gisteren dag 162 donderdag 20 september 2001 morgen
Vertrek te Hospital de Orbigo (León - Castillië en León) Aankomst te Bercianos del Real Camino (León - Castillië en León) Overnachting: refuge
Maximumsnelheid: 35 km/u Gemiddelde snelheid: 15,2 km/u Dagafstand: 78,44 km Duur etappe: 5:09u Totale afstand: 9530,5 km

Toeristen en bedevaarders

Minder dan zes weken nog te gaan. Ik voel me al bijna thuis. Zeker hier op de Camino: bekend terrein waar nog vrij veel pelgrims rondlopen.

De warme kleren komen steeds meer van pas, vooral ’s ochtends. Maar de warmte komt vooral uit het hart van al die lui hier. Zo vroeg vader Jato me zijn groeten over te brengen aan Wolfgang, die de refuge te Mansilla de las Mulas houdt. Interessante conversatie met de Duitser, die de groeten wil doen aan een gastheer die nog verder oostwaarts werkzaam is: Juan te El Burgo Ranero. Zo krijgt deze bedevaarder iets van een postbode, zij het dat hij de boodschappen mondeling overbrengt.

Te El Burgo Ranero zijn de batterijen nog niet leeg, ideaal fietsweer. Dus leg ik nog zeven kilometer af tot Bercianos del Real Camino, waar de kerktoren verleden jaar is ingestort. (De dorpelingen graven hier overal wijnkeldertjes uit, en de funderingen van de toren raakten aangetast.) Ja, deze dorpjes zijn erg klein, maar hun naam is des te langer. Zo moet ik nog langs Carrión de los Condes, Boadillo del Camino, Santo Domingo de la Calzada enz… Sommige namen korten de Spanjaarden wel af: Villalcazar de Sirga wordt ook Villasirga genoemd. En grotere steden heten gewoon León of Burgos. In Californië bestaat er zelfs een oord waarvan de volledige naam El Pueblo de Nuestra Señora de los Angeles de Porciuncula luidt. De praktisch ingestelde Amerikaan kortte dit af tot Los Angeles, en vandaag zelfs tot LA. Hetzelfde gebeurde met San Francisco dat later Frisco werd, en nu SF.

Tijdens mijn gesprekjes met de gastheren viel me op dat ze niet altijd even gelukkig zijn met de mentaliteit van sommige pelgrims. Vaak gewagen ze van een meerderheid toeristen tegenover een minderheid bedevaarders. Zelf ben ik toch ook toerist? Ik kan niet genoeg benadrukken dat niemand aan ophouden denkt, zelfs met stukgelopen voeten of stukgezeten achterwerk. Ook niet die jonge Duitser die ik in Manjarín ontmoette, doodziek. Tomas wist dat die man water had gedronken van een giftige bron en diende hem met succes een eigen bereide kruidendrank toe.

Toegegeven: er zijn nogal wat lieden die de diepere betekenis van de Camino niet schijnen te kunnen vatten, zelfs niet na te Santiago het beeld van de apostel een stevige knuffel te hebben gegeven. Mij kan hun ingesteldheid niets schelen, maar de gastheren en –vrouwen zien hun inspanning af en toe graag een klein beetje gehonoreerd met een glimlach, een schouderklopje, een kleine gift, een interessante conversatie, een helpende hand…

Home Top Gisteren Morgen Zelfde datum 1996