Geef uw groenten een stikstof oppepper
De bodem, en dus ook veel planten, zijn uitgeput. Hier en daar is duidelijk stikstofgebrek waar te nemen ( zie artikel over stikstof). Dit vooral op gronden waar er stortbuien waren en er zich wateroverlast heeft voorgedaan. Met nog wat regen in het vooruitzicht zal een bijbemesting goed uitkomen.
Het bezoek aan verschillende moestuintjes vorige week in Koksijde op échte zandgrond liet het duidelijk zien: heel wat gewassen groeien dit jaar minder uitbundig. Naast de lagere temperaturen ligt hier vooral de vele regen aan de basis. Heel veel regen zorgt onvermijdelijk voor uitspoeling van voedingsstoffen.
Het zijn stikstof (alle grondsoorten, maar meer op lichte grond) en kalium (vooral lichtere grondsoorten) die het makkelijkst uitspoelen. De beschikbare stikstof is dan ook sterk verminderd.
Geen nood, in een bodem goed voorzien van organisch materiaal, een humusrijke bodem dus, zal de stikstof stilaan weer vrijkomen. Mineralisatie heet dat ( zie artikel over stikstof).
Maar ondertussen is er wel een tijdelijke hongersnood voor de plant. Een snelle oppepper kan het leed verzachten en ondertussen de groei al op gang te brengen
Ook in de professionele vakpers staat het te lezen : bijbemesting is noodzakelijk na de vele regen. Zeker waar het gewas schade heeft opgelopen. Alhoewel, voor de professionele land- en tuinbouwer is dit op de duur niet meer mogelijk. Hij moet zich immers houden aan het MAP (B) of MINAS (NL).
Of al dan niet bijbemesting nodig is hangt natuurlijk sterk af van de voorbije lokale weersomstandigheden (hoeveelheid neerslag op korte tijd) en de grondsoort (lichte of zware grond)
Hoe de bijbemesting doen?Strooi de korreltjes tussen de planten. Zorg ervoor dat er geen meststof op de bladeren komt. Het is goed de meststof niet te ver van de plant te strooien als het een ruim geplant gewas is zoals bloemkool. Beter wat meer meststof dicht bij de planten en minder of geen in de rijen tussen de planten. (Men noemt dit bandbemesting)
De meststof licht inharken bevordert de werking en beperkt de verliezen. Na een bijbemesting is het nodig dat er wat regen valt (en dat schijnt er morgen nog maar weer eens aan te komen) Of dat je de meststof wat inregent, maar dat zal nu wel niet nodig zijn.
Welke groenten vragen om bijbemesting?
Zeker en vast de groenten die duidelijke teken van geelverkleuring vertonen. Maar ook alle groenten die lange tijd veel te nat gestaan hebben.
Alle bladgroenten (sla, prei, selder ....) kunnen nu wel een oppepper met een stikstofhoudende meststof gebruiken. Streef daarbij naar een bijbemesting met maximaal 500 gram zuivere stikstof per are (100 vierkante meter). Deze dosis is voor gewassen die nog een lange groeitijd hebben en/of die duidelijk verkleuring en groeiachterstand vertonen. Bij alle andere gewassen volststaat 300 gram zuivere stikstof per are (100 vierkante meter) Bevat de meststof 13 procent stikstof (zoals bloedmeel) dan strooien we daarvan 2,5 to 4 kilogram per 100 m². Gebruik je minerale meststof, dan is kalknitraat (15,5 % N) een snelwerkende meststof. En kan je hiervan 2 tot 3 kilogram per m² gebruiken. Je kan ook gewoon de samengestelde, al dan niet organische, groentemeststof gebruiken. Het duurt alleen enkele dagen langer vooraleer deze meststoffen hun werking tonen.
Vruchtgroenten moeten we ook extra voeding geven. Denk daarbij aan de courgettes en de pompoenen. Of de tomaten in open lucht. Hier is het beter niet alle nadruk op de stikstof te leggen. Gebruik een meststof die ook veek kalium bevat. Een ideale minerale meststof daarvoor is kaliumnitraat. Lost zeer snel op bij de minste regen of watergift en is onmiddelijk ter beschikking van de plant. Anders kunt u een samengestelde, al dan niet organische, meststof gebruiken. Let er op dat er zowat dubbel zoveel kalium als stikstof in deze meststof aanwezig is.
Wortelgroenten vragen eigenlijk niet veel stikstof. Opletten dus met bijbemesting, het zal op een iets zwaardere grond, goed voorzien van organisch materiaal, niet nodig zijn. Op lichte gronden kan je een kaliumrijke mestsstof toedienen. Maar alleen als de planten er duidelijk verkommerd bijstaan. Als de verkommering dan nog niet te wijten is aan de wortelvlieg.
Peulvruchten. Het lijkt gek maar op sommige plaatsen kunnen de boontjes wat bijbemesting gebruiken. Staan ze wat geel, is de groei er uit, geef dan een lichte bijbemesting. Staan de bonen al in volle bloei en is het gewas volgroeid dan niet meer bijbemesten.
De koolgewassen zijn natuurlijk de grootste hongerlijders. Broccoli en bloemkool en sluitkolen die nog niet aan koolvorming toe zijn hebben na de talrijke plensbuien een bijbemesting nodig. Bij spruitkool toch even opletten en de stand van het gewas bekijken. Deze planten hebben immers nog de tijd om te herstellen en de mineralisatie kan de komende maanden nog hoog zijn. Een te weelderig spruitengewas zorgt later voor kwaliteitsproblemen en omvallen van de planten.