Free counter and web stats


Wat aanvankelijk de kracht niet had. Radeloos.
Bleef in de eigen keerkring als een ratelslang.

Bleef zich sissend verspreiden. Tot het verstomde.
Tot het als muziek gewikkeld in stilte openbarstte.

Langzaam en dan sneller. Dwars doorheen de takken.
Doorheen de stembanden, een stemloze god die weende.

Ingehouden. En die de naam van de maan stamelde.
De naam prevelend in een barenswee zonder einde.

En met de naam weerklonk voor het eerst wijsheid.
Voor het eerst sprak de tijd in het globale dorp.

Een tijd waarin alles duidelijk werd. Alles eindeloos.
Beginloos. Als een vertakking die zijns gelijke niet kent.

Antoon Van den Braembussche