gisteren | dag 146 | dinsdag 4 september 2001 | morgen | |
Vertrek te Aldeatejada (Salamanca - Castillië en León) | Aankomst te Zamayón (Salamanca - Castillië en León) | Overnachting: gemeentelijke bergplaats | ||
Maximumsnelheid: 34 km/u | Gemiddelde snelheid: 13,5 km/u | Dagafstand: 37,90 km | Duur etappe: 2:48u | Totale afstand: 8710,4 km |
Hoe heet jij?
De koffie deze ochtend werd me aangeboden door een vriendelijke bewoner van
dit dorpje, op slechts vijf kilometer buiten Salamanca. Dit dorpje ontvangt
de pelgrims comme il faut!
Kort ritje tot in het relatief kleine stadscentrum, waar de monumenten rijkelijk rondgestrooid werden in de loop der eeuwen. Op de oppervlakte van een paar voetbalvelden vind je er maar liefst twee kathedralen, kerken en paleizen bij de vleet. Ook één van de stulpjes van de beruchte hertog van Alva staat er nog.
Twee dames uit Nederland bieden me een plekje voor
de fiets, in een privé-school
Spaans voor vreemdelingen. Ze krijgen hiervoor een kaartje vanuit
Compostela.
Tot vier uur loop ik rond in deze indrukwekkende verzameling monumenten, samen
met de twee Madrilenen die mijn pad al enkele dagen kruisen. Ze beëindigen
hun tocht hier, hun vakantie zit erop. Ik laat hun mijn
mailadres, zodat ze
eventueel in contact kunnen blijven. En ze hebben afgezien: de warmte speelde
hun duidelijk parten. Blijkbaar ben ik heel wat beter bestand tegen hoge temperaturen.
Nog dertig kilometer leg ik af, waarbij ik de grote weg – de eigenlijke Ruta – verlaat, om langs kleine baantjes het dorpje Zamayón te bereiken. Daar verleent de burgemeester me prompt onderdak in een propere werkplaats van de gemeente. Drinkwater in overvloed. Wijn ook: amper vijftig peseta’s (ca. 12,- BEF of € 0,30) per glas. Nooit goedkoper gedronken dan hier. De bewoners zijn vriendelijk nieuwsgierig, zowel jong als minder jong.
Na zoveel maanden Italië en Spanje valt me sedert
enkele dagen toch iets op dat beide volkeren gemeen hebben: kom je hier toe
in een klein dorp, dan
verzamelen vooral de kinderen zich rond je. Steeds stellen ze zichzelf voor,
en dan blijkt je naam erg belangrijk:
Tja, onze u-klank bestaat in geen van beide talen. Ze spreken u als oe uit.
Ze vinden het blijkbaar maar een rare naam, net als vele van mijn Franse vrienden die me koppig – reeds jarenlang – Ludovic blijven noemen. Maar officieel heet ik Ludo, en dus bekijken ze mekaar, zoals Obelix Asterix, wanneer hij zucht: “Rare jongens, die Romeinen…”
![]() |
Rare jongens, die Vlamingen…
Home | Top | Gisteren | Morgen | Zelfde datum 1996 |