De Duitse schlager |
|
in Nederland en België |
JOE HARRIS
°25.12.1943 - +1.6.2003
Soms krijgen er mensen een webpagina op deze site, waarvan je het nauwelijks zou verwachten. Dit is ook het geval met Joe (Joske Harris).
Toen ik als student na zijn optreden op het galabal van de V.E.K., d.i. de Vlaamse Economische Kring, in 1968 in de Brittania op het St. Baafsplein in Gent met hem aan tafel zat, had hij er een optreden met zijn Pink Umbrella' s op zitten. Joske had net zijn naam in Joe gewijzigd, want hij was in navolging van Tom Jones en Engelbert Humperdinck, de Engelse toer opgegaan. Hij had toen een hit met "Home isn' t home anymore" van het Engelse schrijversduo M. Murray en P. Callander. Toen dacht ik nog, dat sympathieke Joe een Limburger was. Veel tijd om ermee te praten had ik niet, hij was meer geïnteresseerd in mijn nicht en haar vriendinnen, die met mij mee waren en hij tracteerde.
Joe was evenwel net als ik een Westvlaming. Hij werd als Georges Lisabeth in Brugge geboren. Hij was echter afkomstig, van Zwevezele-Hille, waar zijn ouders een baancafé uitbaatten. Zwevezele-Hille, is een gehucht van Zwevezele langs de oude weg Brugge-Kortrijk, waar destijds veel halt gehouden werd om er een frisse pint te pakken, bij de terugkeer van de kust of Brugge. Joske kweelde als kind regelmatig in het café van zijn ouders een liedje mee met de juke-box en op 12-jarige leeftijd bracht hij al een eerste plaatje uit "M' n moeke is een engel". Hij liet zich eveneens opmerken met zijn versie van "Pif-paf-poef", een lied uit het begin van de jaren '50 van Kleine Janneman, die zo graag op de knie van zijn "Bompapa" zat..
Toen er een orkest in de omgeving van St. Truiden op zoek was naar een zanger hapte Jos toe en bracht hij zijn ouders zo ver, dat ze op een leeftijd, waarop men nu normaal met brugpensioen gaat, het baancafé, annex winkel in Zwevezele-Hille overlieten en naar St. Truiden verhuisden om daar opnieuw van nul af te beginnen. Tijdens zijn legerdienst bezweek Joske zijn pa echter aan een hartaderbreuk en Joske verliet het leger om samen met zijn ma de zaak te runnen. Joske bleef echter ook optreden en op een bepaald ogenblik moest hij kiezen, optreden met zijn orkest of café en winkel houden. Hij koos voor een zangcarrière. In de jaren '60 waren er immers nog bals met live-orkest, de discobar was toen nog niet in zicht … Tijdens de zomermaanden stonden Joske Harris and the Music-Fans dan in de Eden in Blankenberge op de planken. Later veranderde de naam in Joe Harris and the Pink Umbrella' s. Na zijn Engelstalige periode brak met "Eerst zien en daarna geloven", de vertaling van "Chirpy, chirpy, cheep cheep", een Nederlandstalige bloeiperiode aan. Joe zong het nummer ook in het Duits als "Erst seh'n und dann glauben". Joe en Middle of the Road prijkten in 1971 in Duitsland broederlijk naast elkaar in de hitparade. Datzelfde jaar scoorde hij ook met "Schwabadaba ding ding". Na het succesjaar 1971 volgden er voor de platenstal "Start" van Suzywafelbakker Sylvain Tack nog een aantal Nederlandstalige nummers, waarvan "Nee Katrientje, ween niet meer" (1974) het bekendste was. Sylvain vluchtte echter met zijn hele Radio Amigo hebben en houden naar Playa de Aro in Spanje en verkocht zijn "Start" label aan de Nederlandse smartlappenkoning en eigenaar van het platenlabel "Telstar", Johnny Hoes. Daar scoorde Joe in 1975 zijn grootste hit. "Griechischer Wein" van Udo Jürgens werd "Drink rode wijn". Op Telstar nam Joe nog andere vertalingen uit het Duits op, o.a. "Ik wil het knopje aan je bloesje zijn", de vertaling van "Ich möchte der Knopf an deiner Bluse sein" (1976) van Bata Illic, "Maria Magdalena" (1977) de vertaling van Karel Gott' s "Wie der Teufel es wil (Maria Magdalena)", "Santa Maria" (1980), de vertaling van de gelijknamige hit van Roland Kaiser, …
In de jaren '80 kocht hij in de Fort gemeente Itegem de taverne met feestzaal "'t Seyenhof". Hij werkte er van 's morgens tot 's avonds voor een 30 en 40+ publiek. Hij ruilde ook zijn eerste vrouw, waarmee hij al op jonge leeftijd gehuwd was, voor de veel jongere Chrissy, die hij had leren kennen op de Baccarabeker in het casino van Middelkerke. Hij stond ermee op de planken van zijn eigen zaak, zoals Eddy Wally in Ertvelde. Het liedje bleef echter niet duren, de zaak ging in 1992 failliet en ook de liefde met Chrissy, waarmee hij 7 jaar samen was, leed schipbreuk. Joe had ook niet mee kunnen profiteren van de revival van het Vlaamse lied, n.a.v. "Tien om te zien". Hij moest te veel tijd in zijn eigen zaak steken.
In de jaren '90 werd het stilletjes rond Joe. Op een bepaald ogenblik stond hij op de planken van de feestzaal en voormalige dancing Vera Cruz in St. Lodewijk-Deerlijk, waar hij voor bussen bejaarden zong, die op shoppingtrip waren en naar "productdemonstraties" kwamen kijken.
In 1994 ontmoet hij Linda, die zijn leven een nieuwe zin geeft. Hij treedt op in rusthuizen en culturele centra. In 1999 stelt men echter slokdarmkanker vast. Hij wordt geopereerd. Het is het begin van een lijdensweg met chemokuren en van een gedwongen vaarwel aan de podia.
Op zondag 1 juni 2003 is Joe in zijn Citroën Xsara teruggekeerd naar zijn Westvlaamse roots. 's Avonds werd zijn levensloos lichaam uit het kanaal Brugge-Oostende, aan de St. Pieterskaai in Brugge gehaald.