gisteren dag 71 maandag 15 juli 1996 morgen
Vertrek te El Ganso (León - Castillië en León) Aankomst te León (Castillië en León) Overnachting: refuge in nonnenschool
Maximumsnelheid: 41 km/u Gemiddelde snelheid: 16,8 km/u Dagafstand: 70 km Duur etappe: 4:10u Totale afstand: 3604 km

Niet altijd mag de pelgrim op een hartelijke ontvangst rekenen

Ik slaap – alweer – lekker lang uit. In El Ganso is dat makkelijk, want de kleine refuge wordt overgelaten aan de verantwoordelijkheidszin van de passerende pelgrims. Dus komt niemand je uit je bed halen.

Astorga betekent voor mij nu niets anders meer dan eventjes uitrusten en mijn watervoorraad aanvullen, want ook vandaag stijgt de temperatuur tot een heel eind boven de veertig graden.

In Hospital de Orbigo hou ik halt om het middagmaal te gebruiken. Daar stel ik vast dat de mooie, comfortabele gemeentelijke refuge volledig ingenomen wordt door een groep Spaanse pelgrims... per autobus! Dit is tegen alle regels en principes van de Camino! Voor een fietser is het al erg om hier 's avonds aan te komen en dan te horen te krijgen dat je nog vijftien kilometer verder moet naar Astorga, waar de refuge overbevolkt is. Maar voor voetgangers is het helemaal niet meer te doen. Het is een regelrechte schande dat de gemeente zoiets toestaat! En dan nog in het hoogseizoen!

Dan maar tot León. De refuge was vorige keer in het politiekantoor gevestigd, maar een agent verwijst me naar de Kartuizerinnen in het centrum van de stad. Na drie kwartier raak ik hopeloos verdwaald in de kleine straatjes, tussen de vele kloosters. Ten einde raad bel ik aan zo'n gebouw aan. Na driemaal bellen en tien minuten wachten zwaait de zware deur heftig open en verschijnt een priester in zwarte soutane. Nog voor ik iets kan zeggen vloeit er een stortvloed Spaans over me uit, waarin ik echter tot drie keer toe het woord vagebond meen te herkennen. De man heeft duidelijk geen vriendelijke bedoelingen. Maar ik blijf beleefd:

De priester laat zich niet vermurwen, en neemt een belerende houding aan:

Hij voegt er nog wat onverstaanbaars aan toe. Ik geef toe dat ik dreig te ontploffen, maar met mijn laatste restje zelfbeheersing onderdruk ik de neiging om die vent de nek om te draaien:

Dit is te veel! De warmte? De vermoeidheid? De frustratie van Hospital de Orbigo? Zijn arrogantie? Ik schreeuw het uit in de smalle straat:

Tijdens deze “redevoering” beklim ik de trede waarom hij staat, zodat ik “groter” ben. En hij lijkt veel kleiner nu, is duidelijk geschrokken en weet zich geen houding meer te geven. Maar hij is nog niet klaar met mij:

Intussen heeft zich achter me een groepje mensen vergaard. Plots barst er applaus los! Een drietal komt op me af, één van hen neemt mijn stalen ros, twee anderen links en rechts van mij:

Het is te hopen dat die priester de volgende verdwaalde beeweger wat vriendelijker te woord zal staan. Want het kan toch echt niet dat hij het nonnenklooster, op minder dan honderd meter van zijn deur niet kende!

De nonnen ontvangen de pelgrims erg gastvrij, en duidelijk niet tegen hun goesting. ‘s Avonds na het avondgebed kan ik het niet nalaten om even – in naam van alle gasten – een dankwoordje uit te spreken, waarin ik deze zusters tot voorbeeld stel van de zovele religieuze gemeenschappen hier in León. Volgden zij allen dit voorbeeld, dan was het overnachtingsprobleem in deze stad opgelost.

Home Top Gisteren Morgen Zelfde datum 2001