gisteren dag 56 woensdag 6 juni 2001 morgen
Vertrek te Otranto (Lecce - Apulië) Aankomst te Torre Rinalda (Lecce - Apulië) Overnachting: camping
Maximumsnelheid: 32 km/u Gemiddelde snelheid: 16,7 km/u Dagafstand: 71,20 km Duur etappe: 4:17u Totale afstand: 3531,5 km

Uitrusting van een reiziger

Op de camping kennis gemaakt met een koppel, uit Innsbruck. Typisch Oostenrijkse charme, hoe kan het ook anders.

Vrij snelle rit naar Lecce. Wat Firenze voor de renaissance betekent, dat is Lecce voor de barok. Heel wat steigers in de rustige binnenstad verbergen tientallen barokke praalgevels. Alle kerken hier dateren uit die periode. De Italianen werken hard om hun barokstad binnen enkele jaren als nieuwe toeristische trekpleister aan de buitenwereld voor te stellen.

Op de Piazza del Duomo geniet ik ten volle van het spel der zonnestralen op één van de gevels. Dit is de ziel van de barokstijl: spelen met de lichtinval. Minuut na minuut, naarmate de zon meer westwaarts schrijdt, verandert de gevel van uitzicht, krijgt hij steeds meer diepte.

Sommige mensen kijken vol verachting neer op de barok, die als decadent wordt gebrandmerkt. In Spanje herinner ik me de kathedraal van Santiago zélf: een hoofdaltaar van een haast barbaarse pracht en praal. Maar staren we ons blind op die overdadige architectuur, dan gaan we maar al te makkelijk voorbij aan het allergrootste muzikale genie aller tijden, toevallig ook een product van de barok: Johann Sebastian Bach. Zuiver muzikaal-technisch was hij een nóg groter genie dan zijn klassieke tegenpool Wolfgang Amadeus Mozart. Eveneens een vrucht van de baroktijd, één van de allergrootste schilders uit de kunstgeschiedenis, de belangrijkste ambassadeur van bij ons: Pieter Pauwel Rubens!!! Dus, zelfs wie niet van barok houdt, moet bekennen dat dit tijdperk een paar uitschieters van formaat heeft voortgebracht.

Vanavond ondervind ik problemen bij het wisselen van de gaspatroon van mijn kookfornuisje. De reservepatroon blijkt niet te passen. Gelukkig tref ik een andere kampeerder wiens toestel wél compatibel is. Ik krijg zijn reservepatroon, en kan me morgenvroeg dus een heerlijke kop koffie zetten. Sedert een paar weken heb ik me een koffiekannetje aangeschaft. Ik ben verzot op straffe koffie.

Over mijn hightech-uitrusting schreef ik al eens iets op 27 april. Nu heb ik het eventjes over de fiets. Bij het keuren van dit vehikel fronsen andere fietsers al eens de wenkbrauwen. Het betreft een lichtjes aangepaste postbodefiets: oerdegelijk, loodzwaar, vooraan velgrem, achteraan een remtrommel. De zeven versnellingen zijn in de achternaaf ingewerkt. Het mechanisme is zo goed als onderhoudsvrij, makkelijk af te stellen en het ontregelt omzeggens niet. Bergop schakelen gaat in een fractie van een seconde, heel wat comfortabeler dan het klassieke systeem met derailleurs. Het enige nadeel: in Zuid-Europa zijn versnellingsnaven totaal onbekend. Raakt het systeem defect, dan rest me niets anders dan een derailleur te laten monteren, wat een redelijk dure grap zou kunnen zijn. Maar vergeten we niet hoe betrouwbaar versnellingsnaven zijn, vergeleken met derailleurs. Dat werd me al in 1996 duidelijk, toen ik de reis met identiek dezelfde fiets deed.

De kledij van deze fietser dan. Deze ochtend maakte ik een foto van de Oostenrijker, Günther, met mezelf erbij. Hij in rennerskostuum – broek met zeemvel – en ik in T-shirt, sportbroekje en gewone loopschoenen. Günther merkte fijntjes op dat hij dan wel professionele kleren droeg, maar dat ik de echte professioneel was: “Hoe hou je het uit, met een gewone broek rond je zitvlak?”. Tja, als ik werk draag ik toch ook geen koersbroek, maar gewoon mijn uniform. En ik heb een vrij breed, comfortabel zadel gemonteerd. Kortom, precies het tegendeel van wat andere doen. En zadelpijn, wat is dat eigenlijk?

Home Top Gisteren Morgen Zelfde datum 1996