gisteren dag 128 vrijdag 17 oogst 2001 morgen
Vertrek te Deifontes (Granada - Andalusië) Aankomst te Ventas de Huelma (Granada - Andalusië) Overnachting: veldbed in gemeentehuis
Maximumsnelheid: 47 km/u Gemiddelde snelheid: 12,4 km/u Dagafstand: 62,79 km Duur etappe: 5:03u Totale afstand: 7554,9 km

Ik kan het me permitteren het Alhambra niét te bezichtigen

Vrij vroeg reeds rij ik Granada binnen. Nu snel een plaatsje zoeken om de fiets veilig te stallen, en daarna de stad bezichtigen. De fiets veilig stallen? Rapper gezegd dan gedaan. Granada kan je best vergelijken met Bari in Zuid-Italië, waar ik op 9 juni ook problemen had om die tweewieler kwijt te raken. Beginnen we aan het station:

Een parkeergarage dan maar? Mits ze bewaakt is. En precies daar knelt het schoentje: automaten bij de vleet om te betalen en voor de distributie van de tickets. Menselijke aanwezigheid: nul komma nul. Ik vraag bij een groot benzinestation:

Een ziekenhuis:

Een klooster:

Nogal onvriendelijk die Granadezen. Ten einde raad begeef ik me naar de toeristische dienst:

De collega van die lieve mevrouw slaat aan het telefoneren. Tien minuutjes later:

Ik betaal het ticket en begeef me naar het stadhuis. Maar daar lopen de zaken heel anders dan je zou verwacht hebben. Een agent van de stadspolitie komt me reeds luidkeels roepend tegemoet:

Ik kijk even rond me, uitdrukking van verbazing op het gelaat. Maar zijn graad van onbeschoftheid stijgt nog:

Waarom moet ik nu juist zo’n imbeciel treffen? Ik besluit hem beleefd maar beslist van antwoord te dienen:

Ik voel de wanhoop opwellen. Terug op de toeristische dienst vraag ik een andere oplossing, “vermits de agent van dienst zijn medewerking weigert”.

Ik kan niet veel anders dan per fiets de heuvel op, en daar hopen op een beetje goeie wil. Maar verder dan de ingang van het paleis kom ik niet. En voor de fiets is er ook daar geen plaats. De wachter verspert me de weg. Ik ben het lievemoederen beu. Een paar foto’s van de buitenkant is alles wat ik van het Alhambra zal meenemen.

Belangrijke les: bezoek geen Zuideuropese steden per fiets, tenzij je er blijft overnachten (en dan nog!) Ze zijn er niet op voorzien, die lui hier, want fietsers worden hier als “niet normaal” beschouwd. Ze zijn trouwens niet talrijk, de fietstoeristen hier. Een reden temeer om wat improvisatietalent aan de dag te leggen, want meer vraagt de eenzame fietser niet.

Ja, ik weet het: het Alhambra is één van Spanjes toppers. Ik heb slechts een glimp van de buitenkant opgevangen. Maar de reden van deze reis gaat veel, veel dieper dan een bezoek aan het Alhambra te Granada. Ik kan het me permitteren dit nochtans machtige monument niet te bezichtigen, net zomin als te Rome de Sixtijnse kapel of het Colosseum (wegens veel te veel volk). Al deze stille getuigen van ons rijke verleden lijken vandaag verworden tot statussymbolen: “Ik heb het Alhambra bezocht! En jij niet? Hoe is het in godsnaam mogelijk?” Ten prooi aan massatoerisme! Parels voor de zwijnen?

Statussymbolen zijn aan mij niet besteed. Het zit me niet zozeer dwars dat ik het Alhambra niet ben binnengeraakt, maar het doet me wat pijn dat precies een politieagent, verpersoonlijking van de stad Granada zelf, me het bezoek heeft verhinderd.

De Granadezen hebben al genoeg geld van mij gekregen: 2200,- peseta’s. Ik verlaat dan ook stante pede de stad, schud het stof van mijn voetzolen en rij zo snel mogelijk weg, hongerig en dorstig. Precies zoals Jezus Zijn leerlingen opdroeg na Zijn verrijzenis, toen Hij hen uitzond om de Blijde Boodschap te verkondigen.

De burgemeester van het kleine dorpje hier, dertig kilometer buiten Granada, aanhoort aandachtig mijn relaas en reageert beschaamd. Hij geeft me een veldbedje in het gemeentehuis, kans om te douchen en het avondmaal bij hem thuis. Zelf van de “boerenbuiten”, verkies ik nog steeds het landelijke boven het stedelijke, hoe mooi dat laatste ook moge zijn, in welk land dan ook…

Wist ik maar hoe aan deze trieste toestanden in sommige Zuideuropese steden te verhelpen, ik aarzelde geen ogenblik. Hoe vaak ben ik wél vriendelijk ontvangen geweest! Vaak met enige improvisatie gepaard! Waarom moest nu juist Granada zo’n spijtige uitzondering vormen? Gewoon pech: niet de juiste man op de juiste plaats ontmoet.

Tja, het pelgrimsleven kent ook moeilijke dagen, net als in het dagelijkse bestaan. Kop op, de hartelijke ontvangst hier maakt mijn dag toch weer goed; de hand Gods slaat niet, of ze zalft!

Home Top Gisteren Morgen Zelfde datum 1996