gisteren dag 196 woensdag 24 oktober 2001 morgen
Vertrek te Beugnâtre (dept. Pas-de-Calais) Aankomst te Gent (prov. Oost-Vlaanderen) Overnachting: bij mijn zus
Maximumsnelheid: 43 km/u Gemiddelde snelheid: 16,9 km/u Dagafstand: 152,86 km Duur etappe: 9:01u Totale afstand: 11549,6 km

Als een paard zijn stal ruikt...

Beweer ik dat mijn trouwe dienaar, eenvoudig zwartgelakt, met een licht mankend achterwiel, een eigen leven is gaan leiden, dan kijken sommigen onder jullie me wellicht medelijdend aan: “Ocharme, al dat reizen heeft hem blijkbaar geen goed gedaan. Trappen kan hij wel, maar nu trapt hij toch geen klein beetje door!”

Nochtans blijf ik erbij: die fiets gedraagt zich eigenzinnig, niet voor het eerst trouwens. Toen mijn familie me te Rome opwachtte was er geen houden aan; geheel alleen zocht hij toen zijn weg door het drukke Romeinse verkeer. De laatste twee dagen voor aankomst in Compostela moest meneer zo nodig kilometers vreten om ma en pa niet te lang te laten wachten. Een mooi stukje Galicië ging toen zo’n beetje aan me voorbij.

En wat hij me vandaag lapt slaat alles: de langste rit ooit. Zelfs in 1996 legde ik zo’n afstand nooit af op één enkele dag: 152 kilometer, negen uur lang daadwerkelijk in het zadel. Aan de grens te Peruwelz geeft de teller er al vijfenzeventig aan. Het is precies drie uur na de middag, en mijn metgezel port me aan: “Komaan zeg, nog een vijfenzeventig kilometer naar Gent!” En had ik niet op het zadel plaats genomen, dan ging hij er zonder twijfel alleen vandoor.

Eén grote expresweg, helemaal naar Gent, met een tamelijk goed fietspad. Hectometer- en kilometerpaaltjes schieten aan me voorbij tegen een snelheid die aan een TGV doet denken, waar de elektriciteitspalen van de bovenleidingen elkaar zeer snel opvolgen, wanneer de trein er tegen 300 per uur onderdoor glijdt.

In Ronse loopt het nog steeds lekker, nog een veertig kilometer en de fiets weet van geen ophouden. Dus bel ik zus Greet dat ze het bier mag koel zetten. Daarna val ik de heuvel ten noorden van het stadje aan.

Snelle afdaling helemaal tot Oudenaarde, veel sneller nog dan ik kon vermoeden. Even een stukje brood achter de kiezen, met een blik Amerikaanse frisdrank. En dan opnieuw een telefoontje naar Gent: “Je moet het bier niet in de koelkast zetten, Greet. Zet het maar in de diepvriezer, dan is het zéker goed fris.”

Na zonsondergang zijn alleen de verkeerslichten nog in staat me even te doen stilhouden. Kwart na zeven val ik zus, schoonbroer en beide nichtjes in de armen. Na meer dan een half jaar afwezigheid…

Home Top Gisteren Morgen