gisteren dag 73 woensdag 17 juli 1996 morgen
Vertrek te Sahagún (León - Castillië en León) Aankomst te Sambol (Burgos - Castillië en León) Overnachting: refuge
Maximumsnelheid: 39 km/u Gemiddelde snelheid: 17,2 km/u Dagafstand: 109 km Duur etappe: 6:18u Totale afstand: 3768 km

Vlaamse hygiënische normen in Castrojeriz

Mijn vroeg vertrek uit Sahagún, een snelle rit van zowat negentig kilometer via Carrión de los Condes en Fromista, en ik sta in Castrojeriz, een twaalftal kilometer vóór Arroyo de Sambol. Tijd om te eten, en in een restaurantje bots ik op de twee gastvrouwen van de plaatselijke refuge: Christine en Miet, landgenoten, nodigen me uit op de koffie in de refuge zelf.

Een stevige babbel leert me veel over hun wedervaren. Houders van een refuge maken soms nogal wat mee: niet alle bedevaarders zijn even bonafide of even sociaalvoelend. Met de fluwelen handschoen, en met veel Vlaamse diplomatie, trachten ze het zootje ongeregeld onder de knoet te houden om de echte Jakobgangers hun rust te kunnen garanderen. En de herberg wordt ook op zijn Vlaams beheerd: het is er, naar Spaanse normen, zeer, zeer proper.

De faam van de refuge in Castrojeriz doet snel de ronde onder de pelgrims, die hier massaal neerstrijken. Noodgedwongen verwijzen de beide vrouwen de fietsers dan ook door naar een refuge die zes kilometer verderop ligt. Maar ik stel beide dames gerust, want deze avond ben ik weer bij Luis.

Tegen zessen 's avonds verlaat ik Castrojeriz. Langs allerlei veldwegels – ik verdwaal enigszins – bereik ik rond halfacht datgene wat volgens mij de mooiste, de meest authentieke refuge is van de hele Camino. Naast Sambol zelf blijven me vooral Villafranca del Bierzo, Manjarín, San Juan de Ortega en Santo Domingo de la Calzada bij: plaatsen waaraan geen enkele pelgrim zomaar zou mogen voorbij gaan.

In tegenstelling tot vorige maand ben ik nu niet Luis’ enige gast. Hij maakt nog een plekje vrij, tussen een tiental andere gasten, en stelt dadelijk voor om een tweede nacht te blijven om uit te rusten. Er is een echtpaar met hun twee dochters (fietsers), een vrouw alleen (te voet) en een vader met zijn zoontje en dochtertje. Het jongetje is met zijn negen jaar meteen de jongste beeweger die ik tot nu toe heb ontmoet, en hij volgt dapper zijn vader en zijn oudere zus tot in Compostela. Hij verzekert me dat hij het graag doet, en dus geloof ik hem maar.

Nu ik uitgezweet ben kan ik me eindelijk wassen aan het “zwembad”, en stort me daarbij in het frisse bronwater. Zolang je in beweging blijft is de temperatuur van het water best te harden, en dus blijf ik er nog even in terwijl de anderen me lachend aanmoedigen er nog eens in te plonsen: wat ik prompt doe. De hele avond, tot diep in de nacht, terwijl we naar de sterren keken, heb ik geen kou meer gehad.

De sfeer is prima en wisselt met de minuut: nu eens uitbundig, humoristisch, dan weer intiem, ingetogen. Er wordt gelachen, gezongen, naar de uilen geluisterd en naar de vallende sterren gekeken.

Voor de tweede maal in mijn leven zie ik onze melkweg: naar schatting honderd miljoen sterren, over een afstand van honderdduizend lichtjaar… Zulke cijfers maken je stil.

Home Top Gisteren Morgen Zelfde datum 2001