Kreeftachtigen
De kreeftachtigen zijn een zeer diverse groep dieren die van een totale lichaamslengte van enkele millimeters tot soms een spanwijdte van de scharen van drie meter kunnen bereiken.
Kreeften en krabben behoren tot de grootste dieren van deze substam; de meeste soorten zijn veel kleiner. Lang niet alle kreeftachtigen hebben scharen.
Een bijzonderheid bij de kreeftachtigen is dat het aantal poten kan verschillen, in tegenstelling tot alle insecten (6 poten) en spinnen (8 poten). Kreeftachtigen hebben tussen de 10 (5 paar) en de 14 (7 paar) poten.
Bij veel soorten kreeftachtigen, met name de kleinere soorten, is het aantal poten moeilijk te zien omdat ze zijn aangepast tot zwem-, grijp- of looppoten. Ook kunnen andere uitsteeksels op poten lijken, zoals de monddelen of soms de kieuwen.
De Noordzeegarnaal komt veel voor in kustwateren met een zanderige tot slibberige ondergrond. De garnaal fourageert 's nachts over de bodem en graaft zich overdag in zodat alleen de ogen en voelsprieten uitsteken. Het is een alleseter die zowel plantaardig materiaal maar ook prooidieren als wormen eet.
In tegenstelling tot echte krabben heeft de heremietkreeft een erg zacht achterlijf. Daarom zoekt het beestje bescherming in een lege schelp. Wordt deze na verloop van tijd te klein, dan zoekt hij een nieuwe (grotere) behuizing. Bij de gewone heremietkreeft is de rechterschaar altijd het grootst.
De breedte van de gewone zwemkrab bedraagt tot 57 mm. De kleur : gaande van blauwgrijs over grijsbruin naar roestbruin. De voorste rand van het rugschild bezit drie tanden.
Gewone zwemkrabben zijn snel en agressief, en het zijn uitgesproken carnivoren. Ze eten voornamelijk kleine kreeftachtigen, borstelwormen en stekelhuidigen. Ook schelpdieren worden gegeten.
Dit artikel valt onder de licensiebepalingen vanCreative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 2.5 License