gisteren dag 16 vrijdag 27 april 2001 morgen
Vertrek te Rémuzat (dept. Drôme) Aankomst te Sault (dept. Vaucluse) Overnachting: gemeentelijke camping
Maximumsnelheid: 47,5 km/u Gemiddelde snelheid: 10,6 km/u Dagafstand: 63,26 km Duur etappe: 5:57u Totale afstand: 1194,7 km

Beek in de bergen

Bij mijn derde col vandaag, de col d’Aulan, 845 meter, een plezierige ontmoeting met echte Kortrijkzanen, waarin het Toeval niet ontbreekt: mevrouw is de tante van Lieven V., de echtgenoot van mijn nicht Marianne.

De ochtend begint veelbelovend: stralend weer is nog het minste, want er staat al dadelijk een redelijk straffe klim op het programma, waarmee ik de hele voormiddag bezig ben. De col de Soubeyrans ligt op bijna duizend meter, en op zo’n zevenhonderd vijftig meter krijg ik een regelrechte mentale inzinking. De fiets gaat even aan de kant; aan het eten ligt het niet, want zoals altijd neem ik een uitgebreid ontbijt: ’s morgens eet ik als de keizer, ’s middags als de koning en ’s avonds als de prins.

Een knotsgekke ingeving: ik haal mijn CD-spelertje uit de stuurtas en luister naar Bach’s Dorische Toccata en Fuga, BWV 538. Johann Sebastian is niet alleen mijn lieveling – sinds enkele maanden dan toch – maar de voortreffelijke uitvoering door de bekende Franse organist André Isoir, met het mooie berglandschap in real time, het is een ronduit surrealistische belevenis. De laatste akkoorden lijken tussen de bergen weg te galmen. Overigens betekent Bach gewoon beek. En hoewel de grootmeester heel wat muzikale (half-)goden in zijn nageslacht naliet, is er op dit ogenblik geen enkele nakomeling nog in leven. Raar maar waar: de familie Bach is uitgestorven.

Met het thema van de fuga nog in de oren klim ik nu in vrij hoog tempo naar de duizend meter. Vandaag speelt mijn bestaan zich af tussen vijfhonderd en duizend meter, hier in de streek van de roemruchte Mont Ventoux, wiens half besneeuwde top regelmatig boven de andere bergen komt piepen.

Overigens, hoe komt het toch dat ik al die hoogteverschillen zo goed ken? Wel, mijn polshorloge bevat naast een barometer en een kompas ook nog een hoogtemeter. Daardoor kan ik elke klim goed doseren. Vooral vandaag, met één serieuze stijging, twee tamelijk serieuze, en een laatste kleinere maar niet te onderschatten klimmetje, komt die hoogtemeter goed van pas. Hij werkt erg nauwkeurig, tot op tien meter!

Zo leg ik, moderne pelgrim, mijn weg af, voorzien van enkele technologische snufjes:

O, die moderne techniek. Soms laat ze het toch afweten, maar meestal lukt het wel, gelukkig maar…

Er zullen ongetwijfeld collega-pelgrims zijn die de wenkbrauwen fronsen als ze lezen met welke technologie ik reis. Zij verkiezen misschien hun GSM thuis te laten, en o.w.v. het gewicht ook hun draagbaar CD-spelertje met een discotheek van een twintigtal zilveren schijfjes. En waarom heb je in ’s hemelsnaam dat horloge nodig? Leef toch met de natuur mee!

Wel, deze collega-pelgrims antwoord ik als volgt. Neem mee wat je wil meenemen, en laat thuis wat je denkt te kunnen missen. Maar zelf neem ik niet alleen het hoognodige mee, maar ook een klein beetje luxe. Als fietser hoef ik niet op een kilootje meer of minder te kijken. Tenslotte zijn het mijn benen, mijn eigen spieren waarmee ik al die rommel over de bergen trek.

Nee, ik schaam me geenszins voor die technische snufjes. Anderzijds ben ik daarvan niet afhankelijk. Wanneer mijn GSM, mijn fietscomputer, mijn hoogtemeter of mijn CD-speler defect raken of wanneer ik ze zou verliezen, dan betekent dat hoegenaamd niet het einde van mijn reis. Ik heb graag een beetje luxe, maar ik kan ook zonder!

Home Top Gisteren Morgen