gisteren dag 13 dinsdag 24 april 2001 morgen
Vertrek te Valfleury (dept. Loire) Aankomst te Saint-Donat-sur-l'Herbasse (dept. Drôme) Overnachting: kloostergang
Maximumsnelheid: 46 km/u Gemiddelde snelheid: 13,3 km/u Dagafstand: 92,61 km Duur etappe: 6:58u Totale afstand: 977,7 km

Klim over het Massif du Pilat

Ik slaap uit tot bijna acht uur, pak mijn boeltje bij elkaar en verlaat na een snelle hap dit soortement mini-Lourdes. Heel makkelijk, want de afdaling bedraagt zowat tien kilometer.

In het dal loopt een lijn van Lyon naar Saint-Etienne, een lijn van drukke auto- en spoorwegen, en van een hele rits kleine en minder kleine agglomeraties. Zo strekt de metropool Lyon één van haar tentakels uit naar het zuidwesten, helemaal tot Saint-Etienne, zowat zeventig kilometer verder.

Ik snij dus deze agglomeratie in het plaatsje dat moedig de naam La Grande Croix draagt. Bij het binnenrijden van dit stadje moet ik even pauzeren. Niet dat de afdaling zo vermoeiend was, maar de achterrem is warmgelopen. Heet zelfs, omdat ik tijdens het naar beneden bollen stomweg vergeet dat ik ook nog een voorrem heb. Met mijn drinkbus spuit ik wat water op het oververhitte onderdeel, wacht nog een vijftal minuten en zoek het eerste, het beste café op voor een grote kop koffie met melk en suiker, en daarbij een flinke homp brood.

Nog even wat boodschappen doen en ik ben gewapend voor de klim over het Massif du Pilat, een berg van 1369 meter hoog. Gelukkig ligt de pas slechts op zo’n achthonderd meter. Ik verteer de klim uitstekend, heb de regenkledij al opgeborgen en laat me met matige snelheid naar beneden bollen.

Het dal van de Rhône is één van Frankrijks economische slagaders, dat voel je aan het drukke verkeer. Op beide rivieroevers ligt een spoorweg, en op elk daarvan dendert om de haverklap een trein voorbij. Daarnaast is er nog een breed kanaal dat parallel stroomt met de rivier. Aan de grote sluis van Sablon, waar ik even uitrust, worden twee grote binnenschepen versast.

Een smal, rustig wegeltje, vlak naast de stroom, beschermt de fietsers vele kilometers lang tegen de o zo drukke route nationale. En er zijn heel wat fietsers op de baan met dit lenteweertje.

Het onderdak ’s avonds laat op zich wachten, maar ik installeer me vrij brutaal in de kloostergang van een vroegere gemeenschap, half in openlucht. De priester haalt zijn schouders op en maakt geen verdere aanstalten, noch om me beter onderdak te bieden, noch om me weg te jagen. Ik ben moe, en van plan er vroeg onder te kruipen. En mocht hij nog van gedachte veranderen, dan is het bij deze te laat.

Home Top Gisteren Morgen