gisteren dag 65 dinsdag 9 juli 1996 morgen
Verblijf te Corcubión met een uitstapje naar Cabo Fisterra
Maximumsnelheid: 41 km/u Gemiddelde snelheid: 14,6 km/u Dagafstand: 23 km Duur etappe: 1:35u Totale afstand: 3195 km

Naar het uiterste westelijke punt van het continent

De aanwezigheid van een wasmachine wijzigt mijn dagorde enigszins, zodat ik – dit keer zonder lading, die laat ik op de camping achter onder bewaking – de laatste elf kilometer naar Cabo Fisterra reeds in de voormiddag kan aanvangen, terwijl de was te drogen hangt.

Cabo Fisterra is niet het uiterste westen van ons continent (het echte "westen" ligt evenwel slechts enkele kilometer verder), maar het spreekt sterk tot de verbeelding omdat het hier een schiereilandje betreft dat pal zuidwaarts in zee steekt. Carlos (uit Lovendegem) vertelde me immers dat de scheepsnavigators steeds afpeilen op deze kaap, en dat dit het eerste punt van Europa is dat ze te zien krijgen na de oversteek vanuit de Nieuwe Wereld. (En Carlos kan het weten, want hij zat vroeger in de koopvaardij.)

Hoe dan ook, aan de vuurtoren, op het uiterste puntje, omringt de zee je helemaal: ten oosten een brede baai, waarvan ik gisteren de kustlijn heb gevolgd en Cabo Fisterra reeds van meer dan vijftig kilometer ver kon zien; ten zuiden zie je hoe Europa zich bergachtig verder uitstrekt in de richting van Portugal en hoe land en water aan de horizon overgaan in een azuurblauwe hemel (het is bijzonder klaar weer - je blik raakt vele tientallen, mogelijk zelfs honderd kilometer ver); ten westen is er de indrukwekkende leegte van de oceaan waarop een schip eenzaam zijn weg zoekt naar…

Meer dan een uur laat ik de sfeer van deze plaats op me inwerken. Het valt daarbij op dat de weinige bezoekers hier mekaar zachtjes toefluisteren en het voortbrengen van enig geluid volledig aan de branding overlaten.

Er loopt slechts één wegje naar de kaap, en dus zak ik verplicht weer naar beneden, naar het dorpje Fisterra, om daar een grote schotel smakelijke zeevruchten naar binnen te werken, overgoten met een goede fles witte Ribeira. Dit feestmaal kost me eigenlijk niet meer dan een ietwat uitgebreider dagmenu in Frankrijk: m.a.w. spotgoedkoop. In eigen land ben je zonder meer minstens het dubbele kwijt.

De wijn zakt me in de benen, en in deze toestand keer ik de elf kilometer terug naar de camping. Op het strand liggen slechts enkele tientallen baders. Hier kan je tenminste rustig een middagdutje doen. Aan de overbevolkte Costa Brava zou ik het niet kunnen.

Enkele uurtjes rust zijn voor mijn lichaam voldoende om de alcohol grotendeels te neutraliseren, en de eerste seconden dat ik mijn ogen weer open – nog niet goed wakker – dringt het paradijselijke van dit oord pas goed tot me door: kristalhelder, blauwgroen water, maagdelijk wit zand, voldoende schaduw onder de boomkruinen. Er is bijna geen branding, en het water nodigt me uit met zijn kristallen helderheid. Maar de temperatuur valt toch nogal tegen, en dus beperk ik me tot pootjebaden. Toch stroomt de frisheid van het water vanuit mijn voeten naar de rest van mijn lichaam.

Home Top Gisteren Morgen Zelfde datum 2001