gisteren dag 36 donderdag 17 mei 2001 morgen
Vertrek te Sestu (Cagliari - Sardinië) Aankomst te Assemini (Cagliari - Sardinië) Overnachting: bed post Misericordia
Maximumsnelheid: 30,3 km/u Gemiddelde snelheid: 11,3 km/u Dagafstand: 17,84 km Duur etappe: 1:34u Totale afstand: 2031,1 km

Het heiligdom van San Gemiliano

Zoals het een pelgrim past, begint de dag om halfacht met een mis in de kapel van de zusters Franciscanessen. Daarna samen met de pastoor een snel Italiaans ontbijt in een café: cappuccino en koekjes. We weten onderhand wel dat Italianen gek zijn op zoetigheden.

De fiets ondergaat een grondige controle. Bij de fietsenmaker laat ik het achterwiel weer even opspannen. Nu de spaken weer stevig aangedraaid zijn, kan ik met een gerust gemoed verder. Een panne aan het achterwiel zou heel wat ergere gevolgen kunnen hebben, want spijts het grote aantal fietsenmakers zijn versnellingsnaven hier zo goed als onbekend. Mijn zevenversnellingsnaaf geniet de voorkeur, zeker tijdens het klimwerk, omdat schakelen heel comfortabel geschiedt, vergeleken met een derailleur.

De fietsenmaker weigert resoluut een vergoeding, zelfs geen fooi. Nochtans heeft hij meer dan een halfuur besteed aan mijn machine, de ketting nog gesmeerd, en de wielen gelijkgericht: “Prima fiets, mijnheer. Daarmee raak je nog ver!”

Op zo’n vijf kilometer buiten Sestu hou ik halt bij het heiligdom van San Gemiliano. Rond een kleine romaanse kapel werd onlangs een soort van kloostergang opgetrokken, in een cirkel van zowat vijfenzeventig meter doormeter. Rond het kerkje kreeg het park een grondige opknapbeurt. In de perken tussen de natuurstenen wandelpaden zijn vrouwen druk doende met het planten van bloemen tussen de dennen en de palmen. Er staan ook enkele speeltuigen opgesteld voor de kinderen.

De mensen lichten me in over het feest dat hier zaterdag en zondag zal worden gevierd. Hoe jammer dat mijn vertrek reeds morgenavond valt.

In dit paradijsje kwetteren honderden zwaluwen. Hagedissen komen voorzichtig tevoorschijn van onder de struiken, en vluchten schichtig weg voor de spelende kinderen. De vrouwen tateren er lustig op los, en dit alles onder een aangenaam lentezonnetje. Wat wil een mens nog meer? Zelfs de geuren van bomen en bloemen mengen zich in de neusholte tot een goddelijk parfum dat diep in de longen binnendringt.

De kapel is onregelmatig van vorm: de feitelijke binnenruimte bestaat uit twee gelijke beuken, zonder transept. De buitengeluiden dringen hier niet door, en met het gedempte licht heerst hier een onwezenlijke, ontegensprekelijk heilige sfeer.

Een driebeukig voorportaal zonder muren, vier traveeën lang, lijkt met al die vrolijk zingende zwaluwen, wier nesten onder het dakgebinte hangen, op een concertzaal. De geluiden, versterkt door het tongewelf, vliegen tussen de zuilen naar buiten. Geen wonder dat al die lui hier zich zo uitsloven voor dat feest: zulke vredige, prachtige oases zijn zeldzaam. Wie het geluk heeft hier in de buurt te wonen, waardeert zijn patrimonium en koestert het, om het in goede staat te kunnen doorgeven aan de nakomelingen.

Het zwoele weer maakt me lui, en bijna drie uur lang vertoef ik op een dorpspleintje: lekkere siësta terwijl ik het hele dagboek herlees en de donderbeestjes me wat plagen. Doch de Hoffelijkheid is totnogtoe een niet gebroken rode draad, nu een maand en bijna een week lang al.

In ditzelfde dorpje, Assemini, is er – net als in Sinnai eergisteren – eveneens een Misericordia, waar gastvrijheid heilig is. De leden maken er ’s avonds een vrolijke boel van door allerlei grappen met mekaar uit te halen. De één haalt de hesp tussen de ander zijn brood vandaan; fietswielen worden losgevezen; een noodoproep gesimuleerd vanaf een GSM (de Misericordia beschikt immers over een ambulance, en deze ploeg houdt permanentie). Nog net kan vermeden worden dat iemand een hap neemt uit een homp brood die hij net daarvoor nietsvermoedend in motorolie doopte i.p.v. olijfolie.

Een echte oproep: de ziekenwagen moet een gewonde wegbrengen naar het ziekenhuis te Cagliari, gevolg van een verkeersongeval. Gelukkig zijn er geen doden te betreuren. Op mijn twaalf dagen aanwezigheid op dit eiland is dit het eerste ongeval waarvan ik kennis neem.

Goed onderhouden wegen nodigen de Sarden uit tot een mediterraan rijgedrag: onstuimig, handig manoeuvrerend in de soms smalle straatjes, rode lichten passerend. Maar altijd hoffelijk en voorzichtig in de buurt van zwaarbeladen tweewielers. Hoewel ze snel accelereren, en zo de indruk wekken erg gehaast te zijn, zie ik aan elk verkeerslicht de raampjes naar beneden glijden en de mensen met elkaar converseren – meestal joviaal, een enkele keer een kleurrijke scheldpartij.

Zodra het licht groen wordt en de voorste auto niet onmiddellijk vertrekt, of snel genoeg optrekt, resulteert dit in een kakofonie van claxons: voor ons, zogenaamd nuchtere noorderlingen, is deze paradox moeilijk of zelfs helemaal niet te begrijpen. Maar als autobestuurders dan toch hun frustraties moeten uiten, dan verkies ik deze Italiaanse slag boven wat er vaak bij ons in de krant verschijnt onder de noemer verkeersagressie. Wij, zogenaamd nuchtere noorderlingen, wij passeren niet alleen een rood licht na eerst gekeken te hebben of er geen dwarsverkeer aankomt. Wij negeren het gewoon, zonder kijken, onszelf en anderen daardoor in levensgevaar brengend. Wij, nuchtere Vlamingen, wij schelden niet alleen, maar gaan zelfs met elkaar op de vuist, en schieten mekaar bij gelegenheid gewoon overhoop. Welk een voorbeeld zijn wij voor onze (eigen) kinderen?

Maar laat ons niet te negatief worden. Dat de bevolkingsdichtheid in België zes keer hoger ligt dan op dit kalme stukje Italië is zeker een verzachtende omstandigheid.

Wanneer de ziekenwagen terugkeert gaat de grollen en grappen gewoon door. De rol toiletpapier op het damestoilet werd vastgekleefd, en één van de dames roept wanhopig vanachter de gesloten deur om een nieuwe rol, wat alweer voor enige hilariteit zorgt. En op de PC verschijnen plots pornobeelden, iets waartegen de oudere, vrouwelijke leden met klem protesteren. Ze dwingen de jongemannen het toestel uit te schakelen. Hoeft het nog gezegd te worden: voortdurend staat er iets te eten op tafel, en eenieder bedient zichzelf naar believen.

Home Top Gisteren Morgen Zelfde datum 1996