Groenten op de barbecue : tien korte tips!
Verse groenten zijn niet alleen onmisbaar náást maar ook óp de barbecue.
Welke groenten kunt u rechtstreeks op de vuurgloed roosteren?
Doet u dat best samen of niet samen met het vlees of de vis? En is het waar dat je zelfs sla en witloof kunt grillen?
Lees deze tips en uw barbecues zullen nooit meer dezelfde zijn!
1. De volgende groenten kunt u rechtstreeks op de vuurgloed roosteren: asperges, aubergines, bleekselderij (de dikke stengels), grote champignons, courgettes, knolselderij (in dikke plakken), paprika’s, prei, raapjes, suikermaïs, tomaten, uien, venkel (in dikke plakken) en wortelen (de dunnere exemplaren). Zelfs sla en witloof worden een lekkere verrassing op de barbecue (lees verder onder tips 9 en 10). In een papillot van aluminiumfolie kunt u alle soorten laten garen.
2. Groenten die u rechtstreeks op de vuurgloed roostert, moet u eerst aan alle zijden instrijken met olie . Ook tijdens het roosteren moet u ze nog een tot twee keer instrijken – maar dan wel dunnetjes zodat er geen olie in het vuur kan vallen. Kruid ze pas op het einde met peper en zout.
3. Rooster groenten bij voorkeur op een niet te hevige gloed . In de meeste gevallen betekent dit op de zijkanten van het rooster.
4. Werk met verse groenten die stevig aanvoelen, nergens beschadigd zijn en een gave schil vertonen. Groenten met het Flandria-keurmerk vormen dan zeker een goede keuze, want die beantwoorden aan deze vereisten.
5. Rooster altijd eerst de groenten , want die smaken vaak het best wanneer ze lauw zijn (witloof bij voorbeeld). Houd ze opzij en bereid dan het vlees, de vis of het gevogelte. Meteen een goede oplossing wanneer het barbecuerooster niet te groot is.
6. Tomaten snijdt u middendoor. Rooster de helften altijd eerst met het snijvlak naar beneden en draai ze dan met behulp van een knijper om op hun bolle kant. De geroosterde zijde kunt u dan bestrooien met zout, peper, geperst knoflook en eventueel wat paneermeel. Reken 4 minuten roostertijd per kant, maar na 2 minuten moet u de helften een kwartslag draaien om een ruitjespatroon te krijgen. Grotere losse tomaten zijn iets beter geschikt dan trostomaten.
7. Erg lekker op de barbecue zijn plakken aubergine en courgette van 0,5 tot 1 cm dik. Bestrooi ze eerst met zout, laat ze een half uur trekken (ze verliezen dan een deel van hun vocht), spoel ze vervolgens af en dep ze droog. Strijk ze aan weerszijden in met olijfolie en geperst knoflook en laat ze aan elke zijde 5 tot 8 minuten roosteren op een zachte gloed. Draai elke zijde in de helft van de roostertijd 90 graden – alweer voor een decoratief ruitjeseffect. Kruiden met peper en zout doet u pas op het einde.
8. Paprika’s worden een ware lekkernij als eerst de moeite neemt ze te pellen. Snijd het vruchtvlees in brede repen en strijk ze in met kruidenolie of knoflookolie. Laat ze kort roosteren en kruid ze peper en zout.
9. Op de barbecue ontpopt witloof zich tot een verrassende delicatesse, omdat het een licht gekaramelliseerd smaakje krijgt. Snijd de stronken overlangs doormidden, maar verwijder de bittere kern deze keer niet. Leg de helften op en niet te hevige vuurgloed en laat ze 5 minuten roosteren aan elke zijde. Strijk ze na 1 minuut in met olie waarin u wat suiker hebt gemengd. Kruid ze op het einde met peper en zout.
10. Zelfs sla kunt u rechtstreeks roosteren. We spreken dan over soorten met een stevige krop zoals ijsbergsla en radicchio rosso, maar ook over het harde hart van een kropsla. Snijd de krop in tweeën (het hart van een kropsla), in vieren (radicchio rosso) of in achten (ijsbergsla) en prik een tandenstoker door elk stuk. Op deze manier vallen de blaadjes niet van elkaar. Leg de stukken op een niet te hevige vuurgloed en laat ze 3 minuten aan elke zijde roosteren. Strijk ze na 1 minuut in met olijfolie en kruid ze met peper en zout.
(Bron : Flandria Nieuwsbrief juli 2005)
Bekijk alle artikels uit de serie Groenten op de Barbecue.