gisteren dag 115 woensdag 28 oogst 1996 morgen

Waar is mijn goede fondantchocolade toch naartoe?

Hoewel ik een rustdagje gepland heb om het stadje en de vermaarde basiliek te bezoeken, sta ik vrij vroeg op, samen met Wim, maar ik kan nergens mijn rugzakje terugvinden waarin mijn proviand zit. Wim geeft me wat van zijn eigen brood en na het afscheid kan ik weinig anders doen dan op de baas wachten. Misschien staat mijn rugzakje op zijn kantoor.

Rond negenen arriveert de herbergier, maar mijn rugzakje, daar weet hij niets van. Ach, zou ik die gisteren vergeten zijn aan het kerkje van Saint-Père, onderaan de heuvel? Nu ja, dat zal er waarschijnlijk niet meer liggen.

Plots ontploft er een bom in mijn hoofd. Mijn reischeques en – onvergeeflijk – mijn identiteitskaart zitten in dat rugzakje! Tegen mijn gewoonte in, maar ik vergat ze terug in mijn heuptasje te steken toen ik ze in Taizé ging afhalen, waar ik ze in bewaring had gegeven tegen lange vingers… Oh ramp! Ik rij de berg niet af, ik vlieg er bijna af, en zou zelfs te griest naar beneden willen gereden hebben als enige voorzichtigheid mij niet had tegengehouden. Mijn vrees wordt bewaarheid. De conservatrice van het museum bevestigt me dat ze het zakje zag liggen. Maar in de mening dat de eigenaar het kerkje aan het bezoeken was heeft zij het zakje laten liggen waar het lag.

Okee, okee! Het is gebeurd en vloeken helpt niet. Dan maar aangifte gaan doen bij de Gendarmerie, een telefoontje naar Amexco-Brussel, daarna naar Amexco-Parijs. Op mijn vraag of er daar ook mensen zijn die Nederlands spreken meldt de telefonist mij: “Pas de problème, monsieur. Un instant s.v.p.” En even later klinkt de vriendelijke stem van een lieve juffrouw met Hollands accent door de hoorn. Zij vraagt me allerlei inlichtingen, en zegt me om rond vier uur opnieuw contact op te nemen.

Ondertussen tracht ik tot rust te komen, bezoek het stadje, betreed de wereldberoemde basiliek die toegewijd is aan Maria Magdalena en ga eens wat duurder eten – ik beschik nog over voldoende francs in cash geld om me dit nu te permitteren. Rond vieren bel ik Parijs opnieuw op en krijg het adres van een bank te Avallon – een stadje, zo’n vijftien kilometer meer naar het oosten. Het lag eigenlijk in mijn bedoeling om noordwest te reizen, maar die omweg is nu eenmaal nodig om mijn geld te kunnen recupereren.

Wat ik niet recupereer zijn 2800,- Belgische frank (€69,41), mijn eten, mijn identiteitskaart – gelukkig stelden de gendarmes mij een voorlopig identiteitsbewijs op – en bovenal: mijn goede, Belgische zwarte chocolade. Dat laatste vooral is onherstelbaar! Wat heb ik te winnen? Het bewijs dat ik moreel sterk genoeg ben om dit leventje nog enkele weken vol te houden, hoewel ik even in de verleiding kwam om het meest nabije spoorwegstation op te zoeken… Het is niet altijd zonneschijn, zo’n pelgrimstocht, maar juist het contrast tussen mooie en minder mooie ervaringen maakt het tot zo’n rijk gebeuren waarmee ik heel wat inspiratie opdoe, nog vele jaren lang…

Home Top Gisteren Morgen Zelfde datum 2001