gisteren dag 96 vrijdag 9 oogst 1996 morgen
Vertrek te Livinhac-le-haut (dept. Aveyron) Aankomst te Conques (dept. Aveyron) Overnachting: klooster van de Norbertijnen
Maximumsnelheid: 40,5 km/u Gemiddelde snelheid: 15,8 km/u Dagafstand: 26 km Duur etappe: 1:40u Totale afstand: 4656 km

Een radio-interview

Alle anderen zijn reeds vertrokken wanneer ik ontwaak, iedereen, behalve Yves, wiens schelp nu op mijn borst hangt. Mijn schouder is al heel wat beter, en ik profiteer van de zonnige ochtend om – zonder bagage – een fietsenmaker op te zoeken in Décazeville, zodat die mijn achterwiel weer vlekkeloos recht kan trekken.

Terug in Livinhac ontmoet ik Yves die een wandelingetje maakt met… zijn ezeltje. Het brave beest droeg de bagage van twee personen. Ik spoed me naar de winkel, haal eieren, groenten, kaas en fruit en brouw hieruit een middagmaal dat we beiden best lekker vinden. Yves is stil geworden, nu het lot hem niet zo gunstig gezind is geweest en hij zijn tocht zo abrupt moet afbreken. Maar hij toont een meer dan normale belangstelling voor mijn ervaringen, en de vraag die op zijn lippen brandt komt er dan eindelijk uit:

Yves investeert een deel van zijn vrije tijd in een lokaal radiostation, en hij wil me een interview afnemen. Uiteraard voel ik me bijzonder vereerd, zeker nadat hij me geruststelt dat mijn – niet echt vlekkeloze – Frans geen probleem is. De eerste keer in mijn leven dat iemand me interviewt, en dat nog niet eens in mijn moedertaal.

Vijfentwintig minuten lang laat hij me opnieuw vertellen wat ik hem al tijdens het koken en het eten verhaalde, waarbij zijn vragen zich ertoe beperken enige structuur in het gesprek te injecteren. Een deugddoend moment is het wanneer hij me de cassette nog eens laat beluisteren, en alles wat ik wilde zeggen staat erop, niet meer of minder. Ik hoor mezelf praten: rustig, duidelijk, met kleine taalfouten en een echt Vlaams accent dat niet moet onderdoen voor dat van onze Belgische eerste minister: een accent dat in Yves’ oren echter buitengewoon charmant schijnt te klinken. Al bij al ben ik trots op dit interview. Een kopie van de cassette krijg ik thuis toegezonden, zo belooft hij me.

Het laden van mijn bagage neemt zowaar een half uur in beslag, maar dan vertrek ik weer met mijn “nieuwe” velo: keihard opgepompte banden, kaarsrechte wielen. En mijn “nieuwe” schouder veroorzaakt geen pijn meer. Het is dan ook een uitermate goedgehumeurde pelgrim – inderdaad, nog steeds – die Conques binnenrijdt, met het zweet nog op zijn voorhoofd, want die laatste helling was nogal lastig.

De paters Norbertijnen ontvangen de bedevaarders met veel gastvrijheid, respect zelfs. Op mijn antwoord waar ik vandaan kom vragen ze me of ik soms al eens een bezoek gebracht heb aan hun confraters te Averbode en Tongerlo. Over het unieke, wondermooie plaatsje Conques kan ik niet veel schrijven, beste lezer. Wel dat het een van de zeer weinige plaatsen is in Frankrijk die onder een speciaal, beschermend statuut vallen: kortom, een aanrader voor iedereen die in dit deel van het land met vakantie is.

In Conques maak ik tevens kennis met een jonge française, Marie-Virginie Cambriels.

Vanaf morgen neemt mijn reis een andere wending en zal mijn manier van leven misschien wat wijzigingen ondergaan: ik verlaat nl. de Jakobsweg, en richt mijn voorwiel stilaan richting Boergondië en Taizé. Maar ik blijf, hoe dan ook, nog steeds beeweger. En dat bevalt me best...

Home Top Gisteren Morgen Zelfde datum 2001