gisteren dag 133 zondag 15 september 1996 morgen
Vertrek te Saint-Omer (dept. Pas-de-Calais) Aankomst te Ieper (prov. West-Vlaanderen) Overnachting: hotel
Maximumsnelheid: 36,5 km/u Gemiddelde snelheid: 16,7 km/u Dagafstand: 59 km Duur etappe: 3:30u Totale afstand: 6547 km

Orgelpracht te Saint-Omer

Ik combineer de hoogmis met een bezoek aan de basiliek. De liturgie is keurig, verzorgd, de koorzang wordt op een bescheiden manier begeleid door de donkere, buitengewoon warme en “directe” klankrijkdom van het grote orgel.

Wie mij kent weet dat ik met orgelmuziek een haat-liefderelatie heb. Toch hecht ik veel waarde aan de aanwezigheid van een pijporgel in een kerk. Elk van deze instrumenten heeft immers zijn eigen karakter, werd door zijn bouwer van die stemmen voorzien die het best passen (of pasten) met de akoestische kwaliteiten van het kerkinterieur.

De basiliek van Saint-Omer is een gotisch gebouw, van enigszins bescheiden afmetingen. Het orgel dat voor deze ruimte gebouwd werd past wonderwel: zowel het bijzonder rijke meubel uit de baroktijd als het muziekinstrument zelf dat door niemand minder dan de Parijse bouwer Aristide Cavaillé-Coll werd gerestaureerd en gewijzigd, zodat het – volkomen terecht – wordt beschouwd als één van de allerbeste instrumenten ooit gebouwd.

Zeer concreet betekent dit dat wanneer de organist zeer zachtjes speelt, elke stem toch zeer goed hoorbaar is, en direct, vanaf de eerste fractie van de eerste seconde, onze trommelvliezen aanspreekt, waar we ons ook in de kerk bevinden: boven op de tribune, vlak bij het pijpwerk, of beneden in de kooromgang. Telkens een register wordt opengetrokken, verrijkt dit ogenblikkelijk het klankpalet, en dit totdat – alle registers open – een machtige, volle en rijke waterval van muziek a.h.w. vanuit de reusachtige orgelkast hoog in de gewelven naar beneden de kerk binnenstroomt.

Na de middag krijg ik de kans om met de organist, een oude kennis, mee naar boven te gaan, en zelfs hier, vlak bij de 3300 pijpen klinkt de muziek niet oorverdovend. Dit is één van de zeer weinige instrumenten waar de organist zelf kan meegenieten, want hij hoort de muziek op bijna dezelfde manier als de mensen beneden. Zonder moeite overwin ik mijn gevoel van onbehagen dat me vaak bekruipt wanneer orgelklanken mijn gehoor prikkelen.

Met deze indrukwekkende muzikale en spirituele ervaring nog in het hoofd en de oren neem ik stilaan afscheid van een land dat vele weken lang mijn thuis is geweest. En ik heb me er zeker thuis mogen voelen, heb er enkele goede vrienden aan overgehouden, van wie ik vermoed dat ook zij binnen afzienbare tijd mijn land en mijn streek zullen bezoeken.

De zon begeleidt me langs Cassel en Steenvoorde, en aan de grens rij ik Watou binnen, op een boogscheut van Poperinge. En geloof het of niet, maar onmiddellijk worden de rijwielen verwezen naar… het fietspad. Fietspaden zijn bij onze zuiderburen nagenoeg onbekend; al die duizenden kilometers doorheen Frankrijk heb ik misschien een vijftal kilometer op een piste cyclable gereden, al de rest van die tijd overgeleverd aan de gevaren van het autoverkeer.

Over het algemeen zijn de gewone autobestuurders nogal voorkomend tegenover de zwakke weggebruikers: fietsers krijgen de ruimte die ze nodig hebben. Maar zoals ik eergisteren schreef geldt dat niet altijd: vooral in de vrachtwagens zitten vaak regelrechte dwazen achter het stuur. Sorry, voor wie zich geviseerd voelt, maar ik herhaal het: dwazen! Een ander vervelend feit is dat vele wegen onaangekondigd uitlopen op grote snelwegen waar je als fietser niet verder mag. Nu kennen wij, Belgen, dergelijke situaties ook, maar hier staan dan tenminste kleine wegwijzertjes die de velo's naar alternatieve wegen leiden. In Frankrijk moest ik regelmatig een heel eind terugkeren om dan door allerlei kleine wegjes, met veel omwegen toch mijn doel te bereiken.

In Poperinge is veel volk samengestroomd voor de Hoppefeesten. Aan een geldautomaat plunder ik gauw mijn bankrekening, want mijn laatste Belgische franken speelde ik samen met mijn rugzakje kwijt in Vézelay. Omdat ik vrees moeilijk onderdak te vinden in dit door mensenmassa’s overstroomde plaatsje besluit ik door te gaan tot Ieper, waar ik, na enig zoeken, toch nog ergens binnenraak.

En nu… ga ik frieten eten, met een lekkere, vettige curryworst-speciale. Smakelijk!

Home Top Gisteren Morgen Zelfde datum 2001