gisteren | dag 83 | zaterdag 27 juli 1996 | morgen | |
Vertrek te Viana (Navarra) | Aankomst te Uterga (Navarra) | Overnachting: piepkleine refuge | ||
Maximumsnelheid: 62 km/u | Gemiddelde snelheid: 16,2 km/u | Dagafstand: 71 km | Duur etappe: 4:21u | Totale afstand: 4012 km |
Nog maar eens uitgenodigd op een fiesta
Na een natte rit ontmoet ik… alweer Vlamingen. Er komt blijkbaar geen einde aan, maar ik ben er eigenlijk niet rouwig om.
't Was wederkerig. Tot (weer-)ziens in Gent.
Deze ontmoeting vindt plaats in Puente la Reina, waar het feest en kermis is – Sint Jakob? – en waar ik dus zeker geen oog dicht zal kunnen doen, ware het niet dat… beide refuges volzet zijn.
Eigenlijk ben ik blij de drukte te (kunnen) ontlopen, zodat ik uitwijk naar een klein dorpje op weg naar Pamplona: Uterga. Er is hier een minirefuge met plaats voor... twee personen. Maar Uterga is niet zo bekend in bedevaardersmiddens; de meesten reizen immers in één etappe recht van Pamplona tot Puente la Reina, zodat in dit kleine dorp niet alle dagen pelgrims te zien zijn.
In het enige cafeetje val ik letterlijk in het dorpsleven. Eén van de aanwezige mannen spreekt een aardig woordje Frans – als vrachtwagenbestuurder passeerde hij zelfs in België. Hij nodigt me uit een kaartje mee te leggen. De spelregels lijken wat op “wiezen”, doch toch blijven er enkele duistere punten, en ik ben al geen erg gehaaid kaartspeler. Maar deze Baskische spelregels leren wij – Indo-Europeanen – niet zomaar in één dag, ingewikkeld als ze zijn, net als dat geheimzinnige taaltje dat zij onder elkaar spreken, en waarop ze – met recht en reden overigens – zo trots zijn. Wat ze wel met andere Spaanse volkeren gemeen hebben is hun wijze van kaarten delen: één voor één, niet vier-vier-vijf zoals wij Vlamingen; bovendien delen zij tegen de klok in.
Ik rammel stilaan, ondanks mijn overvloedig middagmaal in Estella (dat ze hier Lizarra noemen). Het loopt immers al tegen negenen. Maar de patron stelt me gerust: om halfelf – halfelf?! – is er warm eten. Dit betekent: morgen niet te vroeg uit de veren.
Kwatongen beweren dat de inwoners van Navarra verre van vriendelijk zijn. Wel, hier in Uterga ervaar ik het tegendeel. Het avondmaal in dit cafeetje blijkt eigenlijk een gezamenlijke maaltijd te zijn die de mensen hier tweemaal maandelijks organiseren. Zonder dat ik het wist, nodigen ze me uit, en mijn disgenoten moedigen me aan om flink door te eten door mijn bord alweer bij te vullen nog vooraleer ik het heb kunnen leeg eten. De wijn en de champagne stijgen me lichtjes naar het hoofd. De broodresten geven ze me mee voor morgenvroeg als ontbijt.
Wie zei dat de Navarrenen onvriendelijk zouden zijn? Hun gastvrijheid en voorkomendheid doet zeker niet onder voor die van de mensen uit andere streken in dit fantastische land dat ik stilaan ga verlaten… met enige spijt in het hart.
Home | Top | Gisteren | Morgen | Zelfde datum 2001 |