Ofschoon oeroud, toch is elk gelaat hier en nu aanwezig.
En bijt elke beeltenis zich
in je vast. Over de eeuwen heen.
Bijt als vanouds de intensiteit als terpentijn op de ziel.
Als balsem omheen een
lang vergeten. Okerkleurig. Sereen.
Zo stuit je door tot in de oerlagen van het bewustzijn.
In het donker rondtastend naar wat de tijd verloor aan
Herkenning. Aan een andere vorm van zien en zijn.
Al ziende liefhebbend als een hardop dromend dier.
Al zijnde denkend als een denker die gedachten allengs
In klei bewerkt en tussen hemel en aarde plaatst.
Her- en derwaarts is er een teveel aan spreken, zegt men.
Maar zie, hier is in stilte gegrift wat onuitsprekelijk is.
Antoon Van den Braembussche