Neteldieren komen al lang op aarde voor, maar aangezien ze voor een groot gedeelte geen skelet maken, zijn de fossiele bewijzen van hun bestaan slechts beperkt tot de steenkoralen en enkele bij toeval goed bewaarde afdrukken van kwallen en kwalachtigen.

Het dier wordt 2 tot 3 cm groot. Door middel van acht rijen trilhaartjes kunnen ze zwemmen. De vrij lange vertakte tentakels vangen kleine waterdiertjes.

Zeedruiven spoelen wel eens aan en doen dan denken aan zachte knikkers. Dikwijls worden aangespoelde zeedruifjes "kwalleneitjes" genoemd maar dat is fout.

De lichaamsschijf is glazig doorschijnend met een bruine rand en (vaak) een V-vormige tekening. Ze hebben 24 vrij lange rand-tentakels die 'prikken'. Rond de mondopening staan 4 lange vangarmen .

De kompaskwal komt algemeen voor in de Noordzee en spoelt soms (vooral in de nazomer) massaal aan op het strand. Het is de giftigste kwal die in de Noordzee voorkomt.

De kleur varieert van bruin, rood, oranje tot groen. Er komen ook mengvormen voor die zich uiten door het vlekkerige uiterlijk. Het lage water kunnen ze uitstekend overleven. De anemoon trekt zich dan volledig in en houdt daarbij water vast, zodat ze niet verdrogen. U vindt ze boven de waterlijn als kleine bruine glibberige bolletjes.