gisteren dag 84 zondag 28 juli 1996 morgen
Vertrek te Uterga (Navarra) Aankomst te Roncesvalles (Navarra) Overnachting: kloosterrefuge
Maximumsnelheid: 53 km/u Gemiddelde snelheid: 14 km/u Dagafstand: 67 km Duur etappe: 4:46u Totale afstand: 4079 km

Mijn pas overleden buurvrouw reist met me mee

Lekker lang uitslapen in de minirefuge van Uterga, en flink ontbijten onder de felicitaties van de dorpelingen terwijl ze in de rij staan voor een vrachtwagen waar brood wordt verkocht: toestanden die we in eigen land niet meer meemaken, maar waarvan een mens toch zalig kan genieten.

Het deert me niet meer dat zij vrij snel spreken, ik ben de Spaanse tongval nu stilaan gewend. Te vroeg gejuicht, want een oudere man spreekt me vriendelijk aan, doch ik versta er niet de eerste letter van. Gelukkig komt zijn buurvrouw me te hulp en vertaalt het Baskisch in duidelijk Spaans.

Een stevige noordwestenwind teistert de wieken van een veertigtal reusachtige moderne windmolens op de Alto del Perdon, een bergkam ten zuiden van de grote stad; niet bepaald bemoedigend, want na veel moeite, zuchten en vloeken kom ik op het hoogste punt aan: voor mij strekt Pamplona zich uit, terwijl de diepere betekenis van de naam van deze bergpas goed tot mij doorgedrongen is, omdat mijn benen er echt pijn van doen. Zelfs bergafwaarts blijft het duwen tot in de stad.

Ik bel even Jef R. op: de man is ziek van verdriet. Na éénenveertig jaar gelukkig samenzijn blijft hem de leegte: “Martha kloeg nooit. Ik denk niet dat ze nog veel pijn heeft gehad.”, stelt hij me enigszins gerust. Martha’s ziekte en pijn waren voor haarzelf minder belangrijk dan het aardse Leven dat na haar heengaan gewoon verdergaat. Ze heeft dat voorzien en bereidde haar Jef daarop voor: “Ze was zo simpel”, fluistert Jef, en ik beaam: “Een vrouw uit Waanrode, van Waanrode en voor Waanrode.” En de enorme volkstoeloop op haar begrafenis bewijst dit.

Toch vindt Jef de moed om me te vragen hoe het met me gaat, en zo komen ook enkele bijzondere anekdotes ter sprake die ik meegemaakt heb en die voor de beewegers dagelijkse kost (kunnen) zijn.

Toch nog enthousiasme in zijn treurige stem. Martha heeft hem beter voorbereid dan hijzelf nu beseft, en ook deze gedachte stelt me gerust. Ik mag dan ook bidden dat deze man na zijn rouwperiode toch nog zijn levenslust mag terugvinden. Maar haar vergeten? Nooit!!!

In Pamplona eet ik eens een luxemenu om mijn laatste pesetas zoveel mogelijk op te maken. Tijdens de beklimming richting Pyreneeën moet ik de jogging uittrekken, niet alleen o.w.v. het zweet vanwege de vele hellingen, maar vooral omdat de zon er flink op losbrandt.

Op drie kwartier tijd bedwing ik – met slechts één korte pauze – een hoogteverschil van zowat vierhonderd meter, op vijf kilometer afstand. De gedachte aan Martha’s nabijheid geeft me enorm veel moed en kracht. Met het verstand op nul draaien mijn benen al het gewicht vrijwel moeiteloos naar de achthonderd meter, en daarvoor heb ik de kleinste versnelling zelfs niet nodig. Dit hou ik vol tot in Roncesvalles, op 920 meter boven zeeniveau. Ik neem mijn intrek in de kloosterrefuge, ga me wassen, eet een laatste keer erg uitgebreid – mijn Spaans geld is hiermee ongeveer opgebruikt – terwijl ik deze regels noteer, en kruip omstreeks halfelf onder de wol.

 
Home Top Gisteren Morgen Zelfde datum 2001