gisteren | dag 72 | dinsdag 16 juli 1996 | morgen | |
Vertrek te León (Castillië en León) | Aankomst te Sahagún (León - Castillië en León) | Overnachting: refuge | ||
Maximumsnelheid: 37,5 km/u | Gemiddelde snelheid: 14,9 km/u | Dagafstand: 55 km | Duur etappe: 3:42u | Totale afstand: 3659 km |
De luidruchtige Spanjaarden zijn tenslotte baas in eigen land
Deze
etappe leg ik zonder problemen af om zo rond 14 uur in Sahagún aan te
komen, waar ik mijn intrek neem in de buitengewoon comfortabele refuge.
Zoals altijd beleef ik veel deugd aan gesprekken met lotgenoten, o.m. Knud,
een krasse zeventiger uit Noorwegen, te voet. Hij heeft het niet al te makkelijk
met de Spaanse levensstijl: “Waarom kunnen die Spanjaarden ‘s morgens
niet in alle stilte opstaan? Waarom maken zij toch zoveel lawaai? Waarom respecteren
zij de slaap niet van diegenen die wat langer willen dutten? Waarom schijnen
ze je altijd met hun zaklantaarns in het gezicht om te zien of je nog slaapt
of niet? Waarom nemen ze geen voorbeeld aan ons, die ons in alle stilte aankleden
en weggaan? Waarom… Waarom… Waarom?”
Toegegeven, de man heeft overschot van gelijk. In de refuges waar de baas zich niet al te sterk bekommert om het welzijn van zijn gasten loopt het soms de spuigaten uit en worden de zenuwen van “de koele Noorderlingen” nogal eens op de proef gesteld.
“Maar”, zo antwoord ik Knud, “wie naar de landen rond de
Middellandse Zee trekt, die weet toch op voorhand waaraan hij begint. Die weet
toch dat alle Spanjaarden, Italianen, Grieken, enz… erg luidruchtig,
en met luchtige stap door het leven gaan. Wie zich daaraan niet kan of wil
aanpassen, tja, blijft die niet beter thuis? Tenslotte zijn zij toch baas in
hun land, niet wij! Moeten zij hun gewoonten en levensstijl aan ons aanpassen?
Zou dat niet onrechtvaardig zijn? Stel je voor dat wij ons moeten aanpassen
aan alle vreemden die in ons eigen vaderland wonen, dat
is toch ondenkbaar!”
Hoewel hij mijn argumenten niet weerlegt, blijft hij erbij dat alle Spanjaarden egoïsten zijn, die geen rekening houden met hun medemensen. “Wat gaan ze in Santiago bidden, als ze zich op weg nog niet eens fatsoenlijk kunnen gedragen? Welk een hypocrisie!”
Tja, ik kan Knud alleen beloven dat ik voor hem zal bidden, dat God hem de moed moge geven om zijn bedevaart toch in schoonheid te kunnen volbrengen. Wat een pelgrim zoals lijden kan…
Wellicht t.g.v. de enigszins gespannen situatie gisteren val ik in een zeer
diepe slaap: mijn siësta duurt tot zomaar eventjes 18 uur.
Martha R. is stervende, en toch voel ik haar nabijheid zeer sterk aan, al sinds mijn vertrek. Ik neem me voor haar mijn schelp te geven, of aan haar echtgenoot, Jef.
Home | Top | Gisteren | Morgen | Zelfde datum 2001 |