gisteren dag 117 maandag 6 oogst 2001 morgen
Vertrek te Escatron (Zaragoza - Aragón) Aankomst te Ejulve (Teruel - Aragón) Overnachting: tent in dorp
Maximumsnelheid: 50 km/u Gemiddelde snelheid: 11,9 km/u Dagafstand: 84,98 km Duur etappe: 7:08u Totale afstand: 6790,8 km

Primitief

Deze reis bevestigt mijn indrukken van 1996 m.b.t. de wijze waarop de doorsnee-Spanjaard door het leven stapt. Feestvieren kunnen ze, mogelijk zelfs nog uitbundiger dan hun neven op de Laars. Maar telkenmale maken ze er een smeerboel van dat het geen naam heeft. Op gebied van netheid zijn ze nogal weinigeisend.

Ik herinner me wat me in 1996 te Saint-Jean-Pied-de-Port overkwam, toen ik net weer in Frankrijk arriveerde, na zeven weken Spanje. Heerlijk hoe je in elk Spaans café je papiertjes, sigarettenpeuken en etensresten zomaar op de vloer mag dumpen. Goddelijk primitief. Maar de waardin in het Franse stadje stelde mijn gewoonte in het geheel niet op prijs, zette de vuilnisbak naast me neer en maakte me duidelijk dat ik niet meer in Spanje vertoefde.

Het dorpje Samper beheerst met zijn monumentale kerk het rivierdal. En er is feest gevierd. Vanavond gaan ze er gewoon mee door. Een meisje met een mooi lint rond de borst – miss Samper, geloof ik – wijst me het enige café dat nog open is, want ik ben toe aan een kop stevige koffie. De straatjes liggen bezaaid met lege bier- en wijnflessen, plastic drinkbekertjes en papier allerhande. Vreemd genoeg stoort dit me niet eens, bij het bekijken van enkele fraaie gebouwen; het hoort er gewoon bij, in dit land.

Kerk en Staat gingen hand in hand, de hele Spaanse geschiedenis door, tot en met het Franco-bewind, getuige onder meer de gekke reputatie van ’s lands heilige nummer één: Santiago Matamoros, Sint- Jakob de Morendoder. Hier te Samper bestaan de oude stadspoorten nog, en boven die poorten werd overal een kapelletje gebouwd, om bescherming van Boven af te smeken in oorlogstijd.

Toch loopt het aantal kerkgangers hier sneller terug dan in Italië, ook het aantal priesters en kloosterlingen lijkt geringer; veel kerken staan er vervallen bij, en kloosters worden door de Staat opgekocht, gerestaureerd en ingericht als toeristische attractie, of vaak ook als parador: luxehotels, te duur voor deze vagebondachtige. Tja, de scheiding Kerk-Staat is hier na de dood van de Caudillo heel snel een feit geworden. Dankt de toenmalige eerste minister, Felipe Gonzalez, socialist, hieraan zijn bijnaam: Speedy Gonzalez?!

Volksreligiositeit viert nog hoogtij, en ook de pelgrim wordt met veel respect bejegend, zelfs hier, ver buiten alle Camino’s naar Compostela. Processies en dorpsfeesten zat, net als op het andere schiereiland. Maar of deze religiositeit echt diepgaand is, dat durf ik te betwijfelen. Veroordelen we hen echter niet te snel, die Zuid-Europeanen, want in eigen dorp hoorde ik ooit een vrouw zich erover beklagen dat O.-L.-Vrouw van Lourdes jaloers moet zijn geweest op O.-L.-Vrouw van Scherpenheuvel, omdat die vrouw al vaak op bedevaart was geweest naar het Mariaoord op slechts tien kilometer van mijn Waanrode, terwijl ze nog nooit de gelegenheid had naar de Pyreneeën te reizen!

Ach, die primitieve volksreligiositeit heeft zijn plaats en zijn functie, zeker in dit desolate land. Hier kan het ongehoord stil zijn, wanneer je door niemandsland fietst. Maar in de dorpjes, in elk café, kan je elke vorm van conversatie vergeten wegens het lawaai, het geroep zelfs. En voor mij is elke lettergreep nog belangrijk in de taal van Cervantes.

Toch valt het op: de lui hier in het Zuiden van Aragon zijn stiller – naar Spaanse maatstaven. En wanneer je hen vraagt iets langzamer te spreken, dan houden ze dat toch drie seconden vol i.p.v. de gebruikelijke twee.

De primitieve Spaanse ziel draagt nog steeds de sporen van een gewelddadig verleden: gek op bloed zijn ze, en een stierengevecht is dan ook een welkome ontspanning. Dergelijke evenementen worden trouwens breed uitgesmeerd op TV en in de pers, en het kleurrijk taalgebruik van de verslaggever blijft me een mysterie.

Maar ze zijn zo complexloos dat je heel makkelijk aanvaard wordt in elk dorpje waar je een plaatsje zoekt om je tentje neer te poten. Wellicht lieten de Catalanen die mentaliteit achter op het eiland Sardinië, waar het er nog minder gecompliceerd aan toeging tijdens mijn doorreis ginder. Ik geniet dan ook even complexloos als de bewoners van deze streek en dank God voor de ochtendzon die het landschap in een onwezenlijke rode gloed zet, die prachtig contrasteert met de blauwe hemel; ik dank Hem voor het flauwe windje dat afkoeling brengt, en ik zou Hem nog dankbaarder zijn mocht Hij deze lieden wat zin voor netheid bijbrengen, zodat het aantal vliegen binnen de perken bleef.

Home Top Gisteren Morgen Zelfde datum 1996