gisteren dag 79 dinsdag 23 juli 1996 morgen
Vertrek te Sambol (Burgos - Castillië en León) Aankomst te San Juan de Ortega (Burgos - Castillië en León) Overnachting: kloosterrefuge
Maximumsnelheid: 47,5 km/u Gemiddelde snelheid: 16,3 km/u Dagafstand: 60 km Duur etappe: 3:42u Totale afstand: 3828 km

Il est normal de laisser une obole...

Mijn dagboek wekt de interesse van Henk, Nederlands pelgrim die ik ontmoet in San Juan de Ortega. Ik vertel hem over Sambol waar ik deze ochtend vertrokken ben. Luis nodigde me nog uit voor het middagmaal, maar ik hou het liever kort, neem afscheid en beloof hem op te zoeken als ik eens enkele vrije dagen heb. En zoals altijd is zijn antwoord: “Mi casa es tu casa.” (Mijn huis is jouw huis.)

Door de veldwegel klim ik de heuvel op, neem nog enkele foto’s van de refuge, en even later is Sambol uit het zicht verdwenen. Na vijf minuutjes stel ik het verlies van mijn slaapmatje vast. Ik keer terug om het te gaan zoeken. Sambol komt weer in zicht, maar ik vind mijn spullen terug op de helling. Nu wordt de drang om terug te gaan en het middagmaal met hem te gebruiken zo groot, dat ik snel mijn rijwiel richting Hornillos keer, en nog eenmaal naar het huisje wuif. Ongetwijfeld houdt hij me met de verrekijker in de gaten, zoals hij gedurende de ganse dag de voetweg afspeurt om steeds de vermoeide gasten een kop warme koffie te kunnen aanbieden.

Ik bereik Burgos rond de middag, wandel wat rond in deze gezellige stad en eet wat, doe boodschappen, hou mijn siësta en rij dan door naar San Juan, onder een zwaarbewolkte hemel. De bergen van Oca liggen voor mij, met hun toppen in de mist, en even later moet ik zelfs schuilen voor een stevig onweertje. Maar wanneer de zon in alle geweld losbreekt zoekt iedereen zo snel mogelijk een schaduwrijk plekje op.

In San Juan de Ortega hangt een papiertje naast het busje voor de vrije giften: de pastoor is ontevreden omdat te veel mensen hier gebruik maken van zijn diensten zonder er evenwel aan te denken dat de looksoep, het warme water voor de douches (geen warm water meer, zoals bijna overal) en de koffie ‘s ochtends ook geld kosten. “Als ieder nu 200 pesetas geeft (48,- frank of € 1,20), dan kan ik deze traditie voortzetten”, zo verzucht hij. Het zou inderdaad jammer zijn mocht hij ooit verplicht zijn de deuren van het klooster te sluiten.

Dit illustreert de evolutie op de Camino. Bijna alle pelgrims beklagen zich over het gebrek aan gastvrijheid in de kloosters, en vaak is hun klacht terecht, zoals blijkt uit het incident dat mij in León overkwam op 15 juli. In vroeger tijden genoten de reizigers onderdak in zowat elk klooster dat op hun weg lag. Maar anderzijds zijn diezelfde pelgrims zélf medeverantwoordelijk voor de goede gang van zaken en kan ik de pastoor heel goed begrijpen als hij ‘s avonds in de eucharistie tijdens de homilie deze woorden uitspreekt: “Wij bedevaarders, wij zijn de Camino. Is de Jakobsgang dan niet ook onze eigen verantwoordelijkheid, van ons, pelgrims?" En zoals zo vaak zijn zij die het meest klagen tevens diegenen die het minst begrip betonen voor mensen zoals de pastoor hier, die zijn leven ten dienst stelt van de Jakobsweg…

Home Top Gisteren Morgen Zelfde datum 2001