Bemesting met stikstof bij vroege groenten vraagt bijzondere aandacht

Stikstof is een heel belangrijk element voor alle planten. Het stimuleert de bladgroei en zorgt ervoor dat de groenten voldoende omvang bereiken. In het bijzonder de bladgroei wordt er door bevorderd. De groep van de bladgroenten en nog meer de koolgewassen zijn grote verbruikers van stikstof. Het wordt op de verpakking van meststoffen aangeduid met het symbool N en staat als eerste in de rij N+P+K.

Stikstofgebrek uit zich door een zwakkere groei en verkleuring van de jonge bladeren en scheuten. Zowel een blekere bladkleur als een algemene vergeling van de jonge bladeren kunnen voorkomen. Matig stikstofgebrek is niet zo goed merkbaar, en veroorzaakt enkel een daling van de opbrengst. Het is opvallend dat de typische kenmerken zoals vergeling en groeivertraging heel dikwijls in het (vroege) voorjaar voorkomen. En dit ook op gronden die ieder jaar voldoende organisch materiaal (stalmest, compost) toegediend krijgen. Spinazie die geel verkleurt ongeveer halverwege de teelt is een gekend probleem... Het vroegtijdig uitgroeien van de kool bij bloemkool ("boren") door gebrek aan voldoende blad komt ook soms voor bij de vroege teelten.

Wat is de oorzaak van deze problemen?
Na de winter is er heel wat stikstof van het vorig groeijaar uit de grond gespoeld. Tijdens het nieuwe groeiseizoen komt er opnieuw stikstof beschikbaar door mineralisatie van het organisch materiaal in de bodem. Voor een goede mineralisatie is de bodemtemperatuur en de bodemvochtigheid van groot belang. In het voorjaar is de grond nog koud.
Hoe rijk aan organische stof uw bodem ook is, tijdens de maanden maart en april is de aanlevering van stikstof door de bodem dan ook heel gering. Ook voor wie bemest heeft met organische meststoffen zal in die periode van het jaar de stikstof niet onmiddelijk beschikbaar zijn.

Wat kan je eraan doen?
De vroege teelten van bladgroenten, bloemkool en broccoli krijgen dus best een bijkomende bemesting met minerale meststoffen. Dit beste manier om dit te doen is onder de vorm van een bijbemesting met kalknitraat of kaliumnitraat. Vuistregel is dat er ongeveer een 5 gram zuivere stikstof per m² aangebracht wordt (0,5 kg per are). Geef daartoe twee tot drie weken na het planten een 40 gram kaliumnitraat (bevat 13,5% N). Van de meststof kalknitraat geven we ongeveer 30 gram per m² (bevat 15,5 % N). Kaliumnitraat en kalknitraat hebben het voordeel dat ze direct oplossen als het wat regent (eventueel water geven na de bijbemesting) en dus een zeer snelle werking hebben. Ze zijn ideaal om een bleek gewas snel weer wat kleur te doen krijgen. De samengestelde meststoffen voor de groenteteelt (zoals 12-10-18 of 8-8-12) zijn ook bruikbaar maar lossen wat trager op en zullen minder snel werken. Deze worden dan ook best aan een dosis van 40 gram per m² door de bovenste grondlaag gemengd voor het planten. De aangehaalde hoeveelheden zijn bijkomend en gaan ervan uit dat de grond voldoende voorzien werd van organische basisbemesting.

Verloop van de mineralisatie
De onderstaande grafiek illustreert heel duidelijk de grote toename van de stikstofaanvoer door mineralisatie van het organisch materiaal in de loop van het seizoen. De donkergrijze blokjes tonen de evolutie van de bodemtemperatuur (van enkele graden in januari tot 18 ° C in juli en augustus).
De lichtgrijze blokjes tonen de verdeling van de aanvoer van stikstof door mineralisatie (van 0 % in januari tot 100 % vanaf oktober). Je merkt dat de stikstofaanvoer pas belangrijk wordt vanaf juni.

Volg de nieuwste berichten van 'Groenten in het Nieuws' op de Belgische Google-startpagina »

Volg de nieuwste berichten van 'Groenten in het Nieuws' bij de Nederlandse Google-startpagina »



 
WWW   Deze site

Serie Groenten in Potten

Meloenen kweken

Courgettes telen

Tomaten telen

Aardappelen telen

Paprika's kweken

Bloemkolen kweken

Ajuin telen