Bruinverkleuring vruchtvlees van knolselder(ij)
Zwarte harten, deel 2
Zwarte harten, deel 2
In het bericht Zwarte harten bij selder(ij) scheppen verwarring werd nagegaan wat de oorzaken van zwarte harten zijn. Uit de drie mogelijkheden kwam ook boorgebrek naar voor. Hierbij het advies om boorgebrek te vermijden en hoe je boorgebrek kan herkennen.
Alhoewel Boor geen hoofdelement is, is het bij knolselder heel belangrijk.
Vooral op lichte gronden, met een hoge pH en onder droge omstandigheden zijn er grote problemen met boorgebrek.
De kenmerken zijn
- Gele, later afstervende hartbladeren
- Kleine knollen
- Van boven vaak hol
- Inwendig bruine tot grijsachtige proppen
- De bruinverkleuring wordt vooral in het onderste deel van de wortel waargenomen en niet bij de kop.
Door het strooien van Borax kan deze gebreksziekte niet worden voorkomen. Het strooien van Borax kan trouwens een boorvergiftiging veroorzaken bij de volggewassen.
De beste oplossing is het op regelmatige basis spuiten van een goed oplosbare boorhoudende meststof.
Bij droog en warm weer valt de booropname via de wortels bijna volledig stil.
Als deze omstandigheden zich vroeg in het seizoen voordoen is het noodzakelijk al heel vroeg te beginnen met een water geven, of anders te starten met boorbespuitingen.
Zeker vanaf augustus moeten de boorbespuitingen gestart worden. Het aantal bespuitingen is afhankelijk van het boorgehalte van de grond en schommelt tussen één en vier bespuitingen. In de praktijk wordt dikwijls om de veertien dagen behandeld vanaf begin augustus tot begin oktober.
Voor de bespuiting is het beter geen Borax te gebruiken, maar een andere vloeibare boormeststof. Borax is immers enkel goed oplosbaar in warm water.
Foto's : bruinverkleuring en holheid van het vruchtvlees. Na enkele uren doorgesneden te zijn wordt de bruinverkleuring nog veel intenser