gisteren dag 12 maandag 23 april 2001 morgen
Vertrek te Saint-Jodard (dept. Loire) Aankomst te Valfleury (dept. Loire) Overnachting: parochiezaal
Maximumsnelheid: 41 km/u Gemiddelde snelheid: 12,7 km/u Dagafstand: 69,08 km Duur etappe: 5:25u Totale afstand: 885,1 km

Niet in maar op

Een tent dient blijkbaar niet om erin te kruipen wanneer je ’s avonds je slaapzak over je heen trekt. Nee, zoals de weergoden – als die er al zijn – me nu behandelen, nu moet ik op de tent slapen. Eenvoudig, niet!

Je vraagt aan de pastoor of de burgemeester de sleutel van één of ander lokaal, en als de vloer er te vuil bijligt – zoals bvb. in een schuur – dan leg je gewoon je tentzeil op de grond, met daarop het matrasje en de slaapzak.

En zo gaat het vanavond alweer. De klim vanuit de Loirevallei brengt me tot zowat negenhonderd meter hoog in de mist van de Monts du Lyonnais. Koude en vocht zijn eens te meer mijn metgezellen. Het wordt zoetjesaan tijd dat ik ze naar huis stuur… met Gods goedkeuring en Zijn hulp natuurlijk.

Toch even een zwak moment tijdens de klim, die ik duidelijk onderschat heb: ik heb een rustpauze moeten inlassen, uit vrije wil. En ik heb gewacht tot mijn lichaam me ertoe dwong. Gelukkig gaat het daarna weer met zekere tred naar boven.

Op de landkaart zijn heel wat wegen groen ingekleurd. Voor leken-kaartlezers: groene wegen duiden op mooie panorama’s waarvan ik enorm zou genieten, ware het niet dat ik me intussen in de lage bewolking bevond. De auto’s rijden met lichten aan, en ik pas dubbel op. Maar hierboven is er niet veel verkeer. Nee, het enige groen dat ik te zien krijg zijn de graslanden die de bergen grotendeels bedekken.

Eindelijk kom ik boven, in het dorpje Fontanès, op zo’n negenhonderd meter zoals ik al zei. En vanaf nu gaat het naar beneden: de eerste kilometers nog vrij langzaam, daarna steeds sneller en sneller. En wanneer ik onder de mist door een fraai, indrukwekkend vergezicht mag aanschouwen trek ik de rem met tussenpozen half dicht, zodat de snelheid aanzienlijk terugloopt en ik dus langer kan genieten: ook van de afdaling zelf, maar vooral van het zicht op de brede vallei diep onder me.

Plots zie ik voor me een kerktoren, slank en scherp. Dit lijkt me wel zo gekopieerd uit Lourdes. Ook het kerkschip zelf is in diezelfde neostijl gebouwd als zijn wereldberoemde evenbeeld. Mooi vind ik het niet echt, noch hier te Valfleury, noch in Lourdes zelf. Wanneer ik deze indruk meedeel aan de pastoor antwoordt die me dat zelfs het deuntje van de beiaard uit Lourdes komt. Warempel, even later weerklinkt het refrein van dat in alle talen vertaalde, maar van oorsprong Vlaamse lied, door de stille straten van dit oude dorpje:

Ave, ave, ave Maria
Ave, ave, ave Maria

Ik stal de fiets, nog in beladen toestand, want ik kan niet wachten om de kerk binnen te gaan. De pastoor laat de deur open tot zeven uur, dus heb ik nog wel eventjes tijd om een kaarsje aan te steken ter ere van Onze-Lieve-Vrouw en ter ere van de drie heiligen wier tombe op mijn weg ligt: Sint-Pieter te Rome, Sint-Franciscus te Assisi en Sint-Jakob in Compostela.

Maar dit kaarsje wil ik tevens opdragen aan mijn collega André V. en zijn vrouw Josée. Daags voor mijn vertrek waren ze thuis op bezoek en vroegen ze me eens aan hen te denken wanneer ik te Lourdes zou passeren. Omdat zij op dat ogenblik negenentwintig jaar gelukkig getrouwd zouden zijn: “Brand maar een kaars voor ons”.

Home Top Gisteren Morgen