gisteren | dag 29 | donderdag 10 mei 2001 | morgen | |
Vertrek te Bono (Sassari - Sardinië) | Aankomst te Tiana (Nuoro - Sardinië) | Overnachting: tent in gemeenteparkje | ||
Maximumsnelheid: 49,5 km/u | Gemiddelde snelheid: 12,6 km/u | Dagafstand: 71,82 km | Duur etappe: 5:41u | Totale afstand: 1807,5 km |
Sardinië is een boterpot…
…of een boterberg. Want alweer val ik er met
mijn Q middenin. Het afscheid van Raimundo en Margherita hou ik zo kort mogelijk,
met de belofte hen in Genk
op te zoeken na mijn thuiskomst.
Een mooie, rustige afdaling voert me vanuit de bergen een brede vlakte in, bevloeid door het riviertje Tirso dat ik even volg. Over een zeer slechte weg doe ik mijn bijnaam El Camion alle eer aan: de gamellen rammelen zodanig dat ze op honderd meter goed hoorbaar zijn. Had ik op de kaart dit wegeltje niet aangeduid, ik zou gewis naar het Niets gereden zijn. De streek is quasi onbewoond. Een nuraghe, een oude ronde toren, zoals Sardinië er vele telt, is het enige gebouwtje.
De weg wordt gelukkig beter en een nieuwe klim begint
over een lage heuvelrug. In het stadje Orani ben ik aan een lange siësta toe. De schapenkaas die
Margherita me in ruime porties meegegeven heeft, begint te werken. Een stevige
klim in de hogere versnellingen is het resultaat. Een wagen van de carabinieri
rijdt verscheidene malen de berg op en af. Misschien verkeren ze in de mening
dat ik één of ander verboden product heb ingenomen, want het
aanzienlijke stijgingspercentage hindert me geenszins. Zo vreet ik
mijn kilometers
al stijgend en dalend. Doch elke klim verloopt wat langzamer en moeizamer.
In het dorpje Tiana vind ik het welletjes en val ik bijna letterlijk het eerste,
het beste café binnen.
Bezweet, maar steeds hoffelijk en voorkomend, maakt mijn verschijning prompt alle tongen los. In minder dan tien minuten heb ik al twee pintjes aangeboden gekregen. Onnodig te vertellen hoe ik ze maar al te graag naar binnen giet. Tijd om mijn presentatiebrief op te diepen. De stamgasten roepen er Alvaro bij die perfect Spaans spreekt – zijn vrouw is van ginder. Terwijl ik mijn bier rustig opdrink, bezoekt Alvaro gauw de burgemeester en begeleidt me naar mijn kampeerplaats in een vlekkeloos onderhouden stadspark, waar de lokale jeugd me – zoals steeds - nieuwsgierig opneemt tijdens het opzetten van de tent.
Alvaro biedt me zijn badkamer aan voor een warme douche:
altijd het moment suprème na een dag fietsen in de bergen. Hij begeleidt me naar de winkel
en haalt een klein tafeltje bij hem thuis dat hij naast het tentje neerpoot.
En hij helpt me bij het bereiden van mijn avondmaal: d.w.z. hij loopt nog tweemaal
huiswaarts om brood, gebakken sardientjes (Sardinië!), sla en geiten-
en schapenkaas.
Ik vrees dat, wanneer mijn moeder dit allemaal leest, ze alles in het werk zal stellen om deze spontane gastvrijheid nog te overtreffen, mochten er thuis bedevaarders passeren.
Home | Top | Gisteren | Morgen | Zelfde datum 1996 |