gisteren dag 55 zaterdag 29 juni 1996 morgen
Vertrek te Monte de Gozo (Santiago - A Coruña - Galicië) Aankomst te Santiago de Compostela (A Coruña - Galicië) Overnachting: studentenkamer
Maximumsnelheid: 40 km/u Gemiddelde snelheid: 10,9 km/u Dagafstand: 5 km Duur etappe: 0:28u Totale afstand: 3049 km

Een levensdroom wordt waar

Slechts een vijftal kilometer scheiden me nog van de Praza do Obradoiro, maar in de wirwar van straatjes dreig ik nog te verdwalen, want wegwijzers ontbreken hier: onbegrijpelijk!

Maar plots bemerk je de torenspitsen, volg je de muur van het kerkgebouw onder een poort aan de noordzijde en sta je voor één van de meest beroemde gevels in de geschiedenis van Europa: het Obradoiro, het Gulden Werk. Een gevel die ik totnogtoe slechts kende van foto's of van de televisie. Samen met mij ondergaan tientallen mensen deze indrukken; mensen die eveneens de tocht maakten - te voet, al fietsend – of per vliegtuig hier kwamen – o. a. vanuit het Verre Oosten: een groepje Japanners met de onvermijdelijke fototoestellen. Want de faam van het graf van de zoon van Zebedeus reikt ver... heel ver!

Toch is Santiago niet echt een drukke stad te noemen. Waar in Lourdes bijvoorbeeld de pelgrims met vele tienduizenden dagelijks toestromen per auto, per trein, met het vliegtuig of per autocar, komen ze hier eerder in kleine groepjes toe: niet veel meer dan een paar honderd dagelijks. Toch zijn de bedevaarders overal expliciet in het straatbeeld aanwezig, met hun zware rugzakken of hun tweewieler...

De eerste uren ben ik noodgedwongen bezig om onderdak te zoeken voor een kleine tien dagen, en gelukkig vind ik een klein, rustig hotelletje op vijf minuutjes te voet van het heiligdom: halfpension kost me nog geen duizend frank (€ 25,-) per dag. Nu mijn velo en de bagage veilig achter slot en grendel staan (tegen de vele lange vingers hier) ga ik het ritueel vervullen dat miljoenen me al vele honderden jaren lang hebben voorgedaan, en dat nog miljoenen me eeuwen lang zullen nadoen. Ik leg mijn hand op de middenstijl van het hoofdportaal terwijl de Apostel goedkeurend toekijkt, vanop zijn sokkel boven mij, hoe ik mijn vingers laat verdwijnen in de gaten die door talloze aanrakingen door vroegere beewegers uit het keiharde marmer uitgesleten zijn. Heel langzaam wandel ik de kerk binnen, naar voren - door de zijbeuk, want er is een bruiloft bezig - waar het onnoemelijk rijk versierde beeld van Jakobus door een hele schare pas aangekomen pelgrims wordt begroet. En ik doe dat zoals ik een oude vriend begroet: met een schouderklopje. Onder het hoofdaltaar begint een priester een mis te lezen op het graf van de Heilige. De meeste pelgrims schuifelen zwijgend voorbij, doch een zevental personen (waaronder ikzelf) blijven er de mis volgen en ontvangen er de communie, terwijl in de achtergrond het machtige kathedraalorgel aanzwelt.

Buiten op de Praza do Obradoiro haal ik de laatste etensresten (wat brood met wat vlees) uit mijn knapzak en maak al etend kennis met Carlos en Inge, een Vlaams koppel die per wagen hier zijn en wachten op Benoit, een Vlaams fietspelgrim die ze enkele dagen geleden ontmoet hebben. En inderdaad, een halfuurtje later arriveert de Aalstenaar en verzamelen we op een terrasje rond een lekkere pint bier en een goed glas wijn. Daar nodigt Carlos ons zowaar uit op een etentje 's avonds.

En of het lekker was! Een grote schaal zeevruchten: krab, langoustines, mosselen, oesters, gamba's, scampi's, zeeanemonen en nog veel ander fijns waarvan ik de naam zelfs niet ken.

Maar ‘s middags (dus nog voor dit smulfestijn) ontmoet ik – voor de derde keer al, geloof ik – José. Enkele dagen reeds rijdt hij rond op een fiets met een defect versnellingsapparaat dat ik – tevergeefs – probeerde te herstellen. Maar hij heeft het gehaald, en kan moeilijk zijn ontroering verbergen. Ik vergezel hem terwijl hij het ritueel vervult. Doch veel tijd hebben we niet, want nog vandaag keert de Madrileen terug huiswaarts: zijn echtgenote staat al klaar met de wagen.

Home Top Gisteren Morgen Zelfde datum 2001