De Duitse schlager in Nederland en België

FRIESENLIED (NOORDZEESTRAND)

„Wo de Ostseewellen trecken an den Strand“:  „Mine Heimat“ (“Waar de Oostzeegolven het strand raken”)

Wo de Ostseewellen trecken an den Strand,
Wo de gele Ginster bleuht in´n Dünensand,
Wo de Möwen schriegen, grell in´t Stormgebrus, –
Da is mine Heimat, da bün ick tau Hus.
Well- und Wogenrunschen, wir min Weigenlied,
Un de hogen Dünen, seg´n min Kinnertied,
Seg´n uch mine Sehnsucht, un min heit Begehr,
In de Welt tau fleigen öwer Land un Meer.
Woll het mi dat Leben dit Verlangen stillt,
Het mi allens geben, wat min Herz erfüllt,
Allens is verswunden, wat mi quält un drew,
Hev nu Frieden funden, doch de Sehnsucht blew.
Sehnsucht na dat lütte, stille Inselland,
Wo de Wellen trecken an den witten Strand,
Wo de Möwen schriegen grell in´t Stormgebrus, –
Denn da is min Heimat, da bün ick tau Hus.
(alle Angaben ohne Gewähr, Änderungen vorbehalten)

Bron: https://www.ostsee.de/fischland-darss-zingst/wo-de-ostseewellen.html

Jullie kennen vast en zeker het lied "Waar het lied der branding ruist bij dag en nacht (Noordzeestrand)”. De bekendste versie bij ons is die van Jan Verbraeken uit 1950 en later nog de versie van Rocco Granata uit 1964. De tekst hieronder is de tekst zoals door Jan Verbraeken gezongen in de versie van 1950.

“Noordzeestrand (Waar het lied der branding ruist ...)”

Ik heb op zee m'n leven lang gevaren
M'n vissersdorp ligt aan het noordzeestrand
Ik win m'n brood met zwalpen op de baren
Toch denk ik vaak: "m'n rijkdom ligt aan wal"

Waar het lied der branding ruist bij dag en nacht
Waar 't vertrouwde huisje altijd op me wacht
Waar de meeuwen schreeuwen, boven 't golfgebruis
Daar ben ik geboren
Daar voel ik me thuis
Waar de klokken luiden: "visser vaar naar huis"
Daar ben ik geboren
Daar voel ik me thuis

Ik voel me klein wanneer de stormen huilen
Bij donkere nacht belust op zwakke buit
Maar voor geen geld ter wereld wil ik ruilen
M'n vrij bestaan als koning op m'n schuit

Waar het lied der branding ruist bij dag en nacht
Waar 't vertrouwde huisje altijd op me wacht
Waar de meeuwen schreeuwen, boven 't golfgebruis
Daar ben ik geboren
Daar voel ik me thuis
Waar de klokken luiden: "visser vaar naar huis"
Daar ben ik geboren
Daar voel ik me thuis

Waar de klokken luiden: "visser vaar naar huis"
Daar ben ik geboren
Daar voel ik me thuis
Daar voel ik me thuis

Bron: https://muzikum.eu/nl/123-1236-75855/jan-verbraeken/aan-het-noordzeestrand-songtekst.html#ixzz6qOStbwtu

Weinig mensen weten dat de schrijfster van het gedicht de golven in de Oostzee bedoelde. Nog minder mensen kennen haar naam: Martha Müller-Grählert. Ze groeide op in Zingst en schreef een gedicht over heimwee, dat in 1907 voor het eerst gepubliceerd werd in de "Meggendorfer Blätter" onder de titel: "Mine Heimat". Het gedicht werd in 1909 wettelijk beschermd. Martha Müller-Grählert werd als voorechtelijk kind geboren als Johanna Friederike Karoline Daatz. Nadat haar vader, de meester-molenaar Friedrich Grählert uit Zingst, in 1879 met haar moeder trouwde, liet hij ook haar voornaam veranderen en vanaf 1879 heette ze Martha Grählert. Ze bracht jeugd door in Zingst. Ze volgde een lerarenopleiding in Franzburg en ze was aanvankelijk ook leraar. Ze begon al vroeg met het schrijven van gedichten. In 1898 verhuisde ze naar Berlijn. Ze begon er te werken als redacteur van de "German Family Gazette" en trouwde in 1904 met Dr. Max Müller, een landbouwkundige. In de voor haar vreemde stad Berlijn schreef ze haar gedicht over de golven van de Oostzee in het West-Pommerse platduits, met als titel "Mine Heimat". Het gedicht werd in 1907 gepubliceerd in de bundel "Schelmenstück" (Schelmenstuk).
In 1911 trok ze met haar man naar Japan, die een job als gasthoogleraar in Sapporo had aanvaard. Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog keerde het koppel terug naar Duitsland. Eenmaal terug in Duitsland scheidde Martha Müller-Grählert en kwam ze daardoor in de armoede terecht. Ze probeerde haar inkomen aan te vullen met o.m. lezingen en rondleidingen. In 1920 werd haar gedicht "Mudder Möllersch' Reis na Berlin" gepubliceerd. In 1924 verhuisde ze opnieuw naar Zingst en probeerde ze daar de eindjes aan elkaar te knopen met poëzie in kranten te schrijven en het geven van leesavonden. Dat bleek echter op termijn een miskleun. Martha Müller-Grählert leefde verder in armoede. Ondanks een langdurig en uitputtend proces slaagde ze er maar niet in de auteursrechten voor het Ostseewellenlied te ontvangen.
In 1925 schreef ze deel I van "Sünnenkringel" met daarin een licht gewijzigde versie van "Mine Heimat". Deel II volgde in 1931. Sommige gedichten verschenen in het Barther Tageblatt in Riga. De uitgeverij van die krant heeft in totaal drie boeken met werken van haar uitgegeven.

Ondertussen was haar gedicht "Mine Heimat" zeer bekend geworden. Een rondtrekkende glazenmaker uit Flensburg bracht het gedicht mee naar Zürich en zo kwam het daar in handen van  de toenmalige dirigent van het mannelijke arbeiderskoor: Simon Krannig, afkomstig uit Thüringen. Hij zette tussen 1908 en 1910 het gedicht op muziek en het lied werd al vlug bekend. Soltau-uitgever Peter Fischer-Friesenhausen veranderde de tekst en publiceerde het nummer als Nordseewellenlied (Friesenlied). Het nummer ontwikkelde zich snel tot een wereldhit.
Simon Krannig werd geboren op 19 november 1866 in Gerstungen, Thüringen. Al in zijn vroege jeugd leerde hij orgel spelen. In 1891 vond hij, na jaren rondzwerven als timmerman-gezel, ging hij zich permanent in Zürich vestigen. Hij was er 32 jaar lang een actief lid van het Zürichse Arbeiderskoor en later de directeur en plaatsvervangend directeur van het koor van de St. Peterskerk. Krannig stierf op 11 december 1936 in Zürich.
In 1936 ontvingen Martha Müller-Grählert en componist Simon Krannig uiteindelijk de auteursrechten waar ze recht op hadden, te laat evenwel voor beiden om er materieel voordeel uit te halen. Voordat het vonnis uitgevoerd werd, stierf Martha Müller-Grählert nl. op 18 november 1939 in het bejaardentehuis Franzburg bij Stralsund, bijna blind, arm en vereenzaamd. Haar graf bevindt zich op de begraafplaats in Zingst met het opschrift: "Hier is mijn huis, hier bün ick aan Hus". In sommige landen werd het lied herschreven in een aangepaste versie: de Friezen, de Nederlanders en de Vlamingen zingen over de golven van de Noordzee, de Oost-Pruisen zingen over de golven van Haffes. In de Fassa-vallei, ver weg van water en golven, wordt zelfs gezongen "waar de weilanden bedekt zijn met bloemen". Tegenwoordig strekken de golven zich uit over heel Europa. De originele opname van Wo die Nordseewellen - Friesenlied, dateert uit 1935 en wordt gezongen door de Hamburgse volkszanger Bernhard Jakschtat (°25.12.1895 - + 3.5.1965).
De eerste Nederlandse cover is van Peter van Os en dateert uit mijn geboortejaar 1950, link: https://www.youtube.com/watch?v=ONjnAmuuhVE&t=13s.
In Vlaanderen werd het in 1950 een hit in de versie van Jan Verbraeken, link: https://www.youtube.com/watch?v=Gd-hpmXSioY. Het nummer werd later nog vaak gecoverd, o.m. door Rocco Granata, Jo Vally en Will Tura. Dirk C Dico van der Meer schreef de Nederlandse vertaling.

Bronnen: https://www.ostsee.de/fischland-darss-zingst/wo-de-ostseewellen.html ; https://de.wikipedia.org/wiki/Martha_M%C3%BCller-Gr%C3%A4hlert en https://de.wikipedia.org/wiki/Simon_Krannig .