gisteren dag 99 donderdag 19 juli 2001 morgen

Waarom ik totnogtoe geen misantroop ben geworden

Mariano heeft genoeg van deze stad. Ik moet hem wel bijtreden, wanneer me het aantal zure gezichten van de voorbijgangers opvalt. De inwoners van dit Marseille lijken allen ziek, gedeprimeerd. “Ondanks de mooie ligging van deze stad, aan een zonnige, wondermooie kust, zijn die lui hier eenvoudigweg niet in staat zich te amuseren”, beweert mijn gids. “Ze kunnen zelfs niet fatsoenlijk een evenement organiseren. Op Quatorze Juillet was hier een spectaculair vuurwerk te zien, zoals ik nog nooit zag. Slechts weinigen wisten het te appreciëren, en wanneer die enkelingen het waagden te applaudisseren, werden ze door die imbecielen nog met een scheef oog bekeken ook!”

Ik moet beamen dat ze ronduit lui zijn. Dat ondervond ik al in april, toen de gerant van een fietsenwinkel niet eens de moeite nam in zijn magazijn rond te kijken. Ik verzeker je dat hij een redelijk uitgebreide stock had, maar zijn antwoord luidde: “Oei mijnheer, voor een wiel moet u naar Aix-en-Provence gaan. Daar vindt u dat wel.”

De restaurants aan de Vieux Port zitten om klanten verlegen. “Ze verdienen niet beter!”, zucht Mariano: “Met hun prijzen zo omhoog te drijven. De laatste jaren hebben ze hun klanten weggejaagd. Eet hier een bouillabaisse: je stopt met honger, en je moet 75,- FF (€ 11,43) ophoesten. En dan heb je nog geen wijn, hé!” Ik herinner me de smakelijke, overvloedige portie op 29 april, waar de bazin me tot driemaal toe bijschepte, totdat ik niet meer kon. De wijn was er inbegrepen, en ik betaalde er 66,- FF (€ 10,06). Maar het was een achterafstraatje, waar Mariano goed thuis was, en waar alleen de buren kwamen eten. Toeristen zag je er niet.

Tja, Mariano heeft zijn buik vol van dit volkje. Hij is tenslotte niet van Marseille. Zijn ouders moesten het Franco-regime ontvluchten. Zelf heeft hij nooit Spaans geleerd.

Hoevelen zijn er niet ontgoocheld in anderen, waarmee ze samenleven? Een goede vriend van me wil bvb. België verlaten omdat hij “de egotripperij in ons landje kotsbeu is.” Het individualisme, het egoïsme dat hoogtij viert. En ook hem moet ik willens nillens bijtreden.

Toch ben ik totnogtoe gespaard gebleven van misantrope trekjes. Waarschijnlijk heb ik in mijn leven te weinig tegenslagen gekend, gelukkig maar. Doch spijts de opkomende misdaad, de normenvervaging, de grove onverschilligheid, het egoïsme, spijts depressies, agressie, politieke- en andere schandalen zie ik één pluspunt: vroeger bleef alle vuiligheid bedekt, verborgen, vandaag komt ze tenminste naar boven (zij het niet altijd volledig.) Politici bvb. beseffen dit maar al te goed. Zonder hen te willen verdedigen moet ik hun nageven dat ze het alsnog willen doen. Het is vandaag geen echt dankbare job meer om parlementslid, regeringslid of minister te zijn…

En hetzelfde kan je van andere categorieën mensen zeggen. Denk maar aan de geestelijken die – deels terecht – aan respect en macht hebben moeten inboeten. Anderzijds betreur ik het, hoe sommigen hun pastoor de les denken te mogen spellen over aangelegenheden waarvan ze niet eens de principes begrijpen. Geneeskundigen zijn eveneens hun aureool van onfeilbaarheid verloren. Ik ben enerzijds blij dat we wat mondiger zijn dan onze ouders en grootouders. Maar zijn we daarom competenter? Kunnen we daarom beter zien-oordelen-handelen? Kunnen we daardoor de diepere achtergronden op een gezonde manier interpreteren?

Pers en media hebben veel bijgedragen tot onze mondigheid. Dat is – zoals zojuist al gezegd – geen slechte zaak. Maar we zijn onszelf zo belangrijk gaan vinden dat we de TV en de pers naar de mond zijn gaan praten, kwestie niet uit de toon te vallen. De krant is onze norm geworden, en alles wat we erin lezen zijn we dus normaal gaan vinden. Norm en normaal zijn twee verwante woorden. Alles wat niet aan de norm voldoet ligt buiten die norm, is dus abnormaal.

Als we weekendongevallen, verkeersaggressie, inbraken, moord en fraude normaal zijn gaan vinden, dan scheelt er inderdaad niets met onze mondigheid, maar wel met onze bekwaamheid de realiteit te interpreteren: het vermogen tot relativeren, tot het terugbrengen van de zaken tot hun juiste proporties.

Op het TV-journaal en in de dagbladen kom je nu eenmaal veel makkelijker als je een trein doet ontsporen – liefst met veel doden – dan wel als gewoon, grijs individu. Je moet er al zesenhalve maand fietsen voor over hebben, en twaalfduizend kilometer. En dan nóg schop je het niet verder dan de regionale bladzijden en de lokale TV.

We lezen allemaal over een vader die zijn gezin uitroeit, en daarna de hand aan zichzelf slaat. Meteen hebben we een gespreksonderwerp voor bij de buren, de collega’s op het werk of de vrienden in de stamkroeg: “’t Is toch wreed hé, dat zoiets bestaat. Waar moet dat naartoe? Wat gaat de wereld toch achteruit?”

Als je met dergelijke attitude ’s ochtends je krant leest, of ’s avonds het TV-nieuws bekijkt, dan zeg je beter je abonnement op bij de dagbladuitgever en de kabel-TV. Want hoe mondig de media je ook hebben gemaakt, ze kunnen je nooit de competentie bijbrengen tot interpreteren, relativeren. Nee, zij behandelen geen normale dingen, zij mogen bijgevolg nooit onze norm bepalen. De abnormale gebeurtenissen halen het nieuws en de voorpagina’s. Heb je dat goed gelezen: de abnormale!

De wereld is niet zo slecht als de pers en de TV ons voorhouden. Geloof je me niet? Maak dan maar eens een reisje, zoals ik. Voor elk ongastvrij persoon kwam ik er tien tegen die wél gastvrijheid en welwillendheid aan de dag legden. Zij komen niet in de krant, maar die éne onnozelaar wel. Hij is nochtans de abnormale, het zijn de anderen die de norm weerspiegelen: zij behandelen me zoals het hoort.

Ja, beste lezer. Nog steeds geloof ik in de mensheid, ondanks haar onvolmaaktheden. Het geloof staat nu eenmaal centraal in mijn leven. Wie zich gelovig noemt omdat hij in de Vader, de Zoon en de Heilige Geest gelooft, die moet me maar eens weten te vertellen waar de Heilige Drievuldigheid uithangt, als hij tegelijk niet in mensen durft (of wil?) geloven.

Antwoordde de Oude Catechismus niet op de vraag “Waar is God?”: “In de hemel, op aarde en op alle plaatsen.” Soms vraag ik me echt af of we die Oude Catechismus niet beter hadden gehandhaafd. Maar kom…

Home Top Gisteren Morgen Zelfde datum 1996