gisteren dag 190 donderdag 18 oktober 2001 morgen
Vertrek te Thury-Harcourt (dept. Calvados) Aankomst te Lisieux (dept. Calvados) Overnachting: pelgrimscentrum
Maximumsnelheid: 49 km/u Gemiddelde snelheid: 13,7 km/u Dagafstand: 68,15 km Duur etappe: 4:57u Totale afstand: 11110,1 km

De aftelling begint

Onverwacht toch mooi weer, vrij warm, lichtbewolkt, brede blauwe leegten. Dit groene land, vol heuvelende weiden en bonte koeien die daarin grazen, bevalt me steeds meer. Appelboomgaarden werpen hun vruchten nog altijd af, de overgrote meerderheid ervan is hoogstam. Overal rapen de bewoners de rijpe vruchten op: de tijd van ladders is voorbij, gewoon wachten totdat die boom zelf beslist wanneer hij zijn vruchten loslaat.

Van die appels wordt uiteraard ook cider gemaakt, een drankje dat ik met smaak naar binnen giet, maar dat ik eigenlijk veel te weinig drink. Het is nochtans heel erg verfrissend én dorstlessend en smaakt naar alles behalve appels; net als goede wijn die niet naar druiven smaakt, maar wel naar de bodem, de grond waaruit de druivenstok zijn voedsel betrekt.

Cider is geen straf goedje; wil je een stevige opkikker na – NA! – een dagje fietsen over deze aardige heuveltjes, dan vraag je een calvados, kortweg: een calva. In het eerste, het beste café dat je tegenkomt. Calva wordt, zoals jullie wel zullen weten, uit cider gestookt, en deze drank heeft zijn naam gegeven aan dit departement, net zoals dat met champagne, cognac en armagnac het geval is. Of was het precies omgekeerd? Was het niet de naam van de streek, de stad, die overging op de plaatselijke drank? Ach, in deze dichterlijke bui permitteer ik me wat dichterlijke vrijheid, na amper één enkel glaasje van het edele vocht…

In poëtische sferen rij ik Lisieux binnen, waar Thérère Martin – de “kleine” Theresa – haar bedevaartsoord heeft. De laatste decennia mag het er dan wat kalmer aan toegaan, maar de gigantische basiliek, in een ondefinieerbare neostijl, vele malen groter dan de basilieken van het wereldberoemde Pyreneeënstadje, die basiliek hier bewijst dat het hier bijwijlen toch druk moet geweest zijn.

Het gebouw imponeert meer door zijn afmetingen dan door de architectuur die – vergeef me – wat kitscherig overkomt. De negentiende eeuw, en de eerste helft van de twintigste was de tijd van de triomferende Kerk, een tijdperk dat ikzelf wat oneerbiedig het Koekelbergkatholicisme ben gaan noemen. De Heilige Katholieke en Apostolische Kerk, de Enige Ware, de Enige Weg naar God; buiten Haar geen heil. De opeenvolgende pausen, vanaf Pius IX via Leo XIII, Pius X, Benedictus XV, Pius XI tot de gecontesteerde oorlogspaus Pius XII plaatsten zichzelf een trapje hoger dan hun medebisschoppen: de bisschop van Rome niet meer als Eerste onder Gelijken, maar als Pontifex Maximus op de top van de pyramide, “met alleen nog God boven zich”, aldus superpaus Pius XII.

Heeft Lisieux wat achteruitgang geboekt onder de invloed van Vaticanum II, toen Johannes XXIII en Paulus VI komaf poogden te maken met dit pauselijke absolutisme? Heeft Thérèse nog een boodschap in de postconciliaire Kerk? Heeft zij nog iets zinnigs te vertellen aan wie zich van de Kerk distantieerde? Allemaal vragen waarop alleen de toekomst het antwoord zal geven. Voor mij persoonlijk ligt Thérèses boodschap niet bepaald makkelijk. Alleen daarom al vind ik haar het beluisteren waard…

Home Top Gisteren Morgen