gisteren dag 47 maandag 28 mei 2001 morgen
Vertrek te Sellia Marina (Catanzaro - Calabrië) Aankomst te Cariati Marina (Cosenza - Calabrië) Overnachting: camping
Maximumsnelheid: 49,5 km/u Gemiddelde snelheid: 17,9 km/u Dagafstand: 112,68 km Duur etappe: 6:18u Totale afstand: 2931,9 km

De dagen worden steeds korter

Dit stukje beweert precies het tegendeel van wat ik allemaal orakelde op 26 april, te Rémuzat. Elke avond valt de duisternis hier vrij snel, reeds rond negenen, terwijl het thuis veel langer dag blijft, tot tien uur. Hoe komt dat eigenlijk? Wel, heel eenvoudig: ik zit veel dichter tegen de evenaar. Hoe dichter bij de evenaar, hoe kleiner het verschil tussen winterduisternis en zomerklaarte. M.a.w. in de winter zijn de dagen in Zuid-Italië een stuk langer dan in België, in de zomer een stuk korter. Aan de polen is het verschil zo groot dat de zon zich in de winter niet laat zien, terwijl ze in de zomer nimmer ondergaat. Op de evenaar daarentegen valt de avond, winter en zomer, steeds omtrent hetzelfde uur.

Ook de schemering is hier in Zuid-Italië heel wat korter dan thuis: eenmaal de zon onder de horizon gezakt, wordt het hier vrij vlug pikdonker. De bewoners van equatoriale streken kennen praktisch geen schemering.

Het verkeer in Italië

Wie goed heeft gelezen, weet wat hij waarschijnlijk ook al vroeger wist: het verkeer in dit zonnige land verloopt ietwat chaotischer dan bij ons. Verkeerslichten die niet functioneren, wegmarkeringen die ontbreken, elkaar tegensprekende verkeersborden enz… enz… Voeg daarbij de afstandsaanduidingen op sommige wegwijzers, die ronduit onbetrouwbaar zijn, en je begrijpt dat Giovanni-met-de-pet met een zekere doodsverachting achter het stuur plaatsneemt.

Hij is zich maar al te goed bewust van de vele gevaren die zijn wielen kunnen kruisen. En dat maakt van hem – zijn energiek temperament in acht genomen – een voorzichtige weggebruiker, die rekening heeft leren houden met zijn medeweggebruikers. Het klassieke grapje is maar al te waar:

Een Italiaanse immigrant neemt een autochtone Belg mee in zijn Fiatje. Hoewel het eerste verkeerslicht groen is, houdt de wagen halt, kijkt de Italiaan goed naar links, naar rechts, en rijdt dan het kruispunt over, terwijl zijn Belgische passagier de wenkbrauwen fronst. Het tweede licht is rood, maar de Italiaan rijdt gewoon door, als had er eenvoudigweg geen licht gestaan. Vraagt die Belg: “Waarom hou jij je in aan een groen licht en negeer je het rode?”

Antwoordt onze Italiaan: “Mijn broer woont hier ook in de buurt.”

Het concrete resultaat van dit rijgedrag is een verkeersdrukte met de volgende strakke hiërarchie:

Helemaal onderaan de voetgangers.

Die schapen lijken hier bijna heilige koeien: vandaag nog zag ik een woedende machinist een herder uitschelden, wiens schapen het spoor blokkeerden, waardoor de trein vertraging opliep.

De Ionische Kust die ik nu reeds drie dagen volg, in sneltreinvaart, lijkt me op het eerste zicht niet erg interessant. De Calabrische bergen links van me, de blauwe zee rechts. Kleine badstadjes en vakantiedorpen liggen her en der verspreid, soms geheel onafgewerkt: gebouwen blijven eeuwige werven, betonwapening steekt recht omhoog uit een nooit gebouwde verdieping.

Laagbouwappartementen van drie, maximaal vier verdiepingen vertonen grote gaten, daar waar sommige muren gewoon ontbreken. De gebouwen zijn daarom alleen gedeeltelijk bewoond. Pleinen en straten liggen er onafgewerkt bij. Eén enkel mooi onderhouden tuintje tussen de andere, verwilderde percelen.

Is dit het verborgen werk van de maffia? Of is het gewoon de mentaliteit van de Italiaan die goed is van wil maar zwak van vlees? Ik heb er het raden naar. In elk geval patrouilleren de carabinieri hier veelvuldig. Ze controleren voertuigen aan de lopende band, daarbij bijgestaan door honden. De kleine criminaliteit tiert hier welig, maar het optreden van de arm der wet is het beste bewijs dat het de regering in Rome menens is, kwestie van paal en perk te stellen aan de droevige reputatie van het Zuiden van de Laars. Alomtegenwoordig zijn ze hier, die carabinieri; ze laten er geen twijfel over bestaan wie hier de plak zwaait.

Had ik maar wat meer tijd om het binnenland te bezoeken! Wegwijzers in overvloed naar archeologische sites uit alle perioden van onze geschiedenis, ja zelfs de voorgeschiedenis. Maar wil ik Lecce bezoeken, dan zal de Ionische Kust wat veld moeten ruimen: kiezen is nu eenmaal verliezen. En ik moet toch nog wat bezienswaardigheden bewaren voor de volgende keer dat ik deze prachtige streken bezoek…

Home Top Gisteren Morgen Zelfde datum 1996 Zelfde datum 2002