gisteren | dag 37 | dinsdag 11 juni 1996 | morgen | |
Vertrek te Canfranc-Pueblo (Aragón-Huesca) | Aankomst te Sigues (Aragón-Zaragoza) | Overnachting: camping | ||
Maximumsnelheid: 50 km/u | Gemiddelde snelheid: 20,5 km/u | Dagafstand: 75 km | Duur etappe: 3:41u | Totale afstand: 2218 km |
Eerste kennismaking met Spanje: wat is dat land... leeg...
Spanje
is inderdaad heel wat goedkoper dan Frankrijk. Voor de prijs van één
overnachting in Frankrijk krijg je in Spanje het ontbijt, een volledig middagmaal
en drank erbij. En omdat mijn kleren gisteren
nat geworden waren tijdens een plensbui, mag ik alles aan het waskoord van
de bazin hangen. In afwachting besluit ik te blijven voor het middageten en
begeleid ik
Anatol
naar het vorige dorp - Canfranc Estación, met zijn gigantisch treinstation
- om wat boodschappen te doen. Anatol kent een voetpad,
zodat we de grote weg kunnen vermijden. Zo'n drie kwartier trekken we door
totale wildernis, die nu in de zon ligt te drogen na de nattigheid en het onweer
van gisteren. Ik neem afscheid van Anatol die terugkeert naar Frankrijk via
de Somportpas en ben precies op tijd terug
voor het middageten.
Na de middag gaat mijn reis verder bergaf, richting Jaca, een klein stadje,
niets bijzonders. Ik hou er geen halt maar neem de grote weg richting Pamplona.
Die loopt doorheen een adembenemend, prachtig cuestalandschap: veel graanvelden,
de hoge bergen op de achtergrond in het noorden, maar het voorgebergte nog
aan alle kanten. Ik ben nog niet volledig uit de Pyreneeën. Toch stijgt
noch daalt de weg spectaculair - behalve op de cuesta’s die - ontbost
als ze zijn - hun aarde verliezen. Binnen afzienbare tijd zou dit een woestijn
kunnen worden, maar hier en daar bemerk ik toch enige jonge aanplant van bossen
en struiken.
Er is nauwelijks wind, maar omdat ik vrij snel kan doorrijden op de niet al te drukke weg koelt de zucht mij aangenaam af en kan de zon me niet volledig droogbranden. Anders vergaat het een Vlaams echtpaar die puffend uit hun auto stappen: “Een oven heeft er niet aan!” Lang leve de fiets.
Na
de zoveelste (korte) beklimming doemt voor mij een vrij hoge afgeplatte heuvel
op - ik schat hem zowat honderd meter hoger dan de omgeving. Bovenop
dit plateau ligt een dorp - Berdún - en ik wil de klim wagen, zodat ik boven
wat kan rusten en eten en... foto's maken. Want van hierboven - de klim kostte
me zowat vijf minuutjes - is het landschap nog ongewoner: droog, dor, grijs.
Over grote afstand lopen de kaarsrechte
wegen
naar de horizon, een riviertje kabbelt dunnetjes in haar nochtans brede bedding,
wat bewijst hoezeer ze kan
aanzwellen na hevige regen of wintersneeuw. Alleen de schaarse begroeiing verraadt
dat we hier nog op aarde zijn en niet op een of andere levenloze planeet.
Alweer verder tot aan de camping van Sigues die aan het stuwmeer van Yesa ligt. Vlak bij de oever, en nog zo’n vijftig kilometer van Pamplona breng ik de nacht door in mijn tentje.
Home | Top | Gisteren | Morgen | Zelfde datum 2001 |