stil gezeten en op 22 oktober deden ze een oproep tot de wapens . Pas de volgende dag vertrekt het leger, begeleid door een imposant konvooi van karren en artillerie, uit de stad, daar het de dag ervoor te fel regende . De eerste nacht logeert het te Xhendremael . Op weg naar Brustem groeit het leger gestadig aan, maar zal nooit niet het aantal van de vijand bereiken . Ongeveer 15.000 en 500 ruiters. (23), bestaande uit Luikenaren , Tongenaren en een deel Lonenaren , met aan hun hoofd; de heer van Berloz, Raes de Heers, Baré de Surlet, Jean de Wilde, Eustache de Streel , 400-tal religieuzen van St.-Lambert, een kannunnik van elke collegiale en een monnik van elke luikse abdij . Wat een mooi schouwspel . Te Brustem splitsen de troepen zich op in 3 bataljons . De chefs willen wachten tot morgen om te strijden tot de versterking er is en het was al valavond , maar de vlaamse troepen die de voorhoede vormden kunnen niet wachten en winnen het pleit .

De samenloop van omstandigheden dwingen de hertog om te strijden op een omgekeerd front en hij acht het veiliger om een troepengordijn rond St.Truiden te laten , samen met 500 engelse boogschutters . De rest van z'n troepen stelt hij in de diepte op tegenover Brustem . Adolphe de Cléves, bevind zich met de voorhoede van boogschutters te paard, pikeniers, artillerie en voetvolk . Hij wordt geflankeerd op de randen van het dorp door 1200 wapenmannen te paard . De hertog zelf neemt positie achter hem, met 800 wapenmannen en boogschutters . Hij constateerd de vastberadenheid van de luikenaars om in dekking te blijven en realiseert zich z'n voordeelpositie, maar aan de andere kant worden de geruchten van nakande luikse versterkingen feller . Hij besluit aan te vallen , maar alleen met z'n voorhoede . Maar Brustem werd verdedigd richting St.Truiden door hagen, grachten, beemden en hoge palen . Daarboven was nog een klein beekje dat gans het front bedekte . De interventie van de cavalerie leek dus onmogelijk . Daarbinnen bevond zich het eerste luiks bataljon, onder het bevel van Baré de Surlet . Het had stelling genomen in de tuinen en weiden die zich uitstrekken richting Ordingen . Ze zijn goed voorzien van kannonnen en pikeniers . De slag begint met een artillerieduel . De bourgondiërs brengen hun geschut dichtbij de grachten en beginnen de luikenaren te beschieten . Deze op hun beurt openen met nog een grotere cannonade , maar de bomen en hagen hinderen het traject van de kanonballen . Zo doende maken de bougondische vuurmonden meer luikse slachtoffers . De voorhoede van Ravenstein valt aa met wapenmannen, pikeniers en boogschutters te paard , die eens kort genoeg gekomen , afstijgen en de luikenaren bedekken met pijlen . De bourgondiërs breken door de linies en de luikenaren zijn verplicht hun geschut achter te laten . Doordat de bourgondische boogschutters zonder pijlen vallen, keren de luikenaren terug op hun schreden en drijven de luikse pikeniers hen voor zich uit .De hertog ziet de ernst van de situatie en gooit de rest van z'n leger inde strijd . De luikenaren worden weer terug gedreven en zoeken hulp buiten Brustem op de velden errond waar de rest van de luikse cavalerie en voetvolk afwacht . Bij het zien van hun collega's die uit Brustem vluchten, vlucht gans het wachtende voetvolk De cavalerie kan ze niet tegen houden en vlucht op hun beurt . Enkelen die trachten St.Truiden te bereiken worden afgeslacht door bourgondische pikeniers die in een cirkel rond St.Truiden zijn gebleven . De vluchtende werden nog lange tijd nagezeten door de Bourgondiërs over de velden . De enige serieuze tegenstand die de luikenaars opzetten tegen de Bourgondiërs was deze van Baré de Surlet . Deze, strijdende te voet, had rond de karren de rest van z'n compagnie verzamelt, die zich reeds verdienstelijk gemaakt te Brustem . Na een verbeten strijd vielen ze een per een , hun leider inbegrepen, gedood door een lans . Veel vluchtenden werden niet afgeslacht daar de bourgondische soldaten die de achtervolging inzetten, diegene waren die door de luikse linies waren gebroken en de ruiters opgesteld stonden tegenover St.Truiden, om deze binnen hun muren te houden . (24) Over vele kilometers lagen de velden bezaaid met lijken , ongeveer 3000 à 4000 aan luikse kant , waaronder veel Lonenaars, luikse smeden en mijnwerkers . Langs Bourgondische kant worden de verliezen geschat op 600 .

 

 

(23) Het garnizoen van St. Truiden werd belegerd en het loons contingent ter versterking is nooit komen opdagen .
(24) Tot driemaal toe hadden deze geprobeerd uit te breken .

 

Goswin de Straile ( 1467 - 1468 ) . (1)

Indien men de positie van Goswin beschouwd in het jaargetijde gesticht in de kerk van Othée, was hij de oudste van Eustache en moest hij z'n vader opvolgen in het bezit van de heerlijkheid, maar het één en ander verliep anders dan gepland na de vlucht van de luikenaren te Montenaeken, de 10 e oktober 1465, en ze hadden de stad moeten verlaten in 3 dagen . Ze werden kapitein van een bende gekend onder de naam van “ la verte tente “ die het ganse land doorliepen, de velden vernietigend, de bewoners molesterende, plunderend en de huizen in brand stekend, deelnemend aan al de vijandigheden tegen de prins en de bourgondiërs ( Adrien d'Oudenbosch,PP. 134, 135 en 143; Onufrius, Memoires,p. 13) . Ze bevonden zich te Dinant, toen Karel de Stoute hun belegerde, maar ze vonden de plaats onhoudbaar en de vlucht voorziend, verlieten ze de stad ‘s nachts ( Henrard, Campagnes de Charles-le-Téméraire,p.607); met de luikenaars onder bevel van Guillaume de la Marck, verrasten ze de citadel van Hoei en sloten ze af van de stad . Het antwoord op hun stoutmoedigheid liet niet op zich wachten . In de vrede opgelegd door de hertog van Bourgondië, na de slag van Brustem, bevind zich deze clausule : “ De luikenaren zullen, in de handen van de hertog ef z'n volgelingen, Goswin de Straile en z'n companen uitleveren betreffende de wandaad misdaan te Widooie, alsook diegene die vroeger deel uit maakten van de “ Tente verte” of er nog deel van uitmaakten, om hen te straffen naar eigen goeddunken ( de Borman in Leodium, jaar 1907 ) . Goswin had , zonder twijfel, het kasteel van Widooie geplunderd om z'n neef Guillaume te straffen voor z'n trouw aan de prins . Verplicht om het woud der Ardennen terug op te zoeken en er een miserabel leven te leiden, trok hij enige tijd terug de stad in met z'n bende landlopers, de 9 e september, maakte er zich meester van ( Onufrius,op.cit.,pp.49-50 ) . Toen Louis de Bourbon z'n vredesvoorwaarden liet kennen, schreeuwde Goswin en Eustache de Straile dat ze zich nooit zouden onderwerpen ( Adrien d'Oudenbosch,op.cit.,p.203) .; ze hitsten het volk op tot weerstand : “ Verdedig”, riep Goswin, “ verdedig met hardheid en energie uw vrijheden en voordelen die jullie veroverd hebben met de wapens en zonder hulp van iemand anders ( Onufrius,op.cit.,pp. 55 à 62 ) . Die zondag 2 oktober escorteerde Goswin de legaat totbij Tongeren ( Ibidem,p.69 ), maar gehoord hebbende dat de hertog de bisschop bedreigde om niet de stad Luik te betreden anders zou deze een vijand bij hebben en daar hij toch niet meer zag zitten, bedacht hij een gedurfd plan . Met z'n broer Eustache, Jean de Wilde en Jean de Lobos, verlieten ze Luik zonder geluid met hun mannen en rond 11 uur ‘s avonds, vielen ze onverwachts de stad Tongeren binnen, maakten er zich meester van ( Adrien d'Oudenbosch, op.cit.,p.82) en brachten Louis de Bourbon in triomf terug mee ( Onufrius, op.cit.,pp.100-101 ).

De hertog van Bourgondië had de ondergang van Luik gezworen en bevelde de maarschalk van Neufchatel om tegen deze te marcheren . De legaat en 10 edelen die gezonden werden om z'n clementie af te smeken, kwamen aan te Othée, in het midden van een detachement onder bevel van de broers Frederic en Werner de Wittem, waar ze gevangen werden genomen de 24 e oktober ( Ibidem,pp.134-142) .

Van zodra de voorhoede van de bourgondiërs de buitenwijk Saint-Leonard bezette, Goswin met Jean de Wilde en Buren wierpen zich op hen met grote woede, rond 3 uur ‘s morgens, en berokkenden hen een bloedig verlies .

Bij de aankomst van de hertog, op de buitenwijk van Saint-Walburg, de 27 e ‘s avonds, de leiders van de stad hadden het in brand steken van het kwartier van saint-Marguerite bevolen . “ Eerder dit” , zei Goswin de Straile, “ dan de bourgondiërs zich te laten verrijken met onze overblijfsels, zoals ze gedaan hebben te Dinant, indien wij geen eerbaar vredesvoorstel ontvangen, hebben we besloten de gevangenen te kelen, vrouwen en kinderen op de verdedigingswallen te positioneren en de stad in lichterlaaie te staken ( Adrien d'Oudenbosch,op.cit.pp.213-214 )” . Zijn stoutmoedigheid kende gee grenzen : met Buren, aan het hoofd van de 600 Franchimontezen, gleden ze tot in het midden van het vijandelijke leger en poogden de hatelijke hertog van Bourgondië en de verraderlijke koning van Frankrijk die het lot had verenigd, te doden ( Commines, Haynin, Adrien d'Oudenbosch, op.cit.,p. 215; Onufrius,op.cit,p.172) . Het mislukken van hun poging doet geen afbreuk aan het heroïsme van hun poging .

De zondag morgen, 30 oktober, zochten Goswin en Eustache de Straile hun heil in de bossen van de Ardennen ( Onufrius,op.cit.,p.175 ). In hun vlucht, viel Goswin in handen van Louis de la Marck die hem moest uitleveren aan de hertog ( Comptes de Guilbert de Ruple,p. 295 ). Deze, door een brief van 22 november, gedateerd te Val-Notre-Dame, beval hem onder dreiging van confiscatie van lichaam en goederen ( Ibidem) .

Van zodra Karel zich te Brussel bevond waar hij de kerstfeesten doorbracht, gaf hij zichzelf een neroïsch plezier cadeau door z'n gevangene in het licht va toortsen en tegenover het klooster van Saint-Jacques van Coudenberg te laten onthoofden ( De Haynin,op.cit.,t.II,p.88 ). Zo doende stierf Goswin de Straile , waarvan z'n ondernemendheid en revolutionaire gedachte voor ee n groot deel de ondergang van Luik tot gevolg had, een miserabele dood .

(1) Deze de Straile hebben niets te maken met de huidige naamdragers de Streel, die een totaal ander wapenschild dragen en ze waren ook eigenlijk Baré .

 

Eustache II de Straile ( 1468-1488) .

Gelukkiger dan z'n broer, Eustache kon naar Frankrijk vluchten, waar hij gedurende 9 jaar in ballingschap verbleef . Gedurende die tijd, was de heerlijkheid van Othée overgeleverd aan de genade van de luikenaren .

Bij de verdeling van de enorme belastingen die opgelegd waren door Karel de Stoute, na de val van Luik, werden de dorpen die vreemd waren aan het prinsbisdom voor een zestigste belast . De inwoners van Othée voelden zich te fel belast en aanvaarden de onderwerping aan de luikse belastingen . Deze mengden zich dus in de rechtspraak . In 1470 verordenden de drie-standen ( Trois-Etats ) in gans het bisdom de noodzakelijke som te heffen om aan de hertog een laatste betaling te doen , die verviel op 1 oktober 1469 . In de maand juni, werd het deel voor elk dorp gepaald per aantal haarden en heel waarschijnlijk in de proportie van “ un demi livre” per huishouden . In feite, de gemeente Othée, die ongeveer 100 haarden bevatte, werd belast voor 49 livres 19 sous , la livre de 40 gros, vlaams geld .

Het dorp Othée werd ondertussen ingeschreven in het kadaster van het land van Luik en z'n inwoners ingekwartierd onder de wapens in het baljuwschap van Haspengouw . Deze onderwerping bewerkstelligd zonder de goedkeuring van de aartsbisschop van Keulen, souverein en suzerein, of ze nu vrijwillig of geforceerd was, had geen waarde, onwettig en tegenstrijdig met de wetten van het keizerrijk .

Eustache de Straile, weerhouden in ballingschap, had z'n taak van vazal niet kunnen uitoefenen, door zich er tegen te verzetten . Het is pas in 1477 dat hij terug mag keren naar z'n heerlijkheid . Louis de Bourbon zond 4 afgevaardigden naar de ballingen die resideerden te Reims, onder de bescherming van de koning van Frankrijk . Hij beloofde hen een vrije terugkomst in het land, de terug in bezitstelling van hun goederen en de spons over het verleden, maar ze moesten zich onderwerpen aan de prins en hem getrouwheid zweren . De ballingen deden hun onderwerping, de 10 e mei, op een veld even buiten Hoei en keerden naar hun haarden terug .

Zoals zovelen die tijdens de woelige tijden, hun kostbaarheden zochten in zekerheid te brengen, had Eustache z'n zilverwerk en waardevolle stukken bij de prieur van het “hôpital de Saint-Mathieu à la chaine” in bewaring gegeven . Hoewel, de hertog van Bourgondië verboden had aan z'n troepen om de kerken en religieuze gebouwen te verwoesten en te plunderen, werden ze toch met de grond gelijk gemaakt en de religiuezen mishandeld . Nicolas de Vivegnis, prieur van het hospitaal, was de volgende dag na de inname van de stad, meegenomen en opgesloten in een fort, nabij de stad van Cambrai, en z'n klooster werd geplunderd . Eustache de Straile was zo stoutmoedig om de prieur te beschuldigen hem te hebben bestolen . De 23 e juni 1477, dagvaardde de prior hem voor de officiaal (2) die hem veroordeelde, de 31 e oktober 1478, tot een bedevaart naar Rome en Compostella . De 10 e januari 1478, Eustache de Straile erkende de rente van 40 sous opgesteld in 1232 door Arnoul d'Elsloo (3) ten voordele van de abdij van Val-Benoît en gehypotheceerd op de goederen van de heerlijkheid .

De 4 e december 1478, doet hij een leenverheffing, in naam van z'n medeerfgenamen, van de rechten die hun toevielen door de erfenis van hun oom, Jean de Widooie .

Hij was getrouwd in een eerste huwelijk, door huwelijkscontract van 28 oktober 1479, goedgekeurd voor de schepenen van Luik, de 7 e juni 1481, met Agnes de Corswarem, dochter van de heer van Momalle en van Freloux, en in een tweede huwelijk, de 10 e juni 1486, met Catherine de Seraing, wier vader werd vermoord op de markt van Tongeren door de luikenaren, toen ze de prinsbisschop Louis de Bourbon kwamen halen .

Hij had uit deze huwelijken drie zonen ; Eustache die hem opvolgt, Jean en Arnold en een dochter genoemd Catherine, echtgenote in een eerste huwelijk van Michel de Warisoulx en in een tweede huwelijk van Herwis de Grenneville .

Gedurende de burgeroorlog die volgde op de dood van Louis de Bourbon, was hij een der chefs van de partij de la Marck . Hij werd gevangen genomen in de slag van Hollogne-sur-Geer met Adolphe de la Marck en Gui de Canne .

De dood verraste hem, de 10 e juni 1488, zoals men kan lezen op de inscriptie van de grafsteen in de kerk van Othée .

 

De grafsteen was versierd met twee wapenschilden, één van Eustache de Straile; van zilver met een rood luipaard, omgedraaid door hoofelijkheid, en het ander van Catherine de Seraing: zwart met een zilver bourgondisch kruis, gekantonneerd met 4 merels, op dit alles een topschild rood met een zilveren leeuw dat naar Bierset verwijst .

De 2 e juni 1487, Eustache de Straile had een rente van 20 muid van spelt opgesteld, gelegen op een stuk land gesitueerd op een plek genaamd te Baye , ten voordele van het hospitaal de Saint-Mathieu à la Chaine .

(2) Officiaal is een kerkelijke rechtbank .
(3) Deze was in het begin der heerlijkheid ( 1200 etc..) heer van Othée .

 

 

Eustache III de Straile , jonker ( 1488-1538) .

Eustache was pas zeven of acht jaar toen hij z'n vader verloor . Alhoewel de archieven geen investituursbrieven bevatten noch over de in bezitneming van het leen van Othée iets zeggen, is het meer dan waarschijnlijk dat de heerlijkheid hem werd toegestaan onder voorwaarde van ze te laten besturen door een curator en onder de voogdij van z'n moeder . In feite, volgens het huwelijkscontract van 7 december 1507, huwt hij Marguerite de Hosden, dochter van Jean , heer van Hosden en van Jeanne de Brousbergh en brengt voor haar mee de heerlijkheid Othée met z'n achterlenen en heerlijke renten . Zijn moeder, Catherine de Straile, blijkt het kasteel te hebben bewoond als douariere tot haar dood, die kwam in 1542, men bleef haar dame van Othée noemen en ze werd begraven in deze kerk naast haar man .

Eustache III stierf in 1548 en werd begraven in de kerk van Othée . Z'n zoon Eustache kwalificeert zich nog als heer van Othée . Hij was gehuwd met Marguerite de Mirbach, dochter van Thierry de Mirbach, heer van Haneffe en van Eleonore de Roever .

Nota :
Naast deze Baré de Straile , woonden er nog een andere tak Baré te Othée , die ook van Fexhe-le-Haut-Clocher afkomstig waren . Zij waren nakomelingen van Wigerus, dit l'allemand, ridder, de Velroux ( zie hoger ), gestorven in 1247 . Hij droeg het wapenschild der Baré . Zoals hoger vermeld in de inventarissen van St.Croix, kwamen de Baré de Fexhe, de Rolooux veel voor als schepenen en mayeur van Fexhe, Rolouux . In 1426 was er ook een hof van Collar Bareit de Streel te Fexhe .

Uitreksel uit de leenverheffingen te Othée rond 1430 en waarin de Baré de Fexhe vermeld staan . Dit is ook het meest voor de hand liggende daar te Othée slechts Baré vermeld zijn vanaf 1420, te Xhendremael vanaf 1470, te Viller-l'eveque vanaf 1560 . Naar alle waarschijnlijkheid handelt het hier over de dezelfde familie .

In het boek van Domken, Histoire de la seigneurie et paroisse d'Othée, vindt men een lijst van de burgemeesters , schepenen en griffiers , waarin Baré de Fexhe vermeld staat als burgemeester in 1431 .

In dit uitreksel uit de leenverheffingen te Othée rond 1540 zien we dat er een hof (4) Baré was te Othée en dat dit gelegen was op de plaats Hagon te Othée .

In de toponomie van J. Herbillion wordt Hagon nog vermeld als Hagour en als “ vinave de Hagoire “ in het onderste van het dorp , wel nog een agglomeratie . Tevens waren hier wijngaarden, wat ook voorkomt te Xhendremael .

(uitreksel uit de leenverheffingen rond 1440 ) “ Item les hoires Johan baré etc “

Nu is het belangrijk te vermelden dat er sprake is van een ridder Baré te Othée, die getrouwd met een zekere Marie delle Chaucie was . Bij nader inzien is hij een Surlet .

( uitreksel uit de leenverheffingen ) “ l'an xiiii vxxii le xx jour de may ( 20 mei 1467 ) relevat dame marie del Chachie feme jadis messire bareit chevalier etc ... “ In de kantlijn staat nog “ dame baré “ .

Deze Baré was eigenlijk Jean Surlet, die zolals meerdere Surlets hun naam veranderden in Baré . Hij was in 1433 kannunnik van St.Lambert, proost van Onze-Lieve-Vrouw van Tongeren, ingeschreven in 1438 aan de universiteit te Keulen . Dan z'n kleren over de haag gegooid en getrouwd met Marie de Chachie . Ze hadden geen wettige kinderen .

(4) Hof is hier vrij vertaald uit het franse court wat eigenlijk staat voor een soort vierkantshoeve met een hof in .

 

Baré de Pierreuse .

Droeg van zilver met een rood luipaard .

Henri Baré van de straat die man Pierreuse noemt te Luik, huwde N., waaruit een dochter gehuwd met Alexandre le Preudhomme, zoon van Alexander . Deze stierf vrij jong, een zoon achterlatend met dezelfde naam . Zij hertrouwde Renier de Kemexhe, eigenaar van de herberg “ du Barbeau “, voor Saint-Hubert te Luik, waarvan ze meerdere kinderen had .

 

Baré de Latinne de Cippley .

 

 

Deze grafsteen bevindt zich tegen de gevel van de begijnhofkerk te Tongeren en is bijna onleesbaar geworden door de verwering ( zure regens) .

Het wapenschild van Baré is dit van Barbe Baré Surlet de Cippleij, gestorven in het jaar 1596, 28 april en gehuwd met Arnoul de Hemricourt, ritmeester, heer van Brouck, gestorven in ‘t jaar 1630, 16 september , zoon van Arnoul de Hemricourt, ritmeester, heer van Brouck en Catherine Menjoye de Blarey .

Barbe was de dochter van Hellin Baré Surlet de Cippleij, ritmeester, grhuwd in 1543 met Agnes de Hamal, dochter van Jean de Hamal, residerend te Blehen en Auvin . Hellin was de zoon van Fastré Baré de Cippleij, ritmeester, die het goed van Cippleij bezat en leefde in 1492, 1499 en gehuwd was door een huwelijkscontract in ‘t jaar 1508 met Jeanne de Hollogne .

Fastré Baré was de zoon van Jean de Latinne de Cippley dit de Surlet en Marie de This .

Eer dat we beginnen met de afstamming van Baré te Xhendremael , gaan we de voorouders van deze schetsen . We gaan zelfs terug tot Karel de Grote langs twee wegen , die ik beide terug vond op het internet .

Het aanknopingspunt met Karel de Grote is Raës de Dammartin .

Volgens de website over de genealogie van de familie de Fooz :

Charlemagne , empéreur d'Occident ( 747-814) x Hildegarde de Vintschgau .
Berthe de France ( 779-823) x Angilbert de Ponthieu .
Arsinde de Ponthieu ( 798- ??) x Rémy de Reims
Berthe de Reims ( 814 - ??) x Raimon I de Rouergue .
Rogelinde de Rouergue (842-886) x Wulgrin d'Angoulème
Amuna d'Angoulème ( 865- ??) x Garcie Sanche de Gascogne
Arnaud d'Astarac ( ??) x ??
Tachilène d'Astarac ( ??- ??) x Ramon I Donat de Bigorre
Arnaud de Bigorre ( ??- ??) x ??
Garcia de Bigorre (965-1030) x Richard d'Astarac
Gersende de Bigorre ( ??- ??) x Bernard-Roger de Foix
Clémence de Foix (1010- ??) x Adalbert II de Longwy-Metz
Etienne de Longwy-Metz (1030-1092) x Guillaume I le Grand de Bourgogne
Irmentrude de Bourgogne ( ??- ??) x Thierry de Montbéliard
Renaud I de Bar ( 1090-1149) x Gisèle de Vaudémont
Clémence de Bar (1112-1183) x Alberic de Dammartin
Albéric II de Dammartin ( ??-1193) x Amicie de Meullant
Raës de Dammartin ( 1190 - ??) x Alice de Warfusée .

Volgens de website van de genealogie Laschet :

Karl der Grosse (748-814)verheiratet mit Hildegard (758;h771;+783)
Karlmann , Pippin König von Italien (777;+810) x ??
Bernhard , König von Italien (797-818) x Kunigunde (h.815;+835)
Pippin (815-840) x ??
Heribert I von Vermandois (850-900) x ??
Beatrix von Vermandois (886-931) x Robert I von Frankreich ( 866,h890-923)
Hugues I le Grand von Frankreich (895-956) x Hedwig von Sachsen (h938-965 )
Béatrice von Frankreich (+987) x Friedrich I von Oberlotharingen (h954-978)
Dietrich I von Oberlotharingen (+1027) x Richilde von Metz
Friedrich II von Oberlotharingen ( +1026) x Mathilde von Schwaben (988-1031)
Sophie von Oberlotharingen (+1093) x Ludwig de Mousson (h1038-1073)
Dietrich I de Bar (+1102) x Ermentrude de Bourgogne (h1065-1105)
Reinald I de Bar (+1149) x Gisela de Vaudemont (h1120-1141)

 

Verder zoals hierboven tot aan Raës de Dammartin . Vooraleer Raës ten tonele verschijnt in Haspengouw , gaan we even verhalen over de adel in Luiks Haspengouw .

Ten tijde van Henri IV , romaans keizer en Obert, bisschop van Luik , in het jaar 1102 , was er een ridder, Otto genaamd, heer van Warfusée . Hij droeg een rood schild, beladen met zilveren lelies . Hij huwde N, waaruit twee zonen, Raes de oudste en Libert Sureal . Na de dood van z'n vader en broer Raes, was Libert verplicht z'n studies te beëindigen en kwam in bezit van grote landerijen . Hij huwde met Agnes , dochter van Hugues, heer van Hermalle, Awir, Chaumont an Engis en zo bleef z'n grondgebied groeien . Ze hadden een dochter Alix de Warfusée .

Deze huwt met Raës de Dammartin , gezegd met de baard, broer van Renaud, graaf van Boulogne, van Dammartin in Gallië, in l'isle de France . Raës was de kleinzoon van Alberic , graaf van Dammartin, kamerheer van Frankrijk , en van Clemence de Bar . Geboren rond 1190 , was hij de derde zoon van Alberic, graaf van Dammartin , en van Amicie de Meullant . Hij was de jongste broer van Renaud en Simon . In 1214 , na het verraad van z'n oudste broer Renaud die levenslang werd opgesloten , werd Raës verbannen door Philippe-Auguste, koning van Frankrijk . Met een groot gevolg en geladen met kostbaarheden kwam hij naar onze contreien .

Hugues d'Awir , werd ook genoemd de rijke molenaar, daar hij veel molens oprichtte , en later werd hij nog priester . Daarom zegt men weleens dat de afstammelingen van de Warfusée ontsproten zijn uit een molenaar en een priester .

In 1216 werd Libert dit Sureal de Warfusée geboren, oudste zoon van Raës en Alix, genoemd naar z'n grootvader van Warfusée . Hij behield het wapen van de Dammartin en had als strijdkreet Dammartin . Twee jaar later werd hun tweede zoon geboren, genoemd naar Hugues d'Awir, bijgenaamd de Lexhy, naar z'n overgrootvader langs moederszijde .

Hugues d'Awirs droeg ook z'n wapenen en hield gelijk z'n broer de strijdkreet Dammartin . Deze Hugues huwt met N. waaruit 4 jongens : Otto de Lexhy, oudste zoon , zie de tak de Lexhy, Breton le vieux, tweede zoon, die heer van Waroux was, Henri de Crisnée, derde zoon , zie de tak van Crisnée en Badout de Voroux , vierde zoon .

Breton le vieux , heer van Waroux , tweede zoon van Hugues d'Awir, bijgenaamd de Lexhy, was uitzonderlijk rijk . Hij was heer van Waroux en voogd van Awans , heer van Geneffe en andere dorpen . Uit hem zijn ontsproten hen die zich tot de families de Waroux en Awans mochten rekenen . In plaats van de wapenen van z'n voorouders over te nemen, begon hij rood te dragen met een gouden leeuw en schreeuwde Waroux , wegens zijn heerlijkheid . Hij huwde N. waaruit 7 jongens en twee meisjes . Libert de Waroux , de oudste, Humbert de Lexhy, Eustache le Frognut de Villers-l'Eveque, Fastré Penilh, Bastin de Hognoul, Breton le jeune, sire de Waroux, dochter gehuwd met Guillaume de Langdris en dochter gehuwd met Wéri de Preit dit de Hombroux .

Humbert de Lexhy , tweede zoon van Bretton le vieux & van N. , bezat veel goederen in het dorp Lexhy en was heer van Awans . Hij droeg geblokt van zilver en blauw met een boord van rood . Hij was de chef en de bloem van Haspengouw, zo wordt hij vermeld op z'n graf dat zich te Luik bevindt in het klooster van de Ecoliers , hij stierf in 't jaar 1220, huwde met Juwette de Rulant , gravin van Hozemont . Met haar had hij zes zonen ridders en een die abt was van St. Laurent en vier dochters . Humbert Corbeau le vieux, heer van Awans ,was de oudste , Libert Crepon d'Othée, tweede zoon ( zie tak van Othée die wij volgen ) ,Eustache le vieux, vrijheer van Hognoul ( tak van Hognoul ), Antoine de Lexhy, gezegd le Moyne en Jean Locreau, vijfde zoon .

Libert Crepon d'Othée , tweede zoon van Humbert de Lexhy, droeg een ander blazoen dan z'n broer : hij nam geblokt van zilver en blauw, met een rode band dwars over alles . Hij huwde tweemaal , de eerste keer met de dochter van de heer van Gesves , de tweede keer met de dochter van de heer van Leute .

Uit het eerste bed werden vijf zonen geboren : Guillaume le Meunier, Godefroid de Wihogne, Daniel , Henri de Wihogne en Jean .

Uit het tweede bed waren er vijf jongens en een dochter die huwde met de heer van Hemptinnes, aan de kant van Namen . Arnoul d'Othée, de oudste ( de tak die wij volgen ), Olivier de Juprelle, Libert de Wihogne , Hanoye d'Othée en Rondeau d'Othée ( deze huwde in 't graafschap Loon en uit dit huwelijk ontsproten die van Gelmen ( de Jamyne ) Deze droegen rood met een dwarsbalk geblokt van zilver en purper . Guillaume de Jamyne bezat een alleu te Xhendremael . Er bestaat op 1 km van de genoemde plaats “ les Tombes “ een plaats genoemd in 't waals “ el Djemène “ = Jamine ( waar er een romeinse villa was ) . Herbillion geeft hier een verkeerde zienswijze .Deze bemerking werd mij doorgespeeld door de heer Jacques Detro .

Arnoul d'Othée dit de Xhendremael , ridder, huwde in 1294 Catherine Bovea . Arnould stierf de derde dag van maart in 't jaar 1310 . Catherine stierf op de vierde dag van juli in 't jaar 1298 . Ze hadden twee zonen . Libert de Xhendremael , kannunnik van Sint-Bartholomeus te Luik en Guillaume de Xhendremael ( die volgt ) .

Guillaume de Xhendremael , châtelain van Montenaken, zoon van Arnold, huwt in 1323 met Clémence de Laminne en sterft in de slag van Thier d'Airbonne in 1328 . Jean d'Outremeuse geeft hem aan als een der baronnen in de slag waar de Haspengouwers vechten tegen de de Vlamingen en die van Namen in het begin van de XIVe eeuw . Ze hadden Jean ( die volgt ) en twee dochters . Cathérine , was gehuwd met Jean du Jardin de Warnant en Francoise die niet huwde .

Jean d'Othée de Xhendremael , ridder, allodiaal bezitter te Luik ( 1377 ), gevangene te Bäsweiller waar hij meevocht onder de heer van Oupeye, châtelain van Montenaken, baljuw van Haspengouw ( 1349-1351 ), schepen te Luik ( 1361-1382 ) , rechter tussen de families ‘ Awans-Waroux) aan de kant van de Awans ( 1372), huwt met Cunégonde de Juppleu . Weduwe in 1384, huwt deze met Adam, heer van Oupeye en van Herstal . Ze hadden één zoon Guillaume .

Guillaume de Xhendremael , ridder in 1397 geslagen toen hij met Jean de Baviere, bisschop te Luik en graaf van Loon, de Maas overstak en in het hertogdom Gueldres een aantal dorpen plat brandde .Heer van Avennes en Merlemont ( 1428), châtelain van Montenaken, rechter van de falilies aan de kant van de Awans na 1400, prévôt van Bouillon van 1406 – 1414, testeerde in 1432 . Hij huwde in eerste instantie rond 1397 N. de Jauche en later in 1418 met Juette de Meldert .

Guillaume komt tussen in verschillende acten te Xhendremael : in 1406-1407 moet hij een cijns voor gronden aan de kerk van St.Martin, maar in 1416 stelt hij een proces in tegen dezelfde kerk over gronden op dezelfde plaats .In 1407 zijn z'n toren en huis te Xhendremael ten dele verbrand . In 1436-1437, figureert hij nog tussen de cijnsplichtigen aan de cathedraal , maar zonder vermelding van betaling . Deze toren zal later in handen zijn van Jean Baré .

Volgens Arnold Poullet liet Guillaume twee (natuurlijke) zonen achter : Libert en Godefroid . Deze laatste, als “ damoiseau “ gekwalificeerd, was vader van Philippe, waaruit twee dochters, Marie en Marguerite .

Libert ( de Xhendremael ) , waarvan we niets meer weten, zal zeer waarschijnlijk ons aanknopingspunt zijn en hij zal als zoon Guillaume le Meunier dit Bareit en Jean Baré gehad hebben .

Vooreerst is de toen gangbare voornaamgeving , waarbij de oudste zoon de naam van de grootvader langs vaderszijde krijgt , de tweede zoon de naam van de grootvader langs moederszijde en de derde zoon de naam van de vader .

Ten tweede is er het feit hoe Guillaume le Meunier aan een molen komt , daar alleen edelen en clerici een molen bezaten . En daar de mensen van Xhendremael verplicht waren hun graan te laten malen te Oborne .

Ten is Guillaume z'n zoon Jean Baré in 't bezit rond 1510 van de dezelfde toren als Guillaume de Xhendremael .

En ten vierde is er het processtuk over mambourschap waaruit de familiebanden blijken van de families Tollet , Duchamps, Lamarche . Alledrie stammen ze ook af van de familie de Xhendremael .

 

Baré de Xhendremael .

Wilheaume le molnier dit bareit ( eerste generatie (rond 1450 -rond 1520) .

De oudst gekende Baré die ik in de archieven te Xhendremael terug gevonden heb , is Wilheaume ( Guillaume ) le molnier dit Bareit .

le molnier : Volgens de familieoverlevering waren mijn voorouders afkomstig uit de molen te Xhendremael . Lange tijd heb ik hierin niet geloofd, want ze wisten niet meer in welke periode , maar het is toch uitgekomen en dan nog zo ver terug . De inwoners van Xhendremael waren verplicht hun graan te laten malen op de molen van Oborne ( deelgemeente van Glons ) . Dit was de banmolen van de cathedraal Sint-Lambert . Deze waren de heer van het dorp en buiten hen mochten alleen locale edelen een molen bezitten . Als heer van het dorp Xhendremael was de cathedraal verplicht zich te laten vertegenwoordigen in strafrechtelijke zaken door een voogd , evenzeer voor het dagelijks beleid . Over deze voogd spreken we straks even . Ofwel is het een graanmolen geweest , indien deze Wilheaume van adel was of voor een adellijke heer werkte, maar meer waarschijnlijk is het een wedemolen geweest .Wede was een plant die men cultiveerde op de haspengouwse velden en die men gebruikte om textiel te kleuren (5). Ze werd geplet ofwel tussen de molenstenen ( windmolen) of door een molensteen die de wede plette op de grond . Deze laatste methode werd gebruikt als een paard de molensteen in een cirkel ronddraaide . De wedeplant werd dan in een soort cirkelvormige gleuf gegooid, waarlangs het paard liep en de molensteen die in de gleuf ronddraaide, deed z'n werk . Volgens een buurman is in de hoeve Paquet nog tot begin deze eeuw graan geplet met een paard . Water diende ook genoeg voorradig te zijn , wat ok het geval op die plek was, daar er een bron was . Over de plaats van de hoeve Paquet , zal ik het later hebben . Bij de toponomist Herbillion wordt de wedemolen als volgt beschreven : 1314 - 1350 “ ens el terroirs de Vernei et de Skendremaele apres deleis le molien de wagre une autre ( pieche) ki tient bonier et demei “ , BCRH, 106, 1941, p.371; de lezing van wagre is geverifieerd geworden ; daar er geen enkele plaats gezegd wagre te Xhendremael bestaan heeft, slaat wagre warschijnlijk op “ guede “, wat wede betekent .

 

Op deze kaart zien we de verschillende vestigingen in Haspengouw, waar deze teelt voornamelijk voorkwam . Deze teelt die begonnen is rond 1300 heeft het in onze contreien een 200-tal jaat uitgehouden . Wat begon als een alternatief voor de klassieke gewassen , die weinig opbrachten qua geld , eindigde rond 1550 door de moordende concurrentie van vooral Duitsland . De luikse textielwevers en handelaars waren de grote afnemers, en een klein deel voor export . Het was een vrij arbeidsintensief werk en naast het eindproduct kon men de restoverblijfselen gebruiken als dierenvoeder of als bemesting op het veld . Het was ook enkel weggelegd voor diegene die over een zeker kapitaal beschikten om de machines te kopen . Molens waren de eerste industrialisatiegetuigen ( zoals fabrieken ) in de middeleeuwen .

(5) Wede gaf een natuurlijke blauwe kleur af en was zeer gegeerd .

 

Di bareit : ( gezegd bareit ) “dit” of “ alias “ werd meestal gegeven in namen om een onderscheid te maken met soortgelijke naamgenoten . Bareit was staat voor Baré werd gedragen door leden van de Surlet familie die leefden in Xhendremael . Als de vrouw van een belangrijker familie afstamde werd dikwijls haar naam toegevoegd door middel van “ dit” en haar wapenschild ook overgenomen . Dit is hier waarschijnlijk gebeurd . Dit was op dit ogenblik de enigste Barés in de omgeving . Zelfs in de omliggende dorpen waren ze goed als gezegd verdwenen . Daarom namen de Surlets ook de naam Baré , die in de omliggende dorpen niet meer voorkwam , ook wel daar ze hem reeds als tweede naam kenden ( vb. Fastré Bare de Surlet ) .

Bij een toevallig bezoek aan de kerk van Lantin, heb ik aan het prachtige versierde plafond tussen de vele wapenschilden ( voor elke geïnterresseerde een must to see ) het wapenschild van Alexandre Leruytte, mayeur de la cour de Waroux, en Elisabeth Baré gezien, gehuwd rond 1700 . Hun zoon Henri is gedoopt te Xhendremael . Deze Leruytte z'n vader was reeds mayeur van Xhendremael

 

.

 

Van Elisabeth heb ik niets kunnen natrekken . Zij draagt het wapenschild van de Surlet ( familie die toen uitgestorven was ) en stamt dus wel af van de Surlet te Xhendremael die hun naam in Baré veranderden . . Dit was een van de belangrijkste families te Luik, tussen 1300 en 1500 . Hieronder zal ik wat tekstfragmenten uit de archieven van Xhendremael tentoon spreiden .

( uitreksel uit de inkomstenregister van de cathedraal saint-Lambert te Xhendremael rond 1531 ) “ Item cinq verges grandes gissants sur le passeal de molin vers moese et a ladite terre et à gilchon de Wyhogne daval, damont a Willeme baré jadis maistre de liege vers gere aux ... “

( ibidem , paar jaar later ) “ de grevenbroeck Item en moseigneur de bierevel heritier representant les hoirs Wilheme baré xvi verges grandes gissants sur le passeal de mollin joind. vers moese vers gere al hopital a la Chayne damont a gilchon de Wyhogne et a Wery de Wyhogne . “

Henri de Grevenbroeck, heer van Bilrevelt , was gehuwd met Everardine de Surlet , dochter van Guillaume, heer van Chockier, en zus van Fastré Baré Surlet, dit le jeune, burgemeester te Luik in 1510 .

Hieronder uit de leenverheffingen te Xhendremael een tekst met de goederen van Guillaume Baré, die aan z'n erfgenamen vervallen, vertyegenwoordigd door ridder de Surlet .

 

“ les hoirs notre maistre Wilheaume bare representat messire Jehan Surlet chevalier xxviii verges grandes au passel qui tient de Viernay a malaise joindant damont aus freres chartroux daval ab hoirs notre maistre bertrand de resimont vers meuse a ladit notre dame en l'eglise de Skendremael vers geer ab escollier .

- les hoirs trois verges grandes à thier de gertrudefosse joind. damont al pauvres de Skendremael et a wery de viernay vers mousse et daval à l'eglise de Skendremael

- les hoirs ix verges grandes en gertrude joindant damont al escollier de liege daval à St Lmabert vers geer al hopital St Lambert et ab de St Lambert vers mouse .

- les hoirs xvii verges grandes à dessoes delle voye de liers joind. a vesti de St Lambert à Liege et à recqmans daval a lautel St Anthoine a Skendremal vers gerre a hubert de malaise vers mouse au capellani de St Gilles en .... “

St gertrude xxv

-les hoirs dry bonnier a les annetes joind. vers gerre à St Lambert vers mouse a Voy commun representant les hoirs henry sindeille daval an journal ..

- la meisme tout joindant ung bonnier joindant aux dry bonnier damont a recqman vers gerre damont alle hauteur de waroux daval à voy commun .

- les dits hoirs xvii verges grands au le voye qui tient del borchloon à liege joindant damont a lesdit voye vers gerre à St Lambert vers mousse aux escolliers .

- les hoirs vii journaux joindant alle justice de fiez daval et ab marlieres de Wihogne .

- lesdits hoirs trois journals alle voye joindant vers mouse alle voye qui tient de Skendremael a Wihogne et passe li .. parmi daval alle dite viere voye vers gerre à anthoine de brabant damont as representant Jehan de dolhain au present les hoirs .. “

( uitreksel rond 1500 uit de avouerie de Hesbaye )( cour feodale )

“ Wilheaume baré Xhendreamael

L'an cinqcent de xxi jour daval, en la maison et forteresse .... en presence de notre damoiseau Jehan de la Marck lieutenant et des hommes de fiefs subscriptes comparut en propres personnes vaillant homme Wilheaume bareit jadis maistre de la cité de Liege, lequel requist a relever en relevat de main a bouche si .. de nouveau seigneur a tenier en fief de notredit damoiseau a cause de ladite avouerie des deus entreparts de xiii bonnier de terres gissants en terroir de Xhendremael et xv pf de cens de liegeois gissants en gerardrie à liege, lesquelles deux .. sont manant de ladite advouerie en deux plains fiefs . Pasque en Collart des escollier au raport et enseignement desquelles hommes de fiefs subestes condit don et vesture en si fist ledit Wilheaume feaulte est hommage pour luy desquelles fief etc . “

In deze tekst zien we dat Wilheaume baré voogd wordt te Xhendremael ( zoals hoger

 

uitgelegd)en in deze hoedanigheid kon hij in het bezit geweest zijn van de toren te Xhendremael , die later in het bezit van Jehan Baré is ( rond 1530 ) ..

Tot zover de mogelijke afstamming van Surlet .

 

( uitreksel uit de kerkarchieven “ cerquemenage” te Xhendremael rond 1510 ) “ Item le court maison jardin qui tient au present Wilheaume le molnier a Skendremael joind. au werixhal de deus coster et a St Lambert et a cortil condist le cortil des pauvres soit aux ... deskendremael pour an iiii St. “

 

 

( uitreksel uit dezelfde archieven ) “ Item a Wilheaume li molnier pour Jehan baré ii St .

Item a Symon baré pour Jehan gilleit et sa mere sur trois journals de pre alle luppare i Stv . “

Het gaat hier over jaargetijdestichtingen en Wilheaume Baré doet hier een stichting voor Jehan Baré . Ofwel gaat het hier over z'n broer, vader of vroeggestorven zoon . In de twee eerste gevallen kan men besluiten dat het over de Baré de Fexhe gaat .

Wat betreft Symon Baré zal er straks een woordje uitleg volgen .

( uit dezelfde archieven ) “ Item a Wilheaume le molnier sur le court, maison , jardin la il demure au present iiii Stv . “

 

( jaargetijde voor jehan Baré )

Jehan Baré ( tweede generatie 1480-1530 )

Deze Jehan was de zoon van Wilheaume le molnier , zoals blijkt uit de volgende leenverheffing door hem gedaan

.

“ Tous ceux qui ces presents et veront et eront la maire et les eshevins delle court haulteur et justice de Skendermaele, en Hesbaing Salut et .. tous qui pardevant nous comparurent .. hault et justice susdit comparurent en propres personnes pour faire ce que .. Jehan fil du feu Wilheaume le molinier dit bareit . Lequel lemene requist a relever et relevit à tenir de nous et de haulteur par le trepas et succession de ses feu pere et mere ... y gissant en notre dit haulteur toutes les heritages cens rentes et biens heritables parquoi faite hubert dit henrar notre souverein mayeur report et enseignement de nous les eschevins subdits doivent ... etc “

Hieruit blijkt dat Jehan de zoon is van Wilheaume . Z'n beide ouders zijn begraven te Xhendremael .

( uitreksel uit de inkomstenregister cathedraal ) “ Jehan michouette

aux chapelain co me petre sur son fabrike de saint Paul ix verges grandes estantes derier le thour qui tient Johan baré joindant daval a ceux de beaufays vers moese aux pauvres del cite vers geer dirick bere de zittert et damont aux hoirs a baron faisselot .. “

Vooraleer we iets zeggen over de naam “ michouette” gaan we iets vertellen over de toren die in bezit was van Jehan Baré .

Hierboven een uitreksel uit de kabinetskaart van de oostenrijkse nederlanden opgenome op initiatief van graaf de Ferraris rond 1770 .

De plaats te Xhendremael werd “ podrî les tours “ genoemd “ derier les thour sur la voie de Viller “, “ cour condit la cour delle tour “ . De plaats die heden nog bestaat is op het noord-westelijke punt van Xhendremael . De toren bevond zich op de hoek van de weg van Villers en de weg van de buurttram, in de hoeve van de familie Pâques . Wat er nog van over bleef, ingebouwd in de gebouwen van de hoeve, is vernield begin jaren 1900; de muren waren zo'n 6 meter van alkaar verwijderd . Ze bestonden uit silexstenen, verbonden door zeer sterke mortel . De toren verhief zich tot het dak van de hoeve en op het eerste verdiep, werd de zoldering gehouden door een dubbel gebinte . Tijdens de werken was men zo nieuwsgierig om de bodem te doozoeken en men ontdekte een kleine kelder, van een vierkante meter, met een hoop beenderen .

Deze toren was rond 1400 in het bezit van de familie de Xhendremael .In 1407 was het huis en de toren van Guillaume de Xhendremael ten dele afgebrand, en ten dele verwoest door de luikenaren ( St.Martin, De 26 e oktober 1467, op de vooravond van de slag van Brustem, kampeerden de luikse troepen te Xhendremael . In 1468, werd het dorp overgeleverd aan de vlammen van de bourgondiërs ; het onderging hetzelfde lot in 1489 van wege de partizanen van Guillaume dela Marck .

De toren te Xhendremael zal een soortgelijke toren geweest zijn, die ten tijde van Jehan Baré reeds ten dele vernield was en niet meer zo hoog was . Zulke torens dateren rond 1100 en hebben vrij dikke muren ( rond 1 m dik ) .

Wat betreft z'n bijnaam “ Jehan Baré dit michouette “ , zien we dat z'n buurman Jehan Loren dit Michouette , ookwel geschreven Jehan Michouette . Hij is waarschijnlijk aan die naam gekomen door te huwen met z'n dochter of door dit goed zich toe te eigenen .

( uitreksel uit inkomstenregister rond 1520 te Xhendremael ) “ Gielit fil de feu Johan loren dit mishoutte “ .

( uit het inkomstenregister) “ les hoirs Jehan bare de Skendremael sur leur court maison jardin et assise joindant damont au werixhax (1) daval al voye cmmun et a mestier des ... vers gerre ab chartroux ab . “ “ Payet jehan loren anné xvi xvii “

Wat hier opvalt is dat jehan loren ( dit michouette) de leenverheffing betaalt voor de kinderen van jehan Baré . Dit zou hij volgens mij toch alleen maar doen indien er familiebanden tussen hen bestaan ( vb; dat jehan Baré gehuwd zou zijn met z'n dochter en hij voor z'n kleinkinderen dit betaald .

( inkomstenregister cathedraal Xhendremael ) “ Item doit Johan baré par

an pour sa court maison gissant a Shemale joindant daval a grand chemin de liege obl four viii poulles v oeuffs “

Hij betaalde jaarlijks een vaste prijs van obl four en 8 kippen, 5 eieren .

(1) Werixhax waren de gemeentegronden . Deze waren bijna altijd weiden waarop de gemeentehoeder de dieren van iedere inwoner verplicht meenam, zodat ze geen schade konden berokkenen aan de geburen als de eigenaars op het veld waren . Zie ook de vele hagen die rondom de huizen staan en die dienden als afbakening voor de huisdieren .

 

Enkele jaren later “ Item doit Jehan bare par an pour sa court maison gissant a Schemale ( doorgestreept ) joindant daval a grand chemyn de liege obl four viii poulles v oeuffs “ (2)

Hier zien we dat Jehan Baré niet meer op hetzelfde adres woont , maar verhuist is . Waarschijnlijk van toen af reeds naar Villers-l'Eveque . Zoals we later zien is z'n broer Wilheaume Baré wel op het ouderlijk adres blijven wonen .

 

“ Jehan baré iii journas gissants sur le voye delle luppare joindant alle voye vers gerre daval a St lambert damont ab freres mineurs de liege vers mouse a piron joutte “

Dit was een leenverheffing van 3 morgenwand (3) aan de weg delle luppare ( van het luipaard ) . Of deze wag een verwijzing is van Luipaard naar de familie Baré heb ik niet kunnen vaststellen .

(2) obl staat voor obool wat een luikse munteenheid was , maar eerder kleingeld .
(3) Dagwand of journal was 5 roeden groot . In vorige teksyen werd ook meldingemaakt van grote roeden ( grandes verges ) en kleine roeden . De grote roede was 4 roeden groot en de kleine roede was het 20 e deel van de landroede . Twaalf bonder noemde men hofstede ( komt dit misschien overeen met 12 bonder ) .

 

 

“ Les entailleurs de liege ix bonniers de terres qui tient ernuli la bonniere qui pour fieffs joindant damont a dirick bere de zittert vers gere alle hauteur dotee , daval a damoiseal ystazze de Streels seigneur dotee et dune coste vers moese au cortil Johan bare (4) doorgestreept de Streels ( volgens mij, moeilijk leesbaar ) representant les chartroux “

Indien het doorgestreept woord de strails is zou dit kunnen slaan op de Strailes d'Othée of anders de Baré de Fexhe ( ook te Othée ) die de van hetzelfde gehucht de Straile afkomstig zijn als de heren van Othée .

 

Leenverheffing door Jehan Baré “ Item aux escolliers de liege vii verges grandes sur le mont dessous Skemale, joindant vers gere alle autel de notre dame de Skemale ? Damont aux hoirs pryson daval aux hoirs gerard Moyst, vers moese au vesti de Lanthin et aux hoirs Jehan le Ra de Skermale “

(4) Cortil is een weide .

 

“ Item cing verges et demi de terres aux chartroux gissants asstes pres delle voie de Wyhogne joindant vers moese aux hoirs Warfelot de Vesquecourt daval a Saint Lambert vers geere aux hoirs Wery de Viernay damont des freres mineurs de Liege “ . Leenverheffing door Jehan Baré wier naam in de kantlijn staat .

Wilheame ( Guillaume ) Baré ( tweede generatie) .

Uit dezelfde leenverheffing van Jehan Baré na de dood van Wilheaume le molnier dit bareit volgt een tekstfragment waaruit blijkt dat Wilheaume het broer is van Jehan Baré .

“ .......... Wilheaume bareit son frere etc .... “

Ook uit volgende tekstfragment uit de kerkarchieven te Xhendremael :

“ Premieremant a Jehan bare pour trois journels et demy qu il at ... at marie de lattre ...

xvii ad xii .

Item a Ydelette bare pour qu elle at audiet aussidit marie xiii ad. Xii .

Item encore a Wilheaume bare pour plusieurs journees qu il at amireit aussidit marie ...

ii fl ( orins) xvii ad . “

Uit voorgaande blijkt dat Jehan en Wilheaume nog een zus hadden Ydelette . Wilheaume betaalt het meeste voor de meeste gronden .

Onderstaande tekst is uit het zelfde inkomstenregister als soortgelijke tekst voor Jehan Baré . We zien dat Wilheaume Baré op het ouderlijke adres is blijven wonen . Hij was waarschijnlijk de oudste .

“ Item Wilheaume bare par an pour sa court maison gissant sour le grand chemyn de Lyege viii poulles v oueffs .... payet par la main de Wilhe bare viii poulles v oeuffs . “

 

Tekstfragment uit de kerkarchieven Xhendremael “ Item ii verges grandes dessous le chastillon quand ab pauvres vers gerre daval ab pauvres de Skendremale damont a Wilheame bare damont ab vi verges .. “

Verder volgen nog enkele tekstfragmenten waar sprake is van notre maistre Wilheaume Baré . Ze bedoelen hier Wilheaume Surlet, eertijds burgemeester te Luik, en die z'n naam veranderde in Wilheaume Baré .

“ le recteur del aultel barbe en le maison maistre gerard palude canone de liege xii verges grandes ag vers des anettez parmy le voye qui tient de Skendremale a liege joindant al hopital St Lambert daval , damont a St Lambert et ab hoirs de notre maistre Wilheame bare et vers gerre et a voy commun .. “

“ le vesti de St Lambert en Liege vii verges grandes viii petits alle voye de liers joind. damont a St Lambert vers gerre a Jehan recqman vers mousse et daval ab hoirs notre maistre Wilheaume bare “

“ Les escolliers viii verges grandes assises pres delle voye qui tient delle borchloon a liege joindant damont al hopital St Lambert daval ab pauvres de Skendremael vers mousse a hubert de malaise vers gerre ab hoirs notre maistre Willem bare “ .

 

Ydelette Baré ( tweede generatie ) .

Uit hogerstaande tekst blijkt dat ze de zus is van Wilheaume en Jehan Baré .

 

Catherine Baré ( tweede generatie ).

Catherine Baré was zeer waarschijnlijk ook een zus van Jehan Baré vermits haar zoon Symon naast Wilheaume le molnier voorkomt . Ze was weduwe van Symon Nadon en hertrouwd volgens een rekeninguitreksel met een zekere Jehan Gielit . Dit rekeninguitreksel is boven reeds aangehaald . Hieronder vindt U een leenverheffing van haar zoon Symon van een dagwand van een weide in het jaar 1516 . In dit jaat was haar zoon nog minderjarig ( in de tekst omschreven als “ pure “ puer “ . .

“ Catherine bare et symon son fils

lan xv et xvi le xiii jour d'april comparurent en justice catherine feme jadis symon nadon et son fils come conseiller de sa pure et libre volenteit .... ung journal de preit gissant alle lupeire etc ......... “

Alvorens over te gaan naar de derde generatie , laten we nog even enkele tekstfragmenten aanhalen van enkele Baré te Xhandremael tussen 1520 en 1580 , die waarschijnlijk afstammelingen zijn van Wilheaume Baré en die te Xhendremael gebleven zijn .

“ Henry barez sy que marit de la fille henry delle ruelle sur sa court maison et jardin joindant daval au chemin qui tend de liege a looz, damont a messieurs de St Lambert vers geer a la voye qui tend de l'eglise a Vernay et vers moeuse au cortil des pauvres de Xhendremaelle doibt ......... viii poulles 5 oeuffs “

Henry is in hetzelfde huis als z'n vader Wilheaume blijven wonen en moet ook nog dezelfde verheffingsgelden betalen .

In de inkomstenregisters van de kerk te Xhendremael betaalt Bartholomé Baré en Arnold Bastin 6 stuivers .

“ La Relief Martin haneffe representant gerard baré sur ces onclez au present un cortil gissant a la voye del commun 4 stuivers pour donner des miches la vefve gille bare et la vefve Bartholome bare et gerard bare “ .

Zijn we hier getuige van een soort openbare onderstand waar een leenverheffing op een weide dient om broden te geven aan weduwen van Baré .

“Pasquoa Baré et les enfants de les Baré pour les anniversaires assises leur onclez joindant vers gerre a la voye de la commune ... “

De Baré die te Xhendremael zijn blijven wonen hebben tot in het begin van de 17 e eeuw de bijnaam “ michouette” blijven dragen . Zie hieronder een uitreksel uit de parochieregisters van die tijd te Xhendremael .

 

Jehenne Baré ( derde generatie ) .

Zij was de dochter van Jehan Baré en was gehuwd met Remy de Jesseren, zoals blijkt uit volgende commendatio , opgesteld in de kerkboeken van Xhendremael 1534 .Zij was weduwe van Jehan Collar , maistre et avantparlier .

“ Commendatio Remy de Jesseren

L'an de la nativité notre seigneur mil chinquecens et trengte quattre de mois de septembre le xxviii jour pardevant les mariables et tesmoins subscrives personellement constitues Remy de Jesseren delle R.. bourgeois de Liege d'une part et Jehenne fille de Jehan Baré aussi bourgeois citoyen de Liege, vefve de feu Jehan maistre Collar a son temps avantparlier ( voorspreker van het dorp ) etc .... “

Jehan Baré ( 3° generatie ) de Villers-l'Evecque .

Jehan was de zoon van Jehan Baré . Na het vroege overlijden van z'n vader ( zie mamboerschap ( voogd) in de volgende teksten ), is hij later gaan wonen in Villers-l'Evesque .

 

Uitreksel uit de processtukken te Xhendremael 1566 : “ La meisme reportat le fastier des champs present piron pironnet, johan fauchon sy que mambour de son fil tollet fil lamarge sy que mambour de son fil Jehennes bareit lameisme jehenne bareit et Isabeau fille Jehan bareit “ .

Hier is sprake van het mambour zijn ( voogd ) van Jehan, Jehenne en Isabeau Baré, kinderen van Jehan Bareit .

De onderstaande tekst is een leenverheffing van Jehan Baré te Villers-l'Evecque van z'n huis en enkele gronden die afhingen van de prins-bisschoppelijke tafel . Deze zijn terug te vinden in de rekeningen van de “ Chambre des Comptes “ . Villers-l'Evecque betekent ook stad van de bisschop .

Hieronder een fotofragment van de kaart van Ferraris rond 1770 .

 

Volgende tekst komt uit de leenverheffingen uit de “ Chambre des Comptes “ in 1582 .

“ Jehan baré de viller ab anno 1582

Sa court, maison jardin et assise seante a naveroulle a Viller, joindant damont a piron hallet, daval az representant Lewis del thour vers gerre a Werixhas .

Ung journal de terre gissante aux grandes arbres joindant damont et vers mousse az representant les hoirs randaxhe; daval az representant baudouin Collard .

Une vergier de terre aux grandes arbres joindant vers moese au journal, damont a Radoux Randaxhe, vers gerre a ung journal de Jehan le Hault .

parmy payat iii stuivers oboles fortis et ... iiii chappons une poullet et v oeuffs .

Ung journal de terre assis pres de ..., joindant damont a Escargot, vers mose a Jehan Lamon, daval a Wilheaume alexander, vers gerre a cortil Jean Linard .

Ung journal de terre le mesme joind. damont a Jehan Lamon, daval a Baulduin de tiege et aussi vers mose: vers geer a Wilheaume alexandre . “

Jehan ging zich dus vestigen in het gehucht Naveroulle , dat op de kaart rechts onder ligt in de Vallée . Daarrond bevond zich de plaats “ aux grands arbres” , waar de Baré meerdere goederen hadden . Tevens moet er vroeger ook een toren en een molen kortbij geweest zijn . Heeft Jehan daarop gezeten ? Misschien , want die molen was een molen a “ Wagre “, zoals we beschreven hebben te Xhendremael . In 1427 nog “ a mollin de Wause “ en gedeformeerd in 1717 naar “ mollin dawanse “ . Van de toren is niets meer overgebleven, slechts enkele stenen achter de boerderij van Bodson ( 1930) . Het gehucht Naveroule was het oudste gehucht te Villers-l'Evecque en het kortste punt tussen Villers en Xhendremael . De weg van Villers kwam rechtstreeks uit aan de toren van z'n vader Jehan ( toen reeds overleden ) te Xhendremael . Kortbij z'n huis stond tevens de oude kapel ( tchapelle del Tidje ) , waar alle Baré te Villers geboren , in de echt verenigd en begraven zijn . Na 1900 heeft men een nieuwe kapel op dezelfde plaats opgericht .Zie hier nog een

 

foto van de oude kapel .

Verder was er geen molen te Villers om graan te malen , daar de inwoners verplicht waren hun graan te laten malen in de Dalemolen te Lauw, op straffe van boete opgelegd door de abdij van Beaurepart . Zo heeft Jean Baré rond 1700 kennis gekregen met een meiske te Lauw, waarover straks meer .

Dit is een fragment uit de “ Oeuvres “ vrijwillige rechtshandelingen van de Cour de Justice van Villers-l'Evecque in 1570 , waarin Baré 2 roeden grond koopt uit een stuk van 4 roeden . “ Reportation et oeuvres fait pardevant nous mayeur et eshevins de villeirs l'an quisecens soissante et dix de neuffieme jour de may, maire Anthoine Raindaixhe, Eshevin Jehan Le Charlier, Jehan Le Hault et Henry Monnau .

Pardevant nous mayeur et eshevins subdit sont comparus en leurs propres personnes . Assavoir Jehan fil de feu Collard Hennon d'une part et Jehan Baré d'aultre part . L'endroit ledit Jehan fil de subdit fut sy conseiller que amoyen de quattre florins de braibant et de quarante et trois amidans monnoie liegeois que corrig... dudit Baré avoir rechuet aultres à desserver de ses cranxhes et royes que at et avoir peult ens deux verges reportat sus en la main de notre dit mayeur toutte telle droit claire et action que at et avoir peult à deux verges grandes de terres prieses hors de quattre verges grandes extantes à Pirotte de .., d'amont à Piron Le Hault qui manuel à present, vers meuse à Philippe de Xhendrelaille vers geere etc ... “

In de volgende tekst koopt Jehan de resterende 2 roeden in hetzelfde jaar .

In onderstaande tekst uit de oeuvres te Villers-l'Eveque in ‘t jaar 1569 gaat het over Boderson die leent bij Saint-Jean kapittel , hij koopt een rente van 8 muids van Jouvent en verkoopt de rente aan de kannunik die deze nu niet meer wilt . Deze rente zat terugkeren naar Jouvent, vertegenwoordigd door Jehan Baré . Bij m'n weten zijn er tussen Jouvent en Baré geen familiebanden en woont Jouvent ergens anders . Jehan Baré zal toch bekend zijn als een buitenstaander hem vraagt te vertegenwoordigen .

“L'an 1569 le 23 jour d'avril pardevant nous mayeur et eshevins de la Cour haulteur et justice de Villers l'Eveque est comparut Marck Prailhet representant et sy que extant en lieu par donation de magister Jehans Villary, chanoine de Saint-Jehan Evangeliste en ville de Liege d'une part et Jehan Baré demeurant dudit Viller sy que representant Lybert Jouvent d'autre part . L'endroit .. par ledit Marck a religement que lui faisant lejoudhuy ledit Jehan Baré touchant et à cause de 8 muids d'epautre heritable par ledit maître Johan Bodeson acquis audit Jouvent acquis en 1557 le 16 jour de may .. et gissans sur les heritages et biens contenus et specifiees un blain de ces presents et come celuy qui soy tenoit rembourser dudit Jehan Baré tanst des deniers principaul pour le exposer . Les frais de loy lettres et les tranges montant à la somme de quattre vingt florins que ainsi fut deliberet que reportat sus en la main de Antoine Randaixhe, notre mayeur, et restosse les 8 muids d'epautre ... et au profit dudit Jehan Baré auquel redidit maire etc ... “

Tijdens het leven van Jehan Baré was er nog een Baré die te Villers-l'Eveque gronden bezat en die zeer waarschijnlijk familie was . Zijn naam was Egidius Baré, maar verder weet ik niets van hem ., alleen dat hij volgens de onderstaande teksten zowel te Xhendremael als te Villers gronden bezat . Dit waren grinden die de cathedraal te Villers bezat .Twee rekeningen 16 e eeuw catthedraal Villers-l'Eveque :

“ Egidius Baré de Villario

Dessous les marliers 2 verges 11 pieds

Ibidem 4 verges grandes

Ibidem 9 verges pieds “

“ Egidius Baré de Xhendremalle

Vers les marliers fol.5 21 verges grandes

Ibidem fol 30 10 verges 5 pieds . “

Jehan Baré stierf op 6 december 1633 te Villers-l'Eveque na een plotse dood en hij betaalde 3 florijnen en 5 patacons voor ... .

 

Libert Baré ( derde generatie ).

Libert was de zoon van Jehan Baré en was notaris te Othée en Villers-l'Eveque en tevens pastoor en kannunnik te Rutten vanaf 1580 .

In al deze teksten wordt Libert aangeduid als sire , sieur of messire . Dit was de normale aanspreektitel voor pastoors in die tijden . Ook was de pastoor meestal notaris in die dorpen . Dit was geen uitzondering .

Volgens een inventaris opgemaakt in de verschillende kerkdorpen rond Tongeren en verschenen in 1914 in “ Le Bulletin de la Société Scientifique & Littéraire du Limbourg “ in het xxxiie volume , blijkt dat in het kerkarchief, dat in de pastorij bewaard wordt twee registers van deze Libert liggen .

“ Registrum domini Liberti Barez pro anno 1583 rectoris summae missae sive summi altaris ecclesiae collegiatae de Ruttis ( 1583- 1604 ) “ en “ Registrum domini Liberti Bare vicarii perpetui de Ruttis inceptum anno 1603 secundum registra “ . Hopelijk hebben ze geen voetjes gekregen .

Tevens was er in de toponomie van Villers een plaatsnaam “ derrière les hayes sire Libert Baré “ ( RP (1) Liasse 1687 ) . Messire Libert Baré d'Othée wordt geciteerd in 1611 ; CJ (2) Odeur 21 ( zie latere tekst ) .

Uit de vrijwillige rechtshandelingen te Villers-l'Eveque vonden we nog een tekst waarin Libert in 1612 als notaris vermeld staat .

“ Ratiffiante faite pardevant nous la Cour de Justice de Villers Les Vesque en hesbaingne l'an 1612 au mois de septembre le 26 jour mayeur en ce cas substitué Symon ... Eshevins Cannotte et Hennon .

Pardevant nous comparut Maroye epouse de Gerard mimasse laquelle .... le contrat fait et passé ..... entre luy Lequel Gerard minasse d'une part Sy moy son fils d'autre part . Sieure Libert bare notaire .. “

(1) Registre paroissal .
(2) Cours de justice .

In de “ oeuvres “ vrijwillige rechtshandelingen van 1595 vindt men onderstaande tekst waarin Libert Baré, zoon van Johannes Baré voor 150 brabantse florijnen een goed koopt van Gilkin Ciplet en er borg voor staat met al z'n eigendommen .

“ Reportation quictance promesses et oeuvres faites l'an quincecens nonantecinq le troizieme jour de decembre maire substitue Mtre Lucas Rennotin pour .. lesdites ... eschevins Antine Randaxhe et Barthollet Bartholin .

Pardevant nous comparurent Gilkin fils du feu Johan de Ciplet d'une part et Messire Libert fils Johannes Bareit dudit Villeir d'aultrepart

La endroit ledit Gilkin maoyen et parmi la somme de cent et cinquante florins monnaies de brabant (3) qui furent versé en sa presence et en l'année que ledit Libert compté et numeré et activé qu'il quittance sur en la main de notre maire setier de 60 litres d'epeautre ( spelt) heritable qu'il .. dudit Johanne Baré père dudit messire Libert sur ses biens et avec se tous droits et les biens qu'il pouvoit avoir de heritages à Icieux obliger mesmes à ceder tout .. que araison d'iceulx en lui poldroit .. et obliges les quinctat werpis effestuat et son desheritat en nom et à profit dudit messires Libert la present ce acceptant dequel notredit substitue mayeur fist en rendit a notre .. don et vesture .. passé et son obligat ledit Ciplet de maintenier ledit messire Libert en present transport de deffendre et garandir et contre tous et pour plus grande assurance et fut registré generallement tous ses biens present et futures pour a Icieux pouvoir revenir pour toutes fautes par ung seul adjoint de quicttance .... “

(3) 150 brabantse florijnen was een belangrijk bedrag in die tijd . Dit zou overeenkomen met een bedrag van rond de 9 miljoen .Een gulden was onderverdeeld in 20 stuivers en 1 stuiver in 24 sollen . In 1913 had een sol een waarde van 1.80 fr. en kostte een roede 300 fr., nu 20.000fr . Wij mogen dus met 70 vermenigvuldigen .

Uit volgende tekst blijkt dan ook dat Libert veelvuldig gevraagd werd als peter ( rijke suikerpeter ) .

“ L'an 1604 le 2 juillet fut baptisé gielit fils Rigauld alexandre parain Sieure Libert barez

L'an 1604 le 21 juillet fut baptisé markal fils .. le marechal de hollogne parain Sire Libert barez “

Jehan Baré ( vierde generatie ) rond 1570 en V 1633 .

Jehan was de zoon van Jehan Baré en was gehuwd met de dochter van de smid Hallet te Villers-l'Eveque . Hij was het neef van messire Libert Baré en leefde net als z'n vader in het gehucht Naveroulles te Villers . Hij deed leenverheffingen en kopen voor de Cour de Justice van Villers , maar ook voor de Cours de Justice van Odeur ( vlak langs Villers ) .

Het gehucht Naveroulle is, tot de xive eeuw, vaak vermeld als aparte localiteit, of z'n naam werd vermeld na die van Villers . Men duidde onder de benaming “ al mere de Naveroule “, bijna alle gronden aan die van het hof van Odeur afhingen , deze vormden meer dan de helft van de oppervlakte . De kerk van Odeur was een filiaal van die van Othée en Naveroule heeft vroeger behoord bij de parochie van Othée . (4) Het is dus meer dan waarschijnlijk dat Othée, Odeur en Naveroule een domein hebben gevormd voordien . In de 16 e en 17 e eeuw zijn epidemieën gesignaleerd van pest en cholera ; dat was ook de periode van doortrekkende legers ; van 1600 tot 1604, de drie dorpen ondervonden grote schade geschat op 2.000 brabantse florijnen .

Fragment van 1602 uit de Chambres Comptes “ Jehan baré de Villeir

iiii chappons 1602: deux chappons en argent et une poulhe .., et les

i poulhe deux aultres at payé en plumes en palais

v oeuffs 1603 la poille at payé en plumes, la vesture en argent “

Uit een volkstelling te Villers omstreeks 1610 vindt men het gezin Jehan, Jehenne z'n vrouwen dochter Jehenne terug in het gehucht Naveroulle .

Volgende tekst dateert uit 1611 en is een leenverheffing voor Jehan Baré de jonge gedaan door messire Libert Baré voor het hof van Odeur . Hij wordt hiet Jehan Baré de jonge genoemd omdat z'' vader nog leefde . ( Hier releveert hij zo'n 2 hectare ) .

(4) Uit een suppliek van 1720 blijkt dat de pastoor van Othée broden ontving van de families te Naveroule en dat de parochianen van Villers zich in processie begaven naar de kerk van Othée op de kruisdag ( kruisprocessie ) .

 

“ Comparut personellement pardevant nous mayeur en eschevins d'odeur en hesbaing Messire Libert bare partie faisant pour son nepveu Jean bare Le jeune . Leguel lamesme requita a relever et relevat a terre de nous laditte justice ... pour lequel ... florins notre mayeur fut present acceptant .. huit verges situes dessus la thour de villers joindant d'aval à Jean Lehault de Viller d'amont à piron halet et joindant vers moese à Jean Collard . Item sept verges pres joindant vers moese à godefrin colette daval à godefrin piron damont à Jean ... vers geere à Jean ... Item onze verges situés a plantin joindant vers geere la voye qui tend de villers à Othee vers moeze à lauthel situes en le .. damont au representant gielen bodechon d'aval à gielis fils Guillaume Alexandre . Item quattres verges situees sur des marliers all saulx Lybert Jovent joindant daval à Martin moes d'othée d'amont à Noël Lehault vers geerre à beaurepart à Josse des marliers .

“( L'autel St. Catherine Viller ) Item encore pour en nom le recteur del autel Ste Catherine en eglise de Villers onze verges grandes en .. condist a pirotton joindant vers moese damont à Jean collard daval a Jean alexandre vers geere a vincent pacquia .

(Les escolliers de Liege ) Item encore pour en nom les escolliers en Liege cinq verges grandes ou encore sur les marliers joindant damont a la parcelle par que le maire Jean etc ... “

Rond diezelfde periode doet Jehan nog een leenverheffing voor het hof van Odeur van ongeveer 1 bonder .


” Comparurent pardevant nous mayeur et echevins Johan baré Lequel avait requis a relever et relevat de nous et ledit Seigneur d'odeur ... Primus sept verges grandes gissantes en la Ruelle le tabuin haulteur de villeir le Vesque mere de naveroulle joindant damont à Raes fil collart bodechon daval a Johan Piron vers mouse a Johan delle thour, item vers geere a Johan le marechal . Item huit verges grandes gissantes pres de fivre delle mere de naveroulle joindant damont aus Representants Johan hannon daval a baudouin collart, vers mousse a piron fil noel le hault et vers geere .. delle Vaulx. Item autour quattre verges grands gissantes sur les marliers joindant damont Jehan ..daval a gerat collin dothée qui a present vers mousse a .. pres de Riwaulx et vers geere a gilit ..Item autour ung verges de terres qu'il possede en nom de Seigneur de Lonchin gissantes a plantin haulteur de viller levesque que mere de Naveroulle . Joindant damont a Jehan Boderchon dudit villeir daval a baudouin fil de feu Gilain bauldouin vers mouse a Johan delle thour dudit villeir.... mayeur rendit a subdit Jehan bare toues possession ... “

Dit is een koopakte waarin Jehan Baré twee roeden en half koopt van Alexandre et Godefroy tegen 45 livres, gelegen à la Tomballe ( oeuvres Villers 1612 )


”Copie faite par nous reportat obligeance et oeuvres faites l'an saisecens douze au mois de janvier, le vingt quattre jour,Mayeur Tilkin Ciplet,l'eschevin Johan Lehault, Jehan Rigault..que par devant nous comparut Godefroy Colette dedit Villers d'un part, et Jehan Baré d'aultre part.L'endroit lequel Godefroy amoyen de quarante cinq livres, qu'il cognut dequel Jehan reçu, l'emportat susdit ens mains dudit deux verges et demi grandes de terre située en notre haulteur et lieu dit la Tombelle, joindant la totalité d'amont à Rigauld Alexandre, vers Geer à Denis Batta, d'aval à Arnold Melon, Sy le werpie leque

Godefroy un son de heritas et par offert dudit Jehan present acceptant auquel notre mayeur fut et rendit à notre enscinement don et vesture vers .. et song obligeance par lequel Godefroy envers dudit Jehan et en tour acceptant entretenir dudit transport, de diffendre et garandir envers et contre tous, cieux qui .. et moleste le voudroit

 

Uit de oeuvres te Villers-l'Evecque in 1612 koopt Jehan Baré de overige twee roeden en betaalt hier 5 cartron was ( kaarsen) aan de pastoor en ook betaalt hij de documenten en andere kosten .Jehan Baré is de schoonzoon (gendre) van Piron Hallet, smid .

“ Par devant nous comparut Massa Toine dudit Villers sy que mandataire speciallemnt constitue par dudit escript de Piron Halet marechal dudit Villers d'une part et Jehan Baré gendre dudit Hallet d'autre part . L'endroit dudit lequel Massa executant sa charge et commission.. simplement sense et voulloir estre .. amoyen et parmi la somme de trengte six livres par ledit Hallet de part Baré son gendre recus son advise qu'il l'emporta sur ens mains de notre mayeur deux verges grandes de terres prices hors de quattre joindant la totalité vers les marliers à sire Arnold Gilis, curé dudit Villers et vers meuse à Johan Tassa parain par lequel Baré pendant en payant à l'église dudit Villers cinq cartron de cire, aussi payant et sevenir les altees et documents sus ce fait portent de jour meme, Sy les Werpis dudit Massa joixt dans son pouvoir et commission.. des heritas lequel Piron Hallet, en profit dudit Jehan Baré, son gendre present acceptant, auquel notredit mayeur fut rendu de deux verges grandes de terres ..., qu'elle soy en de nous mains a nous ensamenent don et vesture . “

Deze Jehan Baré moet rond 1647 overleden zijn , want dan vinden wij in de rekeningen van de rekenkamer van de prins-bisschop “ Chambre des Comptes” ee nieuwe leenverheffing van weduwe Jehan Baré en Jean Minard

 

.

“ Vedua Jan Baré et Jan Minard par relief du 13 may 1647 .

2 chappons ; 1 poulle , 71/2 oeuffs

1647 : orphelins Piron et Jean Baré ... “ .

In de volgende tekst uit de Chambre des Comptes op 13 mei 1647 lezen we :

“ V.(idua) Jan Baré, Jean Minard , Le 13 may 1647 .

La mesme comparuens Jehenne Vidua Jean Baré pour feu .. et piron sin fils pour la propriété, ..., ensemble Jean Minard, lesquelles requirent a relever, et relevaient ..,ensuite.., opere par Anthoine le Noire, l'an 1504 et gerard minard 1602 ....

Une courte, Maison, jardin extans en Naveroulles a Villers, scavoir ladite vedua pour une tierre, et Minard pour les deux autres, joind. une maison a ladite ..., vers geere aux Werixhas, d'amont aux pauvres de viller, d'aval a Piron Pierre . Parmy payant etc ... “

 

 

In bovenstaande tekst stonden ook de vorige leenverheffers van het huis , nl. Anthoine le Noir in 1504 en Minard in 1602 .

In onderstaande tekst xordt de leenverheffing nog wat uitgebreider aan het licht gebracht en het gaat om dezelfde goederen als de leenverheffing in 1582 ( vroegere tekst ) van Jehan z'n vader .

“ V. Jean Baré, 5 deniers,1 oboles,9 chapons,1 pouilhe,5 oeuffs; Relief fait à la Cour de villers la Vesque . Le mesme comparu la vidua Jean Baré de villers pour les heritiers piron Baré son fils partie faitons pour luy.. en regard de .. propriété .. dessus ensuite du relief opéré l'an 1572 par Jean Baré .

Une Courte, Maison, Jardin, assise seante a Naveroulle en Villers, joindant d'amont a piron Hallet, d'aval aux orphelins Jean et Pierre, vers geere aux Werixhas, vers Meuse a Guillaume Lehault et Piron Hallet .

Un journal de terre gisant aux grands arbres joind. d'aval a Gerard Collar, des trois autres cotés a Piron Pierre .

Une vergier de terre aux grands arbres, joindant vers Meuse.... journal, vers geere un journal de gerard Collar, damont et daval a Piron Pierre .

Parmy payant annuellement a la .. cinque deniers ung obole cens sortis de .. Quattuor chappons une poulle 5 oeuffs . “

 

 

Jehenne Baré ( vijfde generatie ) ° 26-10-1610 .

 

Agnes Baré ( vijfde generatie ) ° 1613 .

 

Marguerite Baré ( vijfde generatie ) ° 1616 .

Haar meter was een Pierre .

 

Jehan Baré ( vijfde generatie ) ° 1619

Zijn peter was Joannes Cipplet .

 

Anna Baré ( vijfde generatie ) ° 20-10-1627 .

Peter was Johannes filius Johannes Le Ploge en meter Pentecoste Baré .

 

Libertus Baré ( vijfde generatie ) ° 17-3-1631 .

 

Jaspar Petrus alias Baré , soms Petrus Baré alias Jaspar ( vijfde generatie ) ° 1622 .

 

Pierre ( Piron ) werd geboren op 2 augustus 1622 “ baptisé Petrus filius Johannes Baré et Johanna conuigum , parrain petri le Hault et marain Marie Baré . (1) Hij huwde op 24 april 1650 met Catherine Toppet, zoals hieronder blijkt en is gestorven op 30 juli 1674 ..

Uitreksel uit de parochieregisters te Villers “ Anno 1650, 25 aprilis coniuncti sunt Petrus Jaspar alias Baré et Catharina filia Johannes Toppet oblig bannis proclamationes presentibus Johannes Jaspar, Melardo a Ernee, Henrico Collard Junior et pluribus aliq., in capello a Thiege congregationibus Theod. Batta, desservitor Confraternitas B.V. Marie . “

In onderstaande tekst uit de rekeningen van de cathedraal te Villers zien we de leenverheffingen van Petrus Baré . Wat ze bedoelen met D..., weet ik niet .

(1) Deze Marie was de zus van Jehan Baré die de leenverheffing deed in 1582 . Ze stierf op 26 april 1618 om 1 uur na middernacht en werd dezelfde dag nog begraven .

 

“ Petrus Baré : D....

fol 2. Verso 3 verges 12 pieds ,fol 12. Verso 5 verges 6 pieds

Ibidem 9 verges

fol 13 5 verges 11 pieds

fol 22 10 verges 5 pieds

fol 26 5 verges 18 pieds

fol.verso 19 verges grandesfol 32 verso 7 verges 8 pieds

Hierboven uitreksel uit de leenverheffingen van “ Couvent des dames du mont Carmel situes hors la porte de St. Leonard “ , waarin Piron Baré een rente betaald van 3 muids en 4 stuivers voor z'n huis, weide en gronden , begonnen in 1663 en te betalen in 1694 . Piron is nooit zo oud geworden . De rente is nadien betaald door z'n zoon zoals we straks zullen zien .

“ Villers L'Evesque 3 muids 4 stiers

Touchant trois muids es 4 stiers Spelte Rente Foncier Recognues à Nostre Couvent par Reliefs faits envers Icelluy par Piron Baré Surceans de viller L'Evesque par act arrivez par devant Le seigneur Prelocuteur Tomsin en qualité de Nostaire Le 8 juillet 1663 et realise pardevans Les Seigneurs Eschevins de Liege Le 13 octobre annodit à la Greffe Jacobi .

Touchant trois muids et demi d'espeautre de rente foncier, deubz à notre couvent sur une courte, Maison, jardin, prets et terres gisants à Villers L'evesque, entre leur limites & joindants mentiones au Relieff qu'en at fait de notre couvent; pardevant sa cour jurée Lambert Lardennois de Viller levesque, le 14 e decembre 1516 . Lesquelles courte Maison l'ont du depuis estez relevez par jean Barez de viller l'evesque, parmi payant lesdits trois muids et demi, comme il appert du relieff arrivé pardevant Anthoine Thonnart en qualité de Nottaire, Le 26 d'octobre 1685 Laditte rente se payat en l'an 1694 par Piron Baré . “

 

Joannes Baré ( zesde generatie ) °1651

Hij was de oudste zoon van Pierre en Catherine Toppet, maar is waarschijnlijk vroeg gestorven daar de tweede zoon ook Joannes werd genoemd .

 

Catharina Baré ( zesde generatie ) °1652

 

Jehenne Baré (zesde generatie ) °1655

 

Maria Baré ( zesde generatie ) ° 1656

 

Pierre Baré ( zesde generatie ) ° 1660

 

Nicolas Baré ( zesde generatie ) ° 1660

Pierre en Nicolas waren tweelingen .

 

Libertus Baré ( zesde generatie ) °1662

 

Agnes Baré ( zesde generatie ) ° 1667

 

Joannes Baré ( zesde generatie ) °1658

Hij werd geboren in 1658 en was de oudste zoon na de dood van z'n broer Joannes . In 1688 huwde hij met Catherine Pierre ( ° 1665 ) en is gestorven voor 1727 ( volkstelling te Villers-L'eveque ) . Uit een volkstelling in 1687 zien we dat hij samen met z'n vrouw, z'n pasgeboren zoontje en vier ongertrouwde zussen op z'n dak heeft .( arme man ) .

“ Jean Baré agé de 29 ans, catherine pier sa femme age de 23 ans, pierre son fils de 13 jours ;

Catherine bare age de 37 ans, Jehenne sa soeure 34 ans, marie a 31 ans et agnes a 22 ans .”

 

Enkele jaren later in 1685 bij een leenverheffing voor “ le couvent des dames du mont Carmel proche de la Porte de St.Leonard “ zien we dat Jean , zoon van Pierre Baré hetzelfde goed verheft .

“ 1685 Viller l'evesque Relieff

fait par Jean Baré de viller L'evesque

A tenir de la Reverende Mere a Religieuses des dames du Mont Carmel hors la porte St. Leonard de Liege parmy leurs payant des 3 muids et demi et 4 stiers rente foncier “

Op het volgend blad vindt ge de volgende tekst ;

“ L'an mille six cents et huictante cinq du mois d'octobre le vingtsixieme jour

pardevant moi notaire et .. Lenommé personellement constitues Jean Baré

de viller l'evesque lequel at requis at relever et relevat at tenir de la Reverende

Mere et couvent des dames du mont Carmel proche de la porte St. Leonard

estez Liege, une courte maison jardin assize avec toutes appendices et

appartenances qu'il possede scituez condit viller L'Evesque joindant

 

“ damont à Jean Collard daval az representants Piron Pierre, vers geere

au chemin et de l'autre coste a la petite compagne , Item vii journal de

terre ou environ scituez en lieu dit az Marlieres joindant daval à

Jacques Jacques, damont a ceulx de Beaurepart en Liege, vers mousa

audittes Marlieres, au rouwa qiui passe entre etc .... “

 

 

Bij een volkstelling in 1727 te Villers-Levesque treffen we volgende huisgezinnen aan ;

“ Catherine Pierre, vefve jean Baré age de 62 ans

Pierre Collard age de ,

ailid Baré, son épouse age de 29 ans ° 13 decembre 1698

ida leurs fille age d'un an était né le 24 decembre 1726 .

Jean Baré, de 32 ans étant né le 22 septembre 1695

Jehenne Vanheers son épouse age de

bartholomé Baré fils de feu Jean Baré et catherine pier age de 26 ans ne le 7 septembre 1694

Joseph Baré fils de feu jean Baré et catherine pier age de 22 ans ° 12/5/1705

catherine bare fille de feu jean Baré et catherine pier age de 19 ans etant né le 31 maye 1708 “

Deze twee huishoudens waren elkaars geburen ( 79 en 80 ) . Catherine Pier was gaan inwonen bij haar dochter Ailid .

In onderstaande teksten van een testament van 1727 van het echtpaar Catherine Pier en Jean Baré zien we hun nog levende kinderen, de interessante verdeling van de goederen door het loten van stukjes papier en het verplicht temoeten zorgen voor hun moeder . De ondertekening van de akte laat zien dat Joannes Baré de enige is die z'n naam kan schrijven .

“ L'an 1727 le mois de fevrier le dixieme jour pardevant moi le notaire soussigné et en presence des tesmoins a .. de cette commune personellement comparurent catherine pierre .. son jean baré d'une part, jean et Joseph baré, catherine baré, jean freson, sy que marit à marguerite baré et pierre collard marit a alyde baré et le reverend pierre batta, pasteur de villers levesque partie faisant le saiscent acceptant pour et en nom de bartholomé baré, soldat sous le regiment de feu le general de Bisen tous enfants et gendre dudit Jean baré et ladite catherine pier, sa mesme ladite comparante attendu son grand age et incapacité de ni pouvoir d'acquier a l' agriculteur.. affaire .. de se faire ensuite en testament fait joiunctement avec ledit feu jean baré son marit parmuye le 26 may 1709 pardevant

“ le reverend blavier vicaire curé dudit viller le vesque fait sy de liberee et solgere qui..prive et libre volonte et par centrnier des gendre elle at fait donation de partage de tous biens dont elle estoite puissante ensuitte dudit testament , en sa forme et maniere , en ca forme et maniere suivant à scavoir qui ayant six billets d'une meme longueur et largeur sur lesquels chaque contenait la part d'un chacun et en ayant luien pliez et les .. la courte maison jardin aisemence et dependences contenant un bonnier au environ gissant en naveroulle a lieu vallée joindant damon a la vefve pierre collard daval a denis nomerenge vers geer au chemin et vers meuse a Guillaume de thier receptant mathy le hault charge de cinq muids vii stiers et deux quarts spelt rente foncier scavons a Saint Leonard trois muids et demi a la confraires de viller cinq stiers au St Lambert .. quattre chappons vii pouilles cinq oeuffs et d'une .. de cens ou environ , laquelle maison este estimez et taxeis pour deux parts, .. cortil sept verges pairi .. le plus jeune desdits enfans est tires le premier et ainsi .. “

De rest van het testament is te lang om hier te geven, maar een korte samenvatting vindt U hieronder .

Jean Freson( echtgenote van Marguerite ) : a la voye d'othée vijf roeden grond en onderhalve roede , uit 12 roeden 6 roeden, 2 roeden uit 6 roeden, 6 roeden weide uit 12 roeden .

Joseph Baré : 5 roeden uit 10 roeden, 7 roeden, 2,5 roeden, 6 roeden, 3 roeden uit 6 roeden, 5 roeden .

( Pierre Baré komt niet voor in het testament, waarschijnlijk is hij reeds gestorven ).

Bartholomé Baré : vertegenwoordigd door de pastoor ; 5 roeden uit een half bonder, 7 roeden en 5 roeden .

Catherine Baré ( echtgenote van Jean Verdin ) ; de helft van het huis, aanhankelijkheden en weide , 7 roeden en 2 roeden, 4 , 8 en 7,5 roeden .

Jean Baré ; 4 roeden en half, 3,5 roeden te nemen uit 12 roeden, 5 roeden uit 10 roeden, 7, 1 en 3 roeden .

Pierre Collard ( echtgenote van ailid Baré ; 7 roeden, de helft van het huis, weide en hof, 5 roeden uit 10 roeden, 3 roeden en 1 .

Elk kind is verplicht om moeder ( catherine) jaarlijks boter, eieren, steenkolen, kaas en krijgt halfjaarlijks een verblijf ofwel bij Catherine Baré ofwel bij Pierre Collard, meubels en vee dienen om onkosten en schulden van het echtpaar te dekken .

Aan het einde van de akte vindt men de handtekeningen van de betrokken partijen en de meesten kunnen niet schrijven , maar onze directe voorvader is daar een uitzondering op .

 

Pierre Baré zevende generatie ) ° 1689

waarschijnlijk gestorven, maar dit is niet zeker .

 

Marguerite Baré (zevende generatie ) ° 1692

echtgenote van Jean Freson, die haar ook vertegenwoordigde in het testament .

 

Bartholomeus Baré ( zevende generatie ) ° 1694

was soldaat in het regiment van generaal de Bisen .

 

Ailid Baré ( zevende generatie ) °1698

echtgenote van Pierre Collard .

 

Josephus Baré ( zevende generatie ) °1705

 

Catherine Baré ( zevende generatie ) ° 1708

echtgenote van Jean Verdin .

 

Jean Baré ( zevende generatie ) ° 1695

Hij is gehuwd met Joanna van Heer alias Kersten uit Lauw in 1726 , heeft nog enkele jaren te Villers gewoond en dan naar Lauw vertrokken . Uit dit huwelijk zijn alle Barée gesproten die te Lauw geleefd hebben en iederenen die nu nog Barée noemen .

Dit uitreksel komt uit de parochieregisters van Villers en laat de twee huwelijke zien van Jean Baré en Aylid Baré .

“ 3 martij 1726 matrimonium iuncti sunt petrus filius joannis Collard et Aylides filia joannis baré duobis bannis remissis dispensatione facta super 3 e consanguinatis gradu aeqauli patibus et testibus Joanna baré et bartholomé baré ex tota communitate

 

2 e julij 1726 matrimonium iuncti sunt Joannes Baré et Joanna vanheer ex pago de Lowaige post binnam bannorum proclamationem et bannis ens remitti ab archidiaco patibus et testibus bartholomae et Ailide Baré joanne freson maria pierre et alyis . “

 

Deze twee hebben mekaar leren kennen op de dalemolen te Lauw , waar toen de inwoners van naveroulle verplicht waren hun graan te laten molen . De weg werd toen de molenweg van Lauw naar Villers-L'Evêque genoemd en nu kortweg Villers-L'Evêque .

 

Hieronder vindt U een oude pentekening van de Dalemolen .

 

 

Alvorens verder te gaan met Jean Baré , zien we hier een copie van het testament in 1709, afgesloten in 1709 voor pastoor Batta in hun huis te Villers . Hierin staat dat ze één pattar geven aan Saint-Lambert en dat de roerende en onroerende goederen voor de langstlevende zijn , behalve als de langstlevende opnieuw zou trouwen dan krijgt hij slechts een zelfde deel als de kinderen

 

“ In nomini domini amen , Lan mille sept cent et neuf le vingt sixieme jour du mois de maye en presence de moy le pasteur soubscript et des tesmoins en bas denome, personellement constitue jean Baré et catherine pierre son epouse lesquels ont faits leurs testament et derniere volonte en la forme et maniere suivante premierement apres avoir recommande leurs ames a dieu a la glorieuse vierge et leurs bons patrons et toute la cour eclieste ont choisy la sepulture de leurs corps quand il plairait a dieu de les appeler de ce monde dans la cimetiere de viller levesque voulait quil sorte ses pleins et entiers effect encore bien que toute formalité y requise sy servaient observée retenant la puissance de la pouvoir revoquer y adder ou diminuer quand bon leur semblerat als laissent a la fabrique Saint-Lambert ex liege un pattar une fois a payer, item ils laissent le dernier vivant de deus maistre de

Tous biens meubles et immeubles presens et futurs avec puissance de pouvoir engager quelques biens en cas de necessité et que si en cas de dernier vivant venait a de remettre en etat de mariage pour alors il naurait qune part egale avec des enfants que lors sevent venans et pour le premier renouveles et realiser pardevant toute cour et justice au besoin serat ont constitue tout porteur de cette et chachun deux in solidum, ce at esté fait et passé en la maison desdits testateurs en presence de pierre freson et de godefroy piron comme temoins a ce requis et appelez lesquels ont signé a l'originelle de cette et plus bas Hubert Blavier curé de viller l'evesque ce que atteste extrait et moy P. Batta, curé de villers levesque . “

Eerst zullen we nog even stilstaan bij de kerk die onze voorouders in Lauw altijd gezien hebben, de belangrijkste feiten tussen 17oo en 1800 te Lauw en een oude kaart van Lauw met de verdeling van de gronden .

De oude kerk van Lauw stond niet op de plaats van de huidige (1), maar in ‘t midden van ‘t kerkhof . Ze werd tot in de grondvesten afgebroken in 1875 . De kerk was destijds hoger gelegen, de kerckeberg . Het kerkhof was omgeven door versterkingen, een poort en

 

en hoge muren met schietgaten, geschraagd door steunberen met brede basis . Een versterkte kerk was in de Middeleeuwen geen zeldzaamheid op de buiten, vooral daar waar geen heerlijke burcht de veiligheid der dorpelingen kon waarborgen .

De muren hadden bij hun afbraak nog een hoogte van ongeveer 3 meter . De poort was dubbel en lager dan de muur, die erboven zonder onderbreking doorliep . Een stenen trap van 20 treden leidde van de straat naar de poort van ‘t kerkhof .De toren hoorde zoals overal toe aan de gemeente; derhalve stond hij los van de kerk . Volgens ooggetuigen geleek

hij sterk op die van Rutten . Als laatste toevluchtsoord in het verdedigingsstelsel was hij zwaar gebouwd en, evenals de kerkhofmuren, voorzien van schietgaten . Boven op de toren stond een geweldig kruis ; toen dit op 6 januari 1739 door een rukwind naar beneden werd geworpen , hadden de dorpelingen de kans het te wagen : 1024 pond . Op 13 augustus 1739 werd het teruggeplaatst .

Hierboven een pentekening ( 1730 ) van de indeling van de gronden te Lauw ( rond de 1000 percelen ) .

Enkele locale feiten geven beter aan wat de eerste - en tweede generatieBaré te Lauw hebben meegemaakt .

(1) Uit “ de geschiedenis van Lauw” van Henri Baillien , gewezeen stadsarchivaris te Tongeren .

De winter van 1740 was uiterst streng ; op 9 januari 1740 was de Jeker te Lauw bevroren evenals het zaad op de akkers . Daarop volgde een snikhete zomer .. . In 1741 begon de oorlog tussen Frankrijk en Oostenrijk , die 7 jaar lang onheil zou brengen over onze gewesten : Maastricht was hier de inzet van de gevechten en naar gelang deze stad van bezitter verwisselde , waren het de keizerlijke of Franse troepen die de omgeving bezetten . Op 6 september 1746 kwamen deze laatsten , onder bevel van veldmaarschalk Graaf de Saxe, kamperen in de Tongerse vrijheid . Tussen Lauw en Koninksem sloegen ze een hôpital ambulant op, waar duizenden gewonden van de veldslagen van Rocour ( 1746) en Lafeld ( 1747) verzorgd werden . Tot overmaat van ramp brachten die soldaten een besmettelijke ziekte, de buikloop , in ‘t dorp . Te Lauw, waar we een gemiddeld sterftecijfer va 8 per jaar vaststelden doorheen de xviiie eeuw, stierven in 1746 niet minder dan 50 personen . In 1747 bezweken er nog zeer veel . Eerst in 1748 verlieten de Fransen het Luikerland . Op 2 januari 1771 ontstond een geweldige brand in de Rechtstraat : zeven huizen met stallen, meubels, koeien en varkens, alsmede drie kleine huisjes, toebehorend aan Louis Vrancken, Arnold Vrindts, Peter Germis, Jan Baré, Jan Houbrix, Arnold Baillien, Willem Kersten, de kinderen Willem Kersten en de weduwe Daenen, werden een prooi der vlammen . Op suppliek van notaris Daniël Baillien keerden de Drie Staten te Luik een toelage van 300 frank uit aan de tien geteisterde families . Doch ook bij de raad van Tongeren werd aangeklopt voor steun : hier vroegen de dorpelingen de toelating om “ eenige boomen op de gemeente staende dienende tot timmeragie te meugen affcappen “ . Op 8 maart 1771 werd hun toegestaan 40 populieren of wilgen uit te hakken, om in verhouding tot de geleden schade aan de geteisterden uitgedeeld te worden .

De winter 1783-1784 bracht groot onheil over het dorp : van begin december 1783 tot Nieuwjaar 1784 heerste er een hevige vorst . Nieuwjaarsnacht dooide en regende het, evenals de volgende dagen . De Jeker trad buiten haar oevers : op het Hoogbroek en het Kleinbroek stroomde het water tot in de huizen . Mensen en dieren vluchtten naar hoger geleden oorden ; het water vloeide zo maar over de stenen brug .. Doch plots trad de vorst opnieuw in en hield aan tot 22 februari 1784; bij Vastenavond dooide het, met gevolg dat de watersnood nog veel groter werd dan in Januari : thans steeg het peil tot aan de vensters der huizen .

Laten we dan nu terug verder gaan met Jean Baré en Joanna van Heer alias Kersten, die vooraleer naar Lauw te komen wonen, nog enkele jaren te Villers woonden ( zie hoger ) .

Ze hadden acht kinderen . Deze generatie zullen we met A aanduiden en iedere volgende generatie krijgt de volgende letter in het alfabet .

De volgende stamboom zullen we in twee delen opsplitsen ; namelijk de afstammelingen van de oudste zoon van Joannes Baré en Joanna van Heer te weten Joannes Barée (°1731 ), gehuwd met Joanna Maria Kersten . Het tweede deel betreffen de afstammelingen van de jongste zoon van Joannes Baré en Joanna van Heer nl. Bartholomeus Barée ( °1738 ), gehuwd met Joanna Milisen .

Deze 8 kinderen vormden de achtste generatie en hebben veel nakomelingen voortgebracht te Lauw . Tuusen 1800 en 1900 waren er veel naamdragers Barée te Lauw . Daar er meer meisjes geboren werden en er ook mannen na 1900 Lauw verlieten is de stamboom weer spits gaan toegroeien .

 

1 ste Deel .

 

De achtste generatie

- Marie Catherine , ° 3 nov. 1727 : P. Van Heer Jean M. Baré Catherine
- Aleidis , ° 16 jan. 1729 : P. Van Heer alias Kersten Lambert M. Baré Catherine, gehuwd met Germis Joannes .
- Joannes , ° 19 april 1731 : P. Ernes Guillaume M. Hermans Elisabeth , gehuwd met Kersten Joanna Maria . ( Kinderen volgt A. negende generatie 9A ). Deze Joannes of Jan was in 1775 samen met Jan Ernes dorpsmeester (2) te Lauw .
- Marie , ° 19 april 1731 , tweelingzus van Joannes : P. Kersten Petrus M. Claickens Marie .
- Christianus , ° 26 april 1732 : P. Bartholomeus Baré M. Vanheer Elisabeth .
- Joannes Joseph , ° 10 mei 1734 : P. Joseph Baré M. Petri Maria .
- Marie , ° 7 dec. 1736 : P. Vanheer alias Kersten Joannes M. Freson Marguerite , gehuwd met Jorssen Petrus .
- Bartholomeus , ° 4 dec. 1738 : P. Bartholomeus Baré M. Kersten Joanna , gehuwd met Milissen Johanna ( kinderen volgt B negende generatie 9B Tweede deel ) .

(2) Dorpsmeester is een vroegere benaming voor burgemeester . De bevoegdheid van dorpsmeesters in een gemeente die deel uitmaakte van een stadsvrijheid was zeer beperkt . Hun voornaamste rol bestond in het innen van de dorpsschatting . Het dorp stond inderdaad voor heel wat uitgaven : het moest huurgeld aan Tongeren betalen voor de beemden, de kerktoren en de pastorij onderhouden, salarissen uitbetalen aan de kapitein ( als grootste deelgemeente van de stadsvrijheid Tongeren had Lauw genoeg manschappen om een kapiteinschap te vormen, vergeet niet dat Lauw op ee bepaald ogenblik 1/7 van de inwoners van Tongeren vertegenwoordigde . ) , de veldbode, de eerstemislezer-schoolmeester .

 

De negende generatie

9 A : - Catherine , gehuwd met Ernes Lambertus .
- Maria Aleydis , gehuwd met Hubrechts Petrus .
- Maria Joanna , ° 1757 en V 1832 , gehuwd met Houbrechts Henricus .
- Ida , ° 1759 , gehuwd met Vrancken Andreas .
- Joannes , ° 1762 en V 1837 , gehuwd in 1791 met Jorssen Joanna Maria ( kinderen volgt onder 10 A ).
- Arnoldus , ° 1763, en gehuwd met Jorssen Marguerite ( kinderen volgt onder 10 B ) .

De tiende generatie

10 A : - Joannes, ° 1791 en gehuwd in 1811 met Ernes Catherina ( kinderen volgt onder 11 A ) .
- Guillelmus , ° 1793 en V 1807 .
- Arnoldus , ° 1796 .
- Christianus , ° 1797 en gehuwd op 2/2/ 1828 met Martini Maria Catherina ( kinderen volgt onder 11 B ) .
- Joanna Maria , ° 1798 en gehuwd met Lowette Gerardus .
- Arnoldus , ° 1800 en V 1801 .
- Ida, ° 1802 en gehuwd met Milissen Jacobus .
- Arnoldus , ° 1804 en gehuwd op 22/9/ 1833 met Elisabeth Van Ormelingen ( kinderen volgt onder 11 C ) .
- Marguerithe , ° 1807 en gehuwd met Claikens Joannes .
- Marie Joanna , ° 1809 en V 1809 .

10 B : - Maria Ida , ° 1799 .
- Joannes , ° 1802 en V 1802 .
- Maria Joanna , ° 1803 en gehuwd met Toppet Arnoldus . (3)
- Joannes , ° 1805 .
- Guillelmus , ° 1807 en V 1807 .
- Christianus Barée , ° 1808 en gehuwd in 1834 met Claikens Elisabeth ( kinderen volgt onder 11 D ) .
- Guillelmus , ° 1811 en gehuwd eerste keer met Ernes Maria dan met Ernes Elisabeth ( kinderen volgt onder 11 E ) .
- Joanna Maria , ° 1816 en gehuwd met Van de Venne Daniël .

(3) De famolie Toppet van Lauw heeft haar bakermat eveneens te Villers-l-Evecque , evenals de familie Freson .

De elfde generatie

11A : - Christianus .
-Arnoldus , ° 1812 en V 1812 .
- Joannes , ° 1813 en gehuwd in 1848 met Baillien Maria ( kinderen volgt onder 12A ) .
- Guillelmus , ° 1816 .
- Maria , ° 12/2/1818 en V 11/2/1894 en woonde samen met Ida, haar zus en haar natuurlijke zoon Jan, ° 12/12/1851 in de Kraaibroek . .
- Bartholomeus, ° 1822 en gehuwd met Lowette Maria in 1845 .
- Joanna Maria , ° 1824 en gehuwd met Ludovicus Franciscus Horion .
- Catharina , ° 1827 en V 1828 .
- Ida , ° 1829 en V 1909 , was niet gehuwd maar had een zoon geraapt ( zoals ze dat zo mooi zeggen ) en zelf opgevoed, die volgt onder 12 C ) .

11B : - Joanna Maria , ° 1823 en V 1835 .
-Maria Catharina , ° 1828 en V 1896 .
- Maria , ° 1829 en V 1838 .
- Maria Ida, ° 1835 .
- Maria Elisabeth , ° 1836 .
- Joannes , ° 1841 en gehuwd in 1864 met Louwet Elisabeth ( kinderen volgt onder 12 D ) . Ze woonden in het Brouck te Kein-Lauw .

11 C : - Joannes , ° 1834 en V 1834 .
- Lambertus, ° 1835 .
- Joanna Maria , ° 1836 .
- Catharina , ° 1838 en V 1839 .
- Ida , ° 1839 .
- Joannes , ° 1840 en V 1841 .
- Catharina , ° 1841 en V 1907 .
- Joanna , ° 1843 .
- Maria , ° 1845 en V 1845 .
- Joannes , ° 1846 en gehuwd in 1876 met Sacré Maria Catharina ( kinderen volgt onder 12 E ) . Als weduwe hertrouwde Maria Catharina met Kersten Lowies .
- Guillelmus , ° 1849 en gehuwd met Philpette Maria in 1881 ( kinderen volgt onder 12 F ) . Ze woonden in het Brouck te Klein-Lauw .Er waren 32 huisgezinnen in die straat .
- Arnoldus , ° 1852 en gehuwd met Butoc Margaretha in 1879 ( kinderen volgt onder 12 G ) . Ze woonden in de Rechtstraat . Er waren 30 huisgezinnen in die straat .
-Petrus, ° 1855 en V 1855 .
- Christianus , ° 1858 .

11 D : - Joanna Margueretha , ° 1834 en V 1835 .
- Anna Elisabeth , ° 1836 en V 1839 .
- Arnoldus , ° 1839 , woonde in bij het gezin Catherine Barée, °17/1/1847 en Baillien Daniel-Willem in de Bosstraat . In die straat bevonden zich 14 huisgezinnen .
- Guillelmus , ° 1841 .
- Marguerithe, ° 1844 .
- Maria Catherina , ° 1847 .

11 E : - Maria, ° 1836 en V 1909 .
- Margueretha , ° 1844 .
- Maria Ida, ° 1857 .

De twaalfde generatie

12 A : - Joannes , ° 1849 en V 1880 .
- Anna Elisabeth , ° 1851 .
- Maria Catharina , 1851 , tweelingzus van voorgaande .
- Christianus Romanus , °28/2/ 1859 en gehuwd met Evrard Catharina, °12/7/1860 in 1883 ( kinderen volgt onder 13 A ), woonden in het Hoogbroek te Groot-Lauw . .

12 B : - Joannes, ° 1846 .
- Maria Joanna , ° 1847 .
- Maria Catharina , ° 1850 .
- Ludovicus , ° 1853 en gehuwd met Schobben Anna Catharina in 1880 te Piringen ( kinderen volgt onder 13 B ) . Ze woonden in de Bosstraat .
- Maria Marguerita , ° 1856 .
- Petrus , ° 1859 en V 20/5/1902 te Wattrelos ( Frankrijk ) en gehuwd een eerste maal met Staelens Marie-Clemence en een tweede keer met De Clerx Nathalie ° 1869 . Hij was schilder van beroep ( kinderen volgt onder 13 C ) .
- Ida, ° 1862 .
- Guillelmus , ° 1862 .

12 C : - Joannes , ° 1851 en gehuwd met Baillien Maria in 1883 ( kinderen volgt onder 13 D ) . Als weduwe woonde Maria samen met haar familielid Baillien Arnold ( weduwnaar van Ernes ) en z'n zes kinderen , een zijner kleinkinderen en vier van haar kinderen in het Brouch te Klein-Lauw .

12 D : - Maria Catharina , ° 1865 .
- Anna Elisabeth , ° 1866 .
- Christianus Thomas, ° 1868 .
- Maria Philomena, ° 1869 en gehuwd met Coninx Lambertus te Bommershoven ( Haeren ) .
- Maria Joanna, ° 1872 .
- Maria Rosalia, ° 1874 .
- Ida Hubertina , ° 1876 .
- Joannes Eduard , ° 1877 .
- Maria Joanna, ° 1879 .
- Maria Hubertina , ° 1880 en gehuwd met Pauli Joannes te Hoesselt .
- Joanna Celestina , ° 1881 .
- Joannes-Josephus, ° 14/11/1883 en gehuwd met Claesen Maria ° 8/4/1887 in 1920 ( kinderen volgt onder 13 E ) .
- Christianus Emilius , ° 1885 .

12 E : - Ida Florentina , ° 1874 en gehuwd met Dessers Wilhelm Agidius in 1904 .
- Arnoldus Emilius , ° 1877 en vroeg gestorven .
- Benjamin , ° 1884 .
- Maria Theresia , ° 1887 en gehuwd met Tomsin Joseph in 1914 .

12 F : - Maria Elisabeth , ° 1882 en gehuwd met Bure Christiaan .
- Maria Margaretha , ° 1885 en gehuwd met Naert Nicolaas in 1918 te Herstappe .
- Lambertus-Josephus , ° 1888 .
- Josephus-Joannes , ° 1889 en gehuwd met Philipette Isabel in 1920 te Bommershoven ( kinderen volgt onder 13 F ) .
- Joanna Maria , ° 1891 .
- Eduardus-Joannes , ° 1891 en gehuwd met de Wit Gerardine ( kinderen volgt onder 13 G ) .
- Emilius Wilhelmus, ° 1894 en gehuwd met Champagne Maria in 1923 te Bommershoven ( kinderen volgt onder 13 H ) .

12 G : - Ida Elonia , ° 1881 .
- Lambertus Cyrillus , ° 1884 .
- Catherina Henrica , ° 1886 en gehuwd met Kersten Joannes-Joseph in 1914 .
- Maria Philomena, ° 1887 .
- Joanna, ° 1891 .
- Maria Catharina Octavie , ° 1893 .

De dertiende generatie

13 A : - Veronica , ° 1880 .
- Maria Joanna Catharina , ° 1884 .
- Petrus Joannes, ° 1886 en V 22/1/1887 .
- Wilhelmina , ° 1887 en gehuwd met Montfort Joseph in 1912 te Ans .
- Isabel Leontine , ° 1890 en gehuwd met Lecocq Nicolaas in 1912 .
- Maria Virginie, ° 1892 en gehuwd met Delvaux Lambertus in 1918 .
- Maria Seraphine , ° 1899 en gehuwd met Wijnants Joseph Welhelm in 1920 .

13 B : - Catharina , ° 1888 .
- Emerentia, ° 1892 en gehuwd met Warnier Joannes-Joseph in 1915 te Kemexhe .
- Joanna , ° 1895 en gehuwd een eerste maal met Ceyssens en een tweede maal met Joannes Vanhove in 1949 te Grâce-Berleur .
- Bartholomeus Josephus, ° 1898 en gehuwd met Laurent Lambertine in 1923 te Awans ( kinderen volgt onder 14 A ) .

13 C : - Honoré , ° 29/7/1902 geboren uit Nathalie De Clercq ° Machelen bij Deinze , weduwe van Pierre Barée, geboren te Lauw ( kinderen volgt onder 14 B ) . Hij zal verver worden zoals z'n vader en huwt met Vanderhauwaert Yvonne ° Courcelles ..

13 D: - Ida Celestina , gehuwd met Thijs Lambertus in 1919 .
- Maria Valentina, ° 1890 .
- Maria Philomena, ° 1892 en gehuwd met Jamoulle Jos in 1922 te Luik St.Antoine .
- Anna Maria , ° 1895 en gehuwd met Josse Hypolithr in 1919 te Luik St. Christophe .
- Lambertus Josephus , ° 1895 .
- Sophia , ° 1896 .
- Joseph Guillelmus, ° 1897 .
- Sylvia Antonia , ° 1898 en gehuwd met Josse Leone in 1924 te Luik .
- Rosalia, ° 1901 en gehuwd met Banken Joseph in 1926 te Herstappe .

13 E : - Louis , gehuwd met X. en uit dit huwelijk zijn ongeveer 14 kinderen geboren ( kinderen volgt onder 14 C ) .
- Armand , gehuwd met Lenoir ( kinderen volgt onder 14 D ) .

13 F : - Victor , gehuwd met X ( kinderen volgt onder 14 E ) .

13 G : - Maurice .

13 H : - Frans , gehuwd met Vanormelingen Elise ( kinderen volgt onder 14 H ) .

De veertiende generatie

14 A : - dochter, ° 1931 en gehuwd met Melotte Joseph .

14 B : - Roger Honoré Jules, ° 19/8/1929 te Wattrelot en huwt Messiaen Lucienne Germaine ° Ottignies , verzorgster ( kinderen volgt onder 15 A ) .

14 C : - de 13 of 14 kinderen van Louis Baré ( kinderen volgt onder 15 B ) .

14 D : - Willy, gehuwd met X( kinderen volgt onder 15 C ).
- Jeannine ,
- Veronique .

14 E : - Joseph , gehuwd met X. ( kinderen volgt onder 15 D ) .
- Irene , gehuwd met Robert Leroi .
- Anita, gehuwd met Pasquet .

14 F : - Francis , gehuwd met X .

15 A : - Alain-François , ° 18/1/1961 te Moeskroen en gehuwd met Cabaye Annie Marie-Louise .

15 B : - 1 achterkleinkind van Louis Barée .

15 C : - Beatrice .
- Armando .

15 D : - Bert .
- Annick .

16 A : - Kevin Germain , ° 30/11/1985 .

 

Tweede Deel

Zoals hoger reeds aangehaald hebben we de stamboom in twee gesplitst om het overzicht wat te vergemakkelijken . Hier volgen nu alle afstammelingen van Barthomeus Barée ° 1738 en Joanna Milissen .

Zijn nakomelingen zijn de negende generatie en opnieuw zullen we beginnen met 9A en zo naar onder gaan .

De negende generatie

9 A : - Joannes , ° 1771 en gehuwd met Ernes Joanna Maria in 1805 ( kinderen volgt onder 10 A ) .
-Egidius , ° 1774 .
-Christianus , ° 1778 en gehuwd met Germis Catharina in 1803 ( kinderen volgt onder 10 B ) . Hij werd geloot in het leger van Napoleon (4) en vertrok uit dit leger le 18 nivôse an 7 . Hij was landbouwer te Lauw en volgens z'n medische gegevens was hij 1.625 meter groot . (5)
-Egidius , ° 1782 en gehuwd met Van Ormelingen alias Boufflette Maria Joanna in 1815 ( kinderen volgt onder 10 C ) .
-Petrus , ° 1785 en gehuwd met Van Ormelingen alias Boufflette Lucia in 1815 ( kinderen volgt onder 10 D ) .
-Anna Maria , ° 1791 en gehuwd met Guillelmus Daenen in 1815 .

De tiende generatie

10 A : -Bartholomeus , °1805 en gehuwd met Baye Elisabeth te Villers-l'Evecque .
-Lambertus, ° 1807 .
-Maria Joanna, ° 1809 .
-Anna Catharina, ° 1809 en V 1833 .
-Guillelmus, ° 1819 en gehuwd met Barée Elisabeth in 1861 ( kinderen volgt onder 11 A ) .
-Henricus , ° 1819 en gehuwd met Barée Maria Ida in 1860 ( kinderen volgt onder 11 B ) .

10 B : -Maria Joanna, ° 1804 en gehuwd met Baillien Joannes in 1860 .
-Maria , ° 1805 en gehuwd met Daenen Lambertus .
-Anna, ° 1807 en V 1807 .
-Marie Agnes , ° 1809 en gehuwd met Daenen Joannes .
-Anna, ° 1813 en gehuwd met Toppet Henricus .
-Maria Catharina , °1815 en gehuwd met Ramaekers Lambertus .
-Bartholomeus, ° 1818 en gehuwd met Toppet Sibilia in 1852 .
-Lambertus , ° 1821 en gehuwd een eerste maal met Portugaels Ida en een tweede maal met Hustings Anna Elisabeth ( kinderen volgt onder 11 C ) . Na de dood van Lambert huwde ze met Guilliams Jan en woonde het haar dochter Catherina , haar 2 kinderen van Jan in de Rechtstraat . Lambert was landbouwer en herbergier en pachtinner voor de Heer Robert te Othée , die in die tijd zo'n slordige 200 hectare grond in Lauw bezat . Even een kleine anecdote : bij een van z'n bezoeken bij heer Robert, nam hij de kleine Christiaan mee . Terwijl ze koekjes aten bij de koffie tikte Lambert heimelijk tegen de voeten van de kleine Christiaan , die zich te goed deed aan die koekjes , die hij waarschijnlijk bij hem thuis zelden op tafel zag . Lambert hoopte zo dat Christiaan zou stoppen met eten , maar de kleine dacht dat z'n vader bedoelde om nog meer te eten en at tot hij niet meer kon . Dit was de eerste en laatste keer dat Christiaan naar heer Robert is gegaan .

(4) Het lotelingensysteem was de aanwervingsmethode van Napoleon in onze streken .
(5) De grootte van de mensen in die periode was gelegen tussen 1.6 en 1.8 m. . Bekijk maar eens de uniformen in legermusea of middelleeuwse harnassen .

10 C : -Bartholomeus , ° 1815 V 9/1/1894 en gehuwd met Baillien Sibilia in 1854 ( kinderen volgt onder 11 D ) .Ze woonden in de Boschstraat . Als weduwe woonde ze met 10 andere in 1 huis . Haar drie dochters, haar schoonzoo Antoon Claikens met z'n 5 kinderen en Baillien Willem , haar neef .
-Maria Joanna , ° 1818 en gehuwd met Toppet Guillelmus .
-Lambertus , ° 1821 en gehuwd met Hubrechts Christina in 1860 ( kinderen volgt onder 11 E ) .
-Joannes , ° 1824 en gehuwd met Tomsin Marguerita in 1852 ( kinderen volgt onder 11 F ) .
-Maria, °1827 .
-Anna Christina , ° 1830 en V 1831 .
-Henricus , ° 1832 en gehuwd met Van Ormelingen Christina in 1859 . ( kinderen volgt onder 11 G ).

10 D : -Brtholomeus , ° 1815 en V 1882 en gehuwd een eerste maal met Houbrechts Marguerithe Maria , °1822 en V 1852 en een tweede maal gehuwd met Kersten Maria ( kinderen volgt onder 11 H ).
-Maria , ° 1816 .
-Maria Johanna , ° 1818 en V 1902 .
-Lmabertus , ° 1821 .
-Anna Christina , °1823 .
-Lucia, ° 1826 .
-Joannes , ° 1827 en V 1907 en gehuwd met Bellefroid Catharina in 1878 ( kinderen volgt onder 11 I ) . Ze woonden in het Hoogbroek , langs Henri Barée, gehuwd met Germis Philomena .
-Catharina , ° 1832 en V 1909 .

De elfde generatie

11 A: -Joannes ,° 19/11/1862 en gehuwd met Milissen Elisabeth, ° 14/81868 in 1902 ( kinderen volgt onder 12 A ) .
-Christianus, ° 1865
-Maria Joanna, ° 1868 .
-Lambertus Guillelmus, °1871 .
-Maria Ludovica, °1876 .

11 B: -Joannes, °1862 en gehuwd met Barée Maria Johanna, °12/9/1861 in 1887 ( kinderen volgt onder 12 B ). Ze woonden in de Rechtstraat .
-Maria Catharina, °1866 en gehuwd met Poncelet Joannes Jerome .
-Henricus , ° 19/4/1861 en gehuwd met de weduwe van z'n broer Joannes, namelijk Maria Johanna .

11 C :- Maria Catharina , ° 1853 en V 1853 .
-Maria Elisabeth , °1855 en V 1855 .
-Christianus ( eerste kind van Hustings ), °29/4/1857 en gehuwd met Baillien Cornelia Elisabeth ( kinderen volgt onder 12 C ) . Ze woonden in het Hoogbroek . Zijn later verhuisd naar de Rechtstraat tegenover de kerk .
-Catharina Margaretha , °20/7/1859 .
-Joannes , °17/11/1861 en gehuwd met Germis Margaretha ° 2/8/1863 in 28/4/ 1888 ( kinderen volgt onder 12 D ). Ze woonden in het Hoogbroek en als inwonende hadden ze zijn zwager Germis Joseph, Jan . Op het Hoogbroek waren 29 huisgezinnen .
-Lambertus Henricus Frans , ° 1864 en gehuwd met Van Ormelingen Anna-Maria op 3/2/1896 .

11 D : -Maria Johanna , ° 1854 en V 1854 .
-Maria Catharina, °1856 .
-Maria , ° 1859 .
-Anna Elisabeth , ° 1861 .

11 E : -Egidius Albertus , ° 1861 en gehuwd met Barée Catherina Margaretha op 3/7/1905 te Luik St. Bartholomeus .
-Ludovicus , ° 1862 .
-Maria Joanna , °1864 .

11 F : -Egidius , ° 1853 en gehuwd met Poismans Elisabeth in 1878 te Otrange ( Wouteringen ) ( kinderen volgt onder 12 E ) .
-Sibilia , °5/2/ 1855 .Ze woonde op de Nullenaren samen met haar broer Bartholomeus, haar zus Maria Joanna, haar nicht Marie Joanna, ° 27 /10/184 en weduwe van L. Daenen en hun kind Joannes Christianus Daenen , ° 14/8 /1889 . Op de Nullenaren waren 9 huisgezinnen in die tijd .Dus 9 huizen .
-Bartholomeus , ° 1857 .
-Anna Maria , ° 1859 .
-Maria Agnes , 1859 .
-Maria Margaretha , °1862 .
-Maria Joanna , ° 1863 .

11 G : -Maria Joanna , °12/9/1861 .
-Egidius Henricus , ° 1866 en gehuwd met Germis Philomena , ° 1868 in 1889 ( kinderen volgt onder 12 F ) . Ze woonden in het Hoogbroek , langs Barée Jan die gehuwd was met Bellefroid Catharina .

11 H : - Petrus , ° 1847 en gehuwd met Milissen Maria Johanna in 1870 ( kinderen volgt onder 12 G ) . Ze woonden in het Kraaibroek te Kein-Lauw .

11 I : -Lucia Paulina , ° 1879 .

De twaalfde generatie

12 A : -Maria Philomena , gehuwd met Leroi Petrus in 1931 .

12 B : -Maria Lambertine , ° 1888 en gehuwd met Louwette Amelius in 1910 te Bommershoven .
-Henricus Pascal , °1891 en gehuwd met Lecomte Agnes in 1913 te Luik ( kinderen volgt onder 13 A ) .

12 C : -Hubert ,°1889 en V rond z'n 92 e jaar , gehuwd met Bollen Felicia ( kinderen volgt onder 13 B ), later samenwonend met Catherine .
-Joseph , ° 19/3/1893 en V rond z'n 90 e , gehuwd met Walmagh Tanske op 1/1/1934 . Als soldaat diende hij bij het 3 e regiment Artillerie van 4/8/1914 tot 28/8/1914 , bij het 1 e regiment Artillerie van 29/8/1914 tot 16/8/1917 , bij het 7 e regiment Artillerie van 17/8/1917 tot 19/9/1917 en bij het 1 e regiment Artillerie van 20 /9/1917 tot 11/11/1918 . Nadien hielp hij nog enkele jaren Duitsland bezetten . Hij had acht frontstrepen ( volledige acht jaar ) en als eervolle onderscheidingen kreeg hij het oorlogskruis met palm, het ijzerkruis en zege en herinneringsmedaille . Na de oorlog was hij een harde , zwijgzame man geworden . Over z'n daden aan het front vertelden z'n oorlogsmakkers met overgave , zoals hij ‘s nachts de achtergelaten kannonnen moest terughalen kort bij de Duitse stellingen en ze letterlijk z'n schoenen kapot schoten .
-Eduard , ° 19/9/1895 en V 11/9/1977 en gehuwd met Vanloffelt Maria ( kinderen volgt onder 13 C ) .. Deze kranige man ging op z'n 82 e nog plukken in hoogstambomen . Bij een val brak hij z'n nek en overleed na één week coma . Gedurende de geallieerde bombardementsvluchten over Duitsland geraakten per ongeluk enkele brandbommen los boven het dorp en de hoeve van Eduard brandde af . Tijdens de oorlog liet hij opnieuw de hoeve terug opbouwen .
-Emile , ° 22/10/1898 en V 29/5/1998 . Op z'n vijftigste luidden de doodsklokken voor hem , hij schampeerde en werd bijna 100 .

12 D : -Lambertus Joseph , ° 1889 en gehuwd met Vanhove Florentina in 1913 te Widoye ( kinderen volgt onder 13 D ) .
-Joanna Margaretha , ° 1891 en gehuwd met Lardi Ludovicus in 1924 te Schaarbeek .
-Josephus Antonius , ° 1892 en gehuwd met Aerts Joanna in 1920 te Schaarbeek Sint-Servaas .

12 E : -Elisabeth , ° 1878 .
-Tossanus Josephus , ° 1880 .
-Joannes Bartholomeus , ° 1883 en gehuwd met Lemmens Maria in 1908 te Seraing .
-Maria Lucia Henrica , ° 1885 en gehuwd met Henry Ludovicus in 1910 te Seraing .

12 F : -Celestina , ° 1891 .
-Maria Catharina , °1893 en gehuwd met Gabriëls Petrus in 1921 te Sint-Joost ten Node .
-Silvia Marguerithe , °1896 en gehuwd met Timmermans Joannes in 1957 te Koekelberg .

12 G : -Guillelmus Victor .
-Petrus Bartholomeus , ° 1870 , vroeg gestorven.
-Jacobus , °1872 .
-Joanna Lucia , ° 1874 ,ze kreeg een onwettig kind , nl. Joannes Joseph Barée , ° 25/10/1893 en V 12/2/1894 .
-Hubertus , ° 1876 .
-Guillelmus Stephanus , ° 1879 .
-Elisabeth , ° 1880 .
-Bartholomeus Johannes Amelius , ° 1882 en gehuwd met Staf Philomena in juni 1903 te Koninksem ( kinderen volgt onder 13 E ) .
-Willem-Victor, ° 2/2/1886 .

De dertiende generatie

13 A : - Paula, ° 1920 .
-Marcel , ° 1924 en gehuwd met Hex ( kinderen volgt onder 14 A ) .
-Renée , ° 1927 en gehuwd met X. ( kinderen volgt onder 14 B ) .

13 B : -Carolus Ronny, gehuwd met Baillien Valerie .
-Elisabeth , gehuwd met Adams Louis .
-Maria , gehuwd met Cloesen Fifi .

13 C : -Joseph , 28/1/1925 , V 9/3/1997 en gehuwd met Wouters Theresia ( kinderen volgt onder 14 C ) .

13 D : -Bertha Elisabeth , °23/9/1913 te Widoye en gehuwd met Delvaux Lambertus Joseph in 1935 .
-Clement , V te Rutten in 2001 en gehuwd met X. ( kinderen volgt onder 14 D ) .
-Joseph, gehuwd met Muziek Yvonne ( kinderen volgt onder 14 E ) .

13 E : -Joseph Antoon , ° 23/11/1900 te Koninksem gehuwd met Van Hamel Maria Theresia , ° 1901 Neerpelt in 1978 (kinderen volgt onder 14 E ) .

De veertiende generatie

14 A : -Bruno , overleden tengevolge van een smartelijk autoongeval .
-Christiane .

14 B : -Lisiane , °1952 .
-Robert , °1952 overleden op jonge leeftijd .
-Patricia , °1956 .
-Annick, °1965 .

14 C : -Marielle , ° 14/3/1949, gehuwd .
-Ludewine, ° 14/6/1953 , gehuwd met Lowette Jean .
-Lambert , ° 15/1/1966 , qui fecit arborem .

14 D :- Twee dochters bij mijn weten .

14 E : -Yves , wonende te Vliermaal .
-Lisette .
-Mia .

14 F : - Germaine , ° 11/8/1920 en gehuwd met Philtjens Joseph , V .
-Melania, Mathilde,Anna , ° 13 /4/1922 , V , gehuwd met Callens Albert , V .
-Marie José Henriette , ° 19 /2/1924 en gehuwd met Cwickla Joseph , V .
-Jean Marie Joseph, ° 11/1/1926 en V 31/12/1994 en gehuwd met Corneillie Elisabeth ( kinderen volgt onder 15 A ) .
-Maria Joanna , 24/5/1928 en gehuwd met Auwerx Lucien .
-Rosalie Regina Josephina , ° 24/2/1930 en gehuwd met Gerard Georges .
-Paula Alfonsina Maria , ° 24/11/1931 en gehuwd met Billen François .
-Irena,Julia, ° 17/9/1934 en gehuwd met Reemers Henri .
-Roger Mathieu Gerardus , ° 8/9/1936 en V 18/3/1838 .
-Godelieve Ivonne, ° 8/1/1938 en gehuwd Billen Robert .
-Maria-Louise, ° 27/2/1940 en gehuwd met Leenaers Florent .
-Colette Jozefien Ria, ° 14/11/1943 en gehuwd met Kuppers Roger .
-Lucien Jean , ° 2/9/1946 en gehuwd met De Smet Jacqueline ( kinderen volgt onder 15 B ) , sinds dit jaar benoemd tot hoofdgriffier van de rechtbank te Hasselt .

De vijftiende generatie

15 A : -Marc , gehuwd met X ( kinderen volgt onder 16 A ) .
-Johan .
-Greta .
-Linda .
-Leentje .

15 B : -Gert , gehuwd met X ( kinderen volgt onder 16 A ) .
-Kurt , gehuwd met X ( kinderen volgt onder 16 B ) .
-Dieter, gehuwd met X ( kinderen volgt onder 16 C ) .
-Ruth .

De zestiende generatie

16 A : -Jentl .
-Jarne

16 B : - Pieter Jan .

16 C : - Maartje
-Frauke .

Tot zover de stamboom van onze familie . Zelf ben ik niet zo'n aanhanger van het louter aframmelen van data en daarom dat de data zelden volledig zijn . Integendeel een stamboom staat of valt met de omringende informatie van onze voorouders . Dit heb ik in de mate van het mogelijke nagestreefd . Vanaf dat ze in Lauw zijn komen wonen , zijn ze landbouwer, handwerkman of ambachtslieden gebleven , en daaromtrent waren bijkomende gegevens weinig voorhanden .

Wat betreft Baré die te Sint-Truiden en omstreken leven , heb ik de stamboom niet uitgewerkt alleen een lichte aanzet ( zie hieronder ) .

In het poortersboek van Sint-Truiden ( zekerheid is er niet dat de Baré nu te Sint-Truiden afstammen van deze ) “ Erasmus Baré sone van Henrick Baré ende Agathe Delthour geboortigh tot Honnoul oudt eenendertigh iaeren is mits die somme van dertigh gulden tot die poorterschap geadmitteert , ende heeft ten overstaen der voors. Heeren den gewoonlijcken eedt gedaen desen 2 meert 1744 “ .

Z'n nakomelingen te Sint-Truiden ( hij was gehuwd met een Pietermans ) :

-Maria-Elisabeth , ° 29 /1/1746
-Marie Ide, ° 2/1/1747.
-Henri, ° 19/12/1748 .
-Erasme-Hubert , ° 4/9/1750
-Joseph, °18/3/1752 .
-Marie-Elisabeth ,° 19/9/1753 .
-Jean Henri , ° 21/5/1759.
-Marie Elisabeth, ° 28/3/1757 .
-Libert , ° 17/2/1759 .

Deze tak was verbonden met de takken te Villers-l'Evecque en Xhendremael .

Wat betreft de Baré rond Wihogne en omstreken , ben ik 200 jaar in omgekeerde richting gegaan , maar stammen ook van de Baré te Xhendremael af naar mijn mening . Rond 1500 woonde er een ridder Jean Baré te Wihogne .

eerste generatie :

1 A : -Guillaume , ° 1736 en gehuwd met Marechal Agnes te Juprelle ( kinderen volgt onder 2 A ). Z'n vermoedelijke broers waren Jean Mathias , ° 1732 en V 1813 ; Pierre , ° 1744 , V 1832 en gehuwd met Catherine Sauvegnoy en Mathias , ° 1753 en gehuwd met Janssen Helene .

tweede generatie

2 A :- Joseph Jean , ° 1776 en gehuwd met Vivario Marguerite ( kinderen volgt onder 3 A ) .

derde generatie

3 A : - Guillaume , ° 27/7/1806 en gehuwd met Juprelle Marie-Elisabeth op 17/9/1830 ( kinderen volgt onder 4 A ) . Vermoedelijke broers waren Jean Baptiste gehuwd met Coenegracht ( kinderen 4 B ) en Louis Joseph , gehuwd met Marechal Marie Catherine ( kinderen volgt onder 4 C ) .

vierde generatie

4 A : -Louis Joseph , ° 1831 en V 1834 .

-Pierre Joseph , ° 30/9/1833 en gehuwd met Rongij Marie Anne op 20/2/1867 ( kinderen volgt onder 5 A ) .
-Marguerite , dood geboren .
-Marie Aleydis, ° 1839 .
-Louis Joseph , ° 1841 .
-Guillaume , ° 1843 .
-Tilman , ° 1846 .
-Elisabeth , ° 1849 .
-Pascal , ° 1855 .

4 B: -Marie-Helene , ° dood op 2 jarige leeftijd .
-Jean Lambert , ° 20/2/1846 .
-Marie Jeanne , ° 26/10/1848 .
Guillaume , °2/12/1857 .
-Mathieu Joseph , ° 5/4/1851
-Pascal , ° 19/4/1854 .

4 C : -Gregoire , ° 14/3/1858 .
-Nicolai , ° 11/9/1854 .

vijfde generatie

5 A : - Guillaume Joseph , ° 28/12/1868 .
- Jean Mathieu , ° 25/8/1870 te Villers St. Simeon en gehuwd met X . ( kinderen volgt onder 6 A ) .

zesde generatie .

6 A : - Guy , ° 1/7/1908 .
-Jules
- Melanie .

Na de slotbeschouwing vinden jullie nog een bijlage over de persoon Libert Baré , vicarius perpetuus te Rutten en een zekere Barée te Lauw rond 1793 die in een huurgeschil verwikkeld was .

Slotbeschouwing :

Wat de familie de Surlet ( toch de belangrijkste familie te Luik van 1300 tot 1500 ) betreft ben ik niet verbaasd dat sommige leden hun naam in Baré veranderen . Reeds voordien gebruikten ze Baré als tweede naam .En ten tweede is er sprake van twist tussen diverse Surlet . De uitleg dat Baré een bijnaam was kan ik voor Luikenaren wel verstaan , maar de naam Baré bestond als naam reeds 200 jaar voordien . Het was niet zomaar een bijnaam aangezien de fine fleur van de vroeg middeleeuwse adel allianties met hen aanging . Genealoog Vandermaesen besluit dat de Baré om die redenen zeer goed aangeschreven stonden bij de hoog adel en volgens hem hebben ze daarom zo'n hoge ambten in het land van Luik gekregen . Volgens Vandermaesen is de tak de Baré de Comogne wel degelijk een zijtak van ons . Baron de Ruzette en ikzelf zijn die mening niet toegedaan , zie hoger .

Bij opzoekingen op het internet hek ik wel eens de verspreiding van Baré of Barée gezien als ook belangrijk in Frankrijk en de USA , maar laat dit voor een andere opzoeking.

Na het lezen van deze proeve hoop ik bij elke Baré , Barée toch een beetje nieuwsgierigheid en weemoed voor z'n geslacht en de vergane glorie van onze voorouders los geweekt te hebben . In de middeleeuwen primeerde de samenhorigheid van de familie ( stam ), heden die van het gezin en binnen 100 jaar laat ik door U invullen .

Lambert Barée .