gisteren dag 54 vrijdag 28 juni 1996 morgen
Vertrek te Portomarin (Lugo - Galicië) Aankomst te Monte de Gozo (Santiago - A Coruña - Galicië) Overnachting: bedevaartscentrum
Maximumsnelheid: 55,5 km/u Gemiddelde snelheid: 15,6 km/u Dagafstand: 92 km Duur etappe: 5:57u Totale afstand: 3044 km

Santiago trekt me aan als een magneet

Deze morgen ligt er een mistkleed over de bergen. Zo krijg je de indruk ergens in Ierland verzeild geraakt te zijn. De eerste klim vanuit Portomarin doe ik langs de steenweg en een uurtje later beland ik inderdaad boven de mistbanken. De hoogste toppen torenen er eveneens bovenuit.

Maar de zon is krachtig, hier in Zuid-Europa, en al gauw is het hele landschap even helder als gisteren. Toch blijft hier iets mysterieus hangen, iets dat eigen is aan de Keltische cultuur misschien. Dat ondervind je zeer goed wanneer je de steenweg laat voor wat hij is en langs de kleine wegels je weg gaat. Dezelfde taferelen van gisteren: kleine kerkjes die schuilgaan achter hoge kerkhofmuren met vaak ingemetselde graven. Overal hebben de voorouders van de huidige Galiciërs stenen kruisen opgericht, vaak midden in het veld: deze monumenten dateren uit een tijd toen er zelfs van Romaanse stijl nog geen sprake was.

Aan één van deze kruisen heb ik halt gehouden, ben ik stil geworden en heb ik moeten denken aan allen die thuis achtergebleven zijn. Maar ik weet dat zij ook aan mij denken, en spijts de bijna tweeduizend kilometer die me van hen scheiden voel ik een intense verbondenheid met de mijnen.

Het pad wordt moeilijker en moeilijker berijdbaar; zelfs als voetganger moet je hier over heel wat moed beschikken om toch maar verder te gaan. Leidt dit wegeltje echt naar de stad van Sint-Jakob? Nauwelijks te geloven! Maar een uur later zoek ik de steenweg op en lees op een wegwijzer: Santiago, 65 km.

Niets is bij machte me nu nog tegen te houden. De ene heuvelrug na de andere moet er aan geloven, en dat zijn er tientallen van het kaliber Pellenberg. Alsof dat nog niet voldoende is waait er bovendien nog een stevige noordwestenwind, die stevig doordrenkt is met de zilte zeegeur. Slechts één enkele gedachte speelt me door het hoofd: deze avond slaap ik op de Monte de Gozo, de Mont de Joie, zoals de Franse bedevaarders uit vroeger eeuwen deze plaats noemden. De Berg van Vreugde, want van hieruit zou je voor het eerst een glimp van Santiago moeten opvangen.

Tegenwoordig ligt er een reusachtig bedevaartscentrum: over een groot terrein zijn tientallen en tientallen paviljoentjes verspreid om de massa's pelgrims onderdak te verlenen voor hun laatste nacht buiten de stad. Het weer is zonnig, warm en mistig, zodat ik van Santiago zelf nog niet veel te zien krijg. Alleen de topjes van beide kathedraaltorens komen tussen twee bosjes even piepen, maar het is reeds laat en de zon zakt stilaan achter de einder.

's Nachts waaien de stadsgeluiden me toe. Morgen ben ik er!

Home Top Gisteren Morgen Zelfde datum 2001